Spring naar inhoud


Splitsen of mengen

Beatrijs Ritsema

De vraag of snelle en langzame kinderen bij elkaar in de klas horen of juist van elkaar gescheiden les moeten krijgen kan alleen ideologisch worden beantwoord. Onderwijskundige argumenten fungeren in dit debat als bliksemafleider. In Amerika is in principe de schoolloopbaan tot 18 jaar voor iedereen hetzelfde, maar op de high school en soms ook al op de lagere school sluipen allerlei slinkse splitsingsprocedures binnen.

Een complicerende factor is 'ras'. Bijna alle voorstanders van opsplitsing zijn blank en verdienen een goed inkomen. Deze ouders, bijgenaamd de [c]Volvo vigilantes[l], willen voor hun bovengemiddeld presterende kind uitdaging en stimulering. Een begrijpelijk streven. Het is alleen jammer dat opsplitsing van kinderen naar niveaus in de praktijk leidt tot segregatie naar ras. Er zijn scholen, geheel volgens de wet raciaal geïntegreerd, waar elke ochtend blanke, Aziatische en een paar zwarte kinderen de trap op stommelen om in de [c]honor classes[l] plaats te nemen, terwijl beneden het grootste deel van de zwarte kinderen met een paar blanke het gewone onderwijs volgt.

De aandacht voor hoogbegaafde kinderen is een reactie op de maatschappelijke aandacht voor achterstandskinderen. Jarenlang was men in het onderwijs vooral gespitst op het opsporen van kinderen met leerproblemen. Deze werden getest, kregen bijspijkerprogramma's of gingen naar het speciaal onderwijs. Maar hoogbegaafde kinderen hebben ook zo hun problemen, bijvoorbeeld onderprestatie door verveling. Hun ouders vroegen zich af waarom er zoveel geld en energie besteed werd aan achterstandskinderen, terwijl hoogbegaafde kinderen ook best een extraatje konden gebruiken. De publieke opinie was wel gevoelig voor dit argument en in korte tijd stelden allerlei scholen [c]honor classes[l] in of richtten dependances in voor [c]the gifted and talented[l]. Hier en daar verrezen er zelfs klasjes voor begaafde en getalenteerde kleuters. Om een plaats in zo'n klasje (de eerste stap op de weg naar Harvard) speelt zich een keiharde concurrentieslag af.

Hoewel ik me wel iets kan voorstellen bij de problemen van hoogbegaafde kinderen op school, denk ik niet dat stringente opsplitsing de oplossing is, zeker niet voor kinderen van de lagere-schoolleeftijd. Zoals op een gegeven ogenblik elk kind met een leerprobleem naar het speciaal onderwijs verwezen dreigde te worden, zo komt nu elk kind dat uitblinkt in een dingetje na het nodige ouderlijk gezeur op de [c]honor roll[l] terecht. Naar het aantal auto's te oordelen dat hier in de buurt rondrijdt met bumperstickerteksten als 'Proud to be the parent of an honor roll student', stikt het hier van de genieën-in-wording.

Het anti-opsplitsingskamp voert naast stigmatisering (het is niet leuk om bij de dumbo's te horen) als argument aan dat kinderen geneigd zijn zich te gedragen in overeenstemming met het uitgereikte etiket. De domme leerlingen gaan aan de slag om de profetie te vervullen. De radicale vleugel in dit kamp stelt dat academische begaafdheid overgewaardeerd is, dat elk kind even getalenteerd is, zij het op verschillende gebieden, en dat ieder kind dus van een ander leren kan. Theoretisch mag dat waar zijn, maar zevenjarigen zijn zich er al van bewust dat goed kunnen lezen of rekenen zwaarder telt dan een goede handstand uitvoeren. Het lijkt nogal hypocriet om te gaan verkondigen dat het allemaal een pot nat zou zijn.

Maar het etiket-probleem is serieus, niet alleen vanwege de onacceptabele rassenscheiding, maar ook omdat gemotiveerde ouders zich steeds meer beijveren om hun kind een plaatsje in de begeerde [c]honor class[l] te bezorgen, waar 'interessant onderwijs' wordt verstrekt. De groep net iets bovenmiddelmatige kinderen met het predikaat [c]gifted[l] wordt steeds groter, zodat de net iets ondermiddelmatige kinderen zich steeds dommer gaan voelen. Dat heeft geen enkele zin. Het doorlopen van het basisonderwijs vormt een bodemgrens in prestaties. Ook de academisch minderbegaafde leerling (laten we zeggen met een IQ van 85) moet in staat zijn om behoorlijk te leren lezen, schrijven en rekenen.

Er is een heel eenvoudige oplossing voor de vraag hoe je zowel snelle als langzame leerlingen binnenboord kunt houden: kleinere klassen van hooguit 20 leerlingen. Op het openbare gemeenteschooltje (niet representatief voor heel Amerika) dat mijn kinderen bezoeken zijn geen honor classes en geen speciale programma's voor the gifted and talented. Daar staat tegenover dat er althans in de klassen die ik ken geen enkel kind naar het speciaal onderwijs is vertrokken wegens leerproblemen. De verschillen tussen de kinderen zijn groot. In de eerste klas deden sommige kinderen er het hele jaar over om elementair lezen onder de knie te krijgen, terwijl anderen het al in de kleuterklas hadden geleerd. Het kan opgevangen worden omdat de klassen zo klein zijn, gemiddeld zeventien leerlingen.

De voordelen zijn enorm. De lerares kan haar aandacht beter verdelen. Er zijn minder ordeproblemen. Kinderen kunnen in groepjes of alleen aan het werk gezet worden. Snelle kinderen kunnen werkjes met een extra uitdaging krijgen. Langzame kinderen krijgen niet de gelegenheid zich werkeloos schuil te houden in de massa. Kinderen die goed zijn in rekenen krijgen soms de taak het uit te leggen aan kinderen die het nog niet zo goed snappen. Maar er wordt ook samengewerkt met knutselen of tekenen of toneel, zodat inderdaad niet altijd dezelfde kinderen uitblinken.

Natuurlijk is deze oplossing duur. In Nederland is de gemiddelde klassegrootte 30 kinderen. Breng de grens terug naar 20 en je hebt anderhalf keer zoveel lokalen en leraren nodig. Maar er zouden een heleboel kinderen gered kunnen worden van een dure aftocht naar het speciaal onderwijs en een heleboel slimme kinderen die nu zich zitten te vervelen en te klieren, zouden hun tijd nuttiger kunnen besteden.

Maar de trend in Nederland is juist naar steeds groter. Fusies tot grote scholengemeenschappen, grote gebouwen, veel kinderen in de klas. De onderwijskundige onderzoekers van het ministerie verzekeren het volk dat deze bezuinigingen het rendement niet zullen aantasten. Integendeel, de kwaliteit van het onderwijs zal er juist op vooruit gaan! Als er maar lang genoeg geroepen wordt dat een goedkope fabrieksworst niet alleen veel lekkerder maar ook veel gezonder is dan een dure scharrelbiefstuk, dan zijn er altijd mensen die dat ook gaan geloven, al was het maar om er niet langer over te hoeven nadenken.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan