Spring naar inhoud


Hofdame

Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra: ‘Vertel dit toch aan niemand’. Leven aan het hof. Uitgever Mouria. 190 blz. E 18,50

Wie zuinig moet zijn beschrijft z’n briefpapier kruiselings: als het velletje vol is, wordt het papier een kwart slag gedraaid en verder beschreven van boven naar beneden dwars door de eerdere tekst heen. De ontvanger heeft wat meer moeite met ontcijferen, maar de briefschrijver kan zo de helft van de papierkosten besparen. Dergelijke spaarzaamheid lijkt iets voor armoedzaaiers, maar getuige een illustratie in het boek ‘Vertel dit toch aan niemand’ bediende hofdame Henriëtte van de Poll zich ook van deze methode in haar brieven.

Van de Poll, die in 1880 op haar 27ste in dienst trad als hofdame van koningin Emma en 54 jaar in functie bleef, deed in duizenden brieven naar huis nauwgezet en uitgebreid verslag van het dagelijkse leven aan het hof. Deze kijkjes achter de schermen vormen natuurlijk boeiend materiaal, zowel voor historici als voor mensen die nieuwsgierig zijn naar de huiselijke gedragingen van de koninklijke familie. De brieven van Van de Poll zijn overigens eerder gepubliceerd – door René Cleverens in 1994 onder de titel Niet verder dan ons huis. In het eerste deel van hun boek, interessant en met veel vaart geschreven, schilderen journalistes Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra het hofleven van Henriëtte door middel van citaten uit haar brieven en tegelijk ontrolt zich de biografie van een dienstbaar leven. In het tweede deel contrasteren ze het naoorlogse hof der Oranjes met dat van een eeuw geleden aan de hand van gesprekken met adellijke nazaten van de hovelingen uit die tijd, zoals vereeuwigd op een schilderij van de inhuldiging van Wilhelmina in 1899. Volgens de auteurs is het belangrijkste verschil tussen die twee hofsferen het feit dat de adel er nu nauwelijks meer aan te pas komt. Beatrix beoefent een zakelijke, taakgerichte vorm van koninginneschap en zij en de kroonprins omringen zich liever met mensen die op enig terrein hun sporen verdiend hebben of zelf ook sterstatus hebben (René Froger) dan met de blauw-bloed-elite. De geïnterviewde adellijke nazaten constateren dit in het algemeen berustend, zij het hier en daar ook met nauw verholen ergernis. De Oranjes gaan de ene na de andere mésalliance aan met burgermeisjes die tot prinses worden gebombardeerd, terwijl de adel hoofdschuddend aan de zijlijn staat en waarschuwt voor goudzoekers. ‘Het is ons milieu niet meer’ (over de koninklijke familie) is in dit verband een memorabele uitspraak.

Voor de rest gaat volgens de auteurs alles er nog steeds hetzelfde aan toe aan het hof, inclusief de geheimhoudingsplicht van de hovelingen en de woede-explosies (het geërfde ‘Russische’ temperament) waaraan de Oranjes schijnen te lijden. Oorzaak van deze poppenkast zonder eind is de statusbehoefte van de onderdanen van de Principaal, zoals het staatshoofd in hofkringen wordt aangeduid. De glans van de vorstin straalt altijd af op degenen die met haar omgaan. Dat was ook de reden waarom Henriëtte haar leven wijdde (opofferen zou je tegenwoordig zeggen) aan de toenmalige koningin. Zij zag af van huwelijk en kinderen, moest getuige zijn van de onbehouwen streken en het despotisme van de gevreesde Willem III, tobben over hoe ze voor weinig geld aan dure ‘toiletjes’ kon komen, en last but not least haar brieven kruiselings schrijven. Armoe troef daar aan dat hof, met vervelende mensen bovendien. Daar stond tegenover dat haar familie zich in de gunst van de Oranjes mocht verheugen en dat gaf genoeg maatschappelijke voordelen om het offer van een familielid te rechtvaardigen. Ongeveer zoals een meisje dat vroeger non werd ook alvast voor de familie een voet binnen de hemel had.

Erg verwonderlijk is het niet dat de Oranjes net zo goed kleinzielige trekjes vertonen als gewone mensen. Ook het fenomeen van de ja-knikkende vleiers in vorstelijke omgeving is hardnekkig en van alle tijden. In meritocratische kringen komt het trouwens ook frequent voor. Macht trekt nu eenmaal statuszoekers aan. De enige ongerijmdheid blijft het systeem van de monarchie zelf. Automatisch aan de macht door geboorte – dat verhoudt zich niet met een democratie. Ook de meest verlichte, humaanste vorst kan daar niets aan verhelen.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-boekrecensies.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan