Spring naar inhoud


Graaiende oudjes

De Ouderenpartij 50Plus heeft bij haar aankondiging om mee te doen aan de Provinciale Staten-verkiezingen vooralsnog weinig enthousiasme kunnen incasseren. Het was misschien niet handig om voor een optreden bij Pauw & Witteman lijstduwer Jacques D’Ancona af te vaardigen. De goede man kon nauwelijks antwoord geven op de vraag wat de nieuwe partij nou eigenlijk beoogde (wel was roerend om van hem te vernemen dat hij had gewacht met als homo uit de kast te komen tot zijn beide ouders waren overleden, maar voor dat onderwerp zat niet hij maar Arie Boomsma aan tafel) en hij zal niet veel kiezers hebben gemobiliseerd.

Een blik in het verkiezingsprogramma bevestigt inderdaad de indruk van graaiende oudjes. Het is een en al gezeur om geld: de aow mag niet naar 67 jaar, maar moet gehandhaafd blijven op 65. Aow’ers moeten meer vakantietoeslag krijgen en een dertiende maand. Voor rijke gepensioneerden moet de destijds door Wouter Bos ingestelde belasting op aow weer worden afgeschaft. De successiebelasting op erfenissen tot 250.000 euro moet afgeschaft worden. En verder moeten 65-plussers recht krijgen op gratis openbaar vervoer buiten de spits.

In het licht van de economische crisis die toch echt nog niet voorbij is, gezien het begrotingstekort, de problemen met pensioenfondsen, de malaise op de huizenmarkt en de bezuinigingen op alle maatschappelijke fronten, zijn dit bepaald wereldvreemde eisen te noemen. Alsof je in een houtje-touwtje snackbar zonder blikken of blozen ossenhaas à point bestelt. Om een en ander vervolgens te financieren wordt voorgesteld de defensiebegroting te halveren en, daar heb je ze weer, overbodige ambtenaren te ontslaan. Dream on, zullen we maar zeggen, dit soort ideeën valt niet serieus te nemen.

Het lastige van politieke partijen die zich opwerpen als belangenbehartiger van een bepaalde demografische categorie is dat die groep altijd veel heterogener is dan het kenmerk dat de groep zogenaamd verenigt. Deze nieuwe 50Plus partij lijkt zich in de eerste plaats tot babyboomers te richten, maar het enige opmerkelijke van de babyboomers is dat het er heel veel zijn. Meer dan de generatie voor hen en ook meer dan de generatie na hen. Het zijn er zo veel dat ze de maatschappij (tijdelijk) doen vergrijzen. Maar behalve hun grote aantal en het feit dat ze dezelfde liedjes uit de top-2000 herkennen hebben babyboomers niet zo veel gemeenschappelijk. Je hebt er rijke onder en arme, hoogopgeleide en laagopgeleide, linkse en rechtse, succesvolle en losers. De generatie zelf is als een dwarsdoorsnede van de hele maatschappij. Dat geldt trouwens evenzeer voor de nog ouderen, de 70-plussers. Ook de oudste leeftijdscategorie beslaat het hele spectrum van arm naar rijk. Het is merkwaardig om ouderen als een aparte belangengroep af te schilderen en te voorzien van allerlei behoeftigheidsindicaties, want zeker twee derde van de ouderen is helemaal niet zielig, althans niet zieliger dan vele jongeren die het ook niet makkelijk hebben en ook worden gekort.

Toch zijn er temidden van alle eisen om meer poen in het 50Plus partijprogramma twee lichtpuntjes te vinden: het ene is om de extra vrije dagen waar oudere werknemers recht op hebben (de zogenaamde oude-lullen-dagen) af te schaffen en het andere is om meer vijftig-plussers aan het werk te krijgen. De regeling om mensen boven de 50 met het klimmen der jaren steeds meer vakantiedagen toe te kennen is niet alleen duur en in hoge mate verspillend, maar rangeert oudere werknemers ook op een zijspoor. Zo iemand die voortdurend het vliegtuig neemt naar verre streken of steeds dagjes thuis hangt op de bank wordt tot een misbare spek-en-bonen werker gedegradeerd. Geen wonder dat vijftig-plussers er niet in kunnen slagen om een baan of zelfs maar aangenomen werk te vinden, ook niet als ze vrijwillig afzien van verworven rechten. Een verkeerd geboortejaar op een sollicitatieformulier heeft hetzelfde effect als iemand die uit z’n mond stinkt: de pechvogel wordt niet eens in overweging genomen. Maar hoe die leeftijdsdiscriminatie te bestrijden? Het partijprogramma zwijgt erover.

Het zou mooi zijn als mensen tussen de 50 en 65 gewoon weer ‘volwassenen’ genoemd zouden worden met dezelfde rechten en plichten als volwassenen tussen pakweg 25 en 50 jaar. Maar het bestaan van de Ouderenpartij 50Plus zal alleen maar het idee versterken dat mensen vanaf hun 50ste oud, irrelevant en tuk op gratis vakantie zijn.

Artikelen in Column.


2 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Jolanda schrijft

    Om mezelf bezig te houden gedurende het verplicht thuisblijven tijdens de Corona epidemie, scroll ik wat door oude berichten en viel mijn oog op deze.
    Ik ben het er helemaal mee eens!
    Het verdere gevolg van de naamgeving van deze partij is dat tegenwoordig de term ’50 plussers’ wordt gebruikt als ‘ouderen’ of ‘senioren’ wordt bedoeld. Maar de 54-jarige die volop aan het werk is en nog pubers thuis heeft wonen, is toch echt wel een totaal andere doelgroep dan de 73-jarige die met pensioen is en kleinkinderen heeft!
    Sinds ik zelf de 50 gepasseerd ben, erger ik mij buitengewoon aan het te pas en te onpas gebruik van de term ’50plus’ (bv de 50 plus beurs).

  2. Henna schrijft

    Inderdaad tovert die partij een onjuist beeld van de ouderen en hun financiën: het is de groep met de meeste fin. middelen van iedereen (de groep met slechts AOW uitgezonderd).
    Ik herken me ook nooit in de term 50+. ook al ben ik dat qua kalenderleeftijd wel.
    Werk in het onderwijs en wil dat nog zeker twintig jaar blijven doen, deo volente.
    Binnen de groep 50+ gaat het over div. generaties en daar zijn grote verschillen tussen.



Sommige HTML is toegestaan