Spring naar inhoud


Drie nullen

Beatrijs Ritsema

Terwijl ik weet dat er geen zinlozer feit bestaat dan de verschuiving van cijfers op de kalender, het verspringen van drie negens naar drie nullen, ben ik zelden in mijn leven zo gedeprimeerd geweest als met de millenniumwende. De jaar- en eeuwoverzichten zijn aan me voorbij gegaan, de champagne smaakte me niet, ik kon mezelf er niet eens toe brengen het vuurwerk te aanschouwen. Op het eerste plaatje van Peter van Straatens zeurkalender voor het nieuwe jaar zie je een stokoud echtpaar dat een dansje maakt en uitroept: 'We hebben het gehaald, de nieuwe eeuw!' Maar het enige wat hen daarin te wachten staat is een gapend graf.

Dat geldt niet alleen voor oudjes, maar voor iedereen die nu leeft, ook de kleinste baby's: zij allen zullen sterven in de 21ste eeuw en de enkeling die de volgende eeuw nog haalt zal oud en der dagen zat zijn. Niet dat de nakende dood van zes miljard wereldbewoners me nu zo terneer drukt (want die zullen zich intussen tot vijftien miljard gereproduceerd hebben), maar wel de dood van mijn dierbaren en die van mezelf. Iedereen gaat er aan, onontkoombaar zoeft de bijl naar beneden. Het mechanisme is al in werking gesteld.

Deze gedachte is natuurlijk op elk willekeurig tijdstip van toepassing. In 1993 kon je ook denken: 'over honderd jaar zijn we allemaal dood' en dat is ook zeker wel eens bij me opgekomen, maar het kon me nooit wat schelen en nu wel. Zoals een ouder iemand, met wie ik over de gruwel van de drie nullen sprak, het formuleerde: 'Het is net alsof de tijd waarin we leven ineens met een gietijzeren muur wordt afgesloten, opgeborgen in een tombe.' Zo, dat hebben we gehad, dat kunnen we bijzetten in de doos met oude verhalen. Alles wat het leven z'n tijdgebonden textuur en betekenis gaf zal in een nog sneller tempo dan normaal vergeten worden, alleen omdat het stamt uit de vorige eeuw.

In werkelijkheid verloopt alles geleidelijk en is er continuïteit. Er is deze week niets veranderd ten opzichte van vorige week (de stroom is niet eens uitgevallen), behalve dan die wezenloze getallensymboliek, waaraan ik me niet kan onttrekken juist omdat ik er zo'n hekel aan heb. De kunstmatige cesuur tussen negens en nullen zou me betekenisloos moeten voorkomen, maar een dergelijke distantie riekt naar het cliché dat 'een mens zo oud is als hij zich voelt'. Hopeloos zelfbedrog. Dan liever de grimmigheid van een mens is zo oud als hij is. Hoe deprimerend ook, het is in ieder geval waar.

Feit is dat ik in de 20ste eeuw jong was en in de 21ste oud zal zijn. De afgelopen eeuw zal dus meer 'van mij' zijn dan de huidige. Terwijl ik geen enkele aanvechting heb het verleden te verheerlijken, ergert het me toch om voortdurend de 20ste eeuw als eeuw van de massaslachtingen afgeschilderd te zien op een bedroefde maar soms ook licht neerbuigende toon, alsof de nieuwe jaartallen daar definitief een streep onder hebben gezet. Wat nog maar moet worden afgewacht. Zelfs zonder nieuwe, totalitaire ideologieën, zelfs in het meest optimistische scenario van een flinke groei van de mondiale welvaart slingeren er nog altijd enorme arsenalen van kernwapens rond op de wereld die vast nog wel eens door het een of andere onverantwoordelijke regime of een terroristengroep zullen worden ingezet. De schaal waarop de slachtingen zullen plaatsvinden is vooral afhankelijk van de grootte van de aanwezige populatie en de technologische perfectie van de gebruikte middelen. In de 21ste eeuw zullen de records ongetwijfeld weer sneuvelen.

Voorlopig ben ik blij dat die ellendige kerstboom weer uit mijn gezichtsveld is verdwenen, dat alle feestverlichting is opgeruimd en dat ik niets meer hoef te lezen of te zien over de man, vrouw, gebeurtenis, boek, voorwerp, uitvinding van de eeuw. Geen zelfgenoegzame reflecties meer over de prestaties van de mensheid. Aan het werk en nog een prettig millennium.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan