Spring naar inhoud


Uitgeleende boeken

Beste Beatrijs,

Enkele jaren geleden heb ik een aantal boeken uitgeleend aan een vriendin. Toen zij plotseling moest verhuizen, kwamen de boeken in een opslag terecht. De vriendschap is intussen redelijk verwaterd en de laatste keer dat ik haar erover aansprak lagen de boeken nog steeds in de opslag. Ze vertelde toen ook dat ze niet wist in welke doos en dat het dus een heel karwei zou worden om de boeken te vinden. Ik zou mijn boeken graag weer terug willen, maar ik vind het vervelend om er steeds naar te blijven vragen. Hoe kan ik ze terugkrijgen zonder een al te zeurderige indruk te maken?

Mijn eigendom terug!

Beste Mijn eigendom terug,

Het is een ervaringsfeit dat geleende boeken vaak vergeten worden, zowel door de lener als door de eigenaar. U zou kunnen overwegen om het maar te laten zitten, omdat het te veel moeite is om ze terug te krijgen, en u voornemen in het vervolg niets meer uit te lenen. Als u vindt dat u op die manier over u heen laat lopen, kunt u een laatste poging ondernemen om ze terug te krijgen. Maakt een lijst van de boeken die u hebt uitgeleend. Zoek op de tweedehands-boekenmarkt op internet de prijs bij elk boek. Overhandig de lijst met de prijzen plus verzendkosten aan uw vriendin en leg haar twee mogelijkheden voor waaruit ze kan kiezen. Ofwel zij betaalt u het totaalbedrag ineens en dan is zij van haar schuld af – u kunt vervolgens met behulp van dit geld de boeken tweedehands bij elkaar sprokkelen via internet. Ofwel zij duikt onmiddellijk in haar opslag en gaat een paar uur dozen openmaken om de geleende exemplaren op te sporen. Mocht zij binnen een door u gestelde redelijke termijn niet over de brug komen met een van beide vormen van schulddelging, dan schrijft u het geleende af, u bekostigt zelf vervangingen en u laat de vriendschap verder verwateren.

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Graaiende oudjes

De Ouderenpartij 50Plus heeft bij haar aankondiging om mee te doen aan de Provinciale Staten-verkiezingen vooralsnog weinig enthousiasme kunnen incasseren. Het was misschien niet handig om voor een optreden bij Pauw & Witteman lijstduwer Jacques D’Ancona af te vaardigen. De goede man kon nauwelijks antwoord geven op de vraag wat de nieuwe partij nou eigenlijk beoogde (wel was roerend om van hem te vernemen dat hij had gewacht met als homo uit de kast te komen tot zijn beide ouders waren overleden, maar voor dat onderwerp zat niet hij maar Arie Boomsma aan tafel) en hij zal niet veel kiezers hebben gemobiliseerd.

Een blik in het verkiezingsprogramma bevestigt inderdaad de indruk van graaiende oudjes. Het is een en al gezeur om geld: de aow mag niet naar 67 jaar, maar moet gehandhaafd blijven op 65. Aow’ers moeten meer vakantietoeslag krijgen en een dertiende maand. Voor rijke gepensioneerden moet de destijds door Wouter Bos ingestelde belasting op aow weer worden afgeschaft. De successiebelasting op erfenissen tot 250.000 euro moet afgeschaft worden. En verder moeten 65-plussers recht krijgen op gratis openbaar vervoer buiten de spits.

In het licht van de economische crisis die toch echt nog niet voorbij is, gezien het begrotingstekort, de problemen met pensioenfondsen, de malaise op de huizenmarkt en de bezuinigingen op alle maatschappelijke fronten, zijn dit bepaald wereldvreemde eisen te noemen. Alsof je in een houtje-touwtje snackbar zonder blikken of blozen ossenhaas à point bestelt. Om een en ander vervolgens te financieren wordt voorgesteld de defensiebegroting te halveren en, daar heb je ze weer, overbodige ambtenaren te ontslaan. Dream on, zullen we maar zeggen, dit soort ideeën valt niet serieus te nemen.

Het lastige van politieke partijen die zich opwerpen als belangenbehartiger van een bepaalde demografische categorie is dat die groep altijd veel heterogener is dan het kenmerk dat de groep zogenaamd verenigt. Deze nieuwe 50Plus partij lijkt zich in de eerste plaats tot babyboomers te richten, maar het enige opmerkelijke van de babyboomers is dat het er heel veel zijn. Meer dan de generatie voor hen en ook meer dan de generatie na hen. Het zijn er zo veel dat ze de maatschappij (tijdelijk) doen vergrijzen. Maar behalve hun grote aantal en het feit dat ze dezelfde liedjes uit de top-2000 herkennen hebben babyboomers niet zo veel gemeenschappelijk. Je hebt er rijke onder en arme, hoogopgeleide en laagopgeleide, linkse en rechtse, succesvolle en losers. De generatie zelf is als een dwarsdoorsnede van de hele maatschappij. Dat geldt trouwens evenzeer voor de nog ouderen, de 70-plussers. Ook de oudste leeftijdscategorie beslaat het hele spectrum van arm naar rijk. Het is merkwaardig om ouderen als een aparte belangengroep af te schilderen en te voorzien van allerlei behoeftigheidsindicaties, want zeker twee derde van de ouderen is helemaal niet zielig, althans niet zieliger dan vele jongeren die het ook niet makkelijk hebben en ook worden gekort.

Toch zijn er temidden van alle eisen om meer poen in het 50Plus partijprogramma twee lichtpuntjes te vinden: het ene is om de extra vrije dagen waar oudere werknemers recht op hebben (de zogenaamde oude-lullen-dagen) af te schaffen en het andere is om meer vijftig-plussers aan het werk te krijgen. De regeling om mensen boven de 50 met het klimmen der jaren steeds meer vakantiedagen toe te kennen is niet alleen duur en in hoge mate verspillend, maar rangeert oudere werknemers ook op een zijspoor. Zo iemand die voortdurend het vliegtuig neemt naar verre streken of steeds dagjes thuis hangt op de bank wordt tot een misbare spek-en-bonen werker gedegradeerd. Geen wonder dat vijftig-plussers er niet in kunnen slagen om een baan of zelfs maar aangenomen werk te vinden, ook niet als ze vrijwillig afzien van verworven rechten. Een verkeerd geboortejaar op een sollicitatieformulier heeft hetzelfde effect als iemand die uit z’n mond stinkt: de pechvogel wordt niet eens in overweging genomen. Maar hoe die leeftijdsdiscriminatie te bestrijden? Het partijprogramma zwijgt erover.

Het zou mooi zijn als mensen tussen de 50 en 65 gewoon weer ‘volwassenen’ genoemd zouden worden met dezelfde rechten en plichten als volwassenen tussen pakweg 25 en 50 jaar. Maar het bestaan van de Ouderenpartij 50Plus zal alleen maar het idee versterken dat mensen vanaf hun 50ste oud, irrelevant en tuk op gratis vakantie zijn.

Artikelen in Column.


Gescheiden kleinzoon

Beste Beatrijs,

Onze zoon is gescheiden en voor de tweede keer getrouwd. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij een zoon van acht die bij zijn moeder woont. Om onze enige kleinzoon te kunnen zien staan we nog op redelijk vriendschappelijke voet met onze ex-schoondochter, al lopen we de deur zeker niet plat. Onze zoon en zijn nieuwe vrouw eisen dat wij elk contact met de ex verbreken. Kleinzoon kunnen we dan wel zien gedurende de twee weekends per maand dat het joch bij zijn vader is. Onze zoon zegt diverse redenen te hebben waarom hij het bloed van zijn ex wel kan drinken. Het feit dat wij de ex niet de rug toegekeerd hebben ervaart zoon als verraad. Hij is er zo boos over dat hij niets meer met ons te maken wil hebben. We houden van ons kleinkind, maar ook van onze zoon die ons niet meer wil zien.

Bedroefde oma

Beste Bedroefde oma,

Uw zoon heeft zich ingegraven en wil geen contact meer met u. Op dit moment kunt u de relatie met uw kleinzoon in stand houden, omdat u via zijn moeder toegang tot hem hebt. Het is begrijpelijk dat uw zoon het niet leuk vindt, als u bij zijn ex over de vloer komt en daar uitgebreid koffie gaat zitten drinken en praten. Vermijd die situatie en laat de grootouder-kleinkind-relatie zich zo veel mogelijk bij u thuis afspelen. Dus haal uw kleinzoon op voor een uitje (of laat zijn moeder het kind naar u brengen) zonder dat u haar ook ontvangt en allerlei gesprekken met haar gaat voeren.

U kunt aan de ex uitleggen dat u gegeven de omstandigheden tot uw spijt niet langer meer met haar kan omgaan. Probeer vervolgens nog een keer een gesprek met uw zoon te voeren (het beste is een tweegesprek zonder uw man en zonder de nieuwe vrouw erbij), waarin u hem op het hart drukt dat het u alleen om uw kleinzoon te doen en dat u behalve bij het ophalen en wegbrengen geen contact zult hebben met de ex. Als u dat zorgvuldig uitlegt en een beroep doet op zijn compassie, gaat uw zoon misschien overstag.

Artikelen in Grootouders en kleinkinderen, Huwelijk en scheiding.


Voeten op tafel

Beste Beatrijs,

Bij mijn ouders werd het vroeger goed gevonden om tijdens het televisie kijken de voeten (zonder schoenen) op tafel te leggen. Bij een goede vriend van mij mocht dat niet. Nu ik als vader mijn kinderen manieren wil bijbrengen en geen voeten op tafel wil, wordt mij vaak verweten dat ik een zeurpiet ben. De voeten op de bank of een krukje vind ik prima, maar niet op tafel. Je zou nog een onderscheid kunnen maken of er voedingsmiddelen op tafel liggen of niet. Maar wat is nu gebruik?

Voeten op tafel

Beste Voeten op tafel,

Gebruik is wat de mensen zelf beslissen. In het ene gezin is men gewend de voeten met schoenen en al op tafel te leggen tussen de glazen en bakjes met snacks. In het andere gezin mogen alleen kousevoeten. In weer een ander gezin is het leggen van voeten op tafel (met of zonder schoenen) altijd een doodzonde. Als man des huizes kunt u samen met uw vrouw uw eigen lijn bepalen in dezen. Misschien doen uw kinderen niet wat u zegt, maar als u doorgaat met de regel te stellen, zal die zodanig doordruppelen dat ze in ieder geval niet bij andere mensen op bezoek hun voeten als vanzelfsprekend op tafel leggen. En dan hebt u toch wat bereikt.

Artikelen in Kinderopvoeding, Traditionele etiquette.

Gelabeld met , .


Een schrale uitnodiging

Beste Beatrijs,

Mijn vrouw en ik werden voor het eten uitgenodigd door een oude studievriend van mij, twee uur rijden van ons vandaan. Hij is een aardige man, zij het behoorlijk op de penning. In onze vriendenkring vroeger genoot hij een zekere faam als iemand die altijd wist te ontkomen aan het geven van rondjes. Via e-mail werd ons gevraagd of we met hem en zijn vrouw in een restaurant wilden eten of bij hen thuis. We lieten weten dat we graag ingaan op het aanbod van een huiselijke maaltijd. Wat hierin meespeelde was dat we bij een eerdere uitnodiging van hen in een restaurant terecht kwamen, waar (op zijn instigatie) de rekening werd gedeeld. Nu mailde hij terug dat zij een gerecht uit onze studententijd zouden gaan maken: rijst met tomatensaus, en hij verzocht ons om het dessert mee te brengen.

Het stel heeft ook wel eens bij ons gegeten en die keren hebben wij gewoon de hele maaltijd verzorgd. Onze studietijd is inmiddels tien jaar achter de rug. Hij heeft een goede baan en geen financiële zorgen. Eigenlijk staat het ons tegen dat we een dessert moeten verzorgen. Moet ik mijn vriend hierop aanspreken, en zo ja, hoe kan ik dan voorkomen dat ik de relatie beschadig?

Schrale uitnodiging

Beste Schrale uitnodiging,

Uw vriend en zijn vrouw betuigen u halfhartige gastvrijheid waar geen enthousiasme uit spreekt. Dat hij u een karige studentenprak in het vooruitzicht stelt heeft iets genants, ook al brengt hij het onder het mom van nostalgie. En dan ook nog een dessert bestellen bij de gasten! Maar iemand die gierigheid tot zijn tweede natuur heeft gemaakt zult u niet kunnen omturnen. Ik kan niets verzinnen wat u tegen hem kunt zeggen waardoor hij tot het inzicht komt dat dit een onaardige manier van uitnodigen is, terwijl tegelijk de vriendschap overeind blijft. Als iemand zoiets niet zelf kan bedenken, dan is er geen hoop meer op redding.

Er zit voor u maar een ding op – als u tenminste de uitnodiging aanneemt (vriendelijk op de lange termijn van later naar nooit schuiven kan natuurlijk ook): neem het gevraagde dessert mee en maak er een studententoetje van. Bijvoorbeeld een pak yoghurt en een pak vanillevla. Dan kan iedereen na de rijst-met-tomaten een fijne vlaflip eten. Kost niks, u hoeft niet van tevoren in de keuken te staan, en u blijft geheel in de geest en stijl van de gastheer.

Artikelen in Eten en drinken, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , .


Voyeurisme op niveau

Het beslommeringsloze eindejaarsreces bood ruimte voor een kleine culturele inhaalslag. Nog even de boter eruit braden ook, voordat de toegangsprijzen tot een scherpere selectie zullen dwingen. De film Winter’s Bone (prachtige film, geen kip in de zaal bij de ochtendvoorstelling) werd zoals gebruikelijk voorafgegaan door een paar trailers van wat we nog meer aan moois kunnen verwachten in het segment van de kwaliteitsbioscopen. De trailer is een kunst op zichzelf. Hij moet een indruk geven van waar de film over gaat en tegelijk genoeg te raden overlaten om de toeschouwer te prikkelen tot later bioscoopbezoek. Die van Black Venus vatte de inhoud zo perfect samen dat ik al na dertig seconden het gevoel had de hele film gezien te hebben, al kan dat ook komen doordat ik deze geschiedenis kende uit een boek.

Het verhaal gaat over een zwarte vrouw, Saartjie Baartman (behorend tot de Zuid-Afrikaanse Khoi-stam, ook wel Hottentotten genaamd) die in de 19de eeuw inging op het voorstel van een Britse impresario om in Europa geld te verdienen door zichzelf op kermissen tentoon te stellen als specimen van een niet zo nobele wilde. Saartjie was dik en had een enorm achterwerk, waarmee ze uitdagend zwaaide onder woest gedans. Overal waar ze optrad, ook in salons van de aristocratie, verlustigde het publiek zich bij de aanblik van haar onbeschaafdheid.

Erik Spaans wees in zijn recensie (HP/De Tijd, 7-1-2011) op de paradox dat de filmmaker een negentiende-eeuwse freakshow pas kan becommentariëren, als hij er eerst zelf een creëert. Precies die vieze smaak liet de trailer al achter. De joelende voyeuristische toeschouwers worden weliswaar neergezet als onbeschaafde primitievelingen, maar door op jouw beurt die beschamende vertoning te gaan zitten bekijken in de bioscoop, betoon je jezelf geen haar beter dan de eerdere voyeurs. Black Venus draait om de sensatie van het onvertogene, want dat racisme verkeerd is wisten we tenslotte al.

Voyeurisme en sensatiezucht liggen eveneens ten grondslag aan de tentoonstelling Body World in Rotterdam, waar de geplastineerde lijken van Gunther von Hagens te bezichtigen zijn in diverse dartele poses. Niet dat ik er geweest ben (de schilderijen van Edvard Munch en Kees van Dongen in dezelfde stad vormden een heel wat verheffender tijdpassering), maar de populariteit van de lijken (expositie verlengd wegens overmatige belangstelling) geeft stof tot nadenken. Jongeren die met geen stok het museum in te krijgen zijn, staan in de rij voor een kaartje. Eigenaardig hoe mensen die normaal gesproken in slaap sukkelen boven een plattegrond van de bloedsomloop, nog nooit betrapt zijn op enige belangstelling voor de monnikskapspier en ‘iewl’ roepen bij de aanblik van orgaanvlees, zich nu ineens verdringen voor het inwendige menselijk lichaam. O, dus zo zien door een infarct getroffen hersenen eruit! En kijk eens hoe vernuftig het maag-darmstelsel in elkaar zit!

De overledenen hebben hun lichamen formeel gedoneerd uit belangenloze liefde voor de wetenschap, maar mogelijk ook om bewaard te blijven in plaats van te desintegreren. De tentoonstelling gaat onder het mom van educatieve doeleinden. Ethisch gezien is de zaak dichtgetimmerd, toch verdenk ik bezoekers ervan dat ze niet zozeer gespitst zijn op een beter inzicht in de onderhuidse mens, als wel op de sensatie om zonder pijn naar echte lijken van echte mensen te kunnen kijken. En er vervolgens over te giebelen, wat weer niet de bedoeling was van degenen die hun lichaam afstonden, maar zo gaan die dingen.
Gunther von Hagens heeft aangekondigd dat hij zelf na zijn dood (hij lijdt aan parkinson) eveneens geplastineerd wil worden en in een verwelkomende houding als gastheer wil postvatten bij de ingang van zijn eigen tentoonstelling. De hele poppenkast geeft een macabere draai aan het begrip recycling. Elke cultuur heeft wetten tegen het sollen met lijken, maar als mensen zich aanmelden om na hun dood als kermisattractie te dienen, mag het ineens wel.

Het is hypocriet amusement, net zoals Black Venus een vorm is van meta-racisme. Intussen wordt in Mark Twains Huckleberry Finn het kwetsende woord ‘nigger’ vervangen door ‘slave’. Met terugwerkende kracht wordt het boek van zijn angel ontdaan en politiek correct gemaakt. Kennelijk zijn woorden bedreigender dan beelden en lijken.

Artikelen in Column.


Chagrijnige schoonzus

Beste Beatrijs,

Het is bij ons traditie om op Nieuwjaarsdag mijn schoonouders te bezoeken. Het zijn aardige mensen en ik doe het graag. Helaas zijn mijn zwager en vooral zijn vrouw heel wat minder prettig in de omgang. Mijn schoonzus staart elk jaar weer ongeïnteresseerd uit het raam of naar de kerstboom en doet haar mond alleen open als iemand iets aan haar vraagt. Belangstelling voor de anderen is er totaal niet. Ik probeer het te negeren, maar ik erger me wild aan haar. Mijn schoonouders en mijn man doen gewoon of hun neus bloedt, maar ik vind het een affront. Mag ik mijn schoonzus confronteren met haar ongezellige houding? Hoe zeg je zoiets zonder een familieruzie te ontketenen?

Chagrijnige schoonzus

Beste Chagrijnige schoonzus,

U gaat op Nieuwjaarsdag bij uw schoonouders op bezoek. U vindt hen aardig en u doet het met plezier. Houd het daar verder bij. Laat u niet van de wijs brengen door het gebrek aan inzet van uw schoonzuster. Haar verveling is niet uw verantwoordelijkheid. Wie weet is ze depressief of heeft ze te veel gedronken de avond daarvoor of staat haar hoofd domweg niet naar familiegekeuvel. Pech voor haar, maar daar is op dat moment verder niets aan te doen. Ze zal er in ieder geval niet op uit zijn om u persoonlijk dwars te zitten. Wat haar slechte humeur dan ook veroorzaakt, u hoeft dat probleem niet op uzelf te betrekken. Haal uw schouders over haar op, net zoals de rest van de familie doet. Wanneer u haar met rust laat, bestaat er een grotere kans dat ze ontdooit en ook iets gaat bijdragen aan de conversatie dan wanneer u haar in opvoedende zin tot de orde gaat roepen. Dat zorgt alleen voor extra ongenoegen.

Houd het bezoekje gezellig omwille van uw schoonouders met wie u het wel goed kunt vinden en u ziet wel wat ervan komt. Na afloop gaat u weer naar huis, tevreden omdat u uw beste beentje hebt voortgezet en opgelucht omdat u voorlopig uw schoonzuster niet hoeft te zien.

Artikelen in Feestdagen, Schoonfamilie.

Gelabeld met .


Ongewenste goede wensen

Beste Beatrijs,

Mijn zus heeft me laten weten dat ze mijn verjaarswens het afgelopen jaar onoprecht vond, omdat we al enige tijd gebrouilleerd zijn, zoals dat heet. Ze was ook niet van plan om mij te feliciteren met mijn verjaardag. Nu is het weer kaartjestijd en ik zou graag een kaartje naar haar en haar gezin sturen. Mijn wens is namelijk wel oprecht, wat zij er ook van mag denken. Maar is dat wel gepast, nu zij mijn wensen als onoprecht en dus eigenlijk als ongewenst heeft betiteld? Ik wil geen inbreuk maken op haar leven, maar ik vind het onfatsoenlijk om haar en de haren als enigen van onze omvangrijke familie geen goed nieuwjaar te wensen.

Ongewenste wensen

Beste Ongewenste wensen,

Als uw zus u te verstaan heeft gegeven dat zij geen prijs stelt op kaartjes van u, dan is het een daad van agressie om er wel een te sturen. Dat kunt u dus beter niet doen. Het is veel belangrijker dat u de ruzie met uw zus oplost en die brouille uit de wereld helpt. Misschien met behulp van een familielid die als bemiddelaar kan optreden? Pas daarna, als de vrede is getekend, kunt u de traditie van het sturen van kaartjes weer opvatten.

Artikelen in Broers en zussen.

Gelabeld met , .


Wil niet naar nieuwjaarsreceptie

Beste Beatrijs,

Op mijn werk heb ik een vreselijk jaar achter de rug. Ik had een meningsverschil met mijn werkgever over het toepassen van de CAO. Mijn werkgever was hierin totaal niet voor rede vastbaar, waardoor ik mij genoodzaakt zag een advokaat in de arm te nemen. Dit heeft er toe geleid dat mijn werkgever moest erkennen dat ik het gelijk aan mijn zijde had. Maar ik heb te maken met een slechte verliezer. Er is een klimaat ontstaan waarin ik door collega’s word gemeden en waarin verdachtmakingen over mij de ronde doen. Daardoor heb ik niet zo heel veel contact meer met mijn collega’s. Dat vind ik op zichzelf niet zo erg, als ze me maar met rust laten en ik gewoon mijn werk kan doen.

Nu is het bijna 2011 en zal er op de eerste werkdag een nieuwjaarsreceptie plaatsvinden, waar iedereen geacht wordt aanwezig te zijn. Na het rottige afgelopen jaar heb ik hier helemaal geen zin in. Hoe kan ik hier op een nette manier aan ontsnappen?

Geen goed Nieuwjaar

Beste Geen goed Nieuwjaar,

U hebt een zwaar jaar achter de rug en ik kan me goed voorstellen dat u er tegenop ziet om gezellig met uw collega’s het glas te heffen op het nieuwe jaar. Toch raad ik u aan om wel naar die receptie te gaan. U kunt natuurlijk gewoon wegblijven onder het motto ‘het interesseert me niks’ en u excuseren met een slappe smoes, maar daarmee maakt u het isolement waarin u verkeert nog erger. U hebt een conflict gehad op uw werk, maar een en ander is in uw voordeel beslecht. Waarom zou u zich vervolgens gedragen als een geslagen hond die iedereen ontwijkt? U hebt gezegevierd in uw strijd en dat is reden om trots te zijn. Mogelijk heeft de chef de pest in, maar de rechter heeft u gelijk gegeven, dus het zal wel slijten. U hebt nog steeds uw baan en het is belangrijk om op redelijke voet met uw collega’s te staan, omdat u af en toe met hen zult moeten samenwerken. U kunt beter uw collega’s met opgeheven hoofd tegemoet treden en hen een goed nieuwjaar toewensen dan thuis te zitten mokken. Een redelijke verstandhouding met althans een paar collega’s is onontbeerlijk om met plezier naar het werk te gaan. Misschien is uw positie nog niet helemaal verloren. Doe voor uw eigen belang enige moeite om de betrekkingen met de collega’s boven het vriespunt te krijgen. Anders wordt 2011 een nog veel ellendiger jaar dan 2010.

Artikelen in Collega's, Feestdagen.

Gelabeld met .