Beste Beatrijs,
Vandaag overkwam het me nog. Gedwee sluit ik aan in een veel te lange rij voor een kassa in de supermarkt. Plotseling merk ik dat de wachtende achter mij (een moeder met klein kind) wegspurt en haar boodschappen driftig op de band van de kassa naast mij legt. Deze kassa is zojuist geopend en zij is als eerste aan de beurt. Op haar gezicht een triomfantelijke blik. ‘Wat een geluk,’ zie ik haar denken. Geen greintje gêne is er te bespeuren. Ik ben ervan overtuigd dat de mensen die ik dit zo vaak zie doen, verder heel fatsoenlijk zijn. Waarom is het dan een volledig geaccepteerd verschijnsel dat men, zodra een nieuwe kassa opent, als een bezetene daarheen rent zonder om zich heen te kijken of men misschien voordringt?
Nog nooit heb ik iets van dit onbeschaafde gedrag gezegd. Wel vraag ik mij af of mensen zich realiseren hoe lomp ze dan overkomen.
Achteraan sukkelend
De voordringer brengt zijn slachtoffer in een staat van withete opwinding, waarbij hij z’n ogen niet gelooft. Zo sta je vredig achter je karretje te suffen tot je weer een eindje op kan schuiven, en zo val je ten prooi aan een lichamelijke agitatie, alsof iemand je een mep heeft verkocht. Hartslag en ademhaling versnellen zich, het zweet breekt uit en een stille razernij welt op. Een ingepikte parkeerplaats kan zelfs tot daadwerkelijke vuistgevechten of erger leiden. Iedereen kent de vernedering van het voorgedrongen worden – ook degenen die het zelf doen. Als ze weten hoe onaangenaam dit is en wat een agressieve indruk ze maken, waarom doen ze het dan toch een ander aan?
In uw geval ligt dat vrij eenvoudig. Wat u overkwam was helemaal geen voordringen. Bij het openen van een nieuwe kassa geldt de regel ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt.’ Wanneer zich diverse lange rijen geformeerd hebben, valt onmogelijk na te gaan wie er aan de beurt is, als er een extra kassa opengaat. Is dat karretje twee uit rij drie of karretje twee uit rij vijf? Niemand die het weet en het is te ingewikkeld en te onbelangrijk om uit te zoeken. Theoretisch heeft u voorrang boven degene die achter u staat, maar als het om een kassa gaat die zich een paar rijen verderop bevindt en die bestormd wordt door iemand die vanachter uit de winkel komt aansnellen, dan komt u er toch ook niet aan te pas. Een nieuwe kassa is een gelukje voor alerte klanten, dat is alles. Een andere keer heeft u de aanstalten van de belendende caissière in de gaten en bent u het die een meevaller van vijf minuten heeft. Dat moeders met kleine kinderen in hun kielzog extra gespitst zijn op opengaande kassa’s lijkt me geen voorbeeld van lompheid maar van slim en adequaat reageren. Iedereen mag altijd van rij verhuizen zonder anderen te consulteren.
Tot zover de ongeschreven regels in de supermarkt. Nu nog even het misnoegen zelf. Wachten is vervelend. Voordringen onacceptabel. Toch gebeurt het. Vooral in situaties met één loket, één barman, één ingang en een kluwen ongeduldige klanten. Onvermijdelijk treedt hier het recht van de sterkste in werking. Prijs u gelukkig met de overal oprukkende nummertjes-trek-automaat, een waarlijk beschavingsinstrument.
‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt.’ Geld alleen bij een supermarkt of iets dergelijks waar de eerste paar wachtende niet weg kunnen omdat hun spulletjes al op de band liggen.
Bij een kleine winkel met meerdere kassa’s naast elkaar, waar nr 1 in de rij letterlijk alleen een stap opzij hoeft te doen, heeft deze natuurlijk voorrang (aan het kassapersoneel is het dan wel om temzeggen “Eerst volgende!” )
Tegenwoordig geven kassieres aan: de eerstvolgende in de rij!” Dat is natuurlijk prettiger want dan kun je als klant ook rustiger switchen met de opmerking “ik ben de eerstvolgende”.
Als een supermarkt dit nooit aangeeft zou ik dit in de ideeenbus doen. Ze voorkomen er ontzettend veel irritatie mee.