Spring naar inhoud


Popcultuur

Beatrijs Ritsema

De populaire cultuur is niet meer wat ze geweest is. Mensen die nu tussen de twintig en de dertig zijn beschikken niet meer zoals vroeger over een tegencultuur die als comfortabele mega-paraplu kan dienen voor wie op zoek is naar een beetje houvast. Dit komt tot uiting in een gebrek aan overeenstemming in mode, tientallen verschillende popmuziekstijlen met elk hun eigen aanhangers en snel elkaar afwisselende helden. Een ramp voor de reclamemakers die hun doelgroepen zien vergruizen en een ramp voor de 'pop'-sociologen en trendjournalisten, wier analyses van de brede baan telkens weer stuklopen op de aangetroffen versplintering.

Het is dan ook geen wonder dat de generatie van de twintigers 'verloren' wordt genoemd: ze kunnen nergens op vastgepind worden, ze houden er geen interessante idealen op na, ze rommelen maar wat aan naar eigen inzicht. Een paar maanden geleden stond er een zuchtend artikel in Time over de twintigers en waar ze zich mee bezighouden, alsof de schrijvers de geïnterviewden hun gebrek aan geprofileerdheid een beetje kwalijk namen. In de New York Times schreef Bret Easton Ellis een essay, waarin hij vaststelt dat zijn generatie in de populaire cultuur niets aantreft dat de blik kan verruimen, dat bevrijdend kan werken of dat kan schokken, hetzij in positieve, dan wel in negatieve zin. Zijn generatie had het allemaal al gezien, van geweld op de televisie tot horror in de bioscoop, en had daarmee het eindstadium van cynisme bereikt.

Twee dingen vallen altijd op in dit soort beschouwingen: de nadruk op juist de vluchtige, populaire cultuur (kleren, kapsels, tv-series, films, popmuziek) en de keuze van het referentiepunt (de jaren zestig). Het lijkt soms wel alsof de periode 1964-1975 het onbetwiste hoogtepunt van de geschiedenis was en alsof het daarna alleen maar bergafwaarts is gegaan. De jaren zestig zijn gemythologiseerd, vooral door degenen die ze meegemaakt hebben en ze nog steeds als standaard gebruiken, maar ook door jongeren die het idee hebben dat ze iets gemist hebben. Toch was de tijdgeest destijds zowel minder als meer overheersend dan nu wel wordt verondersteld. Als het gaat om bezettingen, deelnemen aan demonstraties of zich inzetten voor het verhelpen van misstanden, was zelfs op het hoogtepunt van de activismegolf niet meer dan 10 tot 15 % van de studenten daarbij betrokken. Zoveel waren het er niet die de leuzen in de praktijk probeerden te brengen. De meesten deden dezelfde dingen als altijd, alleen in de stijl van de jaren zestig: ze volgden projectonderwijs zonder individuele beoordeling, ze rookten een hasj-sigaretje tussen de shag door, ze dronken bosbessenthee en luisterden naar Jethro Tull. Maar lang haar en wijde pijpen had iedereen en de vrije liefde was wijdverbreid. In die zin kan de toenmalige 'tegencultuur' zeker geen exclusieve jeugdcultuur genoemd worden, omdat de dertigers en ook een flink aantal veertigers er volop aan meededen. Misschien dat ze minder aardigheid hadden in Led Zeppelin dan een twintigjarige, maar de zoetgevooisde Crosby, Stills & Nash konden er toch wel mee door, al was het maar bij wijze van entreebiljet tot een wereld met kans op vrije sex.

Het is goed te zien op foto's of archiefopnames uit die tijd. Ook mensen boven de 35 zagen er pertinent jaren-zestigachtig uit: lang haar, bakkebaarden, gebloemde overhemden, korte rokjes of soepjurken en rinkelkettingen. Je hoefde geen barricadebeklimmer te zijn of derde-wereldactivist of onder de dertig om de poten onder je bed vandaan te halen en her en der wat bijenwaskaarsen te plaatsen. Van de muziek van Bob Dylan, Jimi Hendrickx en de Stones wordt gezegd dat het de stem was een generatie. Het was popmuziek en sprak tot de verbeelding van miljoenen. Het bracht iets samenhangends tot uitdrukking, maar wat precies? De teksten komen niet in aanmerking opgenomen te worden in een compendium 'mooiste poëzie van de twintigste eeuw' en de muziek valt op zijn best onder de noemer 'catchy tunes'. Niet iets om laatdunkend over te doen, maar het blijft franje. Heeft ooit iemand zijn leven radicaal omgegooid na het beluisteren van Pink Floyds 'Atomic Heart Mother'?

Zonder blikverruimende popcultuur zal de verloren generatie het ook wel kunnen redden.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan