Spring naar inhoud


Looptelefoon

Beatrijs Ritsema

Draadloos heeft de toekomst, hoor je wel eens, en als ik zo eens om me heen kijk, kan ik niet wachten tot het zo ver is. In ons huis liggen in allerlei hoeken

afzichtelijke snoerenkluwens opgetast. Computers, geluids- en beeldelectronica hebben in de loop der tijd voor een proliferatie van gekronkel gezorgd. De looptelefoon en de mobiele telefoon leken even een stap in de goede richting, maar de mobieltjes moeten wel worden opgeladen, en in een modern huisgezin als het onze komt dat neer op vier verschillende infuus-snoertjes, die ook weer ergens liggen te detoneren met de achtergrond tot ze nodig zijn. Er is hoe dan ook sprake van telefoon-wildgroei. Wij beschikken met ons vijven over tien telefoons, waarvan twee mobieltjes vooral als statussymbool werden aangeschaft en in de praktijk nauwelijks gebruikt worden, want te duur voor het tienerbudget. Liever bellen ze op de faxlijn, die tegenwoordig de kinderlijn heet. Nooit had ik gedacht dat ik opgroeiende kinderen nog eens een eigen telefoonlijn ter beschikking zou stellen, maar wat is het een uitkomst om geen last te hebben van de telefoonbesognes van de kinderen. Je hoeft geen boodschappen voor ze aan te nemen en je hoeft ze niet van de lijn te jagen, als je zelf eens wilt bellen. Luxe en privacy!

De huislijn en de kinderlijn tellen samen op tot zes telefoontoestellen, waarvan drie in loopuitvoering. De looptelefoon voor in huis vind ik een van de grootste verworvenheden van de telefonie. Het mobieltje is natuurlijk ook geweldig, maar vervulde voor mij toch niet echt een dwingende leegte. In de meeste buitenshuis-situaties, waarin ik vroeger geen behoefte had aan bellen, heb ik nog steeds geen behoefte aan bellen. Ik gebruik mijn mobieltje eigenlijk alleen voor kindertoezicht op afstand, en zelfs dat gaat vaker mis dan goed: de enkele keer dat ze me bellen, gaat het mobiele gepiep verloren in het feestgedruis of receptielawaai om me heen. Nee, dan de looptelefoon. Dat is pas een apparaat, waarvan je je afvraagt hoe je er vroeger buiten kon. Je kunt je ermee afzonderen, je kunt intussen koken en opruimen.

Het enige nadeel van de looptelefoon is zijn onbetrouwbaarheid. Die krengen gaan voortdurend kapot. In zeven jaar zijn we nu al aan het vijfde modelletje toe. Dat is een hoge omloopsnelheid voor een duur toestel. Misschien behandelen we hem verkeerd. Van dingen die op batterijen werken wordt wel gezegd dat je ze pas moet opladen, wanneer de batterij leeg is. Dat zou betekenen dat die telefoon niet op z’n station geparkeerd moet worden, behalve als hij leeg is. Het probleem daarvan is dat ie al rondslingerend slecht te onderscheiden is van diverse ook rondslingerende afstandsbedieningen en brillekokers. En de bel van de telefoon klinkt bij het station en niet bij het toestel zelf. Om voortdurende panische zoektochten naar een afgegane telefoon te vermijden, moet ie dan toch maar op z’n station, waar opladen kennelijk gelijk staat aan afmatten.

Maar de uitval ligt niet alleen aan de batterij. Vaak doen ze het zomaar niet meer. Een eerder apparaat dat op zolder lag te vegeteren bleek weer te werken, toen het huidige ermee was opgehouden. Een miraculeuze wederopstanding. Lastig is dat de verschillende toestellen allemaal andere opneem- en doorverbindcodes hebben. Bij de ene lijn moet je een knop indrukken om op te nemen, en de andere niet. Afhankelijk van het toestel moet je op R of Flash of Int of # drukken om naar beneden of boven door te verbinden. De variaties in bediening moeten telkens weer worden ingeprent. Soms verlang ik naar de tijd van de enkele, éénsnoerige telefoon die je moest doorverbinden door te schreeuwen en die nooit kapot ging. Maar ik kan niet meer zonder looptelefoon, al laat hij me nog zo vaak in de steek.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan