Spring naar inhoud


De betrekkelijkheid van cocktails drinken op een palmenstrand

Kinderen brengen niet het geluk met zich mee dat ouders ervan verwachten. Keer op keer wijzen zogenaamde geluksonderzoeken uit dat mensen zonder kinderen een gemiddeld ietsje hoger niveau van geluk rapporteren dan degenen met thuiswonend nageslacht. Pas als die kinderen het huis uit zijn, stijgt het geluksniveau weer. In het Volkskrantmagazine stond laatst een stuk, waarin ouders ruim de gelegenheid kregen om dit toe te lichten. Een moeder van drie over haar leven voordat er kinderen kwamen: ‘Ik was samen met mijn man en we deden alleen maar leuke dingen: elke avond samen uit eten, nieuwe kleren kopen voor onszelf, weekendjes weg, verre vakanties.’

Het is misschien een beetje flauw om de aandacht te vestigen op de wel heel passief consumptieve aard van het geluk dat deze moeder door haar kinderen door de neus is geboord. Uit eten gaan, nieuwe kleren, de obligate wereldreizen – is dat wat er onder geluk wordt verstaan? Ik ben nog wel bereid om aan te nemen dat dit verlangen niet zozeer de concrete kreeft met mayonaise betreft of de excursie naar Paul Krugers wildpark, als wel de vrijheid om die ervaring na te streven, mocht je de behoefte in je op voelen komen. In plaats van met je geliefde cocktails drinken op een palmenstrand of shoppen in Dubai kun je ook behoefte hebben om ongestoord filosofische werken door te nemen. De vrijheid om individuele genoegens na te jagen neemt onmiskenbaar af, als er kinderen zijn. Tegelijk is het een constatering van het kaliber ‘van regen word je nat’. Het is vervelend om doorweekt te raken in een regenbui, maar wie nodig ergens heen moet, gaat niet zitten zeuren over slecht weer. Die neemt een paraplu of zet een zuidwester op.

Ik heb een met enige regelmaat terugkerende droom, waarin ik mijn intrek neem in mijn vroegere studentenhuis. Ik kom aan met een koffertje, ik zie de postvakjes, waarvan er een op mijn naam staat, ik ga mijn oude kamer binnen en installeer me. Aanvankelijk ben ik blij om weer thuis te zijn, maar vervolgens zie ik allerlei huisgenoten rondscharrelen en vraag ik me met groeiend onbehagen af wat ik als middelbare vrouw eigenlijk te zoeken heb te midden van onbekende jongeren. Zwetend word ik wakker en besef met opluchting dat er niets aan de hand is. Destijds was ik zeer gelukkig (wat dat dan ook mag betekenen) op die studentenflat, maar het idee om dat leventje weer op te vatten is zelfs op droomniveau geen zaligheid maar een regelrechte nachtmerrie. Laat staan in de werkelijkheid.

Ik herinner me oppas- en crècheloze dagen met kleine kinderen, waar geen eind aan leek te komen. Nooit ging er iets langer dan een minuut of tien achter elkaar goed. Elk onbetekenend taakje (naar de supermarkt gaan met rond dwarrelende peuters) stond in het teken van langdradige saaiheid en voortdurende alertheid. Maar het geluk van stilte als iedereen eindelijk op een oor lag staat me ook nog helder voor de geest. Een geluk dat des te groter was naarmate er die dag meer gekrijst was, en dat in mijn idee niet onderdeed voor het geluk van laten we zeggen een avondje bioscoopbezoek, een genoegen dat er minder van kwam dan in de pre-kinderen-periode, maar dat toch redelijk gecompenseerd kon worden door een paar maanden later een video te huren.

Waar wordt geluk aan afgemeten? Zodra je de randen van de realiteit overschrijdt, wordt elke uitspraak hierover gratuit. De vrijheid om impulsen te volgen is fijner dan gebonden zijn aan kinderzorg. Een jong en mooi lichaam bezitten is fijner dan in een uitgezakt lichaam vastzitten aan een ouwe kop met rimpels. Toch weerhoudt dat mensen er niet van om kinderen te krijgen, en oud worden gebeurt gewoon huns ondanks.

Mogelijk draait het in het leven om meer dan alleen persoonlijk geluk. Een goede kandidaat daarvoor lijkt me het gevoel ‘ertoe te doen’, een zwakke formulering voor macht. Als je ziet hoe veel moeite mensen er voor over hebben om van betekenis te zijn, om te worden opgemerkt, om invloed te hebben, dan ligt het voor de hand om voor kinderen te kiezen. Sommige mensen beklimmen de Mount Everest, worden paus of richten een aannemersbedrijf op. Dat is vooral hard werken en het persoonlijke geluk een kwestie van bijvangst. Waar het echt om gaat is dat ze een stempel hebben gezet. Kinderen krijgen is de simpelste manier om te laten zien dat je niet voor niets hebt geleefd. Daar kan geen persoonlijk geluk tegenop.

Artikelen in Column.


1 reactie

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Klaartje schrijft

    Is de simpelste manier om iets te doen niet meteen ook de onbeduidendste? Zich voortplanten kan iedere amoebe, als prestatie is dat niet bepaald uniek. Een stempel drukken, maar dan wel een stempel uit een produktie van miljoenen.

    Ik neem graag aan dat mensen die kinderen grootbrengen daar voldoening uit halen en ik wens ze dat ook van harte toe. Iemand moet het tenslotte doen. Dan maar met plezier, als het even kan.
    En waarom draait de wens een stempel te drukken, als dat niet ook een vorm is van het streven naar persoonlijk geluk? Wat levert het anders op?

    Hard werken aan iets dat zinnig aanvoelt, en daarbij liefst ook nog iets leren en iets bijdragen aan de maatschappij, geeft een diepe voldoening. Het beoefenen van je vaardigheden, vooral als je moeite hebt gedaan om die te verwerven, brengt een inherent plezier met zich mee. Ik zou dat niet als bijvangst betitelen. Het kan een prima hoofddoel zijn.

    De strekking van dit stukje wordt niet echt duidelijk, maar het lijkt een wat vage lofzang op de voortplanting: je wordt er niet gelukkiger van, maar uiteindelijk met een omweg kennelijk toch. (?)
    Maar van de link tussen kinderloosheid en cocktails op palmenstranden word ik een beetje moe. Ik ken veel mensen die iets positiefs op deze wereld achterlaten zonder kinderen te hebben en zonder ooit van die spreekwoordelijke cocktail te hebben genipt.



Sommige HTML is toegestaan