Spring naar inhoud


Een weinig gastvrije verjaardag

Beste Beatrijs,

Een vriend stuurt elk jaar rond zijn verjaardag een uitnodiging aan enkele vriend(inn)en om samen uit eten te gaan volgens de opzet dat iedereen voor zichzelf betaalt plus voor de jarige. Zijn maaltijd is dan ons cadeau. En zo geschiedt elk jaar weer. Financieel gezien is dat voor mij en de andere gasten geen probleem, maar toch steekt het een beetje: een verjaardagsetentje organiseren en dan verwachten dat de gasten je vrijhouden. Ik ben niet van plan er een punt van te maken, maar ben benieuwd naar uw opvatting.

Jarige trakteert zichzelf

Beste Jarige trakteert zichzelf,

Dit is een rare traditie. De opzet ‘gasten betalen en de jarige wordt vrijgehouden’ komt wel eens voor, maar alleen bij uitzondering, bijvoorbeeld in een context dat de jarige niets aan zijn verjaardag wil doen en dat enkele vrienden hem dan overhalen om toch ergens te gaan eten en bij wijze van cadeautje de jarige vrijhouden. Als eenmalige, spontane actie kan dat leuk zijn, maar een gewoonte van jaar in, jaar uit je vrienden optrommelen om in een restaurant hun eigen eten plus dat van de jarige te betalen heeft weinig met gastvrijheid te maken. Ik kan me voorstellen dat de vrienden daar genoeg van krijgen. Misschien wordt het eens tijd om u beleefd af te melden.

Artikelen in Verjaardag.

Gelabeld met , .


Aan het hoofd van de tafel

Beste Beatrijs,

Wij hebben twee zoons van vijftien en dertien. Op enig moment is de jongste, toen hij zeven of acht was, na gekibbel met zijn broer over zitplaatsen aan het hoofd van de tafel terecht gekomen. Achteraf heb ik daar spijt van, want die positie is in mijn beleving voorbehouden aan het hoofd van het gezin of in elk geval aan een volwassene. Ik wil de situatie doorbreken, mijn jongste zoon heeft al praatjes genoeg en het hoofd van de tafel vind ik geen plek voor een puber. Hij weigert echter zijn plaats af te staan, omdat hij mijn argument onzinnig vindt. Ook mijn man heeft weinig problemen met de situatie. Zijn er regels voor tafelschikking in gezinnen?

Wie zit waar?

Beste Wie zit waar,

Nee, die regels zijn er eigenlijk niet meer. Vader of moeder aan het hoofd van de tafel stamt uit de tijd van de grote gezinnen, toen dit de plaats was met het beste overzicht. Tegenwoordig zijn de gezinnen klein en heeft de plaats aan het hoofd van de tafel zijn betekenis verloren. Als het gezin uit een even aantal personen bestaat zit iedereen symmetrisch naast en tegenover elkaar. Bij een oneven aantal gezinsleden komt iemand aan het hoofd van de tafel terecht. Of dat een volwassene of een kind is maakt niet uit. Ouders beslissen hierover. Het enig belangrijke punt is dat er vanaf het begin, als de kinderen nog klein zijn, sprake is van een vaste tafelschikking bij de maaltijd. Hetzelfde geldt trouwens voor de auto. Het voordeel van vaste plaatsen aan tafel en in de auto is dat er dáárover in ieder geval geen ruzie kan ontstaan tussen de kinderen. In uw geval raad ik u aan om alles te laten zoals het is met uw jongste zoon. Hij zit kennelijk al jaren aan het hoofd, het is een beetje raar om hem ineens daarvan af te halen omdat hij die zogenaamde ereplaats niet waard zou zijn.

Artikelen in Kinderopvoeding, Traditionele etiquette.


Nee, nee, schreeuwen de meisjes

Barbie heeft diversiteit omarmd en is behalve in de standaarduitvoering sinds kort ook verkrijgbaar in de maten ‘lange lijs’, ‘klein opdondertje’ en ‘mollig’. Een mooie stap om de gelijkwaardigheid van uiteenlopende vrouwelijke verschijningsvormen te erkennen, al valt te vrezen dat kleine meisjes die zelf een barbie mogen uitkiezen in de speelgoedwinkel toch weer de standaardversie prefereren, net zoals kleine jongens zich storten op het vervaarlijkste actiefiguurtje. Aan kinderen wordt tomeloze fantasie toegeschreven, maar ze zijn evengoed dol op stereotypen.

De veelvormige barbiepop staat model voor het belang van gelijkwaardigheid en diversiteit, waarden die onder druk kwamen te staan bij de Keulse aanrandingen. In reactie hierop en uit beduchtheid voor Keulse toestanden bij het naderende Carnaval krijgen asielzoekers een setje regels uitgereikt voor respectvolle omgangsvormen. Arme asielzoekers! Het lijkt nogal vernederend om te worden voorgelicht over het vanzelfsprekende. Maar vooruit, bij maatschappelijke onrust moet je als overheid iets doen en voorlichting kan in ieder geval geen kwaad, net zo min als een dikke barbie kwaad kan.

Vluchtelingen zijn niet de enigen die bijgespijkerd moeten worden over seksuele diversiteit en gelijkwaardigheid. Jongeren vormen een gigantische doelgroep. In de Volkskrant las ik een reportage over de activiteiten op dit front in de provincie Utrecht. Opvallend was dat de gesprekken over seks en liefde in naar sekse gescheiden groepen plaatsvonden. Jongens praten alleen met jongens, en meisjes alleen met meisjes. Dit lijkt me een fundamenteel verkeerde aanpak van de voorlichting. Hoe kun je begrip krijgen voor wat de andere sekse bezig houdt, als je alleen meningen en ervaringen hoort uit je eigen kamp van seksegenoten? Hoe kan een gelijkwaardige omgang tussen de seksen van de grond komen, als de tegenpartij blijkbaar zo anders is dat ze niet in aanmerking komen om vrijblijvend mee van gedachten te wisselen over serieuze zaken als seks en liefde?

Als een meisje bij je op schoot komt zitten, mag je dan aan haar zitten?

Het noodzakelijke tegengas oftewel de voorlichting kwam dan ook van de cursusleiding, wat de onderneming reduceert tot een oninteressante, obligaat correcte aangelegenheid. ‘Als een meisje nee zegt, bedoelt ze nee’ krijgen de jongens te horen. Maar zo’n categorische vuistregel is onwerkbaar, omdat ambiguïteit nu net essentieel is voor de omgang tussen de seksen. Neem het bekende tafereel van drie bikinimeisjes aan de rand van het zwembad. Daar komen twee stoere jongens aangeslenterd. ‘Jullie gaan het water in!’ roepen ze. ‘Nee, nee!’ schreeuwen de meisjes, ‘alsjeblieft niet!’ En plons, daar worden ze giechelend en tegenstribbelend het zwembad in gegooid. Als de meisjes geen ‘Nee!’ hadden geroepen, was het geen leuk spelletje geweest, en als de jongens braaf waren doorgelopen na het ‘nee’ was er helemaal geen spelletje geweest.

Variaties hierop worden eindeloos gespeeld in flirterige omgangsvormen. Als mannen de taak hebben om een definitief ‘Nee!’ te onderkennen en te respecteren, hebben vrouwen toch ook de taak om in een escalerende flirt bijtijds een van de vele uitstapmomenten te nemen. Don’t you play with me, cause you play with fire zong Mick Jagger al.

Als een meisje bij je op schoot komt zitten, mag je dan aan haar zitten? was de strikvraag die de jongens op het eind van de voorlichting voorgeschoteld kregen. Het correcte antwoord was ‘nee’ (de helft van de cursisten had het fout). Maar een meisje dat zomaar bij een jongen op schoot ploft is behoorlijk intiem bezig. Als zo’n vergaande actie onbeantwoord dient te blijven, zit het toch niet helemaal lekker met de gelijkwaardigheid. De code ‘Afblijven!’ trekt de situatie in de sfeer van lap dancing. Klanten mogen de lapdancers niet aanraken, want dat zit niet bij de prijs inbegrepen. Een jongen die ervan uitgaat dat een op z’n schoot zittend meisje erotisch in hem geïnteresseerd is heeft het mis. Hij mag blij zijn met een gratis lap dance en vooral z’n tengels thuishouden. Fijne, gelijkwaardige omgangsvormen.

Artikelen in Column.


Een dubieuze Valentijnsactie

Beste Beatrijs,

Al jaren ben ik verliefd op een collega. We werken allebei als docent aan een hogeschool. Hij is een jaar of zeven ouder dan ik en erg vriendelijk tegen mij. Ik denk niet dat hij zich bewust is van mijn gevoelens voor hem. Hij is getrouwd en zelf heb ik ook een relatie. Ik zal dan ook nooit serieuze stappen ondernemen, want vreemdgaan vind ik absoluut verwerpelijk. Elk jaar wordt er bij onze opleiding een Valentijnsactie georganiseerd waarbij men anoniem een roos kan sturen naar een student of docent en elk jaar twijfel ik of ik hem iets zal sturen. Met een simpele boodschap die uitdrukt dat ik van hem houd of helemaal zonder boodschap. Ieder jaar beheers ik mij. Enerzijds is een anoniem bloemetje een onschuldig gebaar, anderzijds vrees ik dat ik met mijn roos zou stoken in zijn relatie en zijn vrouw een rotgevoel geef, wat ook weer niet de bedoeling is. Daarmee hangt mijn vraag samen of het wel toegestaan is om anonieme liefdesverklaringen te sturen naar een man in een vaste relatie. Wat vindt u?

Een anonieme roos

Beste Een anonieme roos,

Speel niet op een halfhartige manier kiekeboe.

Persoonlijk zie ik niets in Valentijnsrituelen. De attenties van geliefden voor geliefden zijn obligaat, attenties zonder afzender zijn vervelend. Ik raad u af om met de actie mee te doen. De man in kwestie is getrouwd, u hebt zelf ook een relatie, waarom zou u voor onrust zorgen? Als u in bent voor een avontuurtje buiten uw relatie om, kunt u het object van uw liefde beter rechtstreeks benaderen dan hem een anonieme por geven. Veel mensen zijn absoluut niet gediend van anonieme boodschappen, ook niet als dat liefdesbetuigingen zijn. Daar worden ze zenuwachtig van. Wees openhartig of zwijg, maar speel niet op een halfhartige manier kiekeboe.

Afgezien van het gedoe dat een buitenechtelijke affaire met zich mee brengt (op zichzelf al een reden om er niet aan te beginnen en ook niet bij hem te peilen hoe hij erover denkt), raad ik u aan om enige zelfreflectie te plegen. U gebruikt grote woorden: ‘verliefd zijn op’, ‘dat ik van hem hou’. Maar uit niets in uw vraag blijkt dat er meer dan een prettig collegiale omgang bestaat tussen u en deze collega. U kent hem nauwelijks. Hoe kunt u dan denken dat u van hem houdt? Wat verstaat u eigenlijk onder ‘houden van’? Iets anders dan de gevoelens die u voor uw eigen partner koestert? Hoe kunt u langdurig een amechtige verliefdheid volhouden, waar nooit enige weerklank op volgt? Een verliefdheid die niet eens wordt opgemerkt door het object van uw verlangen? Dit jarenlang eenzijdig smachten maakt niet zo’n volwassen indruk. Dus maak werk van uw fantasieën of draai ze definitief de nek om. Om uzelf een zetje te geven voor dit laatste zou het kunnen helpen om uw gevoelens te bespreken met uw reguliere partner.

Artikelen in Collega's, Liefde en relaties.

Gelabeld met , , .


Verplicht vrijwillige tascontrole

Beste Beatrijs,

Als studente heb ik een bijbaantje bij een supermarkt. Onlangs kregen alle medewerkers een mail van de winkelmanager, waarin stond dat ze elke avond ieders tas willen controleren om diefstal terug te dringen. Ze mogen dit niet zelf doen en vragen de medewerkers daarom om vrijwillig de inhoud van de tas te laten zien aan de aanwezige leidinggevende. Ik vind het onprettig dat mijn leidinggevende elke keer na mijn dienst de inhoud van mijn tas bekijkt. In principe kan ik weigeren, maar dan lijkt het alsof ik iets te verbergen heb, ook al is dat niet het geval. Wat moet ik doen: mijn privacy beschermen en weigeren of me neerleggen bij het nieuwe beleid?

Tascontrole

Beste Tascontrole,

Bedrijven verzinnen allerlei middelen om diefstal tegen te gaan tot camera’s ophangen aan toe. Stelende klanten is één probleem, maar ook diefstal door het personeel is een behoorlijke kostenpost in de winkelsector. Ik begrijp dat u het vervelend vindt om in uw tas te laten snuffelen, maar u schrijft het zelf al: als u weigert, maakt u zichzelf verdacht. Het enige wat u kunt doen is zo min mogelijk privéspullen in uw tas meebrengen naar het werk. Hoe leger uw tas is, hoe minder er in te zien valt en hoe sneller u kunt doorlopen.

Artikelen in Collega's, Winkels.

Gelabeld met .


Zus als goed doel

Beste Beatrijs,

De zus (62 jaar) van mijn man is alleenstaand en krijgt een bijstandsuitkering. Haar man is vorig jaar overleden. Ze doet vrijwilligerswerk in de bibliotheek en de kerk en heeft geen geld voor leuke dingen. Wij zijn met pensioen en hebben een aardig inkomen. We overwegen om haar financieel wat te ondersteunen. Misschien maandelijks een bedrag, niet op een rekening die ze voor de gemeente moet verantwoorden maar op een andere manier. Wel vroegen we ons af of we er nog mee kunnen stoppen, als ons inkomen lager wordt bijvoorbeeld omdat een van ons overlijdt. Misschien is het beter om haar af en toe iets te geven? We wonen niet bij elkaar in de buurt en komen een paar keer per jaar bij haar op bezoek.

Zus ondersteunen

Beste Zus ondersteunen,

Heel sympathiek dat u en uw man uw (schoon)zus met een financieel extraatje willen helpen. Ik denk dat dit het beste gaat door eenmalig een bedrag in contanten te geven en er niet een maandelijkse storting van te maken. Wanneer u baar geld geeft, valt het buiten de bijstandsuitkering. Als u geld overmaakt via de bank, kan haar bankrekening worden gecontroleerd, en zal zij gekort worden op haar uitkering. Een (groter) bedrag ineens is ook beter dan elke maand een klein bedrag, omdat er bij elke schenking bedankt moet worden, en het is prettiger voor uw schoonzus om één keer te bedanken dan elke maand weer opnieuw.

Ik raad u aan een jaarlijkse som contant geld aan haar te geven op een vast tijdstip dat u het beste uitkomt. U kunt erbij zeggen: ‘Wij zitten nu goed in ons geld en we vinden het fijn om jou te laten delen in onze relatieve rijkdom, zodat je ook eens wat leuks voor jezelf kunt aanschaffen. Zolang we het kunnen missen, doen we dat graag en als we het niet meer kunnen missen, houden we ermee op.’ Als u één keer een schenking doet, betekent dat niet dat u dat tot in lengte van dagen moet volhouden. U bent te allen tijd vrij om over uw geld en uw goede doelen te beslissen. U kunt van jaar tot jaar bekijken of het nog nodig is en of u hier nog financiële ruimte voor hebt.

Artikelen in Broers en zussen.

Gelabeld met , .


Grenzeloze onderwijsvrijheid geeft dwang

Ha, het eindadvies van het Platform Onderwijs 2032 is afgeleverd! Ik keek er al reikhalzend naar uit. Deze commissie hield zich de afgelopen tijd bezig met het inventariseren van wensen van scholen, leraren en leerlingen voor het onderwijs in de 21ste eeuw. De bevindingen kunnen met één woord worden samengevat: vrijheid. Als het aan het Platform ligt, verdwijnen de grenzen tussen de vakken, dienen leerlingen niet alleen op schoolprestaties te worden beoordeeld en kunnen scholen hun eigen curriculum bepalen met zo min mogelijk inmenging van overheid en inspectie.

Ongelooflijk hoe alle onderwijsdooddoeners van de laatste veertig jaar hier worden opgewarmd en geserveerd met een aplomb alsof het zwarte garen is uitgevonden. Onderwijs dat moet aansluiten bij de leefwereld van het kind, kinderen als eigenaar van het leerproces, toetsencircus loslaten, onderwijs-op-maat trajecten: het is déjà vu all over again. Veel van de voorgespiegelde vrijheidselementen hebben, als je er even over nadenkt, niets met vrijheid te maken, maar des te meer met dwang als gevolg van van het loslaten van externe criteria. Neem de opmerking van Platformvoorzitter Paul Schnabel bij de presentatie van het advies (geciteerd in de Volkskrant): ‘Hoe zwaar weegt het oordeel van de docent? Misschien moeten leerlingen elkaar gaan beoordelen?’ Fijn idee! Het docentloze projectonderwijs uit de jaren zeventig, waarbij studenten elkaar een cijfer moesten geven en iedereen, uitslover of meelifter, een acht kreeg was ook al zo’n succes.

De persoonlijkheid van een kind hoeft niet gevolgd te worden, want die is goed zoals die is.

Nog akeliger is de dwang die optreedt, als de aandacht binnen het onderwijs verlegd wordt van leerprestaties naar de sociale ontwikkeling van het kind. Het Platform adviseert om niet alleen ‘meetbare kwaliteiten’ (laten we zeggen: de hoofdsteden in Europa, de tafel van 7) te toetsen, maar ook ‘merkbare’ persoonlijkheidsontwikkeling van de kinderen. Zo ontstaat een ‘rijke waardering’ van de vorming van een persoonlijkheid. Nog meer beoordelingen erbij dus in het leerling-volg-dossier. Jakkes, wat een klefheid. Staatssecretaris Dekker was hier ook reuze enthousiast over, want volgens hem is het belangrijk voor het maken van goede keuzes dat leerlingen eerder ontdekken wie ze zijn. Maar de persoonlijkheid van een kind hoeft niet gevolgd te worden en zeker niet in een dossier vastgelegd, want die is goed zoals die is. Jongeren hoeven niet te weten waar ze over vijf jaar willen zijn (ouderen trouwens ook niet), ze moeten er gewoon voor zorgen dat ze de lopende zaken (een wiskundeproefwerk, een spreekbeurt voor Nederlands) goed volbrengen. Wat er daarna aan de orde komt, zien we dan wel weer. Het is een perfide illusie dat het leven netjes op de rails kan worden gezet onder begeleiding van docenten die de persoonlijkheid van het kind doorgronden.

Alles waarop volgens het Platform apart gefocust moet worden om in kinderen te ontwikkelen: respect, hulpvaardigheid, empathie, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen, flexibel omgaan met kritiek, heeft geen aparte benoeming nodig. Het hele rijtje mooie eigenschappen valt onder de ouderwetse noemers ‘gedrag en vlijt’. Als het goed is, komt deze etiquetteachtige vorming voortdurend bij elk vak in elke onderwijssituatie aan de orde. Wanneer een leraar een kind dat erdoorheen schreeuwt corrigeert bijvoorbeeld of wanneer een leraar een kind aanspoort om over z’n verlegenheid heen te stappen of prijst bij volharding of hulpvaardigheid. Onderwijs is interactie. Zodra persoonlijkheidsvorming en etiquette worden losgekoppeld van het onderwijs zelf, vallen ze dood.

Intussen wordt kennis, voorzien van het omineuze epitheton ‘encyclopedisch’, overbodig geacht. Volgens Paul Schnabel, die een tweede vreemde taal ook zonde van de moeite vindt, hebben we daar nu Google voor. Wat overblijft is een soort patroniserend neerhurken bij kinderen als eigenaar van het leerproces. Herman Pleij in zijn weergaloze apologie (in DWDD) voor het lezen van Multatuli noemde het optillen van kinderen essentieel voor onderwijs. Zo niet in de nieuwe onderwijsvrijheid. Daar staat Max Havelaar op Google als vrijblijvend aardigheidje voor excentriekelingen.

Artikelen in Column.


Waar komt u vandaan?

Beste Beatrijs,

Voor mijn werk moet ik vaak met mensen een korte wachtperiode overbruggen. Ik vroeg de mensen altijd waar ze vandaan kwamen, gewoon om even een kort ontspannen gesprekje te hebben. Ik liet het aan hen zelf over of ze het over hun geboortestreek, stad, land zouden hebben of de plek waar ze zojuist vandaan kwamen. Gezellig praatje over een ver land of over een dorp 10 km verderop. Laatst reageerde iemand heel gepikeerd. Hij ervoer het als discriminatie: omdat we allemaal Nederlanders zijn, mag je daar niet naar vragen. Ik schrok ervan en besprak het met een collega en zij zei dat het een beetje impertinente vraag is.
Hebben de gepikeerde man en mijn collega gelijk? Voor dit incident reageerden mensen altijd zo goed op de vraag en begonnen altijd van alles te vertellen. Ik zie het probleem helemaal niet, maar nu beperk ik mij veiligheidshalve maar tot het weer.

Vragen naar herkomst

Beste Vragen naar herkomst,

De vraag ‘Waar komt u vandaan?’ is inderdaad beladen, wanneer die gesteld wordt aan mensen met een allochtone afkomst. Neem de volgende dialoog:
‘Waar komt u vandaan?’
‘Uit Dordrecht.’
‘Ja, maar waar komt u écht vandaan?’
In dit geval neemt de vraagsteller geen genoegen met de mededeling ‘Dordrecht’, maar begint (op grond van het uiterlijk!) te vissen naar een buitenlandse afkomst van de persoon of van diens ouders. Terecht vinden mensen het irritant en discriminerend om op die manier te worden ondervraagd. Het geeft hun het gevoel dat ze geen echte Nederlanders zijn. Ook wanneer ze wel degelijk uit het buitenland komen trouwens, hebben ze lang niet altijd zin om het verhaal te vertellen hoe ze hier terecht zijn gekomen. Dit zijn gevoeligheden om mee rekening te houden.

Een goed alternatief is: ‘Woont u hier in de buurt?’

Dit betekent niet dat u nooit meer aan onbekenden kunt vragen waar ze vandaan komen. U moet alleen de vraag een beetje herformuleren, zodat mensen er verschillende kanten mee op kunnen. Een goed alternatief is bijvoorbeeld: ‘Woont u hier in de buurt?’ Daarmee trekt u het gesprek naar het hier en nu, wat vrijblijvender is dan een vraag naar het verleden. Dan zeggen mensen ‘Ja, ik woon hier al een tijdje’ of ze zeggen ‘Nee, ik woon daar en daar’ en kunt u daar makkelijk op doorgaan. In een gesprek over een streek of woonplaats kunt u best vragen of ze daar ook zijn opgegroeid. U merkt vanzelf of mensen er wel of niet over willen praten. Een plompverloren vraag naar het verleden kan door sommige mensen als beledigend worden opgevat, dus daar moet u voorzichtig mee zijn, maar met een vraag naar huidige woonomstandigheden zit u altijd goed.

Artikelen in Aanspreken en begroeten.

Gelabeld met , , .


Kledingcode bij huwelijk

Beste Beatrijs,

Over een tijdje gaan we trouwen en binnenkort gaan de uitnodigingen de deur uit. We twijfelen nog over de dresscode. ‘Tenue de ville’ is passend voor gasten die zowel overdag bij de huwelijkssluiting als ’s avonds op het feest aanwezig zijn. Dit ligt anders voor gasten die we alleen voor ’s avonds uitnodigen. Kunnen wij er toch voor kiezen om ‘tenue de ville’ als dresscode voor iedereen te vermelden zonder een flater te slaan of mensen op het verkeerde been te zetten?

Dresscode voor huwelijk

Beste Dresscode voor huwelijk,

Een kledingcode op de uitnodiging is overbodig, want wat u van de genodigden wil is vanzelfsprekend. ‘Tenue de ville’ betekent zoiets als ‘netjes, zakelijk, verzorgd’. Eigenlijk houdt het niet meer in dan ‘geen slonzige vrijetijdskleding alsjeblieft’. Maar de mensen weten heus wel dat ze niet in een ouwe spijkerbroek of afzakkende trainingsbroek naar een huwelijk moeten komen. En als ze alleen ’s avonds naar het feest gaan, weten ze ook best dat ze iets feestelijks aan moeten trekken of er tenminste netjes uit moeten zien. Mensen vinden het vaak vervelend om richtlijnen voor het vanzelfsprekende te krijgen. Laat het aan genodigden zelf over hoe zich te kleden en alles komt vanzelf in orde.

Artikelen in Bruiloft, Traditionele etiquette.

Gelabeld met , .