Spring naar inhoud


Is herkenbaarheid verdacht in de literatuur?

Een paar maanden geleden las ik in Publisher’s Weekly een interview met de Amerikaanse schrijfster Claire Messud naar aanleiding van haar nieuwe roman The Woman Upstairs. De eerste vraag luidde: ‘Zou je bevriend willen zijn met je eigen hoofdpersoon?’ waarop Messud explodeerde in woede. Volgens haar zou zo’n vraag naar herkenbaarheid nooit aan een mannelijke schrijver worden gesteld. Dat was typisch iets waar vrouwen in leesclubjes zich mee bezig hielden. Het was bovendien totaal irrelevant of de lezer sympathie voelde voor een hoofdpersoon. Dat impliceerde een identificerende manier van lezen en in de literatuur ging het om meer dan of je kopjes thee zou willen drinken met een hoofdpersoon.

Daar had Claire Messud natuurlijk gelijk in en benieuwd naar de steen des aanstoots ging ik haar boek lezen. Het viel me niet mee. Ik vond het vervelend, gezocht en aanstellerig en ik werd korzelig van Nora, een wanna be beeldend kunstenaar die haar ambities had gesmoord in de verzorging van haar ouders en zich emotioneel uitleverde aan een jet set gezinnetje. Dat lag niet aan de schrijfstijl (niets mis mee) maar dat kwam door de hoofdpersoon die ik onnozel en dweperig vond. Onsympathiek kortom. Ik zou inderdaad geen kopje thee met Nora willen drinken en ik vond het ook geen goed boek.

Komt dat laatste nou door mijn vrouwelijke, misschien zelfs kinderlijke, op herkenning gericht manier van lezen en zie ik een literair criterium over het hoofd? In mijn leeservaring is herkennende sympathie voor de hoofdpersoon wel degelijk een voorwaarde om een boek te waarderen.

The Circle van Dave Eggers, onlangs met veel fanfare verschenen, kan ook goed als voorbeeld dienen. Ik heb een zwak voor sci-fi literatuur, omdat die vaak draait om de consequenties van maatschappelijke tendensen met een kritische of satirische ondertoon. In The Circle wordt een grimmige dystopie geschetst, waarin Google, Facebook en ander sociale media zijn gefuseerd tot een superbedrijf dat de totale transparantie nastreeft. Secrets are lies, privacy is theft, sharing is caring las ik, toen ik het doorbladerde in de winkel. Het leek me een fijn, actueel thema en ik verwachtte er veel leesplezier van.

Maar ook dit boek viel tegen. Eigenlijk vond ik het helemaal niet zo goed ondanks de literaire bedrevenheid van Eggers die z’n best heeft gedaan om er een ijzingwekkend parabel van te maken en heel goed kan schrijven. Maar die hoofdpersoon! Zelden zo’n wezenloos, bordkartonnen personage tegengekomen als deze Mae Holland die de roman moet dragen. Zij is misschien niet in de eerste plaats onsympathiek, maar wel dom en in die groeiende domheid toch weer onsympathiek, en dit dempt mijn waardering voor het boek als geheel. Het probleem van The Circle is dat Eggers niet het vertrouwde sci-fi pad wilde bewandelen van de eenling die zich te weer stelt tegen een totalitaire maatschappij (zie Brave New World, zie 1984, zie Fahrenheit 351), maar dat hij iets origineels wilde doen en als hoofdpersoon een naïeve vrouw nam die, vanuit het standpunt van de lezer, aan de verkeerde kant staat (van de bad guys zogezegd). Het gevolg van die originele aanpak is dat ik me niet kon verplaatsen in de gedachtenwereld en de dilemma’s van Mae Holland met haar plank voor haar kop. Alles wat er gebeurt blijft zo plat als een dubbeltje. Het boek bevat heel veel spektakel, niets aan innerlijk conflict en daardoor ook niets aan tragedie. De hoofdpersoon was ongeloofwaardig en liet me koud.

Zonder een minimum aan identificatie met de hoofdpersoon lukt het me niet om een boek goed te vinden. Het hoeven geen helden te zijn, liever niet zelfs, maar een personage dat zowel dom als onaardig is laat de lezer onverschillig en daarmee is het boek reddeloos verloren. Bij sommige figuren, zoals Humbert Humbert uit Lolita of de hoofdpersoon uit Michel Houellebecqs Elementaire deeltjes, is aardig niet het eerste woord om hen mee te kwalificeren, maar hun lotgevallen en voorstelbare zwakheden worden door de schrijver zo aansprekend onder woorden gebracht dat ze van de weeromstuit toch sympathiek worden. Als je je in iemand kunt inleven, wordt-ie bijna vanzelf sympathiek. Er moet enig emotioneel raakvlak resoneren tussen lezer en hoofdpersoon, anders laat het hele boek de lezer onverschillig. Macbeth ontpopt zich tot een monster. Toch is hij intrigerend genoeg om een kopje thee mee te willen drinken. Er zit iets herkenbaars in hem.

Artikelen in Column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan