Spring naar inhoud


Strippen met de bruid

Beste Beatrijs,

Een goede vriendin van me gaat binnenkort trouwen en ik kreeg een uitnodiging voor haar vrijgezellenfeestje, waar ik ja op gezegd heb. Nu kreeg ik het programma van de dag toegestuurd: ’s ochtends een sportieve activiteit (klimmen op een klimrots), ’s middags een striptease-workshop, en ’s avonds met z’n allen uit eten en de stad in. Heel gezellig, alleen die striptease-workshop zie ik absoluut niet zitten. Kan ik hier onderuit komen en zo ja, hoe kan ik dit op een elegante manier doen zonder mijn vriendin voor het hoofd te stoten? Ik wil graag dat zij een fijne vrijgezellendag heeft en ik zou liever geen spelbreker zijn voor de groep, maar aan de andere kant wil ik helemaal niet langzaam mijn kleren uittrekken voor een groep onbekende vrouwen die ik die dag voor het eerst zie (behalve mijn vriendin dan). Zie ik het allemaal te zwaar in en moet ik gewoon meedoen? Overigens vind ik het geen probleem om gewoon het volledige bedrag voor de hele dag neer te leggen, het gaat mij niet om het geld.

Strippen met de bruid

Beste Strippen met de bruid,

Als u geen zin hebt in een striptease-workshop, dan moet u het vooral niet doen!

Als u geen zin hebt in een striptease-workshop (iets wat ik me goed kan voorstellen), dan moet u het vooral niet doen! Mensen verzinnen de raarste en doorgaans veel te dure activiteiten voor een toch al bedenkelijk fenomeen als ‘het vrijgezellenfeestje’ en onder groepsdruk gaan deelnemers vaak veel verder dan ze van plan waren. Dus als het u tegenstaat, zeg dan vriendelijk af. Wanneer uw afzegging financiële problemen voor de rest van het gezelschap geeft, kunt u aanbieden uw bijdrage gewoon door te betalen. U hebt er dan zelfs geld voor over om u níet te hoeven uitkleden! Nou ja, dat moet dan maar.

Wat de rest van de dag betreft: het is natuurlijk vervelend voor u om gedurende een dagdeel niets om handen te hebben. Ik raad u aan om ofwel voor het klimmen ’s ochtends te kiezen, ofwel voor het eten en de stad ingaan ’s avonds. Wat het beste uitkomt en u het leukste lijkt.

Artikelen in Bruiloft.

Gelabeld met .


Tolerant

Nederlandse ouders zijn in meerderheid ongelooflijk ruimdenkend en tolerant. Volgens een onderzoek, gepubliceerd in het septembernummer van opvoedblad J/M, heeft 57 procent van de ondervraagde ouders er geen probleem mee als hun dochter zou thuiskomen met een allochtoon vriendje als aanstaande schoonzoon. Voor een zoon met een allochtone vriendin ligt het acceptatieniveau op 62 procent. Meer dan de helft van de ouders stelt zich dus in principe accepterend, omarmend, kleurenblind en anti-discriminerend op tegenover de partnerkeus van hun kinderen. Hiermee demonstreren ze een politiek-correcte zuiverheid die, als iedereen er maar zo over zou denken, uiteindelijk culturele verbroedering en de wereldvrede dichterbij kan brengen. Tenslotte geldt het interetnische, interculturele huwelijk als het toppunt van integratie.

Heel mooi, maar ik vertrouw het niet. Ik geloof er niets van dat er ouders bestaan die vanuit volle innerlijke overtuiging verkondigen dat het hun niet uitmaakt met wie hun kinderen in zee gaan, zolang ze maar van elkaar houden. Dat is weliswaar de gangbare sociaal-wenselijke opstelling, maar die laat alleen maar zien hoe groot het taboe is om überhaupt een mening over de partnerkeus van je kinderen te ventileren. In dat opzicht valt het me nog mee dat zo’n veertig procent van de ondervraagden toch wel enig bezwaar tegen interculturele allianties toegaf.

Zodra het woord ‘allochtoon’ valt, raakt iedereen verlamd in de Pavlovreactie: gij zult niet discrimineren!

Het venijn in dit onderzoek zit in het woordje ‘allochtoon’. Zodra dat valt, gaan er alarmbellen rinkelen en raakt iedereen verlamd in de Pavlovreactie: gij zult niet discrimineren! En natuurlijk is het fout om mensen op grond van afkomst uit te sluiten bij het aannemen van personeel, het toewijzen van woningen of het betreden van openbare locaties. Maar dat gaat over burgerrechten in een democratische maatschappij. Vriendschap en liefde bevinden zich in het privédomein dat juist wel wordt geregeerd door discriminatie, oftewel het maken van onderscheid. De keuze van een (levens)partner is de meest discriminatoire beslissing die een mens kan maken. Die keus komt immers neer op: jij wel en alle andere mensen van de wereld niet, althans voorlopig niet.

Omdat de definitieve partnerkeus van een kind zo’n belangrijke beslissing is die ook gevolgen heeft voor de latere familieverhoudingen, kan een toekomstige schoonzoon/ -dochter ouders niet onverschillig laten. Dat er liefde bij te pas komt is mooi, maar niet genoeg. Ouders zullen sommige gegadigden eerder aan hun hart drukken dan andere. Kerncriterium in deze beoordeling is homogeniteit. Past de potentiële partner een beetje in de familie of niet? Hoe minder de geliefde van een kind lijkt op het kind zelf danwel op de familie, hoe minder enthousiast de ouders zullen zijn. Enerzijds uit eigenbelang: het is makkelijker om iemand te verwelkomen die als het ware in een gespreid bedje valt. Anderzijds houden ouders meer dan hun verliefde kind de lange termijn in de gaten.

Ontegenzeggelijk hebben relaties tussen mensen die achtergrond en overtuigingen delen een grotere overlevingskans dan relaties die in het teken van verschillen staan. Doorgaans staan ouders niet te trappelen van vreugde, wanneer hun kind een buitenlander als partner dreigt te kiezen die de taal niet spreekt. Of wanneer zich iemand aandient die vijftien jaar ouder of jonger is dan het kind zelf, een totaal andere godsdienst of levensbeschouwing heeft, uit een andere sociaal-economische klasse (veel hoger of veel lager) komt, of uit een andere cultuur met andere gewoonten. Een keuze voor heterogeniteit is vragen om moeilijkheden.

Ook wanneer toekomstige partners veel gemeenschappelijks hebben is een bestendige relatie lastig genoeg om overeind te houden. Laat staan wanneer er sprake is van radicaal botsende levensopvattingen. Waar ook ter wereld hebben ouders een voorkeur dat hun kinderen een partner kiezen van dezelfde culturele en religieuze afkomst. In Nederland ook – alleen durft zestig procent daar niet voor uit te komen.

Artikelen in Column.


Bruiloft met corvee

Beste Beatrijs,

Vrienden van ons gaan trouwen en hebben ons uitgenodigd voor de bruiloft op een van de waddeneilanden. Dat lijkt ons leuk. Onlangs kregen we een uitgebreide brief met informatie. De bruiloftsgasten kunnen overnachten op de slaapzaal van een kampeerboerderij. Dit kost tien euro per persoon exclusief linnenpakket. Verder wordt er hulp van de gasten gevraagd voor het bereiden van de maaltijd, het serveren van drank en hapjes tijdens het feest en voor het ontbijt de volgende ochtend. Ook hebben ze handen nodig bij de afwas en het opruimen. We krijgen een beetje het idee te zijn uitgenodigd voor een jeugdkamp in plaats van een bruiloft. Het bruidspaar is niet armlastig. Hij en zij hebben allebei een goede baan en hadden ons inziens best iets meer geld ertegenaan kunnen gooien. Ze laten ons tenslotte van Zuid-Nederland naar een waddeneiland komen. We voelen er eigenlijk weinig voor om onszelf een heel weekend lang te laten inroosteren als keukenhulp. Wat moeten we doen? We willen niet dat we met de nek worden aangekeken als we onze hulp niet aanbieden.

Handen uit de mouwen

Beste Handen uit de mouwen,

Dit lijkt meer op een vakantiekamp met corvee dan op een bruiloft.

Dit lijkt inderdaad meer op een vakantiekamp met corvee dan op een bruiloft. Zo te zien is er in dit weekend niets waarop u onthaald wordt, behalve dan op de kale kosten van eten en drinken. Voor de rest moeten gasten hun overnachting bekostigen en volgens een dienstrooster hun eigen eten klaarmaken en daarna afwassen en opruimen. Deze moeite komt bovenop de reiskosten, de kosten van een cadeau en eventuele inspanningen voor creatieve bijdragen. De verhouding tussen geven (door de gasten) en incasseren (door het bruidspaar) lijkt hier een beetje uit het oog verloren. Oftewel: deze bruiloft heeft een uitgesproken ongastvrije en beknibbelende opzet.

Wat te doen? Ik vrees dat u slechts twee keuzes heeft. De ene is dat u erheen gaat en u onderwerpt u aan het corvee-regime. U kunt moeilijk weigeren deel te nemen aan huishoudelijke taken als dat van iedereen wordt verwacht en als iedereen zich willig laat inroosteren. Het alternatief is om beleefd af te zeggen voor het festijn, het bruidspaar uw welgemeende felicitaties te sturen en lekker thuis te blijven.

Artikelen in Bruiloft.

Gelabeld met .


Condoleren zonder rij

Beste Beatrijs,

Bij de receptie na een begrafenis of crematie kiezen nabestaanden er soms voor om zich niet in een rijtje op te stellen om condoléances te ontvangen maar om zich informeel onder de bezoekers te begeven. Ik weet niet goed hoe ik mij hierbij moet gedragen. Soms is een nabestaande zo druk in gesprek met een of meer anderen dat het onbeleefd voelt om daarin in te breken. Om dan alle nabestaanden te kunnen condoleren moet je je even zo veel keer  in zo’n gesprek proberen te mengen. Enerzijds voelt het voor mij ongemakkelijk om mezelf op te dringen, anderzijds vind ik het ook onbeleefd om te vertrekken zonder alle nabestaanden te hebben gecondoleerd. Wat is hierin de juiste handelwijze?

Condoleren zonder rij

Beste Condoleren zonder rij,

Het is heel onhandig om geen rij te willen, zeker als er veel bezoekers zijn.

Dit is nu precies de reden waarom een formele condoléancerij van nabestaanden de beste manier is om het condoleren na een begrafenis/ crematie vorm te geven. Dan komt tenminste iedereen aan de beurt en hoeven de gasten niet onderling te concurreren om de aandacht. Als de nabestaanden geen rij willen en zich liever op de bonnefooi onder de aanwezigen begeven, creëren ze chaos, onoverzichtelijkheid en onzekerheid onder de bezoekers die voortdurend op het vinkentouw moeten zitten om hun kans te grijpen. Het is dus heel onhandig om geen rij te willen, zeker als er veel bezoekers zijn.

Bij ontstentenis van een ordelijke condoleancerij, ziet er niets anders op dan u assertief op te stellen. Als u de bijeenkomst wilt verlaten en u hebt de nabestaanden nog niet gecondoleerd, dan breekt u in in het gesprek dat die persoon aan het voeren is. U zegt: ‘Neem me niet kwalijk als ik stoor, maar ik wil je graag nog even condoleren, voor ik weg ga.’ U geeft een hand of een kus, en vertrekt onmiddellijk zonder op uw beurt een gesprek aan te gaan. Hetzelfde met de andere nabestaanden. Als er te veel nabestaanden zijn om aan te schieten, beperkt u zich tot de een of twee belangrijkste en u laat de rest zitten. Vergeet in ieder geval niet het condoléanceregister te tekenen.

Artikelen in Dood en begrafenis.

Gelabeld met .


Een opa is geen oom

Beste Beatrijs,

Wij zijn twee zussen van in de dertig en onze ouders zijn sinds tien jaar gescheiden. Daarna zijn er nieuwe partners gekomen. Prima, ouders hebben recht op een nieuw leven met daarbij nieuwe levensgezellen. Mijn zus en ik hebben nooit echt een warme band met deze nieuwe partners opgebouwd. Nu zijn er inmiddels kleinkinderen gekomen. En onze moeder promoot haar vriend heel nadrukkelijk als ‘opa’ aan onze kinderen. Wij ervaren hem echter helemaal niet als opa. Hij is niet onze vader, dus we vinden dat onze kinderen hem ook geen ‘opa’ moeten noemen. Kunnen we de aanspreekvorm ‘oom’ introduceren?

Oom in plaats van opa

Beste Oom in plaats van opa,

Introduceer de aanspreekvorm ‘opa Voornaam’.

Het heeft iets verwrongens om de nieuwe partner van uw moeder als ‘oom’ te betitelen. Een oom zou een broer van een van u beiden zijn. En dat is hij niet. Hij is de nieuwe man van uw moeder. De kinderen ‘oom’ laten zeggen suggereert verwarrende familieverhoudingen en niet-bestaande intimiteit. Hoe moeten uw kinderen hem dan aanspreken? Als ze hem vaker zien dan een keer per jaar, kunnen ze hem moeilijk ‘meneer’ noemen. U en uw zus kunnen hem bij zijn voornaam aanspreken, maar voor uw kinderen is dat te familiair. Introduceer de aanspreekvorm ‘opa Voornaam’. Dat klinkt respectvol en op zo’n manier wordt hij subtiel onderscheiden van de echte opa (de ex van oma), die uw kinderen natuurlijk ook kennen.

Maak u geen zorgen dat de kinderen denken dat opa Voornaam hun echte opa is. Kinderen krijgen de familieverhoudingen vanzelf onder de knie. Het zal hun niet ontgaan dat ze te maken hebben met twee oorspronkelijke opa’s en oma’s en dat opa Voornaam, respectievelijk oma Voornaam (de nieuwe vrouw van uw vader) allebei zij-instromers zijn.

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Grootouders en kleinkinderen, Stieffamilie.

Gelabeld met .


De stank van vroeger

De kracht van de veelgeprezen tv-serie Mad Men zit voor een groot deel in de glamourisering van een tijdperk: de jaren zestig vlak voor de maatschappij onder invloed van de jeugdrevolte begon te verslonzen. Ten tijde van Mad Men bevindt de enkele aanstormende hippie zich in marginale, armlastige kunstenaarskringen; op kantoor en trouwens ook in de huiselijke kring ziet iedereen er perfect gestyleerd en gesoigneerd uit, alsof men permanent op een cocktailparty verkeert. De indruk van party time wordt extra versterkt door de alomtegenwoordigheid van drank en tabak. Voor de televisiekijkers in 2011 is vooral het vanzelfsprekende roken in wat voor omstandigheden dan ook shockerend. Bij vergaderingen, in de lift, in restaurants, in bed, in de auto, in aanwezigheid van kinderen – hoe durfden ze!

Hoe waarheidsgetrouw alles in de serie ook eruit ziet, van de kleding tot en met het typerende jaren-zestig-kantoormeubilair, dat er toch sprake is van een gelikte voorstelling van zaken kun je afleiden uit wat er níet in beeld wordt gebracht: nergens lege flessen of vuile glazen en vooral geen volle asbakken. Met het tempo waarmee de heren en dames sigaretten opsteken zou je overal volle asbakken verwachten, want je ziet Don Draper er niet voor aan dat hij na weer een moeizame bespreking op zijn kamer zelf naar het kantoorkeukentje loopt om de peuken weg te gooien. En een shot van het omkeren van een asbak in de prullenmand naast het bureau komt ook niet voor.

Ze roken en drinken als ketters, maar de fysieke sporen hiervan blijven de kijker bespaard, waardoor het beeld toch weer hygiënischer is dan de werkelijkheid geweest moet zijn. En de geur van rook moet de kijker er ook bijverzinnen, al spreekt men tegenwoordig natuurlijk van de ‘stank’ van rook. Het is opmerkelijk hoe ingrijpend de gevestigde opvatting over de geur van rookwaren is veranderd. Binnen dertig jaar sloeg die om van een neutrale, min of meer vanzelfsprekende olfactorische begeleiding van het dagelijkse leven naar een walging opwekkende stankbron. Ik heb het nu niet over de ongezondheid van het roken zelf (die staat buiten kijf), maar zuiver over de ruiksensatie. De geur van rookwaar (sigaret, sigaar, pijp) wekt dezelfde publieke reactie als de geur van bedorven eten of een ondergepiste wc. Ook rokers geven nederig toe dat roken stinkt en dat de stank in de kleren, de gordijnen, ja zelfs in de huid gaat zitten.

Als kind al vond ik de geur van sigarettenrook die de volwassenen uitbliezen lekker en prikkelend.

Geur is een subjectieve sensatie. Hoewel de voor- en afkeuren in geuren grotendeels aangeboren zijn (de afkeer van de geur van lijken, poep en rotting is algemeen menselijk, evenals een aangename sensatie bij de geur van vers brood of aardbeien), bestaan er toch individuele verschillen. Zo slaag ik er maar niet in om de geur van rook werkelijk smerig te vinden. Als kind al vond ik de geur van sigarettenrook die de volwassenen uitbliezen lekker en prikkelend. Zelfs de uitgesproken geur van een ruimte die ’s ochtends na een feest doordrenkt was van rook en verschaald bier heeft me nooit tegengestaan. Die specifieke day after geur, vroeger standaard aanwezig in kleine cafés, valt nergens meer op te snuiven, maar soms heb ik er nog heimwee naar.

Terwijl iedereen geniet van frisse, rookvrije ruimtes, waar je vrijuit kunt ademhalen zonder dat die smerige rook in je kleren gaat zitten, heb ik andere problemen met stank. Sinds het rookverbod ruik ik de medemens en dat valt niet mee. Vooral op feestjes, borrels en recepties heerst olfactorische opdringerigheid. Ik sta met iemand te praten en word overvallen door een gemene zweetlucht die mijn gesprekspartner uitwasemt. Ik ruik slechte adem, ongewassen truien, de zurige ademtocht van witte wijn, goedkope aftershave en te zware parfums. Geuren die me vroeger nooit opvielen, omdat de rook bij dat soort gelegenheden als een massieve deken fungeerde die alle verdere onwelriekendheid verzwolg. We mogen ons gezonder gedragen, de stank is er niet minder op geworden.

Artikelen in Column.


Speciale oma

Beste Beatrijs,

Mijn schoonmoeder en ik hebben de nodige moeite gehad om aan elkaar te wennen. Gelukkig gaat het nu redelijk goed. Sinds tweeënhalf jaar is zij oma van onze prachtige dochter, haar eerste kleinkind, en haar oogappel. Nu heeft onze dochter drie oma’s en opa’s en spreken wij thuis dus over oma ‘Hellen’, oma ‘Mieke’ en oma ‘Truus’. Helaas heeft mijn schoonmoeder bedacht dat onze dochter haar ‘oma Lief’ moet noemen. Ze stuurt kaarten ondertekend met ‘opa Klaas en oma Lief’. Ik vind dit heel vervelend, mijn dochter is nog op een leeftijd dat zij dit over kan gaan nemen en daarnaast wil ik geen onderscheid maken tussen de verschillende oma’s. Hoe maak ik mijn schoonmoeder duidelijk dat ik dit niet wil, zonder dat zij zich hierdoor gekwetst voelt?

Oma wil speciaal zijn

Beste Oma wil speciaal zijn,

Ga niet meteen met uw schoonmoeder in discussie over haar annexatiedrift.

Wie zichzelf tot de enige echte ‘oma Lief’ bombardeert, impliceert dat de andere oma’s niet of althans minder lief zijn, en dat is geen geschikte boodschap voor een kleinkind. Ik raad u aan om het even aan te zien. Ga niet meteen met uw schoonmoeder in discussie over haar annexatiedrift en haar kennelijke wens om zich van de andere oma’s te onderscheiden door zichzelf een ongepaste koosbenaming aan te meten. Uw dochter kan nog niet lezen, en als u kaarten van oma voorleest, kunt u het achtervoegsel ‘Lief’ gewoon weglaten, en zonodig vervangen door haar voornaam. Blijf in de omgang van uw dochter en uw schoonmoeder vasthouden aan de normale aanspreektitel ‘oma’ zonder naam of andere achtervoegsels. Uw invloed op uw dochter is veel groter dan de hare, dus de kans is niet groot dat uw dochter deze toch wat buitenissige aanspreektitel overneemt.

Misschien waait bij dit ontmoedigingsbeleid oma’s behoefte aan uitverkorenheid vanzelf weer over, als ze merkt dat haar zelfverzonnen eretitel niet aanslaat. Als uw schoonmoeder blijft aandringen op een voorkeursbenaming, kunt u tegen haar zeggen: ‘Het spijt me, Hellen, maar voor Sterre zijn al haar oma’s even lief.’

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Grootouders en kleinkinderen.


Halve bruiloft

Beste Beatrijs,

Mijn vriend en ik gaan trouwen. Bijna een jaar van te voren hebben we dit aan onze families aangekondigd. De planning voor de dag is dat iedereen een paar uur voor de plechtigheid arriveert bij mijn ouderlijk huis voor een hapje en drankje. Daarna vertrekken we gezamenlijk naar het gemeentehuis, gevolgd door een receptie, een diner en een feest. Onlangs kondigde mijn schoonzus aan dat ze pas vanaf het stadhuis erbij kan zijn, omdat ze ’s ochtends nog moet werken. Ze wil alleen de middag vrij nemen. Ik vind zoiets niet kunnen. Een familielid hoort de moeite te nemen om vanaf het begin aanwezig te zijn. Heb ik daar gelijk in?

Halve bruiloft

Beste Halve bruiloft,

U maakt zich boos op uw schoonzus. Ten onrechte.

U maakt zich boos op uw schoonzus. Ten onrechte. Als het nu uw eigen zus was geweest, die afzegde voor de bijeenkomst van tevoren, zou uw teleurstelling nog enigszins voorstelbaar zijn, hoewel ook dat geen ramp zou zijn. Uw schoonzuster moet ’s ochtends werken, maar is op tijd bij de plechtigheid en ze zal ook de rest van de festiviteiten meemaken. Zij demonstreert hiermee voldoende goede wil.

Artikelen in Bruiloft, Schoonfamilie.

Gelabeld met .


Wijnglas vasthouden

Beste Beatrijs,

Een tijdje geleden zag ik in het programma ‘Blauw bloed’ van de EO dat onze koningin tijdens een diner het wijnglas niet aan de steel van het glas vasthield, maar aan de kelk. Hoort dit nu wel of niet?

Steel of kelk?

Beste Steel of kelk,

Wie ben ik om de koningin te corrigeren?

Wie ben ik om de koningin te corrigeren? Als de koningin de kelk van een wijnglas vasthoudt in plaats van de steel, dan is dat kennelijk oké tegenwoordig. Etiquette verandert altijd geleidelijk in de loop der tijden. Oude gebruiken verdwijnen, nieuwe komen erbij. Blijkbaar vindt niemand het meer een halszaak hoe mensen hun wijnglas ter hand nemen, waaruit we veilig de conclusie kunnen trekken dat zowel bij de kelk als bij de steel vasthouden correct is.

Artikelen in Traditionele etiquette.

Gelabeld met .