Spring naar inhoud


In de ban van een pedofiel

‘Het enige wat ik niet leuk vond aan Peter was dat hij soms dwingend kon zijn.’ Zo herinnert Margaux Fragoso (1978) zich haar perceptie op achtjarige leeftijd van de man die haar beminde en misbruikte. Tiger, Tiger is een egodocument, waarin het verhaal van een pedofiele relatie wordt verteld vanuit het perspectief van het slachtoffer. Het meisje Margaux was zeven jaar, toen zij de 51-jarige Peter voor het eerst tegenkwam in een buurtzwembad in Union City, een grauwe voorstad van New York. Hun relatie zou vijftien jaar duren, tot hij op zijn 67ste zelfmoord pleegde door van een rots in een park af te springen.

Het is een verbijsterend relaas, niet in de laatste plaats vanwege de gedetailleerde en levendige herinneringen aan de krankzinnige toestanden die zich hebben afgespeeld, maar ook omdat de schrijfster heel goed de psychologie van de twee gedoemde hoofdpersonen weet over te brengen. Vanzelfsprekend is het hind sight van de volwassene nodig om het boek te kunnen schrijven, desondanks worden de gebeurtenissen consequent vanuit de blik van het kind beschreven. Hierdoor krijgt het boek de allure van een ondraaglijk claustrofobische roman, een omgekeerde Lolita maar dan zonder verlossend fictielabel.

De zevenjarige Margaux was degene die toenadering zocht toen ze in het zwembad een man met lichtblauwe ogen enthousiast zag spelen met zijn zoontjes, die naar later bleek niet van hem waren, maar van de vrouw met wie hij samenwoonde. Peter nodigt het meisje en haar moeder uit om eens langs te komen in het huis waar hij woont met zijn samengestelde gezin en een hele menagerie van konijnen, vissen, iguana’s, katten, cavia’s en een hond. Binnen de kortste keren is het tweetal kind aan huis en kan het grote inkapselen beginnen.

Margaux is dol op Peter, die haar overlaadt met aandacht, eindeloos meegaat in haar fantasiespelletjes en zelf ook allerlei wilde spelletjes verzint. Drie jaar lang, tot haar tiende, begeleidt haar moeder haar bij elk bezoek twee of drie keer per week. Heel geleidelijk sluipen er bedenkelijke elementen in de omgang tussen de middelbare man en het kleine meisje. Het begint met kusjes, waar Peter altijd stiekem om bedelt. Eerder al moedigde hij haar aan om haar kleren uit te trekken en halfnaakt rond te rennen, iets wat haar niet deerde, bovendien kon ze zo makkelijker spelen dat ze een of ander dier was. Maar het kussen hoefde voor haar niet zo, zeker het tongzoenen niet, toch kon ze er moeilijk onderuit komen, omdat hij verder zo aardig was. Ze sluiten een pact met elkaar om nooit tegen elkaar te liegen.

Op haar achtste verjaardag, die bij hem thuis wordt gevierd, neemt hij haar mee naar de kelder, terwijl de rest van het gezelschap naar een video zit te kijken, en vraagt haar of ze iets heel speciaal intiems wil doen om hun liefde te bezegelen: zijn ‘babymaker’ kussen. Ze weigert vol walging (zijn teleurgestelde commentaar: ‘De maatschappij heeft je gehersenspoeld met zijn regels’), de twee gaan onverrichterzake terug naar boven, maar een tijdje later komt het er natuurlijk toch van. Peter voert de druk op en chanteert haar, nadat hij een verzoek van haar heeft ingewilligd om dure groente te kopen voor een ziek konijn: ‘Ik heb die dure boontjes gekocht, omdat je beloofd had dat je alles zou doen wat ik wilde.’ Margaux is zich van geen belofte bewust, maar de val is al dichtgeklapt.

De hiernavolgende jaren bevindt ze zich in een verstikkende relatie die zowel het fundament van haar bestaan vormt als de zuurstof eruit wegzuigt. Met een onderbreking van twee jaar (als haar wantrouwige vader een veto instelt) speelt hun omgang zich af op de paar vierkante meter van Peters kamer in de middag- en vroege avonduren. Het samenzijn wordt ingevuld met (computer)spelletjes, tochtjes achterop de motorfiets of met de auto, pseudo-echtelijke ruzies met geweld en huilpartijen, jaloezie op echte of vermeende rivalen en op den duur bekentenissen over zijn verleden (liefdeloze jeugd, misbruik door familieleden en van eigen dochters). Om hem seksueel te gerieven ontwikkelt ze een tweede persona ‘Nina’ die zich uitdagend gedraagt en pornopraat uitslaat. Na afloop van zo’n – altijd eenzijdige – sessie komt haar beloning: ongelimiteerd video’s kijken. Op haar veertiende sluiten ze een geheim onzinhuwelijk in een stille kerk. Voortdurend bezeweren ze elkaar hun exceptionele liefde.

Van een sociaal leven met leeftijdgenoten was geen sprake. Telkens wanneer ze iets met iemand erbuiten probeerde, werd ze toch weer teruggezogen. Waar zijn de ouders, waar zijn de autoriteiten? is de vraag die zich opdringt, hoe kan zoiets zo lang onopgemerkt blijven? Margaux Fragoso gaat uitgebreid in op de verhouding met haar ouders en maakt aannnemelijk dat het makkelijk kon gaan, zoals het ging. Haar moeder was een psychiatrische patiënt die telkens in het ziekenhuis moest worden opgenomen en eigenlijk nergens toe in staat was. Haar cholerische en alcoholische vader moest werken voor geld, het huishouden doen, koken en zag zijn gezin als een blok aan zijn been voor wie hij zich opofferde. Zijn verbod op contact van zijn dochter met Peter was voor haar juist reden om het koste wat kost door te zetten. Tussen niemand in het gezinnetje bestond een vertrouwensband. De autoriteiten dienden zich wel degelijk aan, in de vorm van een sociaal werkster die onderzoek deed, maar die werd simpelweg afgebluft.

Na de zelfmoord van Peter verkeerde Fragoso maandenlang in diepe rouw. Later werd ze gediagnosticeerd met posttraumatisch stresssyndroom en ging in therapie. Met behulp van de honderden brieven die hij haar geschreven had, haar eigen dagboeken, de mappen met foto’s die hij van haar had aangelegd en andere memorabilia schreef ze dit grafschrift van een vergiftigde jeugd, ook om anderen te waarschuwen. Een boek om van te rillen.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-boekrecensies.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan