Spring naar inhoud


Eten in de bibliotheek

Beste Beatrijs,

Ik (student) studeer vaak in de bibliotheek van de universiteit. Overal staat duidelijk aangegeven dat er niet gegeten mag worden in de studiezalen. Er is een kantine waar mensen heen kunnen. Toch gebeurt het vaak dat iemand een pak koekjes of een zak chips opentrekt. Ik stoor me er vreselijk aan, niet zozeer de aanblik, maar vooral het geluid. Een boterham gaat nog wel, maar een zak chips of worteltjes is echt niet om uit te houden. Het gekraak haalt me uit mijn concentratie. Ik heb er wel eens wat van gezegd, maar reacties variëren van medelijdende blikken tot ronduit gepikeerd. Ik heb geen zin om steeds de zeurpiet uit te hangen. Ik ga naar de bibliotheek om in stilte te kunnen studeren, iets wat in mijn studentenhuis geen optie is. Wat moet ik doen?

Omringd door knagers

Beste Omringd door knagers,

Als er duidelijk staat dat er niet gegeten mag worden, dan mag er niet gegeten worden. Discussie overbodig. U kunt het gezag of een soort van toezichthouder aanspreken die vervolgens de overtreders op vingers kan tikken, maar als zo’n bibliotheekautoriteit niet onmiddellijk voorhanden is, zult u het zelf moeten doen. U wil in alle rust kunnen studeren en als u daarvoor de zeurpiet moet uithangen, dan maar een zeurpiet.

Spreek de overtreders aan en vraag vriendelijk of ze u ergens mee willen helpen. Wanneer ze ja zeggen (meestal zeggen mensen ja op een slijmerig vertoon van hulpeloosheid), vraag dan of ze alsjeblieft willen ophouden met chips/ wortels/ appels enzovoort eten, omdat het u stoort in uw concentratie. Reageert men geërgerd of lacherig, verwijs dan naar het aangeplakte eetverbod en zeg ‘Sorry, maar ik heb er echt last van.’

Artikelen in Eten en drinken.

Gelabeld met .


Dwang is verboden, maar verleiding mag wel

In Rotterdam pleiten hulpverleners voor de mogelijkheid om de categorie ‘onmachtige ouders’ via de rechter te dwingen om anticonceptie te gebruiken. Het gaat om vrouwen met een alcohol- of drugsverslaving of een psychiatrische aandoening, die niet stabiel genoeg in het leven staan om voor een kind te kunnen zorgen, niet met geld kunnen omgaan, maar wel al een of meer kinderen hebben gekregen. Een betrouwbare vader is niet voorhanden. Vaak komt de vrouw uit zo’n problematisch milieu dat haar familie ook niet kan inspringen met hulp, zodat de kinderen na verloop van tijd uit huis geplaatst worden in pleeggezinnen of inrichtingen, soms al onmiddellijk na de geboorte. Waarna de vrouw opnieuw zwanger wordt en de cyclus zich herhaalt.

Dit brengt onbeschrijflijke ellende met zich mee. Het ergste wat je een moeder kunt aandoen is natuurlijk haar kind afpakken. Hulpverleners zijn terecht terughoudend om die procedure in gang te zetten, omdat kinderen toch bijna altijd beter af zijn bij hun eigen ouders, hoe incompetent ook, dan in een overheidssysteem. Anderzijds moeten kinderen beschermd worden tegen verwaarlozing, geweld en tegen misbruik door nieuwe vrijers van de moeder. Als het kind in de eigen omgeving opgroeit, raakt het getraumatiseerd. Als het gered wordt en een nomadische reis langs jeugdinstellingen en pleeggezinnen aflegt, raakt het ook getraumatiseerd. Beter ware het, als dat hele kind nooit geboren was.

De frustratie van hulpverleners die zwangerschappen en problematische moeders met kinderen moeten begeleiden is maar al te begrijpelijk. Vooral het herhalingselement (kind weg? oké, dan krijg ik wel een nieuw kind) is hemeltergend. Vanuit hulpverleners in het veld wordt regelmatig verplichte anticonceptie als maatregel voorgesteld. Een jaar of zeven geleden ging het zelfs om verplichte sterilisatie van incapabele vrouwen. Daar wordt dan lang en breed over gediscussieerd, veel schrijnende voorbeelden passeren de revue, maar terecht willen politici hier hun vingers niet aan branden. De integriteit van het lichaam mag niet worden geschonden. Vrouwen beslissen zelf over hun vruchtbaarheid. Mocht het ooit praktijk worden dat een arts op uitspraak van een rechter een tegenstribbelende vrouw van een of andere vorm van anticonceptie voorziet, zou de overheid zich als gewelddadig manifesteren. Dat kan niet. Dan zou Nederland afglijden naar het niveau van een totalitaire staat als China, waar twintig jaar lang het een-kind-beleid vrouwen dwong tot abortussen.

Een zak geld om de vruchtbaarheid van incompetente vrouwen tijdelijk te deactiveren.

Dus blijft de praktijk zoals die was: pappen en nathouden, hulpbehoevende gezinnen in de gaten houden, er zoveel mogelijk begeleiding tegenaan gooien, indringende gesprekken voeren met leden van de doelgroep om ze in de gewenste richting te manoeuvreren. Aan het arsenaal van communicatieve technieken om iemand zo ver te krijgen om een verstandige beslissing te nemen ontbreekt er een waar nooit iemand het over heeft, maar die een heel geschikte hefboom kan zijn: geld. Dwang is verboden, maar verleiding mag wel. Waarom kunnen vrouwen niet met geld verleid worden om hun vruchtbaarheid tijdelijk te deactiveren? Het is tenslotte ook niet speciaal onethisch om tieners een som gelds in het vooruitzicht te stellen, als ze tot hun 21ste niet roken. Van niet-roken hebben ze de rest van hun leven plezier.

Hoe meer geld, hoe groter de verleiding. Bijvoorbeeld 3000 euro voor het onder de huid van de bovenarm ingebrachte anticonceptiestaafje dat drie jaar beschermt tegen zwangerschap. Toestemming voor inbreng van het hormoonspiraaltje levert de vrouw 5000 euro en vijf jaar bescherming op. Als de periode is verstreken, kan de anticonceptie desgewenst verlengd worden tegen eenzelfde beloning. Het meeste geld valt te verdienen met een keus voor sterilisatie: 25000 euro. De kosten van een beloningssysteem om incapabele vrouwen over de anticonceptiedrempel te helpen vormen een fractie van de maatschappelijke kosten van kinderen zonder ouderlijk vangnet. Psychisch leed wordt ook voorkomen. Een investering waar iedereen wel bij vaart.

Artikelen in Column.


Is mijn zoon een dief?

Beste Beatrijs,

Onze oudste zoon van 22 woont sinds drie jaar op kamers in een andere stad. Hij doet een studie die hij leuk vindt, hij heeft een vriendin en een hechte groep vrienden. Soms als hij thuis is geweest, merk ik dat er geld is verdwenen uit mijn portemonnee. Meestal hooguit 20 euro. Ik ben niet heel precies met geld – als ik de kinderen vraag om boodschappen te doen, tel ik niet na of het wisselgeld op de cent terugkomt. Maar onlangs miste ik 50 en de laatste keer 70 euro die ik net had gepind. Hij reageerde zenuwachtig toen ik ernaar vroeg en ontkende. Toch denk ik dat hij het is. Als kind pikte hij ook wel eens geld. Het is vreemd, want hij weet dat wij bijspringen als hij iets nodig heeft. Voor zover wij weten gebruikt hij geen drugs en drinkt alleen met zijn vrienden. We hebben een goede band en willen die niet op het spel zetten. Wat moeten we hier als ouders mee aan?

Een zoon verdenken

Beste Een zoon verdenken,

Als u zeker weet dat niet een van uw andere kinderen geld pikt en als u zich ervan vergewist hebt dat niet uw man inderhaast wat contanten uit uw portemonnee heeft opgenomen, is het enige wat u kunt doen nogmaals een indringend gesprek voeren met uw zoon. U mist te vaak en te veel geld om te laten passeren. Een keer 50 en een keer 70 euro zijn geen kinderachtige bedragen. U schrijft dat uw zoon geen drugs gebruikt, maar misschien doet hij dat wél. Of hij drinkt meer dan goed voor hem is. Of hij heeft een gokverslaving. Of hij wordt door iemand afgeperst. Er kan van alles aan de hand zijn, waarvoor hij hulp nodig heeft.

Vertel hem rustig waarom u hem ondanks zijn eerdere ontkenning toch verdenkt. Houd de emoties weg uit het gesprek. Geen beschuldigingen, geen boosheid, geen morele veroordeling, de toon moet bezorgd en hulp biedend zijn. Kans bestaat dat hij blijft ontkennen, maar laat duidelijk zijn dat hij beter eerlijk kan zijn over zijn (financiële) problemen, zodat u als ouders hem kan helpen met een oplossing, dan dat hij zich steeds verder in de nesten draait. Vertel hem dat u niet van plan bent om hem te straffen, maar dat u hem wil kunnen vertrouwen. Om dat vertrouwen te bereiken, zal hij openheid van zaken moeten geven.

Artikelen in Ouders en volwassen kinderen.

Gelabeld met .


Doordrammend bruidspaar

Beste Beatrijs,

Binnenkort trouwt onze dochter. Er is alleen de plechtigheid op het stadhuis met de naaste familie, een uitgebreid feest volgt veel later. Als ouders van de bruid leek het ons leuk het gezelschap (acht personen) op die dag een etentje aan te bieden. Toen we vroegen waar ze het liefst willen eten, noemden zij een restaurant dat bij ons niet goed bekend staat. Het menu is peperduur en de eigenaar maakt de indruk van een louche kermisexploitant. We hebben een paar andere mogelijkheden voorgesteld, maar het bruidspaar houdt voet bij stuk, want zij hebben goede ervaring met dit etablissement. Wij vinden dat wie betaalt nog wel iets in te brengen heeft, maar daar denken zij kennelijk heel anders over. De stemming is tot een nulpunt gedaald. Wat raadt u ons aan?

Een restaurant kiezen

Beste Een restaurant kiezen,

Zeg tegen uw dochter: ‘Luister, we bieden jullie een etentje aan dat wij gaan betalen. Als we met z’n allen ergens gaan eten, lijkt het me belangrijk dat we een gelegenheid nemen, waar iedereen die mee-eet het naar z’n zin heeft. Dat restaurant dat jullie hebben uitgezocht lijkt ons niks en bovendien vinden wij het te duur. Aangezien wij betalen, hebben wij een limiet in ons hoofd voor de kosten van die avond. Wij hebben jullie een paar restaurants voorgelegd die volgens ons heel geschikt zijn. Kies er daar een uit. Als jij en je aanstaande daar niets voor voelen, lijkt het ons beter om dat hele etentje af te blazen.’ En dan hoort u wel wat het wordt.

Artikelen in Bruiloft, Horeca, Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Een onwelkome huisgenoot

Beste Beatrijs,

Ik woon sinds een jaar samen met mijn vriend. Hij heeft een zoon van 40 jaar, die bijna dagelijks binnen komt wippen en soms uren blijft zitten. Hij heeft de sleutel van het huis. Hij is er ook vaak als we dagje weg gaan of met vakantie zijn. Zonder even een belletje of het wel uitkomt komt hij binnen, terwijl we net zitten te eten. Ook als zijn vader er een dagje niet is, staat ie ’s morgens op de stoep. Tot vervelens toe. Ik heb er met hem over proberen te praten, maar dit is geëindigd in een hoop geschreeuw, waarbij hij zei dat als zijn vader er niet is, hij bepaalt wat hij in het huis doet. Ik probeer hem nu zoveel mogelijk te ontwijken, maar word er steeds nerveuzer van. Ik voel me steeds meer ontheemd in wat toch ook mijn thuis zou moeten zijn. Zijn vader durft de confrontatie niet aan. Hoe los ik dit behoorlijk op?

Ons huis, zijn huis

Beste Ons huis, zijn huis,

U kunt dit niet oplossen zonder de steun van uw vriend. Blijkbaar hebben vader en zoon zo’n soort relatie dat de zoon het huis van zijn vader beschouwt als van hemzelf. De zoon zal er wel in opgegroeid zijn, hij heeft een sleutel, kan naar believen binnenlopen en zo lang blijven zitten als hij wil.

U bent zijn moeder niet, dus het is begrijpelijk dat u daar moeite mee hebt. Maar u kunt er niet op eigen houtje een eind aan maken. De enige die dat kan is de vader. Vertel hem dat u er genoeg van hebt om min of meer met z’n drieën te wonen. Oefen druk op uw vriend uit om tegen zijn zoon te zeggen dat het afgelopen moet zijn met rondhangen in zijn ouderlijk huis, dat hij altijd langs kan komen, maar moet aanbellen en liever nog eerst opbellen en vragen of het uitkomt. Als uw vriend daar om wat voor reden dan ook geen zin in heeft of dat niet durft, betekent dat dat hij de (veertigjarige) relatie met zijn zoon belangrijker vindt dan de (veel kortere) relatie met u. Misschien had u daar rekening mee moeten houden, voordat u bij uw vriend introk. De situatie lijkt betrekkelijk onwrikbaar. U kunt zichzelf redden door om te kijken naar een andere woning en uw relatie terug te brengen naar lat-niveau.

Artikelen in Liefde en relaties, Ouders en volwassen kinderen.

Gelabeld met , .


Persoonlijk schrijven

De onthulling van de identiteit van de schrijfster Elena Ferrante, die wereldfaam verwierf met haar vierluik over twee vriendinnen uit Napels, wekte verontwaardiging. Dertig jaar lang hadden schrijfster en uitgever het geheim in stand kunnen houden. Pas toen een gisse journalist de geldtransacties naspeurde – dezelfde follow the money methode als werd toegepast om de identiteit van de populaire bejaardenhuisschrijver Hendrik Groen te achterhalen – bleek wie er achter dit pseudoniem schuilde.

Zo veel journalistiek speurwerk voor zo weinig baten. Elena Ferrante is haar zorgvuldig bewaarde privacy kwijt en waar zit hem precies de winst voor het lezerspubliek om haar echte naam te weten? Ook nu deze bekend is, zal ze niet bereid zijn tot het houden van interviews die, zoals altijd in schrijversinterviews gebeurt, voornamelijk draaien om de vraag ‘weerspiegelen uw romans uw eigen ervaring?’ Met of zonder pseudoniem hoort Ferrante bij de schrijvers die vinden dat hun boeken voor zichzelf moeten spreken en op hun eigen merites beoordeeld moeten worden en dat hun persoonlijke achtergrond er niets mee te maken heeft. Als iemand zijn privé leven niet wil delen met een hongerige meute, is het akelig om hem toch uit zijn hol te slepen en midden op de markt tentoon te stellen. Dat is zo’n beetje wat met Ferrante is gebeurd. Het recht van het publiek om te weten wint het altijd van het recht van een individu om met rust gelaten te worden.

‘Doorleefd’ zou je kunnen zeggen, maar dat zijn die boeken dus juist niet!

Toch zit er één grappig winstpuntje aan deze identiteitsonthulling, zoals de schrijver Adam Kirsch opmerkte in The New York Times: Elena Ferrante, van huis uit vertaalster, komt uit een geletterd milieu en is in het geheel niet opgegroeid in de achterbuurten van Napels die ze zo treffend beschreef in haar Napolitaanse serie. Ik heb die boeken ook gelezen en ze maakten op mij een onvergetelijke indruk, niet alleen in psychologisch opzicht, maar juist ook in Ferrantes oog voor detail, haar evocatie van de sfeer, het dagelijkse leven en de omgangsvormen in prefeministische tijden. ‘Doorleefd’ zou je kunnen zeggen, maar dat zijn die boeken dus juist niet, wat ze tot mogelijke steen des aanstoots promoveren binnen de discussie over culturele toe-eigening. Mag een intellectuele vrouw uit de gegoede middenklasse wel schrijven over opgroeien in een volksbuurt, als ze daar geen ervaring mee heeft? Ik heb daar geen probleem mee – integendeel, een extra compliment voor Ferrantes verbeeldingskracht – maar, nu haar identiteit bekend is, zullen de tegenstanders van culturele toe-eigening niet anders kunnen dan hun waardering van haar boeken omlaag schroeven: ’t is alleen maar verzonnen!

Het lezerspubliek heeft geen recht op het persoonlijk leven van de schrijver. Dat neemt niet weg dat ook voor mij het boek zelf niet voldoende is. In deze tijden van heen en weer klotsende informatie is dat een onhoudbaar idee. Zodra ik een boek van een mij onbekende schrijver uit heb, stort ik me op google. Voor de recensies, maar ook voor de schrijver zelf. Van de week las ik Imagine Me Gone van Adam Haslett, een roman over een gezin, waarvan de vader en een van de drie kinderen kampen met depressie. Het boek heeft niets te maken met het van clichés overlopende overheidsspotje ‘Depressie, herken de signalen!’ Het is meer van het niveau van William Styrons memoir Darkness Visible: buitengewoon inzichtgevend en elegant verwoord, ook de gevolgen van depressie op de onderlinge familierelaties.

Een van de kinderen (niet degene met depressie) is homoseksueel en ook zijn ontwikkeling wordt buitengewoon aansprekend, empathisch en rijk gestoffeerd weergegeven op een manier die ik niet eerder had gelezen. Authentiek? Ik moest weten of de schrijver zelf ook homoseksueel was en binnen een minuut stuitte ik op een interview met Haslett, waarin ook terloops zijn gay zijn aan de orde kwam. Precies wat ik al dacht. Maar depressief was hij niet geweest. Goede schrijvers putten niet alleen uit zichzelf.

Artikelen in Column.


Gratis mee-eten

Beste Beatrijs,

In onze kleine kerkgemeente heeft de dominee heeft een aanstelling van tien uur in de week, een baan die ze combineert met een andere gemeente. Ze probeert haar activiteiten zo veel mogelijk te combineren, zodat ze maar één of twee dagen per week naar ons dorp hoeft te komen – ze woont niet echt in de buurt. In de loop der jaren is de gewoonte ontstaan dat ze soms bij een gemeentelid mee luncht of dineert tussen vergaderingen of huisbezoeken door en dan is dat voor haar meteen een pastoraal bezoek. Aanvankelijk gebeurde dit op uitnodiging van gemeenteleden, tegenwoordig weet de dominee bij wie ze welkom is en vraagt ze soms zelf of ze mag komen eten of lunchen. Bij mij eet ze ook wel eens mee. Laatst sprak ik hierover met een ander gemeentelid die het raar vond dat ze nooit iets meebrengt, als ze bij iemand blijft eten. Normaal gesproken neem je een bloemetje, iets lekkers of een fles wijn mee. Geldt dat ook voor de dominee? Als u vindt dat het wel zou moeten, hoe kan je dat dan aan de orde stellen?

Dominee eet mee

Beste Dominee eet mee,

De lunch of het avondeten is voor de dominee een overbruggingsmoment annex werkbezoek en geen sociale visite, dus ze hoeft geen aardigheidjes mee te brengen. Ze is niet uitgenodigd voor de gezelligheid, er bestaat ook geen traditie van elkaar over en weer uitnodigen zoals onder vrienden en familie, maar het is voor haar efficiënt om huisbezoekjes en maaltijden te combineren. En goedkoper ook waarschijnlijk. Dominees staan niet bekend om hun vorstelijke inkomen, misschien laat haar budget het niet toe om steeds haar heil in de plaatselijke cafetaria of pizzeria te moeten zoeken.

Pastorale activiteiten in de huiselijke kring kunnen prima gecombineerd worden met een hapje eten. Sommige dominees klagen over te veel gastvrijheid: dat ze bij elk kopje thee of koffie tijdens de vele huisbezoeken stukken taart en boterkoek voorgeschoteld krijgen die ze niet durven af te slaan, maar het omgekeerde doet zich kennelijk ook voor: gemeenteleden die klagen over een dominee die steeds iets komt halen en nooit iets terug brengt. De beste manier om de angel hieruit te halen is om de zaak te definiëren als een situatie van elementaire standaard gastvrijheid. Dominee eet een boterhammetje mee ’s middags bij de lunch of schuift aan bij het avondeten, wanneer het zo uitkomt. Als u er zo tegenaan kijkt, reduceert u de mee-etende dominee tot een onbelangrijke gebeurtenis. Geen poespas met borrelen van tevoren, geen uitsloverij in de keuken, geen bijzondere desserts, gewoon mee-eten met wat de pot schaft. Een paar extra boterhammen bij de lunch, wat meer aardappels schillen of wat meer spaghetti klaarmaken kost nauwelijks extra moeite of geld. De dominee kan mee-eten, net zoals een vriendje van de kinderen of een familielid dat toevallig in de buurt is ook spontaan kan mee-eten zonder dat daar gastattenties tegenover hoeven te staan. De dominee beschikt over meer adresjes om even neer te strijken, dus schroom niet om vriendelijk nee te zeggen, als zij zichzelf voor het eten uitnodigt vraagt en het u niet uitkomt.

Artikelen in Eten en drinken, Visite, Zakelijke relaties.

Gelabeld met .


Geen decolletés graag

Beste Beatrijs,

Ik ben een weduwnaar en wil voor mijn 80ste verjaardag een groot feest geven met alles erop en er aan. Wat het kledingvoorschrift betreft denk ik voor de heren aan ‘tenue de ville, eventueel zonder stropdas’. En voor de dames: ‘cocktail (gala mag ook)’. Toch heb ik nog een aarzeling. Ik vind diepe decolletés en ballonnen die boven de kleding uitkomen onsmakelijk. Hoe kan ik dat duidelijk maken in de uitnodiging? ‘Bij voorkeur geen overdreven decolleté’? Is daar een formule voor? Of moet ik het op z’n beloop laten?

Uitpuilend vlees

Beste Uitpuilend vlees,

Ja, zeker is er een formule om decolletés buiten de deur te houden: ‘tenue de ville’! Zowel voor mannen als vrouwen dus. Het is sowieso een beetje raar om dames en heren verschillende kledingvoorschriften mee te geven, alsof de seksen voor verschillende gelegenheden zijn uitgenodigd. Maar ze gaan allemaal naar hetzelfde feest en als u ‘tenue de ville’ als algemeen kledingvoorschrift geeft, zal iedereen in betrekkelijk non-descripte, beschaafde kleding verschijnen zonder gewaagd vleesvertoon.

Artikelen in Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Mijn vrouw lijkt op haar moeder

Beste Beatrijs,

Ik houd ontzettend veel van mijn vrouw met wie ik alweer bijna 25 jaar samen ben sinds mijn jeugdjaren. Ook heb ik geen enkel probleem met mijn schoonmoeder. Maar op een onvermijdelijke manier lijkt mijn vrouw door de jaren heen (en de laatste jaren met een sneltreinvaart) steeds meer op mijn schoonmoeder, zowel fysiek als in haar manier van doen. Ik vind het steeds moeilijker om mijn vrouw als zichzelf te zien en denk meermaals per dag aan mijn schoonmoeder in plaats van haar. Zelfs in bed. Dat hindert me, maar ik vind het te gevoelig om met haar te bespreken, zij kan er immers totaal niks aan doen. Toch verstoort de gelijkenis op een of andere manier mijn fijne gevoel van de relatie. Wat moet ik hiermee aan?

Zo moeder, zo dochter

Beste Zo moeder, zo dochter,

Zoals u al opmerkt: uw vrouw kan hier niets aan doen. De gelijkenis met haar moeder is geen geschikt onderwerp om te bespreken met uw vrouw. U zult de oplossing bij uzelf moeten zoeken. Concentreer u op de verschillen in plaats van op de overeenkomsten. U zegt dat ze veel op elkaar lijken, maar er zal toch wel een jaar of 25 leeftijdsverschil zijn tussen uw vrouw en haar moeder. De kans dat u zich vergist en de een voor de ander aanziet is minimaal. Uw vrouw zal andere dingen doen en kunnen dan uw schoonmoeder. Ze zal ook andere interesses hebben. Kijk naar de verschillen en vergroot die uit in uw hoofd. Als uw vrouw een sprintje trekt bijvoorbeeld, kunt u denken: ‘Dat zie ik haar moeder nog niet doen’. Als u met uw vrouw in bed ligt, kunt u denken: ‘Haar lichaam voelt nog even vertrouwd voor mij als toen ze een jonge vrouw was.’ Probeer ook een activiteit te vinden in de vrijetijdssfeer die u en uw vrouw leuk vinden om samen te doen (bijvoorbeeld roeien of dansen of theaterbezoek) waar haar moeder niets mee te maken heeft of niets in ziet. Hoe meer u de verschillen uitvergroot, hoe minder last u zult hebben van de overeenkomsten.

Artikelen in Liefde en relaties, Schoonfamilie.

Gelabeld met .