Spring naar inhoud


Streektaal of ABN?

Beste Beatrijs,

Ik woon al vrij lang in Drenthe, maar ik spreek geen Drents. Op een receptie kwam ik te spreken met de gemeentesecretaris van mijn woonplaats die vond dat ik beslist op cursus Drents moet. Ik draag de streektaal een warm hart toe en bezoek ook regelmatig voorstellingen van de culturele club die in de streektaal worden gehouden. Toch heb ik een vraag: is het goedgemanierd in een gesprek als een van de twee steeds vasthoudt aan streektaal, terwijl beide gespreksgenoten ABN kunnen spreken? Is het niet welgemanierder om alle twee dezelfde taal te spreken? Vergaderingen worden hier in Drenthe vaak in beide talen door elkaar gehouden. Aan de ene kant heeft dat z’n charme, aan de andere kant is het ongemakkelijk. Wat vindt u?

Vasthouden aan de streektaal

Beste Vasthouden aan de streektaal,

In gebieden waar verschillende talen/ dialecten/ sociolecten naast elkaar worden gesproken, kunnen mensen doorgaans de concurrerende taal prima verstaan zonder dat ze hem zelf spreken. Spanjaarden die lang in Catalonië wonen bijvoorbeeld beheersen het Catalaans vaak voldoende om te begrijpen wat er wordt gezegd, maar kunnen zich er niet goed in uitdrukken. In dat soort situaties is het heel normaal dat in een gesprek ieder zijn eigen moedertaal gebruikt: de een spreekt Catalaans, de ander houdt het bij Spaans.

Vooral als er sprake is van een regionale taal die overvleugeld dreigt te worden door de standaardtaal, houden regiosprekers vaak nadrukkelijk vast aan hun moedertaal, omdat die voor hen een bron van trots en identiteit is. Ze kunnen heel goed de standaardtaal spreken (die hebben ze op school geleerd), maar ze hebben er geen zin in. Dat recht hebben zij en ze worden hierin gesteund door taalconserveringsbewegingen, regionale zenders en overheidssubsidies voor het behoud van de streektaal. Fervente regiotaalsprekers gaan alleen op de standaardtaal over, wanneer hun gespreksgenoten het echt niet kunnen volgen. Net zo min als streektaalsprekers gedwongen kunnen worden om ABN te spreken, kunnen mensen van buiten gedwongen worden om de streektaal te spreken of daarvoor op cursus te gaan. Uitzondering hierop vormt het Fries dat officieel is erkend als minderheidstaal. Naast tweetalige plaatsnaamborden houdt deze status in de praktijk in dat formaliteiten in het Fries worden afgehandeld, dat het Fries op school wordt onderwezen en dat mensen uit andere provincies die in Friesland een baantje bij de lokale overheid hebben gekregen Fries moeten leren. Alle andere streektalen van Nederland hebben die status niet. U hoeft zich niet moreel verplicht te voelen om een cursus Drents te volgen. Er is ook geen noodzaak toe, want u kunt Drents verstaan, en de Drentenaren begrijpen best wat u in de standaardtaal naar voren brengt. Zoals het gaat in uw omgeving (men spreekt Drents tegen u en u antwoordt in het Nederlands), gaat het goed.

Artikelen in Taalgebruik.

Gelabeld met , , .


Gast plast naast de pot

Beste Beatrijs,

Op verjaardagen hebben wij altijd een emmer met sop klaarstaan, omdat een van de aanwezigen structureel naast de pot plast. Zodra hij naar het toilet is geweest, moeten de pot, de tegels en de vloer worden schoongemaakt. Mijn vrouw en ik willen niet dat andere gasten worden geconfronteerd met zijn rondgesproeide viezigheid. Het gaat om een oude man die als gevolg van enkele herseninfarctjes zijn coördinatie deels is kwijtgeraakt en bovendien zeer slecht ter been is. Hij accepteert het niet dat zijn gezondheidstoestand hem in het dagelijks leven ernstig hindert en neemt van niemand adviezen of hulp aan. Hoe kunnen wij hem duidelijk maken dat hij bij ons zittend moet plassen? Of moeten wij de emmer met sop maar handhaven?

Sproeier te gast

Beste Sproeier te gast,

Alstublieft, val uw verjaardagsgast die zijn coördinatie is kwijtgeraakt ten gevolge van herseninfarcten niet lastig met adviezen voor wc-bezoek. Bespaar hem die vernedering! Laat die arme man met rust! Wees blij dat hij nog de moeite neemt om verjaardagen af te lopen. Als hij de wc heeft bezocht, gaat u zelf erachteraan om de boel weer op orde te krijgen. Zo betaamt het een goede gastheer.

Artikelen in Verjaardag, Visite.

Gelabeld met , .


Heb je een vriend?

Beste Beatrijs,

Mijn huisgenoot (man) en ik (vrouw) hebben een meningsverschil over meisjes versieren tijdens het uitgaan. Hij vindt dat hij best rechttoe rechtaan kan vragen of iemand single is, terwijl ik het erg raar en opdringerig zou vinden als iemand die ik net heb leren kennen dat aan mij zou vragen. Hoe zit het nou eigenlijk? Kan het wel of kan het niet?

Haring of kuit

Beste Haring of kuit,

De vraag ‘Heb je een vriend(in)?’ is geen geschikte binnenkomer in een gesprek met een onbekende. Te grote doelgerichtheid doet afbreuk aan de kwaliteit van de flirt. Enige omzichtigheid werkt beter dan meteen ter zake komen. Anderzijds moet ook vermeden worden dat iemand zich een hele avond lang staat uit te sloven en bij het slotakkoord ‘telefoonnummers of facebookadressen uitwisselen’ te horen krijgt dat de ander een gesettelde samenwoner is. Wie een ander wil versieren moet laveren tussen onbevangen vrijblijvendheid en efficiency. Waar precies het keerpunt ligt, is een kwestie van intuïtie, maar wanneer er eenmaal een gesprek op gang is gekomen, kan er gerust gevraagd worden naar elkaars relationele status. Ook al gaat het gesprek over stripfiguren of biermerken, in de onderstroom wordt altijd afgetast hoe de ander in het leven staat. Vragen naar beroep of opleiding levert nuttige informatie op. Dat geldt ook voor de vraag of iemand een relatie heeft.

Artikelen in Horeca.

Gelabeld met , , .


Beroepsbenamingen van vrouwen

Beste Beatrijs,

Ik weet niet meer welke aanspreektitel ik voor vrouwelijke functies moet gebruiken: voorzitter of voorzitster, ondernemer of onderneemster, ceremoniemeester of -meesteres, bloemist of bloemiste enzovoort. Ik voel mij als man hierin ongemakkelijk, omdat de dame in kwestie mij altijd boos kan aankijken, welke keuze ik ook maak.

Vrouwelijke functiebenamingen

Beste Vrouwelijke functiebenamingen,

Voor de meeste beroepen geldt de mannelijke vorm als neutraal, dus gebruik ‘voorzitter, ondernemer, ceremoniemeester en bloemist.’ Uitzonderingen worden gevormd door beroepen, waarin het vrouwelijke aspect traditioneel doorklinkt (stewardess, boerin, serveerster) en waar het raar zou klinken als de mannelijke versie gebruikt wordt. Bekende voorbeelden zijn koningin, actrice en zangeres. Sommige beroepen (verpleegster, vroedvrouw, lerares) hebben nieuwe benamingen gekregen: verpleegkundige, verloskundige, leerkracht, die voor beide geslachten bruikbaar zijn.

De vuistregel is dat de mannelijke vorm wordt gebruikt, wanneer het er niet toe doet of persoon een man of vrouw is. Dit geldt voor de meeste beroepen. Een persoon m/v kan dokter zijn of tandarts, loodgieter, producer, manager, professor enzovoort. Het is onnodig en verwrongen om hier een vrouwelijke uitgang achter te zetten. Kies dus voor de mannelijke versie – daarmee zult u de minste vrouwen ontrieven. Wanneer een vrouw het u kwalijk neemt dat u haar fysiotherapeut noemt in plaats van fysiotherapeute, kunt u uw zogenaamde fout herstellen zonder schaamteblos. U kunt tenslotte niet van elke vrouw van tevoren weten hoe zij het hebben wil.

Artikelen in Taalgebruik, Zakelijke relaties.

Gelabeld met .


Asociaal en verloederd

Terwijl de economische crisis zoetjes aan grimmiger wordt, de jeugdwerkloosheid stijgt en ouderen kampen met baanverlies en onherstelbare pensioengaten, stond eind 2012 ‘slechte omgangsvormen’ op de eerste plaats van het lijstje maatschappelijke problemen, waar mensen zich zorgen over maken. Nog steeds! Dit was in 2008 ook al zo, volgens de SCP-peilingen. De asociale medemens met zijn gebrek aan waarden en normen heeft de verhuftering van de maatschappij op zijn geweten – ook minister Plasterk deed een oproep aan ouders om hun kinderen beter op te voeden.

Voorbeelden van verhuftering zijn legio: agressieve verkeersdeelnemers die bumperkleven of op de vuist gaan voor een parkeerplaats, mensen die te veel gedronken hebben en een voorbijganger in elkaar slaan wiens blik hun niet bevalt. Supportersgeweld en fanatieke ouders langs de lijn. Pestende tieners, pestende collega’s op het werk, pestende oudjes in het verzorgingshuis. Trollen en vuilbekkers op internet die hun giftige haatuitingen vrijelijk afvuren op wie ook maar hun ergernis gewekt heeft.

Mensen zijn precies even sociaal of asociaal als altijd, alleen de omstandigheden waaronder zij met elkaar omgaan verschillen.

En de eerzame burger die zich aan de regels houdt heeft het nakijken. Die verlangt terug naar de tijd dat mensen nog vanzelfsprekend respect voor elkaar hadden, op straat beleefd groetten en de ander voor lieten gaan bij het instappen in de tram. Misplaatste nostalgie! Het was vroeger niet beter, het is nu niet slechter, mensen zijn precies even sociaal of asociaal als altijd, alleen de omstandigheden waaronder zij met elkaar omgaan verschillen. Als er genoeg parkeerruimte is, bestaat er ook geen noodzaak voor fysiek geweld. Elke tijd kent z’n eigen voorbeelden van schaarse begeerlijkheden, en als er maar genoeg druk op staat, kan het niet anders of er zal af en toe worden gevochten.

De belangrijkste verandering in het sociale klimaat is de toegenomen vrijheid van expressie. Tegenspreken is inmiddels de normaalste zaak van de wereld: kinderen tegenover hun ouders en leraren, patiënten tegenover dokters, burgers tegenover ambtenaren of wat voor autoriteiten dan ook. Degenen die zich beklagen over maatschappelijke verloedering kunnen het zich kennelijk niet voorstellen, maar zo’n jaar of vijftig geleden was het tegenspreken van een machtig persoon door iemand zonder macht eenvoudig niet aan de orde. Dat gold als not done, onbeleefd, brutaal, insubordinatie, en wie het toch deed kreeg van hogerhand ingepeperd om een toontje lager te zingen.

De vrijheid om tegen te spreken houdt rechtstreeks verband met de herverdeling van macht (het verdwijnen van rangen en standen), waardoor de hiërarchische omgangsvormen onvermijdelijk verschoven naar meer egalitaire manieren. Als iedereen op gelijke voet met elkaar staat en hetzelfde recht heeft om uiting te geven aan wat er in hem omgaat, hoeft het niet te verbazen dat er ook allerlei minder sociaal-wenselijke gevoelens worden geventileerd. Neem woede. Uiting geven hieraan was vroeger voorbehouden aan de machtigen, die het zich konden permitteren. De zwakken en de minderheden moesten rekening houden met sancties en hielden zich wel in. Tal van vrouwen, kinderen, arbeiders, homo’s verbeten hun woede in lijdzaamheid.

De erupties van woede op internet en in het openbare leven vormen de prijs van de algehele vrijheid van expressie die niemand kwijt zou willen. Woedende scheldpartijen zijn buitengewoon onbeleefd, maar mensen die met een rood waas voor ogen op de send-knop drukken, opereren in anonimiteit. Hun manier van tegenspraak is even vrijblijvend en even irrelevant als een hond die tegen de maan blaft. Niet de moeite waard om inhoudelijk serieus te nemen. Zet er een moderator tussen, zoals je een doek over de kooi van een papegaai gooit.

Wanneer diezelfde haat spugende trollen op straat een oud dametje zien vallen, snellen ze merkwaardig genoeg onverwijld toe om haar overeind te helpen, af te stoffen en de gevallen sinaasappels op te rapen. Mensen gedragen zich sociaal of asociaal naar gelang de situatie.

Artikelen in Column.


Hulp bij belastingaangifte

Beste Beatrijs,

Een goede vriendin van mij is zzp’er. Omdat ik in de financiële sector werk, vraagt zij me de laatste jaren ieder jaar om een zondagmiddagje te helpen met het invullen van haar belastingaangifte. Ik doe dat met liefde en plezier en altijd gratis. Tot zover geen probleem. Wat me wel dwars zit is dat zij nooit eens iets terug doet en mij ook nooit een presentje of attentie (al was het maar een flesje drank) geeft. Zij vindt het volstrekt vanzelfsprekend dat ik mijn zondagmiddag hiervoor reserveer en gaat daarna ook weer vrolijk over tot de orde van de (zon)dag. Ik drink nog een biertje en dat is het dan. Het gaat mij niet om geld of cadeaus, maar om het principe. Zij is beslist niet armlastig, want ze verdient ruim en haar man werkt ook. Is deze handelwijze van haar niet een beetje vreemd en hoe moet ik hiermee omgaan?

Gratis belastinghulp

Beste Gratis belastinghulp,

Een vriend die zich de hele middag heeft uitgesloofd stuur je niet zonder eten naar huis.

Uw vriendin maakt misbruik van u. Zzp’ers die geen belastingformulier kunnen invullen doen normaal gesproken een beroep op een professionele belastingconsulent en zo iemand brengt een tarief van een paar honderd euro in rekening. Als u uw vrije zondagmiddag aan haar belastingaangifte spendeert, zou uw vriendin daar iets substantieels tegenover moeten zetten. Een mooie fles wijn bijvoorbeeld (geen miezerige aanbieding van drie flessen voor een tientje), een forse cadeaubon of iets anders waarvan ze weet dat ze u er een plezier mee doet. Daarnaast zou ze u ten minste moeten aanbieden om even een hapje mee te eten op zondagavond. Een vriend die zich de hele middag heeft uitgesloofd stuur je niet zonder eten naar huis.

Dat de gedachte aan een of andere tegenprestatie niet in haar opkomt geeft te denken over haar karakter, al kan het ook zijn dat u zich te makkelijk voor haar karretje laat spannen. De datum van 1 april komt weer in zicht. Wanneer zij bij u aan de bel trekt voor het jaarlijkse klusje, wordt het tijd om een eind te maken aan de vanzelfsprekendheid waarmee zij u aan het werk zet. Als u geen behoefte hebt om uw ongenoegen toe te lichten, zegt u tegen haar: ‘Sorry, ik heb het te druk deze weken, ik kan geen tijd voor je vrijmaken.’ Als u haar wil opvoeden in de kunst van de vriendschap en inwijden in de regels van de wederkerigheid, zegt u dat u eigenlijk niet zo’n zin hebt om weer te moeten opdraven, omdat u vindt dat ze in gebreke blijft in haar waardering. Mocht ze berouwvol reageren en haar leven willen beteren, stel dan voor dat ze de formulieren zelf invult, terwijl u ernaast zit en uitleg geeft. Het is beter dat ze de vaardigheid onder de knie krijgt (zo moeilijk is het niet) dan dat ze afhankelijk blijft van uw welwillendheid.

Artikelen in Cadeaus, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Restaurantrekening delen

Beste Beatrijs,

Een kennis van mij nodigde mij laatst uit om bij wijze van vriendinnenuitje mee te gaan naar een tentoonstelling. Zij had daarvoor de beschikking over twee gratis toegangskaarten. Dat leek me leuk, dus ik zei ja. We spraken ook af om daarna samen ergens iets te eten. Toen ik na het eten voorstelde om de restaurantrekening te delen, voelde ik van haar kant enige verwarring en later ook vijandigheid, die ze verder niet uitsprak. We hebben allebei de helft betaald, maar ik vraag me af of ik hier verkeerd aan heb gedaan. Had ik het eten moeten betalen, omdat ik een gratis museumuitje heb gekregen? Als ik had geweten dat dit van mij verwacht werd, was ik waarschijnlijk niet met haar mee gegaan omdat het mij dan teveel zou kosten. Ik had wel een kleine attentie voor haar mee genomen, maar dat had zij ook voor mij gedaan.

De volle mep

Beste De volle mep,

Nee, u hebt niets verkeerd gedaan. Uw kennis had twee gratis toegangskaarten voor een tentoonstelling. Zij nodigde u uit om mee te gaan. Dat was een vrijblijvend aardig gebaar, dat haar niets gekost heeft. De afspraak was om nadien samen een hapje te eten. Vanzelfsprekend wordt dan de rekening gedeeld. U stond niet bij haar in het krijt. Niets in deze situatie vroeg erom dat u de hele restaurantrekening zou betalen. Dat was hooguit een mogelijkheid geweest, wanneer uw kennis u had uitgenodigd voor de tentoonstelling en uw kaartje had betaald. Het uitwisselen van attenties omdat er een afspraak is gemaakt om samen naar het museum te gaan is overigens ook nergens voor nodig.

Artikelen in Horeca, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Wanneer mag je kluiven?

Beste Beatrijs,

Onlangs waren mijn geliefde en ik gezellig aan het eten in een chic tentje. Ik had lamsrack besteld en liet het me goed smaken. Om mezelf het laatste stukje vlees niet te ontzeggen bracht ik de bout met de hand naar de mond. Toen mijn vrouw dit zag, werd ze boos. Ze vond het sowieso niet netjes, maar extra ongepast omdat we in een duur restaurant zaten. Ons romantisch avondje was naar de knoppen. Ik probeerde nog uit te leggen dat je volgens de etiquette in sommige gevallen best mag kluiven, maar lamsvlees behoort blijkbaar niet tot deze categorie?

Kluifgedrag

Beste Kluifgedrag,

Het verbod op kluiven staat of valt met de omstandigheden. In fastfoodrestaurants eet iedereen alles met z’n handen. Bij supersjieke gelegenheden mag het eten alleen met behulp van instrumenten worden getransporteerd van het bord naar de mond, behalve dan weer brood en asperges. Die mogen wel worden aangeraakt – voor brood geldt zelfs verplicht dat het met de hand wordt gebroken en niet met een mes gesneden. Ik schrijf met opzet sjieke ‘gelegenheden’ en niet ‘restaurants’, omdat de vrijheid in restaurants groter is dan bij formele diners of banketten. Zit je aan tafel met allerlei willekeurige personen, allemaal op hun paasbest in avondkostuum, dan valt kluiven absoluut af te raden. Het grappige is trouwens dat bij dit soort formele diners (waar iedereen hetzelfde menu voorgeschoteld krijgt) de kwestie wel of niet kluiven zich nooit voordoet. Er wordt daar altijd gemakkelijk behapbaar eten geserveerd: gestandaardiseerde lapjes of filetjes, kunstig opgemaakt met toefjes gepureerde of gekaramelliseerde bijgerechten, en nooit iets met botten of graten.

In dure restaurants, waar mensen met een klein groepje intimi gaan dineren en à la carte wordt besteld, figureren wel geniepige gerechten als lamsrack of kreeft of hele kwartels. Wie zich beperkt tot mes en vork kan merken dat een deel van het gerecht onbereikbaar blijft. Of er op zo’n moment overgegaan wordt tot kluiven hangt af van het gezelschap waarin men verkeert. Het bedienend personeel en de eigenaar van het restaurant kan het niets schelen. Die willen alleen dat de rekening wordt betaald. Andere eters aan andere tafeltjes zullen er evenmin wakker van liggen dat een eindje verderop iemand discreet een bot afknaagt. Het gaat eigenlijk alleen om uw eigen disgenoten. Betreft het een zakendiner, dan blijft het kluifverbod onverminderd van kracht. Maar een gezelschap van vertrouwde vrienden (zeker een geliefde met wie huis en haard gedeeld wordt) is doorgaans tolerant genoeg om een oogje dicht te knijpen voor een tersluikse kluifactie, mits bij wijze van finishing touch en uitsluitend met één hand.

Artikelen in Eten en drinken, Horeca.

Gelabeld met .


Anonieme bronnen

Beste Beatrijs,
In verschillende functies (kerk, vrijwilligersorganisaties) kom ik, man van 60-plus, wel eens met iemand te spreken over andere mensen. Ikzelf neig er in die gevallen toe om de naam van betrokkenen te noemen. Dit maakt het gesprek voor mij concreter. Sommigen met wie ik spreek noemen nooit namen. Zij hebben het over ‘mensen’, ‘bewoners’, ‘kerkleden’ die dit of dat vinden of gezegd hebben. Ik erger me aan die algemene vorm van spreken, maar ik durf geen namen te vragen, omdat ik dan zo’n politieagent lijk en dat wil ik niet. Hoe kan ik hiermee omgaan? Wat is beleefd in zo’n situatie?

Man en paard

Beste Man en paard,

Soms wil iemand heel graag een nieuwtje of iets pijnlijks kwijt over een derde, maar deinst hij ervoor terug diens naam te noemen, omdat spreker zich niet op het roddelende of kwaadsprekende pad wil begeven. In plaats van over Jan, Piet of Suzanna die iets vinden of gezegd hebben gaat het dan over ‘een bepaalde groep’ of ‘sommige personen’. Op die manier kan spreker zijn roddel kwijt, terwijl hij de bron beschermt en zelf buiten schot blijft. Het achterwege laten van namen heeft ook als functie om de luisteraar ongerust en onzeker te maken, bijvoorbeeld als diens positie in het geding is. Anoniem roddelen is sowieso een schijnheilige en ondermijnende manier van opereren. Ofwel je deelt mee wat je te zeggen hebt en je geeft de context en de naam erbij. Ofwel je weet dat de besproken persoon het niet prettig vindt om met naam en toenaam in een gesprek te worden opgevoerd, en dan doe je er helemaal het zwijgen toe.

Om korte metten te maken met die rookgordijnen kunt u zich van de domme houden: vraag quasi-onschuldig aan uw gesprekspartners wie zij eigenlijk op het oog hebben, als ze het over ‘mensen’ hebben. Zeg dat u graag wil weten over wie het gaat, omdat de mededeling anders niets zegt. Als u de vraag naar namen en rugnummers te rechtstreeks vindt, kunt u eerst aan uw gesprekspartner vragen of hij/zij het misschien over zichzelf persoonlijk heeft. Veel mensen spreken graag in algemene termen, terwijl zij eigenlijk zichzelf bedoelen. Als iemand ontkent dat hij over zichzelf spreekt, is het niet moeilijk meer om te zeggen: ‘Wie bedoel je dan wél?’ Laat u niet manipuleren door hypocriete stokers, maar vraag gewoon door.

Artikelen in Taalgebruik, Zakelijke relaties.

Gelabeld met .