Spring naar inhoud


Van kille moeder naar warme oma

Beste Beatrijs,

Ik ben een vrouw van in de 50 en ben in een gezin opgegroeid waar veel problemen waren. Mijn ouders gingen op in hun slechte huwelijk. Mijn moeder is altijd afstandelijk geweest tegenover mij en de andere kinderen. Ik heb nooit een arm om mij heen gekregen of een knuffel gehad. Ook met woorden liet en laat ze mij niet weten dat ze van mij houdt.

Ik heb nu zelf een (inmiddels volwassen) dochter en sinds een paar jaar doet zich het vreemde verschijnsel voor dat mijn moeder allerhartelijkst tegen mijn dochter doet, met wie ik overigens een heel goede band heb. Er wordt geknuffeld bij het begroeten, er wordt hartelijk gedaan en veel gelachen (wat overdreven op mij overkomt) en mijn moeder praat tegen derden (ook weer overdreven) positief over de kwaliteiten en de persoonlijkheid van mijn dochter. Het doet mij pijn hier toeschouwer van te zijn. Komt deze vreemde situatie wel vaker voor? En hoe moet ik hiermee omgaan?

Kille moeder, warme oma

Beste Kille moeder, warme oma,

Dat komt inderdaad wel vaker voor: grootouders die hun kleinkinderen als een nieuwe kans zien om fouten van vroeger te herstellen. Niet eens op een bewuste manier, zo van: deze keer ga ik het beter aanpakken, maar onbewust en automatisch. Vaak zijn grootouders in een rustiger levensfase, ze zijn minder gespannen en ze gaan niet meer gebukt onder de plicht van het opvoeden.

De meeste mensen staan niet te popelen om het boetekleed aan te trekken.

Voor u als dochter kan dat confronterend zijn. Het is niet leuk om aan te moeten zien dat uw dochter van haar oma alle liefde en warmte krijgt die u zelf toen u jong was moest ontberen. Als het u erg dwars zit, kunt u daar eens een gesprek met uw moeder over voeren. Hoewel ik u moet waarschuwen dat zo’n evaluerend terugkijk-gesprek makkelijk ontaardt in ruzie. De meeste mensen staan niet te popelen om het boetekleed aan te trekken en schieten onmiddellijk in de verdediging. U kunt ook denken: ‘Ach, mijn moeder had het vroeger ook niet makkelijk, laat maar zitten verder’. Pogingen om een ouder die vroeger tekort is geschoten dit te laten erkennen slagen zelden. De ouder die gefaald heeft en daarvoor ter verantwoording wordt geroepen door een kind verschuilt zich altijd achter een muur van zelfrechtvaardiging. Erover praten leidt aan beide kanten tot woede en frustratie. U kunt zich ook verheugen dat uw moeder tegenover haar kleindochter wel in staat is om warmte te tonen. Dat is al met al toch beter dan wanneer uw moeder haar afstandelijkheid had voortgezet.

Artikelen in Grootouders en kleinkinderen, Ouders en volwassen kinderen.

Gelabeld met , .


De sixties zijn terug

‘Monogamie is een contraproductieve illusie’ lees ik in Simone van Saarloos’ schotschrift Het monogame drama. Sterk, zo’n onheilszwangere titel met binnenrijm! Ik had me verheugd op een stevige aanval op het taaie instituut huwelijk, waar de monogamie toch wel mee gelijkgeschakeld kan worden. Maar een contraproductieve illusie? Veel mensen zijn getrouwd of wonen samen (het verschil daartussen is niet relevant) – dat is de werkelijkheid, daar is niets illusoirs aan. Dat die stellen zichzelf met hun monogamie blijkbaar in de wielen rijden is een beoordeling van buiten, waarmee vredig monogamen die zich van geen kwaad bewust zijn in een moeite door een vals bewustzijn in hun schoenen krijgen geschoven.

Inderdaad, vier op de tien huwelijken loopt uit op echtscheiding. Wat een geluk dat die mogelijkheid bestaat, als je bedenkt dat getrouwden tot een halve eeuw geleden gedoemd waren te blijven zitten. Van de huwelijken die wel in stand blijven zal vast de helft ook niet verschrikkelijk gelukkig zijn. Toch blijven mensen zoeken naar een zogeheten significante andere om hun leven mee te delen, terwijl niemand hen daartoe dwingt. Er moet toch iets inherent aantrekkelijks zijn in de monogamie.

Volgens Simone van Saarloos projecteren mensen in een exclusieve relatie al hun behoeften op elkaar. Ze hebben een wederhelft nodig om een compleet mens te worden, waardoor de relatie fragiel wordt. In contrast daarmee gaat de single verschillende relaties aan en spreidt zijn sociale risico. Haar schets van een mens in een huwelijk komt mij volkomen wezensvreemd voor. Ik ril van het woord ‘behoeften’. Het klinkt te klinisch en ik doe sowieso niet aan liefde en vriendschap vanuit behoeftigheid, maar gewoon omdat ik er plezier in heb. Een even grote weerzin overvalt me bij de term ‘compleet mens’. Op wat voor leeftijd dan ook, met of zonder relatie, gelukkig of ongelukkig, geslaagd of mislukt – ik heb me nooit bezig gehouden met de vraag of ik wel een compleet mens ben. Wat mij betreft is elke halve gare een compleet mens; het is een oninteressante dimensie.

Het waren gouden jaren, maar op een gegeven moment kreeg ik er genoeg van.

Enfin, de premisse luidt dat het monogame huwelijk de mens nodeloos beperkt. Hoe kan het beter? Van Saarloos noemt twee opties: de beweging die zich met polyamorie bezighoudt en de mensen die uit overtuiging kiezen voor een singlebestaan (dus niet de wanhopige singles die vanuit een gevoel van incompleetheid de internetdatingsites afstropen). O, nee, toch niet weer de polyamoristen. Altijd als ik iets over hen hoor of zie (laatst nog werden er een paar geïnterviewd in een tv-documentaire) valt me op wat een dorre bedoening dat is. Komt waarschijnlijk door de transparantie en de bespreekbaarheidsplicht die alle jeu eraf halen en de agenda’s die nodig zijn voor de logistiek van de individuele seksexcursies. Dan toch liever de spanning en sensatie van de stiekeme scheve schaats.

Het echte ideaal bestaat uit ‘een communale vorm van leven die niet gericht is op het gezin,’ (nee zeg, stel je voor) ‘maar erop ingesteld om dagelijkse verantwoordelijkheden creatief te delen en individuele verschillen te stimuleren.’ Ha, de aloude commune, the sixties are back! Ik herinner me het nog terdege. De jongen die tot diep in de nacht zijn creativiteit op zijn bongo’s uitleefde, de vergaderingen over huishoudelijke aangelegenheden, mensen die te duur eten inkochten, de badkamer die ondanks het rooster niet werd schoongemaakt. Hopeloos, begin er niet aan!

Het grappige is dat ik tussen mijn 18de en 30ste precies zo’n leven heb geleid als Simone aanbeveelt (zij het dat ik het mijne niet ideologisch onderbouwde): single, met meerdere geliefden in serie dan wel parallel, veel drama, veel diversiteit, veel vrijheid, dit alles overgoten met een tikje zelfgenoegzame minachting voor bourgeois paarvorming. Het waren gouden jaren, maar op een gegeven moment kreeg ik er genoeg van. Elke levensfase kent zijn eigen contraproductieve illusies.

Artikelen in Column.


Een liefde tussen neef en nicht

Beste Beatrijs,

Sinds een paar maanden hebben mijn nichtje (25) en ik (30) een geheime relatie. We kennen elkaar al ons hele leven, maar er was nooit iets speciaals tussen ons. Later deelden we via Facebook en Whatsapp af en toe grappige dingen. Een jaar geleden liepen toevallig onze relaties op de klippen. In die tijd zijn we samen veel dingen gaan ondernemen en hebben vooral heel erg veel gepraat. Van het een kwam het ander en nu kunnen we niet meer zonder elkaar. Ons samenzijn voelt zo ontzettend goed, vertrouwd en hoopvol. Anderzijds beseffen we ook dat het eigenlijk niks kan/mag worden.

Onze ouders weten wel dat we elkaar af en toe zien maar zoeken er niks achter. Gekscherend hebben we het weleens over kinderen gehad. We zijn het erover eens dat die er nooit van zullen komen, want dat zou inteelt zijn. We hebben dan ook geen van beiden een kinderwens, maar willen wel graag met elkaar verder. Moeten we dit stiekeme gedoe voortzetten of zouden we open kaart kunnen spelen?

Verboden liefde

Beste Verboden liefde,

Neef-nicht-huwelijken waren historisch gezien niet ongebruikelijk – met volle instemming van de familie. In geïsoleerde woongemeenschappen was er vaak ook weinig keus. In sommige moslimkringen is het nog steeds een geëigende traditie dat de familie een huwelijk tussen neef en nicht arrangeert. Veiligheidsoverwegingen spelen hierin een rol: de partner is te vertrouwen en het bezit blijft in de familie. Voor de voortplanting dreigt het gevaar van inteelt, wanneer opeenvolgende generaties telkens weer met neven of nichten trouwen. Maar voor een eenmalig neef-nicht-huwelijk zonder die voorgeschiedenis ligt het risico op kinderen met geboortedefecten maar een paar procent hoger dan voor huwelijken tussen niet-verwanten.

Bloedschande gaat te ver, maar woorden als lui, makkelijk, bedompt en fantasieloos dringen zich wel degelijk op.

Dit vooropgesteld is het taboe op neef-nicht-relaties eerder groter dan kleiner geworden. Mensen hebben er incestueuze associaties bij, in ieder geval de familie zelf, waarbinnen zo’n relatie zich afspeelt. Bloedschande gaat te ver, maar woorden als lui, makkelijk, bedompt en fantasieloos dringen zich wel degelijk op. De buitenwereld neemt het doorgaans laconieker op. Voordat u tegenover uw familie de maskers laat vallen, moet u zeker weten dat u van elkaar op aan kunt en dat er geen sprake is van een uit de hand gelopen flirt, waarvan het verboden karakter de aantrekkelijkheid opstuwt. Denk intussen niet te lichtvaardig over voortplanting. U hebt geen van beiden een kinderwens, maar uw nicht is pas 25 en kan best van gedachten veranderen. Of anders u wel. Het hoofdstuk voortplanting kunt u beter open houden dan het bij voorbaat uitsluiten.

Uitkomen voor uw relatie zal tot opschudding in de familie leiden, maar alles went, hoewel u er rekening mee moet houden dat een eventueel later uit elkaar gaan ook weer extra trammelant zal geven. Het is heel onprettig als je liefdesleven verknoopt is met je familie, omdat iedereen zich er voortdurend vanuit diverse dubbelallianties mee bemoeit. Het wordt snel verstikkend en privacy kunt u wel vergeten.

Al met al zijn er genoeg redenen te bedenken om hier niet mee door te gaan en naar een andere partner uit te kijken die niets met de familie te maken heeft, maar goed, ware liefde eist z’n tol. Wacht desondanks nog even met uit de kast komen. Hou het nog een jaartje geheim. Kijk vooral wat er gebeurt, als de roes van verliefdheid en seksuele aantrekkingskracht is weggeëbd. Misschien hebt u dan wel weer genoeg van elkaar en kunt u in vriendschap uit elkaar gaan. Mocht u tegen die tijd nog steeds overtuigd zijn van uw niet-versagende liefde, kunt u openheid van zaken verschaffen.

Artikelen in Familie, Liefde en relaties.

Gelabeld met .


Feestjes binnenkomen

Beste Beatrijs,

Ik ben een student van 22 en bezoek vaak feestjes. Als ik binnenkom, zie ik allerlei mensen die ik niet ken. Het is gekkenwerk om iedereen te begroeten en jezelf voor te stellen. Of is dit toch de bedoeling? Daarnaast vind ik het ingewikkeld om, wanneer ik een bekende zie die met anderen in gesprek is, de hele groep te begroeten. Iedereen een hand geven en mezelf voorstellen? Dat geeft mij het gevoel geeft iets te verstoren.

Een entree maken

Beste Een entree maken,

Bij binnenkomst op feestjes is het niet de bedoeling om alle aanwezigen individueel te begroeten. Dat gebeurt alleen bij kleine gezelschappen, waar iedereen in een kring of om een tafel zit. Zodra een gezelschap zo groot is dat het vanzelf wordt opgebroken in verschillende groepjes, hoeft dat niet meer. Na het begroeten van de gastheer/vrouw schuift u onopvallend de kamer binnen – niemand heeft in de gaten dat u er pas net bent – en u stapt op een bekende af. Dat die persoon met anderen in gesprek is maakt niet uit. U zegt tegen het hele groepje op een omvattende manier ‘Hallo, ik ben Gert-Jan’. Inbreken in een groepje is altijd toegestaan op feestjes. Eventueel kunt er aan toevoegen: ‘Praat gerust door’, maar meestal is dat niet eens nodig. Als u een interessant gesprek onderbreekt, zal de draad daarvan vanzelf weer worden opgevat.

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Visite, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Restaurantkerst met kleine kinderen

Beste Beatrijs,

We kregen een uitnodiging van mijn schoonouders om Kerstmis met de hele familie in een restaurant te vieren. Culinair genieten op kosten van opa en oma. Aardig natuurlijk, maar we vrezen dat onze kinderen (een en vier jaar) er niets aan zullen vinden. Ook het vooruitzicht van een autorit twee uur heen en twee uur terug tempert ons enthousiasme. Mijn schoonmoeder: ‘Dan slapen jullie toch lekker uit de dag erna?’ Onze kinderen slapen niet uit, maar zijn wel een week van de leg. Dat verpest ook onze eigen vakantie. We voelen ons verplicht om erheen te gaan, maar overwegen halverwege het diner af te haken en naar huis te gaan. Of moeten wij tot het eind blijven?

Een belastend kerstdiner

Beste Een belastend kerstdiner,

Kleine kinderen moet je geen kerstdiner in een restaurant aandoen. En al helemaal niet als dat restaurantverblijf ingeklemd zit tussen twee autoritten van twee uur. Een kerstlunch in een pannenkoekenrestaurant of een hamburgertent, waar de kleintjes enige bewegingsvrijheid hebben, had misschien net gekund, maar kennelijk vindt de familie culinaire genoegens belangrijker dan het punt of de kleinkinderen ermee overweg kunnen. Heel spijtig, maar een kerstdiner in een restaurant vormt domweg geen geschikte ambiance voor jonge kinderen. Ik raad u aan om u vriendelijk af te melden bij de familie. U kunt precies vertellen hoe het zit: de kinderen zullen zich vervelen, op zeker moment ontpoppen ze zich als dreinende stoorzender en u wil voorkomen dat ze andere gasten in het restaurant ontrieven. Wens iedereen veel eetplezier en vier uw eigen gezinskerst in uw eigen huis.

Artikelen in Feestdagen, Grootouders en kleinkinderen, Horeca.

Gelabeld met .


Het is geen moed, het is geen angst

Toen ik van de week onder het Rijksmuseum door fietste, schoot me door het hoofd: waarom eigenlijk niet hier? Als een concertzaal, een voetbalstadion en een aantal willekeurige terrassen en restaurants het doelwit geweest zijn van terroristen, komt alles in aanmerking. Ik zag de explosie voor me. Het gebouw uit elkaar gespat, gefragmenteerde lichamen van toeristen en de brandende Rembrandts. Ongetwijfeld werden andere mensen in en om het museum door dezelfde gedachte bekropen, net als al die honderdduizenden die de trein namen, in een bioscoopzaal zaten of boodschappen deden op de markt: waarom eigenlijk niet hier? Diffuse angst zaaien is precies de bedoeling van aanslagplegers. Tegelijk heerst overal hetzelfde geruststellende gewemel van altijd. Ook in Parijs een paar dagen later zaten de restaurants en terrassen weer vol. Er is zelfs een hashtag #jesuisenterrasse ,waarmee je kunt demonstreren dat je je niet laat intimideren en doorgaat met het gewone leven.Een biertje drinken in een café wordt daarmee gepromoveerd tot moedige daad en symbool van verzet. Een enigszins overdreven zelffelicitatie, want het dagelijkse leven weer opvatten doet iedereen waar ook ter wereld na een ramp of wat voor verschrikking zich dan ook heeft voorgedaan. Een andere optie is er niet. Als er met een stok in een mierennest wordt geroerd, raken de mieren in rep en roer en terwijl het ene deel van de kolonie de schade herstelt, gaat het andere deel gewoon door met wat het altijd al deed. De mens verschilt niet van de mier in dat opzicht.

Doorgaan met het dagelijks leven verdient geen compliment, want mensen kunnen niet anders.

Ik herinner me dezelfde irritatie toen George Bush na de aanslag op de Twin Towers een oproep deed aan Amerikanen om vooral te gaan consumeren. Naar de winkels gaan en dingen kopen was de manier om de vijand te laten zien dat Amerikanen pal stonden voor ‘onze westerse waarden’. Maar naar de winkels gaan om spullen te kopen zouden Amerikanen vanzelf al gedaan hebben ook zonder aansporing van de president. Zo ziet hun dagelijkse leven er nu eenmaal uit. Het is helemaal niet nodig om dat gedrag in een moreel kader te trekken en het te labelen als een voorbeeld van vaderlandsliefde. Doorgaan met het dagelijks leven is niet bijzonder en zeker geen moed, het verdient geen compliment, want mensen kunnen niet anders.

Terwijl normaal gedrag het stempel moreel lofwaardig krijgt, gebeurt in de vluchtelingendiscussie iets soortgelijks, maar dan de andere kant op. Mensen die zich uitspreken tegen asielzoekerscentra in hun omgeving of die in het algemeen tegen de komst van (nog meer) vluchtelingen zijn krijgen het stempel angst. Ze zijn ertegen uit islamofobie of omdat ze bang zijn dat hun dochters worden verkracht of omdat ze bang zijn dat de vluchtelingen voorrang krijgen op de huizenmarkt en hun banen zullen inpikken. Angst geldt als slechte raadgever, vandaar dat het in de ogen van het ene kamp moreel laakbaar, ja zelfs fascistoïde is om vluchtelingen tegen te willen houden. Maar de aanwezigheid van grote groepen ontwortelden die eerst de taal moeten leren en vervolgens alsnog weinig kans op de arbeidsmarkt hebben heeft evidente nadelen in een maatschappij, waar werkloosheid ondanks de aantrekkende economie nog steeds een probleem is. Het is geen angst om dit te signaleren – het is een reële inschatting.

De morele terminologie polariseert de discussie op een verlammende manier. Terwijl het in feite over kosten en grenzen gaat. De vluchtelingenkwestie is een zaak van prioriteiten in de portemonnee. Zoals je een rijksbegroting kunt maken voor de zorgkosten, waar altijd een arbitrair plafond in zit omdat de vraag naar medische zorg per definitie onbeperkt is, kan dat ook voor aantallen vluchtelingen gebeuren. Uiteindelijk zijn er altijd grenzen nodig.

Artikelen in Column.


Steeds de relatie opzeggen

Beste Beatrijs,

Mijn vriend en ik zijn twee jaar uit elkaar geweest. Vorig jaar hebben we besloten om toch met elkaar door te gaan. Ons zoontje van zes was hier erg blij mee en wij staan er ook nog steeds achter. Maar er is een probleem: als we ruzie hebben, wat ongeveer eens per maand gebeurt, verbreekt mijn vriend steeds de relatie. Als de ruzie voorbij is, heeft hij het daar niet meer over, maar de laatste keer duurde het een paar dagen voordat het weer goed kwam. Ik vind dit vreselijk. Ik word er verdrietig en onzeker van. Ook voorzie ik dat ik hier op den duur genoeg van krijg en dan maar zelf de relatie verbreek. Zodat we elkaar weer verliezen en, nog belangrijker, onze zoon een groot trauma van twee scheidingen aandoen. Wat adviseert u?

Vriend loopt steeds weg

Beste Vriend loopt steeds weg,

Dit is inderdaad buitengewoon vervelend. Elke keer dat uw vriend zijn vertrouwen in de relatie opzegt, laat hij een bom vallen die uiteindelijk toch niet explodeert. Dat geeft fundamentele onzekerheid. Een stel moet ruzie kunnen maken zonder dat meteen de relatie zelf op het spel wordt gezet. Het is prijzenswaardig dat u en uw vriend tot een doorstart hebben besloten, zeker ook met het oog op het welzijn van uw kind, maar dan moet er ook sprake zijn van toegewijdheid en van beide kanten een serieuze inzet om het project deze keer wel te laten slagen. Sommige dingen horen taboe te zijn in een goede relatie en één daarvan is met je portefeuille zwaaien bij het minste of geringste wat je niet bevalt. Dat degradeert de verbintenis tot een frivole onderneming waar je de ene keer wel en de andere keer geen zin in hebt.

Dit voortdurende zogenaamd de relatie verbreken is zelfs zo funest dat ik denk dat u daar niet samen uit kunt komen. Ik bedoel dat u er professionele hulp bij nodig hebt. Zoek een relatietherapeut die u en uw vriend kan leren om op een minder verwoestende manier ruzie te maken. Ruzie maken hoort er een beetje bij, althans, helemaal zonder zal het niet lukken. Maar er zijn betere manieren om je te verstaan met hoog oplopende gemoederen dan de relatie opzeggen. Een van de twee kan bijvoorbeeld een time out nemen en een blokje om gaan, zodat de zaak later nog eens rustiger kan worden besproken. Er zijn allerlei trucs en handigheidjes die mensen kunnen inzetten om ruzies binnen de perken te houden. Uw vriend zou moeten inzien dat (dreigen met) relatieverbreking saboterend werkt. Haal hem over om een therapeut te zoeken, al was het maar om te vermijden dat de voorspelling die hij steeds over de relatie afroept bewaarheid zal worden. Gegeven het feit dat u en uw vriend op zichzelf van goede wil zijn om samen door te gaan, lijkt dit een overzichtelijk probleem, waar niet heel veel therapeutische sessies voor nodig zijn om het te verhelpen. Ook als tijdens deze gesprekken zou blijken dat de opwellingen van uw vriend geen lukrake uitingen van woede zijn maar dat hij wel degelijk de relatie wil beëindigen, geeft dat tenminste duidelijkheid.

Artikelen in Liefde en relaties.

Gelabeld met .


Omgaan met een restaurantrekening

Beste Beatrijs,

Regelmatig ga ik met mijn vriendin uit eten. We bezoeken zowel eetcafés als wat luxere restaurants. Als we contant betalen, ben ik gewend om het geld (inclusief tien procent fooi) bij het bonnetje (soms in een bakje, soms in een mapje) op tafel achter te laten voor de bediening en dan te vertrekken met een vriendelijk knikje. Mijn vriendin vindt dit onbeschoft. Volgens haar moeten we geduldig blijven wachten tot de bediening het geld ophaalt. Wie heeft gelijk? Maakt het nog uit in wat voor etablissement we dineren?

Betaling afhandelen

Beste Betaling afhandelen,

Het is heel gebruikelijk om te vertrekken, wanneer er gepast geld inclusief fooi op tafel is gelegd. Er is geen enkele reden om te blijven wachten tot de bediening het geld heeft opgehaald. Waarom zou dat nodig zijn? Om het personeel te laten controleren of de volledige rekening is voldaan? Nee, want de stilzwijgende afspraak is dat een klant niet zonder te betalen ervandoor gaat. Om een bedankje voor de fooi te incasseren? Nergens voor nodig. Wie betaald heeft is vrij om weg te gaan. Zowel in een bruin café als in een sjiek restaurant.

Artikelen in Horeca.

Gelabeld met .


Ruzie over een geldschenking

Beste Beatrijs,

Van mijn twee zussen is de oudste twaalf jaar geleden overleden. Omdat mijn vrouw en ik in financieel noodweer waren beland door baanverlies en bijkomende hogere hypotheeklasten hebben we van mijn moeder vijfduizend euro gekregen om de ergste klappen op te vangen. Wij hoeven ons huis nu niet direct te verkopen, want het staat onder water en een restschuld is ook verre van prettig. Mijn jongste zus heeft daar geen probleem mee, ook zij heeft wel eens financiële hulp gehad in mindere tijden. Mijn moeder heeft een klein inkomen en wij zijn heel erg blij met haar hulp. Er is alleen een vervelende situatie ontstaan met de partner van de overleden zus. Hij vindt dat de andere twee gezinnen (dat van hemzelf en dat van de jongste zus) op korte termijn recht hebben op dezelfde schenking van mijn moeder. Maar dat kan en wil mijn moeder helemaal niet betalen. Heeft mijn zwager gelijk dat mijn moeder mij niets mag geven zonder de andere kinderen hetzelfde te geven?

Zwager eist geld

Beste Zwager eist geld,

Uw moeder mag aan haar kinderen zoveel geven als zij wil! Uw zwager gaat buiten z’n boekje door te eisen dat hij (beter gezegd: zijn kinderen – zelf heeft hij nergens recht op) op dit moment evenveel geld zou moeten krijgen als u. Dat is gewoon niet waar.

In principe mogen ouders naar eigen inzicht schenkingen uitdelen aan hun kinderen zonder hierover rekenschap aan de andere kinderen af te leggen. Ouders mogen ook hun eigen geld tot de laatste cent aan wereldreizen en filantropische doelen besteden. Maar als ze één kind genereus begiftigen (ik heb het niet over kleine cadeautjes, maar over substantiële sommen geld in de orde van een paar duizend euro of meer), dan is het uiterst onverstandig om eventuele andere kinderen van deze generositeit uit te sluiten. Gelijkbegiftiging van kinderen is weliswaar geen juridische plicht, maar de psychologische waarheid is dat ongelijke begiftiging de familieverhoudingen verziekt. Ouders zouden altijd moeten willen vermijden dat hun kinderen met elkaar rivaliseren over liefde, aandacht en geld. Als uw moeder een en ander goed wil regelen, zou ze het bedrag dat zij aan u heeft gegeven schriftelijk moeten vastleggen en hier ook openheid over moeten betrachten tegenover de andere kinderen (uw jongste zus en de weduwnaar van haar oudste dochter). Dit bedrag zou te zijner tijd in mindering kunnen worden gebracht op de erfenis. Als er sprake was van eerdere substantiële financiële hulp aan uw zus, geldt hetzelfde: noteren, zodat een en ander tegen elkaar kan worden weggestreept. Niet nu, maar pas na de dood van uw moeder. Tijdens hun leven mogen ouders naar eigen inzicht financiële hulp verstrekken aan een kind dat dat nodig heeft, mits dit op een transparante manier gebeurt. Na de dood kunnen deze verschillen worden vereffend met de rest van de erfenis.

Artikelen in Ouders en volwassen kinderen.

Gelabeld met , .