Spring naar inhoud


Zelfgenoegzame moeder

Beste Beatrijs,

Mijn moeder van in de tachtig is een aardige vrouw, maar zingt graag haar eigen lof. Zij weet alles beter, kan alles beter en heeft alles beter. Vooral dit laatste: er is geen mooiere tuin, woning, woonplaats dan die van haar. Ook dwingt zij voortdurend complimenten af in de trant van: ‘Vind je mijn tuin niet schitterend en vind je mijn nieuwe bank niet geweldig?!’ Ga je daar niet op in, is ze verongelijkt. Zelfs tijdens een boottochtje met onze boot vorig jaar verkondigde zij luidkeels dat het merengebied rond haar woonplaats toch echt veel mooier was dan onze plas. Op zo’n moment had ik haar graag overboord willen zetten.

Ik heb deze vervelende kantjes altijd van me af kunnen zetten door er niet teveel aandacht aan te schenken en door haar niet te vaak te bezoeken. Maar sinds het coronavirus ben ik van de ene op de andere dag haar mantelzorgster geworden en moet ik drie keer per week naar haar toe. Dat doe ik graag voor haar. Maar wat mij de laatste tijd steeds zwaarder begint te vallen is dat zij, naast het opscheppen over eigen huis en haard, voortdurend negatief spreekt over de huizen, tuinen en bezittingen van haar vrienden en naaste familie. Ik heb geen zin meer om dit aan te horen en zie steeds meer tegen mijn bezoekjes op. Hoe maak ik haar duidelijk dat zij moet stoppen met dit nare geklets?

Zij vindt zichzelf geweldig

Beste Zij vindt zichzelf geweldig,

Uw moeder is in de tachtig, dus de kans lijkt klein dat zij haar habitus nog ingrijpend zal veranderen. U hebt in voorgaande jaren haar opschepperij en het afgeven op andermans leven naast u neer gelegd en er zo min mogelijk aandacht aan besteed. Daar kunt u natuurlijk mee doorgaan. Gewoon negeren dus en het gesprek zo snel mogelijk op een ander onderwerp proberen te krijgen. Uw moeder zegt bijvoorbeeld: ‘Wat heeft X toch een afschuwelijke tuin!’ U zegt: ‘Ja, ja, zeg, heb je van de week nog iets leuks gezien op tv?’ U begint ijskoud over een totaal ander onderwerp. Als het u te dol wordt, gaat u er tegenin. Uw moeder zegt bijvoorbeeld: ‘Y is veel te dik, ze ziet er uit als een nijlpaard.’ U zegt: ‘Mam, ik vind het vervelend dat je andere mensen zo vaak afkamt. Kun je niets aardigs over haar bedenken?’

Het is dus elke keer een keus tussen negeren, gecombineerd met een ander onderwerp ter tafel brengen, of er tegenin gaan op zo’n manier dat u de irritatie bij uzelf houdt. U zegt niet: ‘Hoe jij praat is onaangename ijdeltuiterij,’ maar ‘Ik vind het niet fijn als je laatdunkend praat over mensen die niks kwaads gedaan hebben.’ Als u iets meer diepte aan uw tegenspraak wil geven, kunt u belangstellend informeren: ‘Waarom heb je het nodig om andere mensen in de grond te stampen? Voel je jezelf dan beter of zo?’ En dan eens kijken wat ze antwoordt.

Artikelen in Corona, Ouders en volwassen kinderen.

Gelabeld met , .


1 reactie

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Maria schrijft

    In onze jeugd hadden we ook zo’n iemand in onze omgeving. Er gaat vaak een minderwaardigheidsgevoel achter verborgen maar als kind heb je dat nog niet door.
    We hadden een heel effectief middel en zongen dan het liedje “het is moeilijk bescheiden te blijven, wanneer je zo goed bent als ik”, Peter Blanken, zie internet. Dat was toen een hit en bij ons ook.
    We gingen het direct zingen als de situatie zich voordeed. Heeft een aantal voordelen: de opschepper is niet meer te verstaan en de boodschap van het liedje duidelijk.



Sommige HTML is toegestaan