Spring naar inhoud


Furie

Beatrijs Ritsema

Wat er ook aan te merken was op de beruchte hoorzittingen over Anita Hill & Clarence Thomas, in ieder geval is door deze affaire het onderwerp 'seksuele intimidatie op het werk' gepromoveerd uit de feministische zandbak naar het midden van de publieke arena. Het is grappig om te zien hoe verschillende groepen, naar gelang hun belangen, een positie kiezen in dit betrekkelijk nieuwe mijnenveld. Het gemopper daarbij is niet van de lucht. Een van de dingen waar sommige mannen zich zorgen om maken is de verwachting op hun kop te krijgen, wanneer ze zich een complimentje tegenover een vrouwelijke collega permitteren.

Het is gevaarlijk iemand van je werk mee uit te vragen. Je moet altijd vermijden je met een collega van de andere sekse in aparte ruimtes op te houden. Kamerdeuren kunnen beter open blijven staan. Zeg nooit iets over het uiterlijk van een vrouw. Grapjes met een seksuele toespeling moet je voor je houden. Is het nog wel leuk op kantoor, als je nooit eens een gewaagd bon mot over het fotokopieerapparaat heen kunt plaatsen, en voortdurend op je qui-vive moet zijn om niet iemand onverhoeds aan te raken? Sinds wanneer hoort flirten bij de halsmisdrijven?

Dit gelamenteer geeft me wel enig leedvermaak, moet ik zeggen. Het is alsof je een aantal enorme baby's verwoed ziet tegenspartelen om in hun kruippakjes gehesen te worden, omdat ze vinden dat ze aan hun luiers wel genoeg hebben. Zo moeilijk is het toch niet om in te zien dat er een verschil bestaat tussen iets aardigs zeggen over een nieuwe jurk of op een verstikkende manier over iemand heenhangen om de tekst van haar beeldscherm te lezen. De meeste mensen weten heel goed dat je een vrouw in de ogen moet kijken, wanneer je met haar praat, en niet haar borsten moet fixeren. Iemand die een vrouw langzaam van hoofd tot voeten opneemt weet best dat hij met iets tergends bezig is. Op een bureau gaan zitten om een blik slaan in het bloesje van de secretaresse is een miezerige manier van doen. Degenen die verbaasd opkijken, nu ze met hun neus op niet meer dan normale omgangsvormen worden gedrukt, spelen de onnozele. En mochten ze oprecht in het duister tasten over wat wel en niet onder ongepast gedrag valt, dan kan het geen kwaad het heel rustig aan te doen met grapjes en opmerkingen tegen vrouwen, want dan is er nog een lange weg te gaan voor ze weer mee mogen doen.

De rest gaat intussen gewoon door met waar ze mee bezig waren: op duizenden kantoren werpen mensen elkaar betekenisvolle blikken toe in de vergaderzaal. Bij de koffieautomaten vinden voortdurend glimlachende ontmoetingen plaats die de dag een beetje kleur geven. Collega's nodigen elkaar uit om in het café te gaan zitten en soms kan zelfs overwerk spannend zijn. Geflirt blijft er bij het leven. Het is de beschaafde versie van het maken van smekgeluiden met als essentieel verschil dat een bedreven flirter weet dat het van twee kanten moeten komen. Niet alleen heeft het geen zin om zonder de gewenste respons te flirten, het is ook niet leuk om maar zo'n beetje in het luchtledige je kunstjes te vertonen.

Waar geflirt wordt dreigen verhoudingen, en waar verhoudingen ontstaan, gaan ze ook weer uit. Op het werk is dat lastiger dan elders, omdat je niet kunt besluiten elkaar maar eens een tijdje niet te zien. Traditiegetrouw zetten vrouwen hun tanden op elkaar of namen ontslag. Met het inburgeren van het begrip seksuele intimidatie als iets reëels (vroeger bestond het verschijnsel wel maar het woord niet, zodat er weinig tegen te ondernemen viel, althans niet op formeel niveau) doen zich ineens onverwachte perspectieven voor. Waarom zou een aan de kant gezette vrouw eigenlijk ontslag moeten nemen? Als ze volhoudt dat ze door haar ex-minnaar seksueel geïntimideerd werd, vliegt hij er misschien wel uit. Of ze kan er via een tikkeltje chantage een financiële vergoeding uit slepen, of een promotie. Er kan natuurlijk ook sprake zijn van een allesverzengende wraak.

Het feministische dogma wil dat vrouwen niet liegen over dit soort ernstige zaken, maar dat is onzin; in de gewezen liefde is alles mogelijk. Ik denk dat het deze angst is waar mannen eigenlijk last van hebben, als ze klagen dat 'tegenwoordig alles verdacht is op het werk', de angst dat een vroegere liefde zich als een wrekende furie zal ontpoppen. In 99 % van de gevallen hebben ze niets te vrezen, maar toch, het blijft een onbehaaglijk gevoel.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan