Spring naar inhoud


De gevaren van de spiegel

Simon Blackburn: Mirror, Mirror. The Uses and Abuses of Self-Love. Uitgever Princeton University Press. 209 pag.

(drie ballen)

De Narcissus-mythe spreekt tot de verbeelding als waarschuwing tegen eigenliefde. In het verhaal wordt een schone jongeling verliefd op zijn spiegelbeeld dat hij weerkaatst ziet in een vijver. Wanhopig en verdwaasd, omdat hij het voorwerp van zijn verlangen niet kan krijgen, verschrompelt hij tot een schim van zichzelf en wordt, zoals beschreven in Ovidius’ Metamorfosen, door de goden veranderd in een narcis, de bloem die altijd met de kelk naar de grond gebogen staat. Of Narcissus nu echt verteerd werd door eigenliefde is overigens twijfelachtig, want het beeld van extreme schoonheid waardoor hij betoverd werd, herkende hij in eerste instantie niet als zichzelf. Dat besef daagde pas later en toen was hij al reddeloos verloren. De mythe zou dus ook als een waarschuwing tegen domheid (niet verder kijken dan je neus lang is) opgevat kunnen worden. Toch is zijn naam voor altijd verbonden met eigendunk, ijdelheid, zelfabsorptie, hoogmoed en aanverwante nare trekjes die onder de paraplu ‘egocentrisme’ schuilen.

Narcisme is het onderwerp van Mirror, Mirror van Simon Blackburn. De auteur is emeritus professor filosofie, doceerde zowel in Engeland als in Amerika en heeft veel boeken op zijn naam staan, waaronder ook een aantal voor een breder publiek dan alleen vakgenoten. De kiem van dit boek lag bij de aanblik van een grote billboard advertentie van het cosmeticamerk L’Oréal. De begeleidende slogan, ‘Because you’re worth it’, in combinatie met de hautaine uitstraling van het perfecte fotomodel, wekte bij hem een mate van wanhoop en razernij waar hij zelf verbaasd over stond en die hem ertoe aanzette om zich nader in het thema te verdiepen.

Wie een filippica tegen hedendaags narcisme verwacht in Mirror, Mirror komt bedrogen uit. In zijn voorwoord kenschetst Blackburn zijn boek als ‘more of a perambulation than a quest or a journey’. Geen schotschrift dus, maar een meanderende serie bespiegelingen over de maar al te menselijke neiging om het eigenbelang in de gaten te houden. Een egogerichtheid die vele vormen aanneemt, doorgaans terug te voeren op een van de zeven hoofdzonden, waarvan hoogmoed niet voor niets als oorsprong van de rest doorgaat.

Blackburn werd woedend over de L’Oréal-slogan, omdat de onderliggende boodschap van de reclame met de oogverblindend mooie vrouw volgens hem luidde: ‘Omdat jij het níet waard bent. Maar je zou het kunnen zijn, als je het spul koopt.’ Ik moet bekennen dat ik de woede van Blackburn niet helemaal kan volgen. Cosmeticabedrijven gebruiken jeugd en schoonheid als lokkertje voor hun producten – dat is niet opmerkelijk. De kreet ‘Omdat jij het waard bent’ vat ik niet op als een aanslag op mijn eigenwaarde, maar als een vrijblijvende uitnodiging om de portemonnee te trekken. Een aansporing die ook ten diepste democratisch is, want niemand, jong of oud, rijk of arm, mooi of lelijk, slim of dom, wordt geweigerd bij de aanschaf van L’Oréal-producten. Inderdaad, iedereen is het waard, als-ie maar betaalt. Maar wat precies het verband is tussen reclamefotografie, -slogans en narcisme kan de auteur niet goed uitleggen.

Het enig andere actuele voorbeeld van verzengende eigenliefde in Mirror, Mirror gaat over de economische en bancaire crisis, de ‘greed is good’-mentaliteit van de jaren rond de millenniumwisseling, het desastreuze beleid van Margaret Thatcher, Tony Blair en George Bush Jr. en de groeiende ongelijkheid in de maatschappij. Dit ruim met cijfers en statistieken besprenkelde hoofdstuk is eigenlijk de aanklacht van een linkse filosoof tegen rechtse politiek en tegen zakkenvullers. Zelfverrijking is ontegenzeggelijk een groot kwaad, maar alweer kan ik het niet als een prototypisch geval van narcisme zien. Ik zou dit gedrag en de bijbehorende geestesgesteldheid eerder betitelen als hebzucht.

Doordat Blackburn geen scherpe definitie hanteert van wat hij verstaat onder narcisme waaiert het boek alle kanten op. Het gaat over hubris en minderwaardigheidsgevoelens, over trots, zelfrespect en respect voor anderen, over bezwijken voor verleiding, over integriteit, oprechtheid en authenticiteit. Hij citeert daarbij Kant, Rousseau, Adam Smith, David Hume Aristoteles en tal van andere filosofen die hun licht over deze materie hebben laten schijnen. Allemaal heel interessant, maar er ontbreekt een leidende gedachte. Blackburn heeft een soepele schrijfstijl – dat is het punt niet. Als je op een willekeurige pagina begint te lezen, lees je vanzelf door, omdat hij mooi en helder formuleert. Maar het gaat nergens heen en de glimmende steentjes die hij verzameld heeft blijven een hoopje los zand.

Misschien is narcisme te glibberig om er iets uitgesprokens over te melden. Je komt al snel in de middle of the road sfeer terecht van ‘te veel eigenliefde werkt afstotend, maar te weinig is ook disfunctioneel’. Het motto van Mirror, Mirror komt uit Jane Austens Mansfield Park en is meteen het fijnste citaat uit het boek: ‘Hun ijdelheid zat zo vernuftig in elkaar dat ze er helemaal van gevrijwaard leken, (..) terwijl de loftuitingen voor hun pretentieloosheid hen sterkten in de overtuiging dat zij geen fouten hadden.’

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-boekrecensies.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan