Beste Beatrijs,
Gisteren stonden er in de supermarkt flinke rijen voor de kassa’s. Ik koos de op het oog snelste rij uit. Voor mij stond een vrouw met slechts een paar boodschappen in haar handen, maar na vijf minuten verscheen opeens haar man met een volgeladen kar. Hij wilde achter mij aansluiten, maar de vrouw zei: ‘Kom maar hier, ik sta al in de rij.’ Ik vond dit niet correct en heb er iets van gezegd, maar die vrouw wist van geen wijken. Ik kies toch niet voor niets een rij uit die mij het kortste lijkt? Dat gereserveer van plaatsen in de rij maakt het maar ingewikkeld. Wat vindt u hier van? Stel ik mij rij-technisch te inflexibel op, of zijn de anderen ordinaire voordringers?
Afgebluft in de supermarkt
Beste Afgebluft,
Wat u overkwam (vrouw voor u stond met twee boodschappen te wachten in de rij voor de kassa, waarna man eraan kwam met een enorme kar) is niet zoals het hoort. Mensen maken een schatting van de wachttijd en beslissen dan welke rij ze nemen. U kreeg te maken met een vorm van onacceptabel voordringen, waar u terecht tegen protesteerde. De voordringers hadden het andersom moeten doen. De een staat met een volgeladen kar in de rij te wachten, de ander snelt nog even terug om een paar vergeten dingetjes te halen. Dat kan wel. Maar niet een hele kar ertussen frommelen. Dat zij vervolgens niet onder verontschuldigingen uw gelijk erkenden is nog veel onbeleefder. Het enige wat u dan nog rest is sprakeloosheid. De kwestie verder uitpraten leidt tot ruzie, scheldpartijen, mogelijk een handgemeen, en daar is het te onbelangrijk voor. Tegen genadeloze grofheid valt niets te ondernemen.
0 reacties
Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.