Spring naar inhoud


Als koppelaar optreden

Beste Beatrijs,

Een goede vriendin heeft veel pogingen ondernomen om de juiste man aan de haak te slaan. Telkens liepen haar kortstondige relaties op niks uit. Nu is bij mij en mijn vriend het idee ontstaan om haar kennis te laten maken met een vrijgezelle neef van mij van wie wij vermoeden dat het met haar zou kunnen klikken. Een zogenaamd spontane ontmoeting zit er niet in, want daarvoor is de geografische afstand te groot. Hoe zouden we hen met elkaar in contact kunnen brengen zonder dat het lijkt op een door ons bekokstoofde date? Of is het beter om open kaart te spelen en haar te suggereren om kennis met hem te maken?

Een handje helpen?

Beste Een handje helpen,

Het lijkt me geen goed idee om tegen uw vriendin te zeggen dat ze persoon X (uw neef dus) maar eens moet opbellen, omdat die misschien wel iets voor haar is. Ook tegen uw neef zeggen dat u een mogelijk geschikte vrouw voor hem kent en dat hij haar moet opbellen lijkt me geen kansrijke strategie. Allebei zullen ze tegen u zeggen dat ze zelf hun dates wel kunnen uitzoeken.

Als u ervan overtuigd bent dat ze voor elkaar geschapen zijn, dan moet u zelf actie ondernemen om hen met elkaar in contact te brengen. Dat kan op een onnadrukkelijke manier door hen beiden uit te nodigen, wanneer u een feestje of borrel geeft, en hen aan elkaar voor te stellen. Iets minder terloops, maar nog steeds niet opgelegd, is het om een etentje te geven voor een klein gezelschap, onder wie voornoemde twee personen. Ze kunnen dan in een ongedwongen situatie kennismaken, ze hebben een gezellig avondje, en daarna kunnen ze zelf beslissen of ze de kennismaking willen voortzetten.

Artikelen in Liefde en relaties.

Gelabeld met .


Nobele wilden

Documentairemaakster Sunny Bergman heeft een obsessie met schaamlippen. In haar veelbesproken film Beperkt houdbaar (2007) liet ze zichzelf onderzoeken door een Amerikaanse plastisch chirurg, gespecialiseerd in het modelleren van Playboyvagina’s, die haar diagnosticeerde als iemand die wel wat stroomlijning kon gebruiken. De scène maakte op mij de indruk van een vrouw die een kapperszaak binnenloopt en een oordeel over haar kapsel vraagt. Ook al komt zij net bij de concurrent vandaan, een kapper zal nooit tegen een potentiële klant zeggen: ‘Het ziet er pico bello uit, ik kan er beter afblijven.’ Maar goed, de bedoeling van de film was om het westerse schoonheidsideaal en de pernicieuze invloed van damesbladen en gretige chirurgen aan de kaak te stellen, en zonder een vorm van uitlokking valt deze stelling lastig te bewijzen.

In haar recente documentaire-reeks The Sunny Side of Sex duiken alweer schaamlippen op, deze keer in Oeganda. Bergman en een Oegandese vrouw inspecteren elkaar (gelukkig achter een gesloten deur) en verbazen zich over de wederzijdse verschillen. Die van de Oegandese zijn veel groter! Dat komt, zo wordt uitgelegd, doordat meisjes in Oeganda een eeuwenoude traditie hebben van het uitrekken van elkaars schaamlippen. Hoe groter, hoe beter, want hoe meer plezier in seks. Het handmatig uitrekken van deze lichaamsdelen lijkt mij een barbaars ritueel, zoiets als nekverlenging door middel van ringen, het Chinese voetinbinden of (om dichter bij huis te blijven) borstvergroting. Je moet geen lichamen deformeren en al helemaal geen kinderlichamen. Maar Sunny Bergman was erg enthousiast over deze traditie, omdat die volgens haar laat zien dat het in Oeganda draait om het plezier dat je van seks hebt. Dit in tegenstelling tot wij hier in het westen, waar de focus uitsluitend ligt op er sexy uitzien en waar vrouwen depressief worden van onhaalbare schoonheidsnormen.

Het liptrekken wordt gestimuleerd door de ssenga: een tante van vaderszijde die seksuele voorlichting geeft – alweer vooral gericht op het plezier wat je als meisje aan je lichaam kunt beleven. Een jaloersmakend instituut, zo’n ssenga die meisjes inwijdt in de mysteriën van seks. Eindelijk eens een enthousiaste benadering in plaats van die preutse, westerse bangmakerij voor zwangerschap en soa’s.

Uit nieuwsgierigheid naar de praktijk van deze ssenga’s deed ik nader onderzoek en trof er op Youtube zowaar een in actie aan. De boodschap loog er niet om: de loftrompet over seksuele geneugtes inderdaad, zij het vergezeld van suggesties om jezelf op te doffen, als je man thuiskomt, en hem in een goede stemming te brengen door lekker te koken en een glaasje bier voor hem in te schenken. Het aanslepen van pantoffels kwam er net niet aan te pas, maar het idyllische perspectief stamde verder wel rechtstreeks uit de (westerse) jaren vijftig.

Over de vrije seksuele moraal in Oeganda en de ongedwongen lustbeleving van Oegandese vrouwen in het bijzonder hoeft niemand zich illusies te maken. De aids-epidemie heeft verschrikkelijke slachtingen aangericht, terwijl homoseksualiteit zowel ontkend als verboden is. Net als in de meeste niet-westerse landen heerst in Oeganda een ouderwetse maagdelijkheidscultus, gecombineerd met een verwoestende dubbele moraal. Tienermeisjes die zwanger blijken worden niet alleen gedumpt door hun sekspartners, maar ook verstoten door hun familie, zodat ze hun toevlucht moeten zoeken in opvanghuizen van westers filantropische signatuur. In plaats van aan schaamlippen te trekken hadden die ssenga’s beter informatie over anticonceptie kunnen verstrekken.

In deze documentaire-reeks zien we de zoveelste verrijzenis van de nobele wilde die seks beleeft zoals de natuur het bedoeld heeft: puur plezier. Maar de nobele wilde is een hardnekkige westerse mythe die (zie Margaret Mead) meer te maken heeft met verlangens van de onderzoeker naar een paradijs van onschuld dan met de werkelijkheid.

Artikelen in Column.


Handtastelijke schoonfamilie

Beste Beatrijs,

De familie van mijn man is echt gek op mijn zoontje van bijna twee jaar. Soms krijgt hij nauwelijks tijd om even in z’n eentje te spelen of zich terug te trekken. Hij wordt telkens geroepen, gekieteld en meegetrokken. En wat ik het ergste vind is dat ze ‘intieme’ spelletjes met hem doen: ze laten mijn zoon zoute stengels uit hun mond eten. Mijn zwager (vrijgezelle adolescent) laat hem telkens onder zijn poortje doorlopen, hij trekt hem te pas en te onpas bij zich op schoot of dwingt hem om naast hem op de bank te komen liggen.
De relatie tussen mij en mijn schoonfamilie is niet altijd goed geweest en nog kwetsbaar. Daarom vind ik dat het de taak is van mijn man om er iets van te zeggen. Maar hij heeft zich er tot nu toe niet aan gestoord en weet niet zo goed wat hij ervan moet vinden. Bovendien vindt hij het ook moeilijk om tegen hen in te gaan. Hoe moeten we hiermee omgaan?

Te enthousiaste schoonfamilie

Beste Te enthousiaste schoonfamilie,

Uw man stoort zich niet aan het gedrag van zijn familie en heeft er geen duidelijke mening over. In dat geval heeft het niet veel zin om uw man aan te sporen om zijn familieleden tot de orde te roepen. U zult het zelf moeten doen. U bent de moeder, dus u bent gerechtigd om in te grijpen als iets u niet bevalt. Wanneer er sprake is van duidelijk grensoverschrijdend gedrag zoals het kind uit hun mond laten eten, moet u er meteen iets van zeggen in de trant van ‘Wil je daar alsjeblieft mee ophouden? Dit is vreselijk onhygiënisch!’ De andere voorbeelden die u noemt zijn op zichzelf tamelijk onschuldig. Het is meer de kwantiteit en het feit dat ze het kind niet met rust kunnen laten dat het gedrag irritant (en misschien overdreven intiem) maakt. Af en toe uw zoontje op schoot trekken of kietelen of met hem stoeien is geen punt, maar als het om de haverklap gebeurt is het vervelend.

Als u merkt dat het uw kind te veel wordt, grijp dan ter plekke in, haal hem weg van dwangposities op schoot of uit houdgrepen en zeg tegen het familielid dat bezig is om hem op te lieren, dat het zo wel weer welletjes is. Leg uit dat uw kind boven z’n theewater raakt van al die aandacht, en verzoek vriendelijk om hem een tijdje met rust te laten. Een opgewonden stemming van een jong kind slaat licht om in een hysterische huilbui. U kunt dat voorkomen door er bij de familie op aan te dringen om het wat kalmer aan te doen. Bespreek dit met uw man van tevoren en vraag wel of hij u openlijk en onvoorwaardelijk wil steunen, mocht u zich genoodzaakt zien zijn familieleden terug te fluiten. Als u samen een front vormt, moet het wel lukken om te schoonfamilie te laten inbinden.

Artikelen in Kinderopvoeding, Schoonfamilie.


Het hoogste woord

Beste Beatrijs,

Een van mijn goede vriendinnen heeft de nare gewoonte om als ze in gezelschap een bepaald woord opvangt er onmiddellijk op aan te slaan. Zij begint dan een heel verhaal over de buurvrouw van een nicht (ik noem maar wat) die ook zoiets had. Ze voert het hoogste woord over iets wat niemand anders interesseert. Ook al probeer ik er tussen te komen om mijn verhaal af te maken, het lukt me keer op keer niet. Ik word er tureluurs van. Ik heb weleens geprobeerd er iets van te zeggen, maar ze zei alleen maar: ‘Zo ben ik nou eenmaal’ en trok zich er niks van aan. Wat moet ik hiermee aan? Ze is verder wel een leuke en hartelijke vrouw.

Ik kom er niet tussen!

Beste Ik kom er niet tussen,

Tegen mensen die voortdurend het woord nemen valt weinig of niets te beginnen. Het enige wat u kunt proberen is de veelprater te overschreeuwen. U onderbreekt haar met enige stemverheffing en zegt: ‘Wacht even! Ik was nog niet klaar. Laat me mijn verhaal afmaken!’ Dit helpt even. Maar tien minuten later brandt ze los met de volgende monoloog. En dan moet u haar weer tot de orde roepen. Dit is vermoeiend en vervelend en waarschijnlijk leert ze er niet eens iets van, want ze zei zelf al tegen u: ‘Zo ben ik nu eenmaal’.

Het is ondoenlijk om iemand die het liefst de hele tijd zelf aan het woord is te veranderen in iemand die ook eens naar een ander wil luisteren. U hebt de keus tussen ofwel haar accepteren zoals ze is (misschien wegen haar goede eigenschappen op tegen dit onmiskenbare nadeel) ofwel uzelf een beetje terugtrekken uit de vriendschap en uw aandacht te verleggen naar mensen die wel de kunst verstaan van het voeren van een dialoog.

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Opstaan in de bus

Beste Beatrijs,

Als student zit ik regelmatig in de (stads)bussen van mijn studentenstad. Deze bussen zitten vaak overvol, het gros van de reizigers moet staan, en het gebeurt regelmatig dat er ook oudere mensen instappen. Van mijn ouders heb ik van jongsaf aan meegekregen dat ik op moet staan voor oudere mensen. Ik doe dit ook graag. Maar het is niet altijd makkelijk te bepalen of iemand onder de categorie ‘oudere mensen’ valt. Soms ben ik bang dat iemand er ouder uitziet dan hij of zij is, of ik twijfel of de persoon al een dusdanige leeftijd heeft bereikt dat ik mijn zitplaats dien aan te bieden. Ik kan me voorstellen dat zeker vrouwen beledigd zijn wanneer ik als jongeman hun een zitplaats aanbiedt, terwijl zij zichzelf daar niet oud genoeg voor vinden. Wat is een goede maatstaf hiervoor? Is het een belediging wanneer je opstaat voor iemand die nog niet echt oud is?

Wanneer misstaat opstaan?

Beste Wanneer misstaat opstaan,

Hier zijn geen precieze richtlijnen voor te geven. Het is nu eenmaal moeilijk om leeftijden te schatten. Bovendien zijn sommige mensen van 50 lichamelijk zwak en breekbaar, terwijl er ook fitte en veerkrachtige 70-plussers rondlopen. Ik raad u aan om niet zozeer op leeftijd te letten als wel op iemands voorkomen. Sommige mensen zien eruit alsof ze behoefte hebben aan een zitplaats, anderen veel minder. Sta alleen op voor de eerste categorie.

Overigens is het geen belediging om op te staan voor iemand die zichzelf nog niet oud vindt. Als een nuffig iemand ten onrechte gepikeerd reageert op uw beleefde geste, dan haalt u uw schouders op en blijft u lekker zitten.

Artikelen in Reizen, Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Gezellig demonstreren

Wat te denken van de Occupy-beweging, die een paar weken geleden begon als Occupy Wall Street en al snel oversloeg naar andere steden van de (voornamelijke westerse) wereld? Mensen verzamelen zich op pleinen van grote steden, zetten tentjes op, discussiëren met elkaar over allerlei maatschappelijke problemen, maar wat ze precies willen blijft onduidelijk en leiders of woordvoerders zijn er ook niet. Het is een amorfe beweging, die als paraplu dient voor duizend en een protesten, zoals ongenoegen over de sluiting van bibliotheken, de kunstbezuinigingen, de afschaffing van de pgb’s, de pensioenproblematiek, werkloosheid, kernenergie, de opwarming van de aarde, het kapitalisme as such, het afwentelen van de Griekse liquiditeitsproblemen op de rug van de Europese belastingbetaler, de menselijke hebzucht in het algemeen en die van bankiers in het bijzonder.

De Occupy-beweging is kortom een spontaan volksprotest tegen de economische crisis en het gaat over geld. De stemming van ‘we pikken het niet langer en we moeten onze stem laten horen’ mag dan een oprechte overtuiging uitdrukken, uit de journaalflitsen en andere berichtgeving kreeg ik toch vooral een indruk van gezelligheid: handen warmen aan een kampvuurtje, gitaar spelen, spreekkoren, de permanente democratische discussie, kraampjes met shoarma en hotdogs, samen schuilen onder een lap plastic, alto’s, oude hippies, vaders en moeders met buggy’s. Een soort Pinkpop maar dan maatschappelijk relevant.

De aantrekkelijkheid van met z’n allen bij elkaar vertoeven voor de goede zaak kan ik me heel goed voorstellen. Zelf heb ik in de jaren zeventig ook wel eens rondgehangen bij een of andere studentenbezetting omdat ik het spannend vond om mee te maken, voor een middag dan – op de grond in een slaapzak overnachten ging me te ver. Ik heb zelfs meegedaan aan de grote anti-kruisrakettendemonstratie van 1982, terwijl ik helemaal niet tegen die kruisraketten wás. Maar meedoen gold als teken van het hart op de goede plaats hebben en verder kon ik geen weerstand bieden tegen het vooruitzicht van met mijn vrienden een gezellig dagje uit in Amsterdam.

Natuurlijk is het opwindend om fysiek aanwezig te zijn bij een manifestatie van idealistische signatuur, in ieder geval inspirerender dan alleen maar op internet te protesteren. Toch valt te vrezen dat de beweging bij gebrek aan duidelijk programma even snel zal uitdoven als die is opgeflakkerd. Het omarmen van leiderschapsloosheid, open debat en sociale media (de cloud) duidt alleen maar op vrijblijvendheid. Het enige wat bereikt wordt is een tijdelijke illusie van verandering. Zie ook de mars der Indignado’s naar Brussel die in volstrekte katterigheid verzandde.

Om massa’s te mobiliseren is een duidelijke vijand misschien nog wel belangrijker dan een programma of een eisenpakket. Toen Luther zich boos maakte over de handel in aflaten, begon hij geen wazige kruistocht tegen de menselijke hebzucht of de falende moraal, maar richtte zijn pijlen tegen de katholieke kerk en haar prelaten. Met succes, want de hegemonie van de kerk werd doorbroken. In deze economische crisis is het niet makkelijk om boosdoeners aan te wijzen, omdat iedereen jarenlang profijt heeft getrokken van de kapitalistische luchtbellen en dus medeverantwoordelijk is.

Toch zit er iets niet goed met die geldstromen, de handel in derivaten, de torenhoge leningen, de bonussen en het speculeren op toekomstige groei. De algemene economische crisis heeft wel degelijk een bancaire oorsprong. Het gaat grofweg gezegd om een keus tussen wild-west-kapitalisme en meer overheidscontrole. Misschien zijn de finesses hiervan te saai of te abstract voor de Occupy-actievoerders met hun tentjes. Maar Ronald Plasterk schreef een glashelder en concreet plan van aanpak om de vrijheid van banken te beteugelen, te beginnen in Nederland. Vooralsnog heb je meer aan de kleine stapjes van politici dan aan de grote greep van actievoerders.

Artikelen in Column.


Knuffelen in het gezin

Beste Beatrijs,

Ik ben een jongen van 20 jaar en kom uit een hecht gezin. Mijn ouders hebben mij intellectueel fantastisch opgevoed, ze hebben allebei veel interesses, alleen is de fysieke kant (de intimiteit, het aanraken, knuffels geven) een beetje onderontwikkeld. We zeggen bijvoorbeeld nooit ‘ik hou van je’ tegen elkaar en ik heb mijn vader nooit meer dan een hand gegeven. Mijn moeder geef ik bij het weerzien en afscheid een kus op de wang. Mijn twee zussen kus ik nooit. Toch denk ik dat er een tijd komt dat broers en zussen die elkaar een substantiële periode niet hebben gezien, elkaar begroeten met een kus op de wang. Heb ik een punt? En zo ja, hoe zou ik dat dan moeten uitvoeren? Hoe belangrijk is fysieke intimiteit en ‘ik hou van je’ zeggen in het algemeen in een gezin?

Knuffelen in het gezin

Beste Knuffelen in het gezin,

Gezinnen verschillen sterk van elkaar in de mate van fysieke expressie. In sommige gezinnen wordt heel veel gekust en geknuffeld, in andere raakt men elkaar nauwelijks aan en de meeste gezinnen zitten daar ergens tussenin. Ook veranderen gezinnen in de loop der tijd: met kleine kinderen ligt het niveau van fysieke intimiteit meestal hoger dan met oudere kinderen. Het is een kwestie van individuele stijl en voorkeur, maar ook van cultuur. In Zuid-Amerikaanse culturen gaan mensen in het algemeen veel fysieker met elkaar om dan bijvoorbeeld in Japan of in streng-christelijke kringen.

De mate van fysieke expresssie zegt niets over gevoelens.  Het is een vergissing om aan te nemen dat de hoeveelheid zichtbare betuigingen van affectie correspondeert met de hoeveelheid liefde. Evenmin kunt u uit het feit dat iemand niet huilt (bijvoorbeeld over de dood van een geliefde) afleiden dat er geen sprake is van verdriet. Sommige mensen uiten hun gevoelens direct (door te kussen, te huilen of te schreeuwen), anderen doen dat niet of veel minder. De ene stijl is niet per se beter dan de andere.

Behalve het fysiek uiten van affectie (kussen, aaien, omhelzen enzovoort) bestaat er ook nog het verbaliseren van affectie met het zinnetje ‘Ik hou van je’ als belangrijkste totem. Deze expliciete mededeling vinden veel mensen overbodig, omdat de informatieve waarde ervan gering is, tenzij in geval van romantische relatievorming. De liefde tussen ouders onderling, tussen ouders en kinderen, en tussen broers en zussen wordt meer als een gegeven beschouwd. Liefde en loyaliteit zijn impliciet aanwezig als een vanzelfsprekende onderstroom, die daarom ook niet nog eens apart benoemd hoeft te worden. Sommige mensen zijn gewend om vaak en veel ‘ik hou van je’ te zeggen tegen hun geliefde of hun kinderen. Anderen vinden het onnodig om hun gevoelens van een verbale begeleiding te voorzien of ze vinden het sentimenteel om vanzelfsprekendheden te debiteren. Maar nogmaals, meer dan een kwestie van stijl is het niet.

Uw gezin bevindt zich kennelijk aan de ingehouden, weinig expressieve kant van het spectrum. Tja, zo ligt het nu eenmaal. Het heeft wellicht wat gekunstelds om ineens het gedrag ‘knuffels geven’ te introduceren als men dat niet gewend is bij u thuis. U kust uw moeder wel, maar uw vader is het ouderwetse handen-schud-type. U kunt hem natuurlijk bij wijze van verrassing eens omhelzen bij de een of andere gelegenheid, een verjaardag of zo. Kijken wat er dan gebeurt. Als hij niet al te schrikachtig reageert, kunt u ermee doorgaan en dan went hij er aan. Wat uw zussen betreft: dat komt vanzelf in orde. Naarmate kinderen volwassen worden en elkaar begroeten op familiebijeenkomsten, feestjes of etentjes, zal de begoetingszoen er vanzelf insluipen. Dat intussen niemand van uw familie ‘ik hou van je’ tegen elkaar zegt moet u maar beschouwen als een teken van zekerheid en vertrouwen. Niemand heeft het gevoel dat ze elkaar die verbale bevestiging moeten geven, omdat ze weten dat het toch wel goed zit.

Artikelen in Broers en zussen, Kinderopvoeding.


Advocaat bedanken

Beste Beatrijs,

Enige tijd geleden had ik een akkefietje, waardoor ik mij genoodzaakt zag een advocaat in de arm te nemen. Binnenkort zal mijn zaak naar alle verwachtingen succesvol worden afgerond. Als het zover is, zou ik mijn advocaat graag voor zijn bijstand willen bedanken. Wat is een goede en gepaste manier om dit te doen? Mijn idee is om bijvoorbeeld een bos bloemen naar zijn kantoor te sturen of is dit cadeau te onpersoonlijk?

Mijn dank is groot

Beste Mijn dank is groot,

Professionals met een dienstverlenend beroep (artsen, advocaten, psychologen, dominees) hoort men geen cadeaus te geven. Formeel gesproken mogen zij niet eens cadeaus aannemen. Zij krijgen een salaris of een honorarium voor hun werk en daar hoeft niets tastbaars bovenop. Als u uw dankbaarheid wilt tonen, kunt u een hartelijk bedankkaartje/ -mailtje sturen.

Artikelen in Zakelijke relaties.

Gelabeld met .


Servet misbruiken

Beste Beatrijs,

Zo nu en dan gaan mijn man en ik samen of met de kinderen eten in een restaurant. De katoenen servetten die bij de borden liggen dienen in mijn ogen om je mond mee af te vegen. Mijn man gebruikt het servet ook om uitgebreid zijn neus in te snuiten. Ik weet dat servetten naderhand gewassen worden, maar ik vind het een vies idee en niet netjes. Mijn man zegt dat het volkomen normaal is. Wat kan wel en wat niet met een katoenen servet?

Servetetiquette

Beste Servetetiquette,

Een servet is absoluut niet bedoeld om je neus in te snuiten! Als men zo nodig wil snuiten (de neus zachtjes ophalen is beter), dan moet men discreet een zakdoek gebruiken. Uw man houdt er een walgelijke gewoonte op na. Als hij zich vrij voelt om een servet als zakdoek te gebruiken, waarom dan eigenlijk niet het tafelkleed? Of het voorschoot van een passerende serveerster? Die dingen gaan tenslotte ook in de was.

Druk uw man op het hart om hiermee op te houden, al was het maar terwille van het personeel dat na de maaltijd de tafel moet afruimen en het misschien niet prettig vindt om in een servet vol met snot te grijpen. Draag zelf altijd een pakje papieren zakdoekjes bij u in uw tas, en stel uw man er fluks een ter hand, wanneer hij weer aanstalten maakt om zich aan het servet te vergrijpen.

Artikelen in Horeca.

Gelabeld met .