Spring naar inhoud


Hallo zeggen

Beste Beatrijs,


Jongeren kennen geen enkele nuance meer in begroetingen. Ik herinner me nog: toen ik vijftien was, werd ik in een winkel voor het eerst aangesproken met ‘meneer’. Ik voelde me groeien!
 Nu is het, zelfs hier in de provincie, alleen maar ‘hallo’. Toen ik nog in Amsterdam woonde, heb ik er wel eens wat van gezegd. Ik probeerde het uit te leggen aan een verkoper/ster of lokettist(e), maar mijn opmerking stuitte op onbegrip of liep zelfs uit op ruzie. Gewoon ‘Dag meneer’ of desnoods ‘Meneer!?’ zeggen vindt men kennelijk truttig of onderdanig. Maar naar mijn gevoel zeg je ‘hallo’ alleen tegen goede bekenden of als je in een jolige bui bent. Standaard tegen iedere klant ‘hallo’ zeggen vind ik ronduit onbeschoft. ‘Ik ben je maatje niet,’ denk ik dan. 
Moet ik me maar bij de ontstane situatie neerleggen of is er een manier om de jonge mens zonder kans op ruzie duidelijk te maken, dat men graag anders aangesproken wenst te worden?



Hallo-hater (63 jaar)



Beste Hallo-hater,


Beter dan ‘Hallo’ is ‘Goedemorgen’ of ‘Goedemiddag’ of ‘Wat kan ik voor u doen?’ Daar heeft u zeker gelijk in. Winkelpersoneel of lokettisten die een of andere training hebben gevolgd, zijn hiervan op de hoogte. Ik vermoed bijvoorbeeld dat het personeel dat bij McDonalds werkt, nooit ‘Hallo’ tegen de klanten zegt, behalve misschien tegen tieners. McDonalds staat erom bekend dat het zijn personeel traint op dit soort elementaire beleefdheid, naast natuurlijk een snelle service.
 Voor u heeft het weinig zin om individuele verkopers of mensen-achter-balies hierop te corrigeren. De meesten zullen u glazig aankijken en bij zichzelf denken: ‘Waar heeft die vent het over? Wat is er mis met hallo?’ Zij bedoelen het ook niet onbeleefd – voor hen is het gewoon normaal en vriendelijk om ‘hallo’ en ‘doei’ te zeggen, net zoals ze gedachteloos de hele wereld tutoyeren.
 U kunt uw zendingswerk beter op een structurele manier aanpakken en de chef erop aanspreken. Hem of haar kunt u uitleggen dat het voor veel klanten, zeker als ze niet meer piepjong zijn, prettiger is om met enige formaliteit tegemoet getreden te worden door het personeel. Een goede chef zal zich deze kritiek aantrekken en er een mini-cursus ‘omgang met klanten’ tegenaan gooien voor z’n personeel.

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Communicatie, Het publieke domein, Winkels.


Dochter krijgt tijgerkleding

Beste Beatrijs,

Mijn zoon heeft sinds een half jaar een vriendin. Een vriendelijk meisje, maar uit een geheel ander milieu. Aan haar kledingkeus is dat al goed af te lezen. Zij draagt het liefst ‘tijger’-bloesjes, -rokjes en dergelijke en is er trots op dat ze die voor een paar euro op de markt heeft gekocht. Ieder z’n smaak.

Nu heeft ze mijn dochter een zelfde setje cadeau gedaan. En hoewel mijn dochter het wel mooi vindt, herken ik daar niet meer mijn goed geklede kind in. Ik zou de kleding natuurlijk ’te heet’ kunnen wassen, maar dat is niet eerlijk.

Hoe kan ik op een nette manier proberen de stijl te behouden die ons gezin al die jaren heeft gekenmerkt?

Geen marktkleding voor mijn kind

Beste Geen marktkleding,

U schrijft niet hoe oud uw dochter is, en dat maakt een groot verschil. Op jonge kinderen, pakweg onder de acht jaar, heeft u een flinke invloed wat kledingkeuze betreft. Met oudere kinderen, vooral meisjes, wordt dat een stuk moeilijker. Als u iets koopt wat zij niet mooi vindt, dan weigert ze het aan te trekken. Bij de aanschaf van kleren is het dus belangrijk dat moeder en kind het eens zijn en de nieuwe kleding allebei leuk vinden. Als uw dochter iets wil hebben wat u lelijk of ordinair vindt, dan zegt u gewoon: daar ga ik niet voor betalen. Als ze vervolgens ouder wordt, dan roept ze: dan koop ik het wel van mijn eigen geld! Maar zo ver zijn we nog niet.

Het is voor buitenstaanders riskant om kinderen kleding cadeau te geven. Soms vindt de moeder het mooi, maar het kind niet en dan voelt de moeder zich verplicht het kind het kledingstuk toch aan te trekken omdat het anders zo ondankbaar staat tegenover de gever. Of andersom: het kind is er blij mee terwijl de moeder het niks vindt, en dan hebben we uw lastige parket.

Besteedt u er niet te veel aandacht aan. Wie weet, vergeet uw dochter het ook en dan kunnen deze kleren rustig achter in de kast liggen te vegeteren. U kunt ook best zeggen dat u dit niet zo goed bij haar vindt passen. Zolang ze zich iets van uw oordeel aantrekt, krijgt u uw zin. Als uw dochter het wel prachtig vindt, dan is er weinig wat u ertegen kunt ondernemen. Ook zonder dit cadeau-exemplaar had uw dochter vroeg of laat op eigen kracht de tijgerprint ontdekt. Heel veel tienermeisjes maken een fase van tijgerprints door. Soms duurt die wel tot in hun jaren dertig. De tijger is mooi, sterk en sexy – er zijn naargeestiger symbolen om mee te experimenteren.

Artikelen in Cadeaus, Kinderopvoeding.

Gelabeld met .


Vriend kijkt vrouwen aan

Beste Beatrijs,

Als ik samen met mijn vriend over straat loop, eis ik van hem dat hij geen vrouwen aankijkt. Niet omdat ik jaloers zou zijn, maar omdat ik het vervelend vind om daarna door hen aangekeken te worden. Als hij alleen loopt, kan dat me niet schelen, want dan wordt mijn trots niet gekrenkt en word ik ook niet gestoord in mijn gang over straat.

Het lijkt wel of loslopende vrouwen het leuk vinden om stelletjes zo te storen of misschien vinden ze het interessant om de man van een koppel uit te dagen. Waarom laten die vrouwen ons niet met rust? Ik vind dat een gebrek aan respect.

Gekrenkt door de blik van vrouwen

Beste Gekrenkt,

Dat uw vriend geen vrouwen aankijkt waar u bij bent, lijkt me een goede afspraak. Toch heeft u er nog steeds problemen mee dat loslopende vrouwen eerst uw vriend en dan u aankijken. Maar als ú niet naar die vrouwen zou loeren, zou het u helemaal niet opvallen dat ze u of uw vriend aankijken.

Kennelijk kijkt u in de richting van tegemoetkomende vrouwen om te controleren of ze niet stiekem u of uw vriend aankijken. Waarna u boos wordt, als u hun blik vangt.

Richt uw blik voortaan op de etalages of op de grond om hondenpoep te vermijden – dat zal u een boel ergernis besparen.

Artikelen in Het publieke domein.

Gelabeld met .


Relatie met fysiotherapeut bekoelt

Beste Beatrijs,

Als gevolg van een operatie een paar jaar geleden heb ik een chronische aandoening opgelopen. Om te voorkomen, dat die aandoening verslechtert, is het nodig om regelmatig behandeld te worden door een fysiotherapeut: eenmaal per week.

Twee jaar geleden heb ik na veel moeite een fysiotherapeute gevonden, die bij mij in de buurt woont, aardig is en haar werk goed doet. Omdat ik deze vrouw vaak zie, is het belangrijk voor mij dat de verhouding goed blijft. Aanvankelijk kon ik goed met haar overweg. We kletsten en lachten heel wat af. Sinds enige tijd heb ik echter het gevoel dat ze zich aan mij ergert. Ze is kortaf en vindt mijn grapjes niet meer leuk. Ze wordt steeds sikkeneuriger en ik ben bang dat ik over afzienbare tijd de behandelingen af zal moeten zeggen, omdat ik er niet tegen kan behandeld te worden door iemand die mij niet mag. Het ergert mij, dat ze het altijd over zichzelf heeft. Als ik eens iets over mezelf zeg, heeft ze geen interesse en begint gauw weer over haar eigen dingetjes.

Moet ik een andere behandelaar zoeken (zij is de beste, ben ik bang), of moet ik de verhalen maar over mij heen laten komen en een (geveinsde) belangstelling tonen?

Help, mijn fysiotherapeute mag me niet

Beste Help,

Net zo min als een kapper of een tandarts is een fysiotherapeut een vriend(in). Het is prettig als er een zekere verstandhouding bestaat, maar het is niet nodig uw hart uit te storten, of met hem/haar grapjes te maken. Het gaat hier om een therapeutische relatie, waar u voor betaalt, of althans de verzekering. Het belangrijkste is of ze haar werk goed doet, en of u baat hebt bij haar behandeling.

De vraag of zij u wel aardig vindt is irrelevant, want u bent gewoon een van de vele patiënten. Als ze echt goed is in haar vak, dan heeft ze veel klanten, en ongetwijfeld zo haar persoonlijke voor- en afkeuren. Voor u is de professionaliteit waarmee ze haar beroep uitoefent het enige dat telt. U zegt dat ze geen aandacht heeft voor de dingen die u te berde brengt. Zwijg dan verder over uw persoonlijke leven. Daar heeft u tenslotte uw eigen vriendenkring voor. Als haar verhalen u niet interesseren, kunt u ze passief over u heen laten komen. U hoort het aan, alsof u naar een of andere niet erg interessante soap zit te luisteren, die na een uurtje ook weer voorbij is.

Als zij de beste is in haar vak en bij u in de buurt is gevestigd, moet u haar niet aan de dijk zetten, maar koesteren. Jullie hebben allebei voordeel aan elkaar. U omdat u lichamelijk gebaat bent met haar behandeling, zij omdat ze aan u verdient. Tevredenheid over iemands professionele kwaliteiten is heel wat waard in een wereld waar ook brokkenmakers rondlopen.

Artikelen in Zakelijke relaties, Ziekte.


Blèrend kind in de trein

Beste Beatrijs,

Ik zat laatst met een paar mensen tweeënhalf uur in de trein. Een bankje verderop zat een stel met een kind van tussen de één en twee jaar oud. Het heeft bijna de hele reis keihard gejankt. Het was verschrikkelijk, het was een marteling voor ons. Nu ben ik zelf geen vader, en ik begrijp dat het moeilijk is om kinderen op te voeden, maar kan dit zomaar? Rare vraag misschien, maar als je kind zo’n hinder oplevert dat de hele coupé amper meer kan praten of lezen, en doof wordt, is dat niet te veel overlast?

Geterroriseerd in de trein

Beste Geterroriseerd,

Baby’s en peuters zijn voor hun overleving geheel afhankelijk van anderen. Het enige machtsmiddel dat ze hebben is huilen, maar dat is dan ook een machtsmiddel van formaat. Hoe harder het gekrijs, hoe meer de liefhebbende ouders hun best zullen doen om hier onmiddellijk een eind aan te maken. Een schreeuwende baby is voor ouders nog veel erger dan voor omstanders. Ouders hebben evenveel last van het lawaai als u met uw gezelschap, maar daar komt schaamte bij, omdat ze weten dat de medepassagiers hen zien als hopeloze mislukkelingen die hun kind nog niet de simpelste omgangsvormen kunnen bijbrengen. De waarheid is dat er momenten zijn (minuten, uren, hele nachten) dat niemand een schreeuwend kind stil kan krijgen, zelfs moeder Theresa of dokter Spock niet. Ja, Herodes – die zou er wel raad mee weten.

U had uitzicht op rust aan het einde van deze slopende treinreis. De ouders moeten nog zo’n jaar of zeventien voort met hun spruit.

Artikelen in Kinderopvoeding, Reizen.

Gelabeld met .


Verkeerd bedankje

Beste Beatrijs,

Een paar weken na de bruiloft van een nichtje, waar mijn man en ik te gast waren, kregen we een bedankbriefje van het bruidspaar voor een cadeau dat niet het onze was. Kennelijk is in hun administratie iets mis gegaan. Moeten we dit nu corrigeren of maar laten zitten? Ons cadeau was overigens een stuk duurder dan dat waarvoor we bedankt werden.

Gulle gevers

Beste Gulle Gevers,

Als het goed is, hebben de mensen die een bedankje kregen voor uw cadeau (het dure) per kerende post of telefoon laten weten dat ‘zij niet de gevers waren van de super-de-luxe dekschaal, maar van de eierdopjes’. Poseren als de gever van iets duurs is ongepast, omdat de dankbaarheid van de ontvangers van het juiste doelwit wordt afgeleid. In uw situatie kunt u even pas op de plaats maken, want men vestigt niet graag de aandacht op zijn eigen generositeit. Laat er een week of wat overheen gaan en schrijf dan een briefje, waarin u in de eerste plaats refereert aan het aangename feest en de gezelligheid. Terloops vermeldt u dan het punt waar het u om gaat: ‘Trouwens, die pannenlappen-set kwam niet van ons – ons cadeau was het espressoapparaat.’

Artikelen in Bruiloft, Cadeaus, Familie.

Gelabeld met .


Losse flodder

Beatrijs Ritsema

Ministers die met ideetjes van twee alinea’s komen in plaats van met vuistdikke nota’s zijn verzekerd van aandacht. Het publiek begrijpt onmiddellijk wat de gedachte is en kan gemakkelijk meepraten. Proefballonnetjes doen in zekere zin meer voor de politieke betrokkenheid dan de zoveelste Nota Ruimtelijke Ordening, waarbij de burger op pagina 20 al in slaap is gesukkeld, voor zover hij het werkstuk überhaupt heeft opengeslagen. Discussiëren is altijd nuttig, al moet zo’n losse flodder als startschot wel enigszins met de maatschappelijke werkelijkheid in verband staan, anders slaat de discussie nergens op.

Volslagen wereldvreemd is bijvoorbeeld het ideetje van Heinsbroek om bejaardenzorg en crèches te combineren onder het motto ‘zo snijdt het mes aan twee kanten.’ De tekorten in de kinderopvang kunnen worden bestreden met de inzet van oudjes, die mentaal opknappen door het contact met kleintjes; in een moeite door kan de oudere garde de jeugd enige broodnodige waarden en normen bijbrengen.

Zou de minister wel eens een crèche van binnen hebben gezien? Ik kan het me niet voorstellen, want dan zou hij weten dat het er daar behoorlijk geformaliseerd aan toe gaat. Ouders komen hun kind brengen en er vindt een soort overdracht plaats. Ze vertellen bijvoorbeeld dat het kind een slechte nacht heeft gehad, dus misschien extra behoefte heeft aan slaap, dat-ie tandjes krijgt of verkouden is. In zo’n crèchegroep zitten altijd kinderen met allergieën, met speciale dieët-aanwijzingen of medicijngebruik, waar de leidsters van op de hoogte moeten zijn. Elk kind vereist in meer of mindere mate een persoonlijke benadering en die kan paradoxaal genoeg alleen plaatsvinden als de dagindeling duidelijk gestructureerd is. Als een kind geen pindakaas mag, dan moet je ervoor zorgen dat alle kinderen tegelijk op een vast tijdstip aan tafel gaan zitten voor de ‘eetmomenten’, waarbij de leidster erop toeziet wie er wat op z’n bordje krijgt.

In een crèche draait alles om verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Buiten spelen is geweldig (elke ouder wil dat z’n kind buiten komt), maar dan wel in een omheinde omgeving onder zwaar toezicht. We willen niet dat de kinderen elkaar mishandelen of dat ze een schommel tegen hun kop krijgen. Twee leidsters voor een groep van tien of twaalf krioelende peuters hebben een slopende titanenklus vooral omdat voortdurende alertheid is geboden om ongelukjes af te wenden.

Als zo’n groep in de recreatieruimte van een bejaardentehuis wordt losgelaten, barst het onheil pas goed los. Na tien minuten voorlezen houdt de peuter het voor gezien, brandt zich aan de hete koffie die de bejaarde nog niet op had, begint met een willekeurige rolstoel door de zaal te karren, zet de televisie aan en steekt een blad van de vetplant in z’n mond. Wie is er hier verantwoordelijk?

En bovendien, waar zíjn die bejaardentehuizen, waar de oudjes zo gezellig bij elkaar zitten en smachten naar het getrippel van kindervoetjes als welkome onderbreking van hun spelletjes klaverjas? Die bestaan helemaal niet. Wie nog een beetje zelfstandig uit de voeten kan, klampt zich vast aan zijn eigen huis, waar met behulp van tafeltje-dekje en de thuiszorg de onafhankelijkheid zo lang mogelijk in stand gehouden wordt. Bejaardentehuizen heten tegenwoordig verzorgingstehuizen en worden bevolkt door tachtigers en negentigers die een geestelijk en/of fysiek hulpbehoevend bestaan leiden. Die moet je geen baby’s en peuters op hun dak sturen.

Kwieke zeventigers wijden zich aan hun eigen kleinkinderen en aan hun eigen zelfgekozen vrijwilligerswerk. Zo zit het individualisme in elkaar. Daar helpt geen proefballonnetje tegen en overigens ook geen Nota Waarden & Normen, Deel 1.

Artikelen in NRC-column.


Vrije stoel op terras

Beste Beatrijs,

Wanneer ik op een zonnige dag met mijn partner op een vol terras zit om een glas wijn te drinken of een lunch te gebruiken, wordt er nogal eens gevraagd of men bij je aan tafel mag schuiven (“Is deze stoel nog vrij?”). Ik vind dat erg onplezierig. Is het gepast om ‘nee’ te zeggen tegen zo’n verzoek als het terras verder vol zit?

Gehecht aan territorium

Beste Gehecht,

Wie op een terras iets gaat drinken, heeft recht op één stoel per persoon, niet op de belendende lege stoelen. Als mensen vragen ‘Is deze stoel nog vrij?’ willen ze niet bij u en uw gezelschap aanschuiven, maar ze willen op de lege stoelen zitten en zich met hun eigen zaken bemoeien. Als er sprake is van een vol terras, met grote tafels, waarvan de uwe nog twee lege zitplaatsen biedt, bent u niet gerechtigd om deze stoelen te monopoliseren. U zult niet alleen de nieuwkomers, maar ook de uitbater van het terras tegen u in het harnas jagen.

Voor de lunch ligt dat anders. Men kan inderdaad het aanschuiven weigeren, als men zit te eten aan een tafel, waar in theorie nog twee mensen bij kunnen. In de praktijk zal deze situatie zelden voorkomen, want de meeste restauranthouders werken juist met kleine tweepersoonstafels om gedwongen aanschuiven te vermijden. Kleine tafels kun je tegen elkaar aanzetten voor een groter gezelschap. Grote tafels kun je niet splitsen om meerdere gezelschappen tegelijk te bedienen.

Artikelen in Horeca.

Gelabeld met .


Vriend zonder tafelmanieren

Beste Beatrijs,

Ik heb een vriend die heel erg ongemanierd is. Tijdens het eten zit hij te boeren, en zo af en toe smakt hij ook nog of wroet hij met zijn vingers in zijn mond om voedselresten eruit te halen. Ook zijn zus is ongemanierd; ze stapt bijvoorbeeld zonder te groeten in de auto waar ik ook in zit. Ik heb hem hier wel eens op gewezen en verteld hoe belangrijk goede manieren voor mij zijn, maar hij leek er niet erg van onder de indruk.

Ik (jonge vrouw) kom zelf uit een heel goed milieu, ben heel erg attent, hoffelijk tegen iedereen en vooral fijngevoelig. De lompheid van mijn vriend stuit me tegen de borst. Ik klap dicht. Intussen ben ik uitgenodigd om volgende week zaterdag uit eten te gaan met deze vriend en zijn familie. Ik heb er geen zin in. Hoe kan ik het best tegen hem zeggen dat ik er toch liever vanaf zie?

Fijnbesnaard meisje

PS: De vriend en zijn zus hebben net als ik een goede opleiding, maar ik denk dat manieren van huis uit, dus vanuit de opvoeding meegegeven moeten worden.

Beste Fijnbesnaard,

Neemt u het toch niet zo zwaar op allemaal. Dit is een vriend van u en geen geliefde. Heftige liefdesrelaties kunnen wel eens crashen op milieuverschillen of op onprettige eetgewoontes, maar een beetje vriendschap moet daar tegen bestand zijn. Kennelijk heeft hij wel andere waardevolle eigenschappen, waardoor u hem toch als vriend blijft beschouwen.

Als uw vriend u heeft uitgenodigd om met zijn familie te eten, en u hebt in eerste instantie geaccepteerd, dan is er geen elegante manier om daar onderuit te komen. U kunt de afspraak afzeggen, maar uw vriend zal dat opvatten als terugkrabbelen in de vriendschap – waar hij gelijk in heeft.

De keuze is helder. In het ene geval neemt u uw vriend voor lief met al z’n tekortkomingen op het vlak der goede manieren, en gaat u gezellig uit eten met de familie Flodder. Wie weet wordt het toch nog een leuke avond, ook al hangt het gezelschap smakkend met de ellebogen over tafel, en druipt het vet van hun kin. In het andere geval wilt u van hem af als vriend, en dan beroept u zich op andere prioriteiten: de poëzie, de opera of uw behoefte aan rust en contemplatie.

Artikelen in Eten en drinken, Liefde en relaties, Schoonfamilie.

Gelabeld met , , .