Spring naar inhoud


‘Jodenman’

Beste Beatrijs,

Onlangs kreeg ik op mijn kop in een gezelschap, toen ik gezegd had: ‘… en dat was zelf een jodenman.’ Men vond dat beledigend. In mijn jeugd in Amsterdam, waar toen veel joden woonden, werd de gewraakte uitdrukking gewoon gevonden. Is er iets mis mee?

Ik ben geen antisemiet

Beste Ik ben geen,

De uitdrukking ‘jodenman’ kan inderdaad niet meer. Het woord doet denken aan ‘muzelman’, als in “Wij goede muzelmannen zijn. Wij op bedevaart naar het graf van de profeet” (De avonturen van Kuifje, Cokes in voorraad). Ook al bedoelt u er niets kwaads mee, en ook al was dat in uw jeugd normaal spraakgebruik – na het drama van de jodenvervolging klinkt het een beetje raar, alsof u het over een lichtelijk suspect soort van mensen hebt (jodenman, pinda-Chinees, negervrouwtje). Joods zijn is overigens geen ras – het hele begrip ‘ras’ heeft een bedenkelijke lading gekregen – maar een godsdienst of een afstamming. In het mijnenveld van het moderne taalgebruik ligt de uitdrukking ‘jodenman’ gevaarlijk dicht in de buurt van ‘christenhond’. Wat u naar voren wilde brengen had u beter als volgt kunnen formuleren: ‘En hij was nota bene zelf joods.’

Artikelen in Taalgebruik.

Gelabeld met .


1 reactie

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. eduard danser schrijft

    de dikke van dale noemt “jodenman” een scheldwoord en dat dekt de lading volkomen!



Sommige HTML is toegestaan