Beste Beatrijs,
Mijn vrienden en ik zeggen nooit ‘Eet smakelijk’ of ‘toilet’ of ‘japon’ om een paar voorbeelden te noemen. Dat is er bij ons bij de opvoeding ingeramd. Mijn kleinkinderen en hun aanhang daarentegen zeggen dat wel en verlangen van mij een uitleg waarom niet of waarom wel. Ik voel me dan steevast ‘nuffig’ zoals u eens schreef. Nu heb ik een vraag over de uitspraak van het woord auto: auwto of oto? Steeds vaker hoor ik het woord auto uitgesproken als auwto. Waarom stoor ik mij daaraan? Het doet pijn aan mijn oren. Ik zeg oto voor auto. Als in het Frans. Ook dit verhaal is triviaal, maar ik ben toch nieuwsgierig naar uw antwoord.
Het geval ‘auwto’
Beste Het geval ‘auwto’,
Hogere klassen zeggen oto, lagere klassen zeggen auwto. Daar is geen duidelijke reden voor, behalve dat het een afkorting is van het woord ‘automobile’ dat destijds uit het Frans is overgenomen. Zie hiervoor het Etymologisch Woordenboek. De eerste automobielbezitters waren rijke mensen en gebruikten het Franse woord, omdat er nog geen Nederlands woord bestond voor deze nieuwe uitvinding. Zoals u al opmerkt, is het verschil tussen oto en auwto zeggen net zoiets als het verschil tussen wc – toilet, ijskast – koelkast, broek – pantalon, vruchten – fruit en niet of juist wél ‘eet smakelijk’ zeggen. Mensen die de uitspraak oto hanteren kregen vroeger op hun kop van hun ouders als ze het over ‘auwto’ hadden, omdat ‘dat niet bij ons soort mensen past’. Dus zeggen ze altijd oto en leren ze dat op hun beurt aan hun kinderen.
Opmerkelijk is trouwens dat alleen ‘auwto’ werkt als verkliklichtje ‘pas op! lagere klasse!’ Er zijn genoeg mensen die auw-thentiek, auw-tisme, auw-tomaat en auw-tonoom zeggen en dan komt het niet bij de oto-zeggers op om hen voor te houden dat het othentiek, otisme, en otonoom moet zijn. Bij alle auto-woorden (die teruggaan op het Griekse woord ‘autos’, dat zelf betekent) zijn beide uitspraken goed behalve bij auto – tenminste in bepaalde kringen. Die vinden dat ‘auwto’ niet hoort. Hetzelfde verzet zie je tegen polder-Nederlands: de neiging om van de ij-klank een ai-klank te maken. In plaats van ‘vrij en blij in mei’ zeggen mensen dan ‘vraai en blaai in maai’. Onder jonge, ambitieuze Randstad-vrouwen is het modern om zo te praten volgens taalwetenschapper Jan Stroop die er onderzoek naar gedaan heeft. De meest oto-zeggers hebben ook aan de oprukkende ai-klank een gruwelijke hekel. Maar als steeds meer mensen ai in plaats van ij/ei zeggen, valt dat niet tegen te houden en wordt dat op een gegeven moment de norm. Dat is nu nog niet het geval, maar het kan gebeuren. ‘Oto’ blijft nog wel even overeind, vermoed ik, al was het maar als simpel middel om onderscheid te maken tussen wij en zij.