Spring naar inhoud


Kerstmis

Kerstmis is de op een na belangrijkste Amerikaanse feestdag. Thanksgiving (de vierde donderdag in november) gaat met minder poespas gepaard maar alle Amerikanen staan als één persoon achter Thanksgiving, terwijl over Kerstmis elk jaar de disputen weer oplaaien. Traditioneel luidt Thanksgiving het begin van The Holiday Season in: op de vrijdag erna hebben alle winkels hun kerstetalages ingericht en kan de rush op cadeautjes beginnen. Thanksgiving zelf is een ingetogen aangelegenheid. Men herdenkt de vreedzame maaltijd die The Pilgrim Fathers met hun familie aanrichtten om God te danken. Op het menu staat: gevulde kalkoen, puree, cranberry-moes, maisbrood en pompoentaart. Het diner begint meestal 's middags om een uur of vier en men nodigt de familie uit en vrienden of buren die zelf niet onder de pannen zijn. Geen decoraties, geen cadeautjes, geen liedjes. De sfeer is er een van het tellen van je zegeningen: voor het feit een dak boven je hoofd te hebben, of voor gezellig met z'n allen om de tafel te zitten, of gezond te zijn, of, als je ziek bent, dat je nog niet dood bent, enfin alles wat maar enigszins de moeite waard is om dankbaar voor te zijn.

Kerstmis is ook een familiefeest, maar er komt zoveel meer bij kijken dat veel mensen daar weerspannig van worden. Zoals in Nederland veel gemor te horen is dat de middenstand op een geniepige manier bezig is Sinterklaas eruit te werken door al half november de winkels in kerstsfeer aan te kleden, zo hebben de meeste Amerikanen een hekel aan dennetakken vóór Thanksgiving. Toch gebeurt het. In de warenhuizen hoor je kerst-muzak, in de Hallmark-winkels duiken de kerstkaarten op en bij de drugstores hangen ze rode linten op. Allemaal om de verkoop te bevorderen. En blijkbaar werkt het, anders zouden ze het niet doen.

Kerstmis is een schuldbewust feest. Het is in Amerika de enig overgebleven Christelijke feestdag die tevens een nationale feestdag is – Pasen, Pinksteren, Hemelvaartsdag doen allang niet meer mee. Het is de religieuze oorsprong van Kerstmis die zorgt voor onbehaaglijkheid en onzekerheid. Op de scholen komt dit het duidelijkst tot uiting. Nergens wordt zo de hand gehouden aan de scheiding tussen kerk en staat als op de scholen. Op openbare scholen is de bijbel taboe (ook als cultuurgeschiedenis) en er wordt in de schoolbesturen heel wat afgeruzied of leerlingen nu wel of geen recht hebben op twee minuten stilte voor de lunch om eventueel te kunnen bidden.

Kerstmis is vanzelfsprekend een groot evenement, waar kinderen al weken van tevoren naar uitzien en waar op school ook veel aandacht aan wordt besteed. Het probleem is nu dat toespelingen op de religieuze oorsprong ongeoorloofd zijn. Onderwijzers mogen geen verhaaltjes vertellen over het kindeke Jezus. Liedjes als Silent Night, Holy Night mogen niet gezongen worden. Dit moeten wereldlijke liedjes zijn, zoals Rudolph the red-nosed raindeer of Santa Claus is coming to town. Elk jaar is er wel weer een school die in opspraak komt door toedoen van een beledigde ouder, omdat er in de hal een zogenaamde nativity scene (een kerststalletje met toebehoren) is opgesteld.

Religieuze toespelingen zijn ongeoorloofd, omdat mensen met een andere religie zich eraan zouden kunnen storen. Het liefst zou de politiek-correcte beweging alle kerst-folklore uit de scholen bannen, maar daar valt niet aan te beginnen, omdat Kerstmis in de

rest van de maatschappij springlevend is. Om het monoculturele kerstfeest (blank, westers, christelijk en daarom bijna automatisch onderdrukkend) toch een multicultureel cachet te geven krijgen de kinderen informatie over de niet-christelijke pendanten van het kerstfeest. De joden bijvoorbeeld vieren Hanukkah, de zwarten hebben Kwanzaa en allerlei natuurvolken (onder wie ook de atheïsten, al wordt die term op school nooit zo recht voor z'n raap gebruikt) vieren Solistice, oftewel de zonnewending. Al deze feesten zijn net zoiets als Kerstmis. Dat wordt de kinderen althans voorgespiegeld en de parafernalia en symbolen van deze uiteenlopende festiviteiten circuleren in afgezwakte vorm in de klaslokalen. Voor Hanukkah bijvoorbeeld wel bikkels met Hebreeuwse tekens, maar geen menorah's – die zijn te godsdienstig.

Helaas voor de multiculturalisten ziet de praktijk er heel anders uit dan de theorie zoals die op de openbare scholen wordt onderwezen. Hanukkah is in de joodse godsdienst een feest van ondergeschikt belang en wordt vaak nauwelijks gevierd. Kwanzaa bestaat nog geen twintig jaar en is een poging om een specifiek zwarte traditie te vestigen. De bedenker van Kwanzaa baseerde zich op bepaalde oogst-rituelen en festiviteiten in West-Afrika. Hoewel veel zwarten sympathiek tegenover het idee Kwanzaa staan, zijn de bijbehorende Westafrikaanse rituelen in voedsel en kleding voor hun even buitenissig als voor blanken. De meeste zwarten zitten dus met Kerstmis vredig onder de monoculturele kerstboom en pakken gewoon cadeautjes uit. Net als trouwens de native Americans (de indianen), van wie hooguit een enkeling zich waagt aan een zonnewendingsdansje.

Die nadruk op het multiculturele Kerstmis is wel begrijpelijk, omdat je het nu eenmaal ergens over moet hebben, als het niet over de geboorte van Jezus mag gaan. Toch krijgt het hele feest er iets wezenloos' van, een stemmigheid die tot uiting komt in de kreet Season's Greetings, die het aloude Merry Christmas op de voorgedrukte kerstkaarten verdreven heeft. Alle rassen en gezindten versturen en krijgen kerstkaarten, maar iemand 'Merry Christmas' wensen, terwijl hij aan Kwanzaa doet, zou een faux pas zijn.

Kerstmis als nationale feestdag wordt met omzichtigheid bekleed. Dit komt niet alleen door de religieuze associaties, maar ook door het commerciële klaroengeschal in de weken die eraan vooraf gaan. Alle winkels leggen zich toe op top-omzetten. In december vindt onvermijdelijk de jaarlijkse koop-orgie plaats. Dat is op zichzelf ook al weer een reden voor schuldgevoel. Honderden dollars voor cadeaus en speelgoed, uitgebreide diners, een kerstboom tot de nok gevuld met wansmakelijke snuisterijen, een zee van lichtjes in de tuin. In de aanloop tot de grote dag is er niemand of hij wordt niet af en toe door bedenkingen over de hele poppenkast besprongen. Gaat Kerstmis tenslotte niet ook over vrede op aarde en de minderbedeelden een helpende hand reiken? Niet alleen de winkels, ook het Leger des Heils, dat zich met traditionele collecte-kookpotten bij de ingang van de warenhuizen posteert, behaalt in de Kersttijd zijn hoogste inkomsten. De schuldigheid over bandeloze koopzucht pakt op die manier toch nog gunstig uit.

Kerstmis is als een natuurverschijnsel, waar niet aan valt te

ontkomen. Amerikanen zijn nogal sterk in ordinair vertoon en het hele openbare leven is vergeven van de plastic rendieren, smoezelige, dikke ho-ho-ho-roepende kerstmannen en knipperende lichtjes.

Klagen over de lasten van Kerstmis hoort er even onverbrekelijk bij als de kerstboom zelf: het vervelende sturen van die kerstkaarten, weer de familie over de vloer, teleurgesteld gejengel van kinderen met overspannen verwachtingen, irritante kerstliedjes, irritante stukjes in de krant over Kerstmis. Dit alles is niet wezenlijk anders dan in Nederland. Met dit verschil: Kerstmis in Amerika duurt een dag en geen twee. Amerikanen wordt vaak een naïef soort optimisme toegeschreven, maar in dit opzicht zijn ze realistisch. Kerstmis is allemaal goed en wel, maar je moet de vierders niet meer tarten dan nodig is. Een dag geeft al genoeg stress om er voor een heel jaar vanaf te willen zijn.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan