Spring naar inhoud


Spaakongelukken

Beste Beatrijs,

Sinds mijn zoontje zijn voet tussen de spaken van de fiets heeft gehad en zijn voet zes weken in het gips moest, let ik extra op kindervoetjes achterop de fiets. Niet alleen bij mijn eigen kinderen, maar ook bij die van anderen. Een enkele keer, wanneer ik denk dat het echt gevaarlijk is (geen bescherming, klein beweeglijk kind), maak ik daar wel eens een opmerking over tegen de ouder in kwestie. Altijd vriendelijk, nooit berispend, soms met wat uitleg erbij. Het valt me op dat mij dit eigenlijk nooit in dank wordt afgenomen. Ik krijg een verwijtende blik en een enkele keer zelfs de opmerking dat ik me nergens mee moet bemoeien. Ik heb dit nooit als ik een opmerking maak dat een rugtas open staat of een mobiele telefoon bijna uit een broekzak valt. Moet ik stoppen met me te bemoeien met (in mijn ogen) gevaarlijke situaties, of gewoon het verwijt van me af laten glijden?

Cassandra spreekt

Beste Cassandra spreekt,

Ga gewoon door met mensen attenderen op mogelijke ongelukken. Juist het spaakongeluk, waarbij kleine kinderen achterop de fiets met hun voetjes beklemd raken, is iets wat regelmatig voorkomt, veel ellende geeft en makkelijk vermeden kan worden. U waarschuwt andere mensen op een vriendelijke manier – daar kan niets mis mee zijn. U kunt nog erbij vertellen dat het uw eigen kind ook weleens is overkomen. Dat maakt uw waarschuwing nog sterker. Mensen vinden het niet altijd leuk om op gevaren te worden gewezen. Het valt bijvoorbeeld af te raden om rokers op straat aan te spreken met ‘Wist u dat roken heel slecht voor de gezondheid is?’ Een aldus toegesproken roker zal dan afwerend en chagrijnig reageren. Maar spaakongelukken zijn minder bekend, dus een waarschuwing kan echt nuttig zijn. Reageert iemand toch beledigd – niets van aantrekken! Zet het goede werk voort.

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Het publieke domein.

Gelabeld met .


1 reactie

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. S. Leefers schrijft

    Normaliter zou ik niet snel vreemde ouders aanspreken op hoe zij met hun kinderen omgaan, maar in dit geval ben ik het wel met Beatrijs eens.

    Ik zou zelfs beginnen met, “Het spijt me dat ik U stoor, maar toevallig heeft mijn zoontje [zojuist / vorige jaar / een paar jaar geleden] zes weken in het gips gezeten omdat hij zijn voet gebroken had in de spaken van mijn fiets. Dit komt veel voor”. En het hierbij laten, niets zeggen over de fiets of het kind van de ouder in kwestie. Dan is het minder aanvallend; de ouder begrijpt heus precies wat de boodschap is.



Sommige HTML is toegestaan