Spring naar inhoud


Vrouwen willen altijd alles zelf doen

Stel er is een onderzoek gedaan naar het hebben van huisdieren. Honden, katten, parkieten, maakt niet uit. Uit het onderzoek komt naar voren dat de ene groep van huisdierbezitters (laten we ze voor het gemak mannen noemen) alleen maar plezier heeft met hun huisdier. De andere groep (bestaande uit vrouwen) ervaart vooral problemen: ze tobben met hondenhaar op de canapé, met schuwe, te dikke katten en ze zitten om de haverklap bij de dierenarts. Je zou dan toch denken dat die vrouwen het niet helemaal goed aanpakken en dat ze wellicht een voorbeeld zouden kunnen nemen aan hoe mannen met hun huisdier omspringen.

Precies zo’n onderzoek is uitgevoerd door het SCP, het was alleen iets breder van opzet, het ging over tijdsbesteding. Iedereen heeft te maken met betaald werk, onbetaald werk (huishouden en kinderzorg) en vrije tijd (leuke dingen, hobby’s). Zoals bekend besteden mannen meer tijd aan betaald werk dan vrouwen. Van de huidige generatie dertigers hebben vrouwen een hogere opleiding genoten dan mannen, maar ze werken overwegend in deeltijd, terwijl 87 procent van de mannen full time werkt. De zorgtaken thuis worden vergeleken met vroeger veel evenrediger verdeeld. Mannen besteden daar zelfs zo veel tijd aan dat ze per week gemiddeld drie uur minder ‘voor zichzelf’ overhouden dan vrouwen. Toch zijn het de vrouwen die klagen over drukte en een opgejaagd gevoel.

Even voor de goede orde: een man komt thuis na een volle werkdag op kantoor, gaat het eten koken omdat het die dag z’n beurt is, en zo niet dan staat hij wel ingeroosterd om de kinderen te vermaken of in bad en bed te leggen, hij gaat al naar gelang de afspraken het gras maaien, de belastingen invullen of twee keer per week boodschappen inslaan, en de vrouw klaagt dat ze niet kan genieten van haar vrije tijd omdat het leven zo druk is. Intussen heeft haar man drie uur minder vrije tijd dan zij en heeft nergens een probleem mee.

Nu is het niet zo moeilijk om te detecteren waar die opgejaagde gevoelens vandaan komen. Ik kan me die periode met werk en kleine kinderen nog goed herinneren. Een eindeloze carrousel van taakjes en taakonderbrekingen, waarin vakanties geen rustpunt maar juist een intensivering van de drukte vormden. Maar je kunt het voor jezelf natuurlijk altijd nóg ingewikkelder maken.

En weer moeten de ridders op het witte paard vrouwen in nood redden.

Vrouwen sloven zich in de kinderzorg veel meer uit dan vroeger gebruikelijk was. Ze rijden rond met twee of drie te grote kinderen als vadsige padden in een bakfiets, terwijl ze die kinderen vanaf hun vijfde zelf kunnen laten meefietsen. Ze verwerken onafzienbare stapels wasgoed, omdat een kind tegenwoordig niet meer twee dagen achter elkaar dezelfde kleren aan mag hebben. Ze manen het kind niet aan om huiswerk te maken, maar zitten ernaast om het samen te doen en besteden uren aan het voorbereiden van spreekbeurten en het schrijven van werkstukken. Ze staan week in, week uit langs de lijn bij sportwedstrijden, terwijl eens per kwartaal voldoende is. Ze maken verantwoorde, gezonde verjaardagstraktaties met cocktailprikkers en geinige augurkjes, terwijl ze ook een zak dropveters kunnen meegeven.

Waar die uitsloverij vandaan komt is me een raadsel, want als je kinderen bijtijds leert om zelf ergens heen te fietsen, aan hun gymspullen te denken, hun lakens te verschonen, hun lunch klaar te maken, betekent dat een enorme verlichting. Delegeren is het beste middel tegen het te druk hebben en delegeren verhoogt ook nog eens de zelfredzaamheid van kinderen. Hoe moeilijk kan het zijn?

Fout dus. Volgens Wil Portegijs van het SCP ligt de oplossing voor deze zielige vrouwen in een betere taakverdeling thuis. De mannen moeten nog meer aan de bak. Het zijn toch altijd weer de ridders op het witte paard die vrouwen in nood moeten redden. Heerlijk, die emancipatie.

Artikelen in Column.


Te groot leeftijdsverschil

Beste Beatrijs,

Ik ben een man van 40, jong van geest en jong van uiterlijk. Ik word altijd geschat als 28. Ik ben straalverliefd op een meisje van 16 en het is wederzijds. Qua uiterlijk en in haar doen en laten is zij een volwassene. Haar ouders (gescheiden) zijn erachter gekomen en logischerwijs zeer bezorgd. Ik heb er altijd op gehamerd dat ze eerlijk moest zijn tegen haar ouders en moest zorgen dat ze op school goed presteert. Ik heb ook gezegd dat ze niks tegen haar wil met mij moet doen en goed moest nadenken over het leeftijdsverschil. De ouders wilden kennis met mij maken, maar toen ik langs ging, maakte de vader mij uit voor vieze pedofiel en als ik niet met zijn dochter brak waren de gevolgen voor mij. Daarna heeft hij haar telefoon afgepakt. Moeder zat er boos bij en heeft alleen maar gezwegen. Ik ben geen viespeuk, maar een nette jongeman die hopeloos verliefd is. Wat moet ik doen?

Geen ouwe bok

Beste Geen ouwe bok,

U kunt wel hopeloos verliefd zijn, maar dit meisje is niet geschikt voor u. En u bent nog veel minder geschikt voor haar. Een man van 40 en een meisje van 16 is geen goede combinatie, ook al ziet u eruit als 28 en zij als 24. Ongeacht ieders uiterlijk ligt het heel eenvoudig: een meisje van 16 is minderjarig en daar moeten alle meerderjarige mannen van afblijven, ook als het meisje in kwestie niets liever wil dan juist dat. In de Middeleeuwen had u geen probleem gehad, maar in dit tijdsgewricht wordt gehecht aan gelijkwaardige relaties. In andere culturen kent men het verschijnsel van de ‘kindbruiden’, maar dat wordt hier afgekeurd. Uw relatie is niet gelijkwaardig, want u zegt tegen uw geliefde dat ze ‘eerlijk moet zijn tegen haar ouders en goed op school moet presteren.’ Dit zijn dingen die ouders (ouderen) tegen tieners zeggen en niet wat de ene geliefde tegen de andere zegt.

Haal de mythe van de eeuwige, ware liefde maar van stal als zoethoudertje.

Als u van dit meisje houdt, dan trekt u uw handen van haar af en u verbreekt de relatie. Een meisje van 16 moet zich in haar eigen tempo kunnen ontwikkelen, misschien een beetje scharrelen met leeftijdgenoten, maar zich niet storten in zwaar, seksueel en relationeel gedoe met een man die oud genoeg is om haar vader te kunnen zijn. Niemand in haar omgeving (ouders, vrienden, vriendinnen) zal enthousiast zijn over haar verhouding met u. Ze kan u niet gezellig meenemen naar sociale activiteiten in haar leeftijdsgroep. Dat betekent dat zij eenzaam wordt door die relatie. Als je 16 jaar bent, mag de liefde niet zo belangrijk zijn dat je daarvoor van alles moet opgeven en ruzie moet krijgen met je familie.

Als u van haar houdt, zegt u tegen haar: ‘Ik houd heel veel van je, maar we kunnen elkaar niet zien, want je bent te jong. Ik vertrek nu uit je leven, en over een paar jaar kunnen we altijd nog eens kijken wat er van die liefde is overgebleven.’ Haal de mythe van de eeuwige, ware liefde maar van stal als zoethoudertje. Wat in het vat zit verzuurt niet, toch? En dan geeft u haar een zoen, u schrapt haar nummer uit uw telefoon en u verbreekt de contacten. Als u van haar houdt, laat u haar vrij.

Artikelen in Liefde en relaties.

Gelabeld met .


Meegebracht eten serveren?

Beste Beatrijs,

Wat te doen als bezoekers eten en drinken meebrengen, terwijl ze uitgenodigd zijn voor een lunch of diner? Moeten we de voedselgaven van de gasten meteen serveren of kunnen we het bewaren voor een andere keer, omdat we al een complete maaltijd hebben voorbereid? Of moeten we alles op tafel zetten, zodat iedereen kan kiezen?

Bewaren of opeten?

Beste Bewaren of opeten,

Vaak nemen gasten een consumeerbare attentie mee, als ze ergens gaan eten. Dat gaat dan om houdbare artikelen als een fles wijn, een doosje chocola of een andere delicatesse die de kast in kan. Deze geschenken zijn bedoeld voor de uitnodigende partij en niet als bijdrage aan de maaltijd. De gastheer/-vrouw beslist om de meegebrachte voedingswaren in te zetten bij het etentje of te bewaren voor later. Soms kan iets toevallig van pas komen. Maar er bestaat geen verplichting tot instant consumptie. Wie mensen uitnodigt voor een etentje voorziet zelf in het nodige eten en drinken en laat het menu niet afhangen van wat gasten zoal meebrengen. Als bepaalde gasten er een handje van hebben om altijd met voedselschotels aan te komen zetten die eruit zien alsof ze onmiddellijk moeten worden opgegeten, kunt u van tevoren tegen hen zeggen dat ze die moeite achterwege kunnen laten. Ze zijn niet uitgenodigd voor een potluck (een gelegenheid waarbij alle deelnemers gerechten meebrengen), maar voor een door u verzorgd etentje of lunch.

Artikelen in Eten en drinken, Visite.


Na ‘jij’ lukt ‘u’ niet meer

Beste Beatrijs,

Mijn ouders zijn gescheiden en mijn moeder heeft sinds een jaar of drie een nieuwe partner. Ik (vrouw, 30 jaar) heb hem altijd getutoyeerd, zoals ik dat bij mijn ouders en de vriendin van mijn vader ook gewend ben. Laatst heeft hij gezegd dat hij graag wil dat ik hem met ‘u’ aanspreek, omdat zijn eigen kinderen dat ook doen. Hij vindt het aanspreken met ‘u’ van meer respect getuigen. Ik vind ‘u’ zeggen in dit geval heel afstandelijk. Kan de partner van mijn moeder van mij vragen om hem voortaan met ‘u’ aan te spreken?

Van jij naar u

Beste Van jij naar u,

Dit is een hele rare vraag van die man. Het overstappen van u op jij is aan de orde van de dag, maar andersom slaat nergens op. In een relatie met een geschiedenis van tutoyeren kan de een niet ineens eisen dat de ander overschakelt op ‘u’. Tutoyeren duidt op vertrouwdheid en bekendheid. Vousvoyeren vindt plaats bij leeftijdsverschil, onbekendheid, maar vooral bij afstandelijkheid. Als er al een bepaalde vertrouwdheid bestaat binnen de relatie (het gaat ten slotte om de vriend van uw moeder) is het absurd om te bepalen dat ‘jij’ ineens ‘u’ moet worden. Met respect heeft dat niets te maken. Zijn verzoek plaatst u op afstand en in een positie van ondergeschiktheid. Moet u in het vervolg ook afzien van voornaamgebruik en ‘Meneer Achternaam’ tegen de vriend van uw moeder zeggen, nu hij niet meer getutoyeerd wil worden? Of verwacht hij soms dat u ‘Henk, wilt u nog koffie?’ tegen hem zegt? Lach de vriend van uw moeder uit en vertel hem dat hij kan fluiten naar zijn ‘u’. Prima dat zijn kinderen gewend zijn om ‘u’ tegen hem te zeggen, maar u bent zijn kind niet en zult dat ook nooit worden.

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Stieffamilie.

Gelabeld met .


De psycholoog kijkt niet door je heen

Partnerkeus is de belangrijkste beslissing in het leven. Niet de vrijblijvende spielerei met relaties, maar de keus om definitief met iemand in zee te gaan. De keus met wie je je leven gaat vervlechten is belangrijker dan welke opleiding, wat voor werk of woonomgeving, omdat verkeerde keuzes op die gebieden altijd bijgesteld kunnen worden in het licht van voortschrijdende persoonlijke ontwikkeling, terwijl een verkeerde partner als een bedorven mossel het leven vergiftigt. Niet alleen van de ongelukkig getrouwden zelf, maar ook van eventuele kinderen. Bovendien is het duur om weer van elkaar af te komen.

Pastoraal filosoof en levenskunstenaar Alain de Botton, altijd bezig met het brengen van geluk onder mensen die in duisternis verkeren, verbaasde zich onlangs op de opiniepagina van NRC dat het probleem van de verkeerde partnerkeus niet hoog op de maatschappelijke agenda staat, zoals met roken of verkeersdoden wel het geval is. Ook echtscheiding brengt onnoemelijk veel slachtoffers met zich mee. Dat komt volgens De Botton doordat mensen in de westerse cultuur zijn blijven steken in normatieve opvattingen over het romantische huwelijk. Dat was weliswaar een stapje vooruit vergeleken bij de daaraan voorafgaande praktijk van het verstandshuwelijk (dat hij vulgariserend samenvat als het bij elkaar voegen van twee lapjes landbouwgrond), maar pakt nog steeds desastreus uit.

Send in de psychologen, alsof er niet al genoeg clowns in deze markt opereren.

Mensen hebben geen zelfkennis, laat staan dat ze anderen kunnen doorgronden, dus storten ze zich verblind door verliefdheid in een huwelijk met voorspelbare gevolgen: veertig procent houdt geen stand. Je zou verwachten dat De Botton een greep doet in het filosofische medicijnkastje, maar nee, het is tijd voor het psychologische huwelijk: ‘In een verstandige samenleving zouden potentiële partners elkaar gedetailleerde psychologische vragenlijsten voorleggen en zich uitvoerig laten testen door teams van psychologen.’ Send in de psychologen, alsof er niet al genoeg clowns in deze markt opereren.

Nu is de psychologie een mooi vak in de reparatiesfeer, maar op individueel niveau voorspellen is niet de kracht ervan. De Botton hanteert een, alweer vulgariserende, opvatting van de psycholoog als ‘iemand die door je heen kan kijken’, een idee dat elke eerstejaars psychologiestudent binnen een week wordt afgeleerd. Ze kunnen testjes afnemen inderdaad, maar dat is allemaal zelf-rapportage. Ik heb zelf ook wel eens zo’n test ingevuld op internet en kwam op alle belangrijke dimensies in het midden uit, behalve op neuroticisme (dat was laag). Betekent dat dat alle andere gemiddelde mensen voor mij geschikt zouden zijn als partner? Natuurlijk niet of misschien ook wel, zolang ze aardig, slim en betrouwbaar zijn. Maar daar heb ik geen psychologenteam voor nodig. Dat kan ik zelf ook wel bepalen, als ik een tijdje met iemand ben omgegaan.

Het idee dat iemand als een afhankelijke patiënt zijn partnerkeus zou laten bepalen door externe deskundigen die zitten te rekenen met complementaire of symmetrische karaktertrekjes is een slappe variant op het beproefde gearrangeerde huwelijk, waarvoor tenminste nog pleit dat ouders hun kind terdege kennen en redelijk kunnen voorspellen wie een geschikte partner zou kunnen zijn. Het is lastig voor te stellen dat mensen warm lopen voor het door psychologen gefiatteerde huwelijk.

Toch is opmerkelijk genoeg onlangs de realityserie ‘Married at first sight’ begonnen, waarin singles zich door ‘de wetenschap’ (een psycholoog, een bioloog en een seksuoloog) laten opmeten en doorlichten, waarna ze gekoppeld worden aan een geschikte partner met wie ze ook meteen moeten trouwen. Dit trouw-of-ik-schiet element werd als verrassing aangekondigd aan de deelnemers die dachten dat ze alleen gematcht zouden worden na het testparcours. Slechts twintig procent trok zich terug, omdat ze een trouwbeslissing te serieus vonden voor een geinige realityshow. Van de in het buitenland via dit tv-format gesloten huwelijken schijnt het merendeel alweer verbroken te zijn. De wetenschap heeft geen oplossing voor dit probleem en zal dat ook nooit vinden.

Artikelen in Column.


Omgang met ex-schoonfamilie

Beste Beatrijs,

Mijn man en ik, 65-plus, wonen op behoorlijke afstand van onze dochter die vorig jaar gescheiden is. Ze heeft drie kinderen van 10, 8 en 4. De afgelopen maanden passen wij twee dagen per week op de kleinkinderen ter ondersteuning van onze dochter. Zoals wel vaker gebeurt zijn wij bevriend geraakt met de ouders van onze (ex)schoonzoon. Onze ex-schoonzoon zien we ook af en toe. Toen wij terloops tegen onze dochter zeiden dat wij het contact met haar ex-schoonouders op een normale manier voortzetten, was het huis bijna te klein. Zij wil niet dat wij nog met hen omgaan. Ook het contact met onze ex-schoonzoon wil ze verbieden. En mocht er toch op enig moment contact plaatsvinden, wil zij daarvan op de hoogte zijn. Wij vinden haar houding in dezen niet op zijn plaats. Wat is normaal in een dergelijke situatie?

Wíj zijn toch niet gescheiden?

Beste Wíj zijn toch niet gescheiden,

Meestal nemen ouders afstand van de ex-schoonfamilie als hun kind gescheiden is. Het is nu eenmaal lastig om contacten met ex-schoonfamilieleden te blijven onderhouden, alsof er niets aan de hand is. Er is wél iets aan de hand: het stel dat de verbinding vormde tussen de twee families is gescheiden. De brug is weggevallen. De meest voor de hand liggende reactie van ouders is dan om zich loyaal met hun eigen kind te betonen. Hoe ellendiger de scheiding, hoe moeizamer het is om de vriendschappelijke contacten met de ex-schoonfamilie voort te zetten. Uw dochter vindt het natuurlijk niet leuk dat u kopjes koffie met haar ex of met zijn ouders zit te drinken en intussen de familieperikelen doorneemt. Dat voelt voor haar als verraad.

Bij een harmonieuze scheiding kan iedereen makkelijker met elkaar doorroeien, maar in geval van animositeit ontkomt de familie niet aan partij kiezen voor het eigen kind en automatisch tegen de ex-schoonfamilie. Als de ouders van uw ex-schoonzoon echt goede vrienden van u zijn (u komt regelmatig bij elkaar over de vloer en er zijn meer raakvlakken dan uitsluitend de kleinkinderen), kunt u wellicht een beetje jongleren. Het zou te dol zijn, als uw dochter u verbiedt om, ik noem maar wat, klaverjasavondjes te houden met dat echtpaar of fietstochtjes te maken, als u dat gewend bent. Uiteindelijk beslist u zelf over wie uw vrienden zijn. Als die mensen om persoonlijke redenen belangrijk voor u zijn, horen ze bij u. Maar als u vooral met hen omging, omdat het, nou ja, de schoonfamilie was, lijkt het verstandiger om afstand te nemen. Dit geldt helemaal voor de ex-schoonzoon, met wie uw dochter, neem ik aan, op dit moment niet op vriendschappelijke voet staat. U hoeft het ongenoegen van uw dochter zeker niet over te nemen, u kunt gewoon vriendelijk blijven, maar mijd de ex in ieder geval en bouw voor zijn ouders wat meer afstand in.

U past twee dagen per week op uw kleinkinderen. Me dunkt dat uw dochter u diep dankbaar moet zijn. Ze zal uw hulp ook niet kunnen missen. Haar woede kan op het conto van instabiliteit en stress na de scheiding worden geschoven.

Artikelen in Huwelijk en scheiding, Schoonfamilie.

Gelabeld met .


Waarom pink omhoog?

Beste Beatrijs,

Ik ben student communicatie aan het hbo. Voor een onderzoek moet ik een antwoord vinden op de volgende vraag: waarom wordt het deftig gevonden om de pink op te steken tijdens het drinken en waar komt deze gewoonte vandaan? Kunt u daar uitsluitsel over geven?

Opgestoken pink,

Beste Opgestoken pink

Het is géén beschaafde omgangsvorm om je pink op te steken bij het drinken van een kopje thee. Nu niet en vroeger ook niet. Het gebaar van de geheven pink is een karikatuur van verfijndheid en waarschijnlijk afkomstig uit het volkstoneel, waar de zaken graag vet worden aangezet. Een acteur die met opgestoken pink thee drinkt doet dit uitsluitend om de omgangsvormen van de hogere kringen belachelijk te maken. Je kunt het vergelijken met het zwaaien met een gebogen, slap handje om homo’s aan te duiden. Een homo zwaait niet op een aanstellerige manier met een slap handje. De adel drinkt niet op een aanstellerige manier thee met opgestoken pink. Beide gebaren zijn parodistisch en getuigen van minachting voor de groep die ermee wordt uitgebeeld.

Artikelen in Eten en drinken, Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


De vriendenclub ontgroeid

Beste Beatrijs,

Aan mijn studententijd heb ik een vriendenclubje overgehouden. We zien elkaar een keer per maand en praten dan bij onder het genot van bier en saté. Er wordt altijd veel gelachen en ook de politiek wordt doorgenomen. Eens per jaar hebben we een zeil- en drinkweekend. Tussendoor helpen we elkaar met verhuizingen en verbouwingen. Het zijn heel fijne lui met wie ik al veel lol heb beleefd. Maar het zijn jongens van rond de veertig met zulke sterke meningen dat het bijna nooit komt van een uitwisseling van standpunten. Zaken van het hart komen al helemaal niet ter sprake. Dat ‘stoere jongens, grote bekken’-gedoe staat mij steeds meer tegen. Is het tij te keren of ben ik de vriendenclub ontgroeid?

Te vaak brallen

Beste Te vaak brallen,

Een keer per maand borrelen met de vriendenclub plus nog een jaarlijks zeil- en drinkweekend is wel heel veel contact. Dit soort studentenjool is allemaal leuk en aardig, maar boven een zekere leeftijd niet meer zo vreselijk belangrijk. De meeste groepsleden zullen onderhand toch ook gezinnen en banen hebben? Neem er enige afstand van, als u er genoeg van hebt. U hoeft niet elke maand op te komen draven om u vol te gieten. Eens per half jaar is ook prima. Het zeilweekend laat u afhangen van omstandigheden. Als het uitkomt en u hebt er zin in, gaat u mee. Als u andere dingen te doen hebt, meldt u zich af.

U hoeft zeker niet de vriendenclub in z’n geheel vaarwel te zeggen. Tenslotte hebt u een belangrijk deel van uw vormende jaren met hen meegemaakt en het is prettig als dezelfde mensen met je meewandelen door het leven. Maar het lijkt tijd om een beetje terug te schakelen in de frequentie waarmee u omgaat met het clubje van vroeger. U hoeft uw terugtrekkende beweging niet uitgebreid toe te lichten. De sfeer lijkt er sowieso niet naar om metagesprekken te voeren of over gevoelens te praten. U kunt terloops zeggen of mailen: jongens, deze keer niet, geen tijd, een andere keer ben ik weer van de partij.

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , .


Verplicht vrijwilligerswerk

Met het faillissement van V&D, Perry Sport en nog zo wat winkelketens komen duizenden mensen in de WW terecht. Die moeten allemaal op zoek naar nieuw werk. Een deel daarvan, vooral jongeren, zal slagen. Een ander deel, waaronder relatief meer ouderen, zal nergens worden aangenomen en belandt na verloop van tijd in de bijstand. Als ze tenminste alleenstaand zijn. Wie een werkende partner heeft krijgt niets.

Hoewel de economie al weer een tijdje in de lift schijnt te zitten, valt daar op het gebied van baanmogelijkheden weinig van te merken. Wie eenmaal is ontslagen komt nooit meer als vaste kracht aan de bak. Van laag- tot hoog opgeleid improviseren werkenden een inkomen bij elkaar als zzp’er met tijdelijke contracten. Het is een klusjeseconomie, een hosselbestaan, prima geschikt voor de sterken en de initiatiefrijken, maar net iets minder voor de zwakkeren zonder talent (zzt’ers).

De nadruk op eigen verantwoordelijkheid culmineert in de zogeheten Participatiewet die benadrukt, alsof niet iedereen dat allang weet, dat wederkerigheid de norm is: voor wat hoort wat, tit for that, iedereen moet meedoen, en denk vooral niet dat er zoiets bestaat als een gratis lunch. De overheid is streng maar rechtvaardig en dat geldt ook voor mensen in de bijstand, die een tegenprestatie dienen te leveren in de vorm van vrijwilligerswerk. Twintig gemeentes lappen deze verordening aan hun laars tot ongenoegen van Staatssecretaris Jetta Klijnsma. Een nieuwe variant van de weigerambtenaar?

Het zijn waarschijnlijk eerder pragmatische dan principiële motieven waarom gemeentes geen zin hebben om bijstandsgerechtigden achter hun broek te zitten om hun steentje bij te dragen aan onze schitterende verzorgingsstaat. Het is lastig om onwillige burgers in beweging te krijgen en een goede sanctie is er niet, want de bijstand ís al het bestaansminimum. 960 euro voor een alleenstaande volwassene, 1370 euro voor samenwonenden. Je moet er toch niet aan denken daarvan rond te moeten komen. Wanneer daar een strafkorting op wordt toegepast, gaan mensen niet aan het werk, maar neemt hun schuldenproblematiek toe, zodat de overheid alsnog moet inspringen. Er gaan al handenvol met geld naar opvang van daklozen, alcoholisten en verwarde mensen. Het heeft weinig zin om weigerachtige bijstandsgerechtigden over te hevelen naar de categorie van totale losers.

Het lijkt op die manier al bijna een misdrijf om geen werk te hebben.

Het probleem van verplicht vrijwilligerswerk is dat het concurreert met echt vrijwilligerswerk, met stages en met taakstraffen. Echte vrijwilligers vind je in het verenigingsleven en in sectoren die met de mens te maken hebben: zorgbehoevende ouderen, kinderen, vluchtelingen. Maar een hulpbehoevende, eenzame oudere heeft niets aan een ongemotiveerde, weerspannige vrijwilliger. Die is gebaat bij een opgewekte vrijwilliger of een leergierige stagiair. Klusjes die los staan van de mens dan? Afwassen in spoelkeukens, straat vegen, plantsoenendienst, graffiti verwijderen, sneeuw schuiven valt ofwel onder regulier werk dat een fatsoenlijke financiële beloning vereist, ofwel onder taakstraffen. Het is heel vreemd om gewone ongeschoolde werkers in bijvoorbeeld de schoonmaaksector te verdringen met de categorie verplicht vrijwilligers, net zoals het ook eigenaardig is om bijstandsgerechtigden gelijk te schakelen aan mensen die een taakstraf hebben opgelopen. Het lijkt op die manier al bijna een misdrijf om geen werk te hebben.

Er zitten ruim 400.000 mensen in de bijstand, evenredig verdeeld over leeftijdscategorieën. Dat is ongeveer vier procent van de beroepsbevolking. Het is een constante over de eeuwen heen dat in elke grotere groep (een bedrijf, een organisatie, een vereniging, een school, een land) ongeveer vijf procent van de deelnemers niet kan meekomen, dwars ligt, wanprestaties levert, zielig, zwak, onbetrouwbaar en eigenlijk niet te handhaven is. De linker staart van de normaalverdeling valt per definitie niet naar het midden te duwen, hoe sterk de overheid ook aandringt op tegenprestaties. Toch genieten mensen in de bijstand niet van hun gratis lunches. De bijstand zelf is al ellendig genoeg.

Artikelen in Column.