Spring naar inhoud


Blijf van mijn kinderen af!

Beste Beatrijs,

Ik ga met mijn kinderen (zes en acht jaar) regelmatig naar de kinderviering van onze kerk. Een van de vrijwilligers heeft de onhebbelijke gewoonte te pas en te onpas de kinderen over hun hoofd te aaien en aan te raken (arm, schouder). Mijn kinderen vinden dit niet prettig en ik heb hem al eens gevraagd dit niet te doen. Van de week kwam ik deze man op straat tegen en ik vroeg hem iets over de kinderviering met Pasen. Mijn dochtertje stond erbij en voordat ik er erg in had, ging daar weer die hand over haar hoofd. Ik reageerde kribbig: ‘Doe dat maar niet’, waarop hij zei: ‘O, nee, daar kun je niet tegen, hè’ en beledigd wegliep. Eigenlijk wil ik niets meer met hem te maken hebben, maar ik wil wel nog naar de kinderkerk blijven gaan. Hoe kan ik hem duidelijk maken dat hij niet aan mijn kinderen moet zitten? Ik heb gesproken met iemand van de kerk, maar die ziet het hele probleem niet en vindt dat ik me aanstel.

Aaiende kindervriend

Beste Aaiende kindervriend,

Het probleem ís al opgelost, want u hebt stekelig gereageerd op deze man, toen hij uw kind aanraakte. U had hem al eerder gevraagd om op te houden met zijn fysieke demonstraties van kinderliefde. Hij trok zich hier niets van aan en nu – bij de zoveelste keer – schoot u uit uw slof. Terecht. Ongetwijfeld heeft hij niets kwaads in de zin en beoogt hij slechts welwillendheid te etaleren met zijn ‘laat de kinderen tot mij komen’ houding, dat neemt niet weg dat hij van uw kroost moet afblijven, als u dat met zo veel woorden aan hem vraagt.

Hij moet zich wel buitengewoon hardleers betonen, wil hij nu niet voor eens en altijd z’n handen thuishouden. Het lijkt me sterk dat hij nog een vinger naar uw kinderen durft uit te strekken. Mocht zich desondanks een volgend incident op dit vlak voordoen, dan schrijft u een brief naar de voorzitter van het kerkbestuur, met cc’s naar de bestuursleden, met de vraag of zij hem tot de orde kunnen roepen, althans wat uw kinderen betreft.

Artikelen in Kerk, Zakelijke relaties.

Gelabeld met .


Wie is zichzelf?

Op een dag sta je in een winkel of ben je met iemand aan het praten en mis je ineens het overzicht. Zo stel ik me beginnende dementie voor: iets wat je bekruipt zoals badwater dat langzaam afkoelt. In bad kun je twee dingen doen: eruit uitspringen en tot de orde van de dag overgaan of de warme kraan openzetten om het water weer op een behaaglijke temperatuur te krijgen. Met beginnende dementie heb je die keus niet, want de opkomende mist verdwijnt vanzelf en wordt, als er al sprake is van een bewuste ervaring, gemakshalve op rekening van vermoeidheid of stress geschreven.

Tijdens een mistaanval is de persoon zichzelf niet, wat dat dan ook mag betekenen. Hij kan niet op namen van bekenden komen, hij weet ineens niet meer hoe het koffiezetapparaat werkt, is vergeten wat hij het afgelopen weekend heeft gedaan. Maar als je hem eraan herinnert, weet hij het weer: ‘Ach, natuurlijk, stom van me.’ Totdat de mist een permanent karakter krijgt, waardoor het overzicht tot nul gereduceerd wordt. De brandende vraag in deze situatie: wie is de echte, authentieke persoon, de hoogleraar emeritus met tien boeken op zijn naam of degene die twee verschillende sokken aantrekt en de weg kwijtraakt tussen supermarkt en huis?

Het is lastig om overeind te houden dat de vergeetachtige klungel die de zaak overgenomen heeft minder zichzelf is dan het intellectuele zwaargewicht van vroeger. Het heden verplettert altijd het verleden. In de discussie over euthanasie bij dementen gaat de strijd over wat in het licht van zelfbeschikking doorslaggevend zou moeten zijn, het verleden of het heden. Iedereen die over zichzelf en dementie nadenkt gunt het verleden de eer. Ieder weldenkend mens wil liever dood dan zijn laatste dagen als een vegeterend karkas in een verpleeginrichting te slijten en zijn naasten niet meer te herkennen. Ook oud-minister Els Borst vindt dat euthanasie van dementen mogelijk moet zijn op grond van eerder ingevulde en ondertekende verklaringen met specificaties van de voorwaarden.

Er bestaat geen kern van het zelf die gedurende het hele leven constant blijft.

Het zijn de artsen die dwarsliggen, omdat ze overzicht eisen van de patiënt. Een arts die de middelen moet verstrekken heeft niets aan verklaringen uit het verleden. Hij kan alleen werken met het heden en de (zeer nabije) toekomst. Een arts kan iemand die geen overzicht heeft en vergeten is dat hij onder bepaalde omstandigheden dood wil, domweg niet ombrengen. Dan zou niet de persoon die levend en wel voor hem zit als kriterium gelden, maar een imaginair figuur uit het verleden. Een tienjarige heeft andere prioriteiten dan een twintigjarige, wat niet betekent dat iemand van twintig meer zichzelf is dan iemand van tien. Er bestaat geen kern van het zelf die gedurende het hele leven constant blijft.

Het verbod op levensbeëindiging van wilsonbekwamen zorgt voor langdurig leed, zowel bij dementen zelf die steeds verder in de mist verdwijnen als bij hun machteloze familieleden. Hoe hardvochtig de weigering ook mag lijken om deze specifieke vorm van uitzichtloos lijden te beëindigen– als het een legale standaardpraktijk zou worden, verliest het dementenverpleeghuis überhaupt zijn bestaansgrond. Van alle ingezetenen kan tenslotte op goede gronden worden aangevoerd dat ze dát nooit hebben gewild, zoals iedereen die er niet in zit zal zeggen dat hij ‘dáár nooit van z’n leven in terecht wil komen’. Legalisering zou een fijne opruiming betekenen van zinloze en uitzichtloze levens, om maar te zwijgen van besparingen, maar wie moet het beulswerk verrichten en de lammeren naar de slachtbank leiden? Het is heel voorstelbaar dat artsen daar geen zin in hebben.

De enige uitweg is om de zaak zelf ter tafel te brengen, als het nog kan. Een minuscule window of opportunity in de beginfase van dementie. Waar de meesten voor terugdeinzen, omdat de nood nog niet urgent is. De ware zelfbeschikker slaat toe, voordat de luiken definitief dichtklappen.

Artikelen in Bruiloft, Column.


Huis van lat-vriend is vervuild

Beste Beatrijs,

Ik ben een vijftig-plus vrouw en heb een latrelatie met een hele leuke man. Er is één minpunt: zijn huis en tuin verkeren in een staat van vergaande verwaarlozing. Mijn vriend is twintig jaar geleden gescheiden, hij is in het huis blijven wonen en heeft er niets meer aan gedaan. Ik word somber van alle spinnenwebben, viezigheid, versleten meubels, chaos van kranten, boeken en andere spullen. Ik krijg rugpijn van slechte stoelen en hooikoorts van al het stof. Mijn vriend ziet het probleem niet. Hij vindt het prima als ik dingen schoonmaak, maar ik heb een drukke baan en geen puf om dit te gaan doen. Bovendien is er geen beginnen aan.

Ik erger me steeds meer aan zijn vervuilde huis en verwilderde tuin. Het onderwerp is moeilijk bespreekbaar. Als ik erover begin, zegt hij: ‘Daar gaan we weer’. Hij vindt het maar gezeur van mij. Wat te doen?

Te veel rotzooi

Beste Te veel rotzooi,

Wees blij dat u een latrelatie hebt! U draagt geen verantwoordelijkheid voor het huis van uw vriend en gelukkig hebt u altijd uw eigen huis achter de hand. De meest voor de hand liggende oplossing zou zijn om zo min mogelijk bij hem af te spreken. Laat uw vriend maar naar u toekomen. Bij u thuis bent u de baas en moet hij zich houden aan uw standaarden voor orde en netheid. Maar kennelijk heeft zijn huis toch een aantal aantrekkelijkheden, waardoor u er meer tijd doorbrengt dan strikt noodzakelijk zou zijn. Het is misschien groter dan uw eigen huis? Misschien hebt u zelf geen tuin? Hoe dit ook zij, u hóeft niet bij uw vriend te zitten, maar u doet het toch en vervolgens gaat u zich ergeren aan de onvolkomenheden ter plekke.

Besteed de werkzaamheden uit aan professionals.

Meestal zijn dergelijke problemen met geld op te lossen. Als het meubilair krakkemikkig is, kunt u uw vriend voorstellen om een nieuwe bank, nieuwe stoelen of een nieuw bed te kopen, omdat u pijn in uw rug krijgt van zijn oude troep. Een normale vriend steekt daar dan geld in, omdat het welbevinden van zijn vriendin hem ook harte gaat. Het kan zijn dat hij geen geld heeft – in dat geval biedt u hem een bijdrage in de kosten aan. Hetzelfde principe gaat op voor de staat van tuin en huis. U hebt een drukke baan en u hebt wel wat anders te doen dan schoonmaken of tuinieren. Stel uw vriend voor deze werkzaamheden uit te besteden aan professionals. Ook al laat de slechte staat van huis en tuin uw vriend koud, het feit dat u er wél moeite mee hebt zou hem moeten aansporen u (gedeeltelijk) tegemoet te komen. Verbind er desnoods een ultimatum aan: ‘Zolang het hier een zwijnenstal blijft, zet ik geen voet meer over de drempel!’

Bedenk wel dat het úw ergernis is en niet die van uw vriend. Als u gemotiveerd bent om veel tijd in het huis van uw vriend door te brengen, kunt u zich maar beter bereid tonen om (een deel van) de onderhoudskosten op u te nemen. Dat maakt uw onderhandelingspositie sterker. Als u er geen geld aan wil besteden, rest u niets anders dan u terugtrekken op uw eigen stek en afwachten of hij de moeite wil nemen naar u te komen.

Artikelen in Liefde en relaties.

Gelabeld met , .


Moeder hemelt ex-schoonzoon op

Beste Beatrijs,

Na het uitgaan van mijn relatie vorig jaar heb ik (vrouw, 22 jaar) betrekkelijk snel een nieuwe vriend gevonden. Inmiddels ben ik erg gelukkig met hem, we zijn van plan ons binnen een jaar te verloven. Maar mijn moeder blijft vasthouden aan mijn oude vriend, die ze zag als haar schoonzoon. Ze maakt voortdurend vergelijkingen die in het nadeel uitvallen van mijn nieuwe geliefde. Ik vind dit heel vervelend. Ik heb al van alles gedaan: haar uitgelegd hoe leuk mijn vriend is, hoe gelukkig hij mij maakt, en hoeveel verdriet ik heb gehad tijdens mijn vorige relatie. Maar ze blijft haar ‘oude schoonzoon’ ophemelen. Hoe kan ik ervoor zorgen dat mijn moeder mijn keuze accepteert?

Heimwee naar ex-schoonzoon

Beste Heimwee naar ex-schoonzoon,

Uw moeder overschrijdt uw grenzen en bemoeit zich met zaken waar ze niets mee te maken heeft. Neem een wat steviger positie tegenover haar in. Geef haar te verstaan dat u niets meer wil horen over uw ex-vriend: geen vergelijkingen met uw huidige vriend, geen weemoedig gezwijmel, helemaal niets. Zodra uw moeder het waagt de naam van uw ex alsnog in de mond te nemen, zegt u tegen haar: ‘Ik heb gezegd dat ik geen woord meer over hem wil horen!’ en u breekt het gesprek af, u verlaat de kamer of u hangt de telefoon op. Hetzelfde doet u bij de minste of geringste kritiek op uw nieuwe vriend. Meteen de kop indrukken is het devies. Wanneer zij merkt dat u niet langer over u heen laat lopen, zal zij wel eieren voor haar geld kiezen. Zo niet, dan ontstaat er buiten uw schuld een moeder-dochter-breuk.

Artikelen in Ouders en volwassen kinderen.

Gelabeld met .


Wijn voor niet-drinker

Beste Beatrijs,

Ik drink nooit alcohol, omdat ik het gewoon niet lekker vind. Toch krijgen mijn man en ik regelmatig een fles wijn cadeau van bezoekers. Op zichzelf niet zo erg, omdat niet iedereen weet dat ik geen wijn drink. Toch komt het ook voor dat wij een fles wijn krijgen van mensen die het wel weten. Ik neem dit dan aan, met een opmerking in de trant van ‘Dat schuif ik direct door, hoor, want ik drink het niet’. Misschien onbeleefd om zo een cadeautje in ontvangst te nemen, maar ik hoop dat er een volgende keer ook aan mij gedacht wordt.

Dit jaar word ik 40 en we denken erover een feestje te geven. Nu voorzie ik al dat er verschillende flessen wijn mijn kant opkomen. Hoe kan ik dat voorkomen? Kan ik dit op de uitnodiging vermelden als ‘anti-cadeautip’? En hoe ga ik in het algemeen om met cadeauflessen, terwijl men weet dat ik geen alcohol drink?

Geheelonthouder

Beste Geheelonthouder,

Het is inderdaad niet erg attent om een fles wijn te geven aan iemand die geen alcohol drinkt. Aan de andere kant: misschien drinkt uw man wel? Een fles wijn meebrengen bij een etentje is een standaardattentie en meestal vindt zo’n fles zijn weg wel. Ofwel de gasten drinken hem zelf op, ofwel u geeft hem weg als u zelf naar een etentje moet. Uw opmerking ‘Dat schuif ik direct door, want ik drink niet’ is overigens prima. Het is goed dat bekenden van elkaars elementaire voor-en afkeuren op de hoogte zijn.

Wat uw verjaardag betreft: het lijkt me sterk als uw familie en vrienden wijn als cadeau zullen overwegen. Bij een verjaardagscadeau denken mensen toch net iets beter na over wat ze zullen geven dan bij zomaar een etentje. Zeker nu u veertig wordt. Ze moeten toch wel een enorme plank voor hun kop hebben, willen ze op dat moment het plan opvatten om een jarige die nooit een druppel drinkt eens te verwennen met een mooie fles wijn. Stel wat meer vertrouwen in de mensen die u wil uitnodigen! Misschien gaan sommigen een groter gemeenschappelijk cadeau geven. Anderen gaan misschien uw man bellen en vragen waar ze u blij mee kunnen maken (hij kan vervolgens tips geven en alcoholische cadeaus ontmoedigen). Ik vermoed dat hooguit vijf procent van de genodigden met de obligate fles wijn komt aanzetten. Vijf procent is te weinig om er een waarschuwende anti-cadeautip tegenaan te gooien. Laat het dus zitten. Tussen de andere verjaardagcadeaus zal sowieso goedbedoelde troep zitten, waar u niets aan vindt. Net zoals voor andere verkeerde cadeautjes zult u voor die enkele misplaatste fles wijn vast wel een passende bestemming kunnen vinden.

Artikelen in Cadeaus, Verjaardag.

Gelabeld met , .


Vervang pesten door respect

Sinds 2007 is het slaan van kinderen wettelijk verboden. Rondom deze wetswijziging speelde zich een discussie af over de pro’s en contra’s van de ‘pedagogische tik’ die nu ineens een illegale handeling was geworden. Hardliners vonden elke klap een vorm van fysiek geweld en daarom verwerpelijk, softliners meenden dat er in het vuur van de opvoeding wel eens een ouderlijke hand kon uitschieten, zonder dat dat meteen als misdaad moest worden bestempeld. Wat ik me afvraag is hoe deze wetswijziging zes jaar later is uitgepakt. Is de frequentie van kindermishandeling significant afgenomen (wat toch de bedoeling van de wet moet zijn geweest, neem ik aan)? Ik heb geen opgewekt stemmende berichten of cijfers van die strekking vernomen, dus ik vermoed dat er in de concrete opvoedingspraktijk niets veranderd is: zo’n tien procent van de ouders kan de opvoeding niet aan en zij mishandelen uit onmacht hun kinderen, terwijl de rest het prima doet en wellicht een heel enkele keer fysiek uit z’n slof schiet.

Hetzelfde gevoel van zinloosheid overvalt me bij het voorgenomen massale overheidsoffensief om het pesten onder kinderen uit te bannen. Pesten is akelig! Dat gedrag gaan ‘wij met z’n allen als maatschappij’ met wortel en tak uitroeien. Hier kan geen zinnig mens op tegen zijn. Net zomin als iemand er op tegen kan zijn om hufters een toontje lager te laten zingen. Paal en perk aan agressie, egoïsme en machtswellust!

Spijtig genoeg maken deze onaangename neigingen (net zoals overigens vriendelijkheid, empathie en inschikkelijkheid) onvervreemdbaar deel uit van de menselijke natuur. Dit vloeit rechtstreeks voort uit het gegeven van de mens als hiërarchisch groepsdier. Een mens leeft nauwelijks als individu, maar grotendeels in groepen, en in elke groep vindt enig gesteggel om de macht plaats. Een duidelijke hiërarchie geeft rust en zekerheid, mits de groepsleden vrede hebben met wie de baas is en met hun eigen positie. Maar zo’n stabiele situatie is zeldzaam, en als die zich al voordoet, kan het enige tijd later heel anders liggen, omdat macht (status en populariteit) begeerlijke eigenschappen zijn, die andere mensen ook voor zichzelf proberen te verwerven.

Doorgaans heeft iedereen in een groep een redelijk adequaat beeld van wie er boven en wie er onder hem staan. In voorkomende gevallen zullen mensen niet aarzelen om onethische middelen in te zetten om hun positie in de groepshiërarchie te verbeteren of te handhaven. Deze onethische middelen kunnen worden samengevat onder de noemer pesten en het gebeurt in alle groepen. Vanaf de basis- en middelbare school (zowel onder leerlingen als onder het team van leraren) tot collega’s op het werk, in gevangenissen, psychiatrische inrichtingen, het leger en zelfs onder bejaarden in het verzorgingstehuis.

Dat pestgedrag veel voorkomt is vanzelfsprekend geen reden om er niets aan te doen. Als veel mensen een geslachtsziekte hebben is je schouders ophalen ook niet de goede reactie. Pesten doet kwaad en slachtoffers kunnen er bodemloos eenzaam van worden. Niet voor niets hebben bedrijven HR-afdelingen en zitten er bij de meeste organisaties en op scholen vertrouwenspersonen die hulp kunnen verstrekken. De vraag is alleen of een nationale op preventie gerichte aanpak met wettelijke verplichtingen voor scholen effectief zal zijn. Het probleem met pesten is dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld een geslachtsziekte of fysiek geweld ambigu gedrag is. Vaak gaat het om geniepig gedrag dat ook gemeen bedoeld is, maar desondanks als grapje wordt gepresenteerd. De standaardreactie op een terechtwijzing is het spelen van de vermoorde onschuld. Maar soms is de intentie wel degelijk humor, terwijl het slachtoffer door bepaalde gevoeligheden uitingen zwaarder opvat dan strikt nodig zou zijn.

Onder het containerbegrip pesten valt onnoemelijk veel gedrag. De menselijke fantasie is onbegrensd in het verzinnen van manieren om een ander te ondermijnen en tegelijk de lachers op z’n hand te krijgen: van een knorgeluidje maken bij het passeren van het slachtoffer in de gang, het geven van bijnamen tot aan de ander in elkaar slaan en digitaal terroriseren. Het lijkt op voorhand ondoenlijk om verschillende pestsituaties met een evidence based oplossing tegemoet te treden. De ene keer is een indringend gesprek van een autoriteit met de pester(s) voldoende, de andere keer kan een leerkracht pester plus slachtoffer dwingen om samen aan een project te werken. Soms kan het helpen als een slachtoffer een pestkop een bloedneus slaat. Soms moet er onder dreiging van sancties bij ouders van pesters en gepeste aan de bel worden getrokken. Soms moet er naar de politie worden gegaan, soms moet een leerkracht of mentor achter de coulissen hulptroepen mobiliseren voor het slachtoffer. Soms moeten ouders elders onderdak zoeken voor hun kind. Belangrijk is dat zowel ouders als leerkrachten een open oog houden voor wat zich onder hun neus afspeelt (als een kind geen enkel vriendje heeft, is dat een klinkklaar signaal), maar elke pestsituatie is uniek en moet naar bevind van zaken worden opgelost.

De overheid gaat nu zakken geld uitgeven om het pesten op scholen systematisch te vervangen door een cultuur van wederzijds respect. Daar zal een hele machinerie aan regelgeving, lesmodelontwikkeling, doorlichting van groepsprocessen, controle, toetsing, monitoring en evaluatie aan te pas moeten komen om een en ander te implementeren. Maar het streven is nobel en ik wacht met spanning de resultaten van deze inspanningen af over een jaar of zes, zeven. Graag in harde cijfers.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-column.


Demente zus bezoeken

Beste Beatrijs,

Ik ben een vrouw van 60, de jongste uit een gezin van zes kinderen. Ik heb nooit goed kunnen opschieten met mijn broers en zussen, daarom heb ik een paar jaar geleden de contacten geminimaliseerd. Een van mijn zussen heeft inmiddels de ziekte van Alzheimer en is opgenomen in een verpleeghuis op een uur sporen van mijn woonplaats. Daar heb ik haar onlangs voor het eerst bezocht.

Ik was nog niet thuis van het bezoek of ik kreeg van mijn zwager een e-mail met het verzoek om de data wanneer ik haar weer ging bezoeken in te vullen in de ziekenhuisplanner. Mijn zus heeft twee kinderen die met hun gezinnen in de buurt wonen, dus ik voelde me niet meteen geroepen. Deze week mailde mijn zwager een herinnering om de agenda in te vullen. Ook kreeg ik een e-mail van een broer, die ik al jaren niet meer gesproken heb, met de mededeling dat hij onze demente zus om de vier weken bezoekt en de vraag wat mijn planning was. Ik voel me klem gezet door mijn zwager en familie. Hoe moet ik reageren?

Niet mijn zusters hoeder

Beste Niet mijn zusters hoeder,

Gegeven de omstandigheden dat er geen warme, hartelijke band bestaat tussen u en uw familie hoeft u zich zeker niet te laten inroosteren om maandelijks uw demente zus te bezoeken. Als u haar jaren niet gesproken hebt, is dementie geen reden om ineens de banden aan te halen. Oude, zieke en demente mensen horen door hun naasten bezocht en gesteund te worden, maar degenen die een levende relatie met de getroffene onderhouden dragen hierin meer verantwoordelijkheid dan degenen die vervreemd of zelfs gebrouilleerd zijn. Uw zus leidde haar leven, u leidde het uwe en veel raakvlak bestond er niet tussen die twee. Dat is spijtig en tragisch, maar zo gaat dat met getroebleerde familieverhoudingen. Als u geen behoefte hebt om de contacten uit de ijskast te halen, blijft alles bij het oude: u betracht de afstand die past bij uw wens.

Als uw zwager en andere familie u onder druk zetten om door hen ontworpen familieverplichtingen na te komen, kunt u zeggen dat u uw eigen bezoekfrequentie wil bepalen, en dat die voor uw zus neerkomt op: (vul zelf in) een, hooguit twee keer per jaar. Of helemaal niet, dat kan ook. Wanneer men u verwijt dat u egoïstisch bezig bent, kunt u zeggen dat u, als u op enig moment zelf oud, ziek en dement wordt, ook geen bezoek van haar (noch van de rest van de familie) verwacht.

Artikelen in Broers en zussen, Ziekte en dood.

Gelabeld met .


Save the date

Beste Beatrijs,

Over een paar maanden gaan mijn vriend en ik trouwen. Sommige mensen reageren heel enthousiast, wat natuurlijk leuk is. We hebben de definitieve uitnodigingen nog niet verzonden, maar wel ‘save the date’-kaartjes. Dus iedereen weet al dat we gaan trouwen en dat ze uitgenodigd zullen worden om er de hele dag bij te zijn. Nu zitten hier mensen tussen, die totaal niet gereageerd hebben. Geen felicitaties, geen interesse, helemaal niks. Hoorde dat vroeger zo? Ik vind het nogal bot.

Te weinig enthousiasme

Beste Te weinig enthousiasme,

Een ‘save the date’-kaartje sturen voor een voorgenomen huwelijk is een betrekkelijk nieuw fenomeen. Vroeger deed men daar niet aan. Dan stuurde men geruime tijd (zes weken) van tevoren de uitnodiging zelf en dat was het. Een ‘save the date’-aankondiging kan voor intimi die het evenement voor geen prijs willen missen handig zijn, maar op mensen die verder weg staan (en mogelijk minder geïnteresseerd zijn) kan het een claimende en dwingende indruk maken. Het beneemt hun als het ware de mogelijkheid om als het eenmaal zo ver is, beleefd af te zeggen onder verwijzing naar ‘andere verplichtingen’.

Er bestaat ook geen verplichting om te reageren op een ‘save the date’-aankondiging. Het is immers geen uitnodiging, alleen een mededeling dat er te zijner tijd een uitnodiging volgt. Veel mensen denken bij een aankondiging van een aankondiging: nou, dat zien we dán wel weer. In dit premature stadium bestaat er dus ook geen noodzaak voor felicitaties en enthousiasme. Die komen vanzelf uw kant op, wanneer genodigden de echte uitnodiging hebben ontvangen.

Artikelen in Bruiloft, Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Gastvrouw verzaakt plicht

Beste Beatrijs,

Een nichtje van mij, getrouwd en drie kleine kinderen, heeft sinds enige tijd met goedkeuring van haar man een tweede relatie met een vrouw. Deze vrouw is ook getrouwd en heeft kinderen. Ik zie mijn nicht, op wie ik erg gesteld ben, regelmatig op de verjaardagen van haar kinderen. En dan komt ‘haar vrouw’ met man en kinderen ook. Bij binnenkomst van dit gezin vertrekt mijn nicht met haar geliefde voor enige tijd naar boven. Want zij willen hun beider jonge kinderen niet met hun liefde confronteren. De vaders houden dan een oogje op de kinderen.

Op zichzelf prima, maar soms duurt dat een half uur tot drie kwartier, wat ik wel lang vind. Als mijn nicht met ‘haar vrouw’ zichtbaar gelukkig naar beneden komen, gaan zij samen kletsen in de keuken en mengen zich niet met de visite. Op het einde van het feestje wordt het ritueel herhaald: het tweetal verdwijnt voor enige tijd naar boven, daarna wordt er afscheid genomen en vertrekt het gezin. Ik voel me genegeerd en aan mijn lot overgelaten. Natuurlijk kan ik mezelf best met de andere gasten amuseren, maar ik voel me toch enigszins onthand. Hoe kan ik dit bespreekbaar maken zonder ruzie? Of zit ik helemaal verkeerd en is het alleen laten van de visite oké?

Gastvrouw knijpt ertussenuit

Beste Gastvrouw knijpt ertussenuit,

Een echtpaar heeft allerlei mensen uitgenodigd voor een kinderverjaardag en tijdens de feestelijkheden verdwijnt de vrouw des huizes met een paramour tot twee keer toe naar boven om zich gedurende onbepaalde tijd aan privégenoegens over te geven. Dit is een even merkwaardige als onbeleefde gang van zaken. Wie een feestje geeft wordt geacht zich in de huiskamer te bevinden en aandacht aan de gasten te besteden. Kinderfeestjes brengen verplichtingen met zich mee op het gebied van gesuperviseerd kindervertier. Een feestje is sowieso niet de goede gelegenheid voor amoureuze privécontacten van de gastvrouw dan wel -heer. Of die contacten nu van echtelijke of buitenechtelijke aard zijn doet niet ter zake.

Ik raad u aan uw gevoel van buitengeslotenheid ter sprake te brengen met uw nichtje en haar te vragen of ze de kinderfeestjes en haar polyamorische activiteiten gescheiden zou willen houden, omdat u liever niet met uw neus bovenop haar liefdesleven zit. Als u zo’n goede relatie met haar hebt, zal ze vast wel rekening met u willen houden. Voor de andere gasten is het ook prettiger om zich niet te hoeven afvragen of zij zijn uitgenodigd ter verhoging van de feestvreugde of dat hun aanwezigheid alleen maar dient als dekmantel voor wat zich elders in huis afspeelt en als bliksemafleider voor de kinderen.

Artikelen in Visite.

Gelabeld met , .