Spring naar inhoud


Buiten de groep gevallen

Beste Beatrijs,

Ik ben onlangs begonnen met een opleiding die erop gericht is vrouwen uit de WAO, WW weer de arbeidsmarkt op te krijgen. Ik blijk een van de ouderen te zijn in een groep met toch veelal jongeren. Het is ongeloofelijk hoe snel zich groepjes vormen in een groep. De rokers en de niet rokers, de ‘oudjes’ en de ‘jonkies’, de ‘stille’ mensen en de mensen met een ‘grote bek’.

Ik behoor tot de ‘stille’ mensen. En die zijn dus niet geliefd! Wie zijn mond niet opentrekt, hoort er niet bij. Ik weet niet goed bij welk groepje ik me moet aansluiten, ik moet toch ergens bij horen? Ik kan toch moeilijk ergens alleen gaan zitten. Dat is ook zo raar. Daar doe ik mijzelf geen goed mee. Het gekke is dat de groepvorming meteen al op de eerste cursusdag plaatsvond. Ik was door een fout in de administratie niet op de ‘kick off’ geweest. Het is net of daar en toen al besloten is, wie bij wie hoort. Wat moet ik doen om mij beter in de groep te handhaven zonder sociaal een blunder te slaan?

Buiten de boot

Beste Buiten de boot,

Het is pech dat u de allereerste bijeenkomst heeft gemist, maar het is overdreven om te denken dat u deze achterstand nooit meer inhaalt. Denk maar niet dat u de enige bent in uw groep die last heeft van onzekerheid. Iedereen zit daar een beetje een maskerade op te voeren en dat is voor u ook een handige strategie. Als het over subgroepjes gaat, kan een quasi-naïeve opstelling goed van pas komen. Voer in de pauze gewoon een gesprek met iemand die u wel aardig lijkt, of ze nu oud is of jong, rookt of niet, een grote mond heeft of niet. U maakt de groepjes minder belangrijk door net te doen alsof u niet in de gaten hebt dat ze bestaan. Praat over de lessen/de leraren/de leerstof, maakt niet uit. Als u het lastig vindt om iets te berde te brengen, stel dan licht persoonlijke vragen. De meeste mensen vinden het dol om over zichzelf te praten, dus als u zich geïnteresseerd in hen betoont, vinden zij u al snel aardig.

Overigens is er niets op tegen om ergens alleen te gaan zitten en dat is ook helemaal niet raar. Als u geen zin heeft in geklets dat u niet interesseert, dan leest u een boek in de pauze. U bent geen tiener of student meer van wie het sociale leven samenvalt met school- of studiegenoten. U bent al wat ouder en hebt uw eigen vriendenkring. U hoeft niet zo nodig. U volgt die opleiding voor de opleiding en niet om uw sociale leven een nieuwe impuls te geven.

Stel uzelf vriendelijk en belangstellend op tegenover uw klasgenoten, maar forceer niets. Hoe langer u met hen te maken heeft, hoe vertrouwder ze u zullen voorkomen. Op een gegeven moment blijkt dan dat u met alle groepjes uit de voeten kunt, juist omdat u zich niets aantrekt van de impliciete scheidslijnen.

Artikelen in Scholen en verenigingen.

Gelabeld met .


Wil geen weekend weg met vriend

Beste Beatrijs,

Een goede vriend wil voor zijn verjaardag een weekendje weg, samen met mij en nog twee andere vrienden. Met een van hen heb ik vroeger een relatie gehad en hoewel de band met deze ex inmiddels wel weer verbeterd is sinds ik een nieuwe liefde heb gevonden, vind ik een heel weekend net iets te veel van het goede. Verder zit ik op het ogenblik een beetje krap bij kas. Al met al zou een dagje of dagdeel mij beter uitkomen. Ik heb mijn bezwaren kenbaar gemaakt aan de bewuste vriend, maar hij houdt vast aan het idee van een weekend weg. Op de financiële reden kreeg ik als antwoord ‘dan ga je toch niet mee?’ Het principe van ‘samen uit, samen thuis’ lijkt hem niet te interesseren. De gevoeligheden rond mijn ex lijken al helemaal niet te tellen. Blijkbaar is er geen ruimte voor de inbreng van de anderen, waardoor we ook écht met ons vieren iets kunnen gaan ondernemen. Denkt die vriend alleen maar aan zichzelf of ben ik degene die moeilijk doet?

Afgeknapt op vriend

Beste Afgeknapt,

Uw vriend vraagt u mee om een weekend met z’n vieren op stap te gaan. U vindt dit zonde van uw tijd en van uw geld en er blijkt ook nog eens een ex mee te gaan. Wat nu? De oplossing is kinderlijk eenvoudig: u weigert beleefd zonder uw vriend onder druk te zetten om zijn plannen te veranderen. De jarige kan dan op zoek gaan naar een andere vierde man om zijn uitje te completeren. U vindt dat uw vriend rekening zou moeten houden met uw specifieke wensen om zijn verjaardag te vieren. Maar hij heeft toevallig zin in een weekendje weg en dat is zijn goed recht. Mensen mogen zelf de omstandigheden bepalen waaronder zij hun verjaardagskaarsjes uitblazen.

Artikelen in Exen, Reizen, Verjaardag, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , .


Lelijk portret van vrienden

Beste Beatrijs,

Een vriend van mij heeft van zichzelf en zijn vrouw een enorm en ook tamelijk afschuwelijk portret laten schilderen tegen ongetwijfeld veel geld. Het schilderij hangt pontificaal in hun huiskamer en ze zijn er erg mee ingenomen. Vorige week gaven ze een etentje en de aanwezige gasten putten zich uit in, volgens mij leugenachtige, complimenten over deze nieuwe aanwinst. Ik kon geen prijzende woorden over mijn lippen krijgen en deed er verder het zwijgen toe. Moet ik eerlijk zijn als mijn vriend me rechtstreeks naar mijn mening vraagt?

Waarheidsliefhebber

Beste Waarheidsliefhebber,

Kunstkritiek hoort niet thuis in het takenpakket van een goede vriend. Als een vriend een nieuwe jas, auto, kapsel of huis heeft aangeschaft, zijn die altijd het complimenteren waard, al was het alleen maar omdat de aankoop hem een lieve duit heeft gekost. De blijheid van uw vrienden met hun monsterlijke schilderij moet voor u voldoende reden zijn om uw ongenoegen voor uzelf te houden. In het formuleren van uw mening kunt ofwel kiezen voor de diplomatieke breedheid: ‘Dat schilderij heeft wel iets’ ofwel voor het diplomatieke detail: ‘De lichtval op het Tweed-jasje is bijzonder goed getroffen’.

Artikelen in Visite, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , .


Leedvermaak

Beatrijs Ritsema

Wat me in de weken na de aanslagen van 11 september heeft getroffen in de reacties van mensen die niet direct deel uitmaken van de harde kern van het westerse gedachtengoed is de onmiskenbare ondertoon van leedvermaak. Dit bleef niet beperkt tot moslims en moslimlanden. Ook in China en verschillende landen in Afrika vonden mensen dat het geen kwaad kon als Amerika eens een toontje lager zong. Het deed me denken aan het lied ‘Political Science’ van Randy Newman die in de jaren zeventig zong: They hate us anyhow/so let’s drop the big one now. Natuurlijk beijverde iedereen zich om de aanslagen te veroordelen, natuurlijk distantieerde men zich van terrorisme in het algemeen, natuurlijk was er medeleven met de onschuldige slachtoffers. Maar daarna werden er relaties gelegd met andere vreselijke situaties elders op de wereld. Soms waren het causale verbanden (in de trant van: dat komt ervan, als Amerika Israel blijft steunen), soms ging het alleen om een globale balans van leed: er zijn wel meer brandhaarden in de wereld, nu of in het recente verleden, waar ook duizenden of honderdduizenden slachtoffers zijn gevallen. Daarbij vergeleken zijn die Twin Towers peanuts.

‘Iets kunnen verklaren’ is niet helemaal hetzelfde maar lijkt wel sterk op ‘ergens begrip voor hebben’. Het wijzen op dingen die ook erg of nog erger zijn relativeert wat er aan de hand is. Het lijkt wel of iedereen die deze terroristische acties niet onvoorwaardelijk verwerpt zich al rationaliserend en relativerend en begrip koesterend distantieert van Amerika en van het hele westen. Wie niet verontwaardigd is zit stiekem te gniffelen om de reus die onverhoeds is aangevallen en nu moord en brand schreeuwt.

Het leedvermaak hoeft niet te betekenen dat de ideeën van Bin Laden worden omhelsd, maar duidt wel op een afkeer van waar Amerika voor staat. Voor een deel komt die afkeer voort uit afgunst. De westerse cultuur moet op de rest van de wereld wel een ongelooflijk decadente indruk maken. Het westen probeert ontwikkelingshulp te exporteren en democratische beginselen, maar wat er in de beeldvorming blijft hangen zijn uitingen van de populaire cultuur die laat zien hoe iedereen zich wentelt in luxe. In ‘God’s own country’ en in de westerse dépendances puilen de supermarkten uit van exquise voedingswaren en de warenhuizen van spullen om het leven te veraangenamen. Men kan zijn geld besteden aan lichaamsverbouwing, er is aandacht voor geestelijke trauma’s en voor de problemen van minderheden. Mensen verplaatsten zich naar hartelust niet alleen binnen hun eigen land, maar over de hele wereld zonder noemenswaardige visaproblemen, want een rijke toerist is overal welkom en kan altijd weer veilig terugkeren.

Westerlingen zullen hun eigen dagelijks leven niet in termen van decadentie beschrijven, want iedereen is geneigd zijn eigen situatie te beschouwen als iets waar je minimaal recht op hebt, als een uitgangspunt waar je door hard te werken of door geluk in de loterij nog meer van kan maken. Verworvenheden als schoon drinkwater, een nauwelijks corrupte overheid, een hoge gemiddelde sterfleeftijd, zijn volkomen vanzelfsprekend. Die verschillen tussen het westen en de rest van de wereld zijn even onrechtvaardig als hardnekkig en vandaar een bron van wrok. Wanneer het slimste jongetje van de klas ook eens een keer een onvoldoende scoort, oogst hij geen medelijden. Wie maar lang genoeg succes heeft, gaat automatisch denken dat hij er recht op heeft. De pechvogels die toch al scheef tegen de eeuwige winnaar aankeken, zijn verheugder over het verlies van de sterke man dan over een eventueel eigen succes.

Het slimme van de gefortuneerde Bin Laden is dat hij diffuse onlustgevoelens een bedding geeft in de vorm van een godsdienstoorlog. Een strijd tussen godsdiensten spreekt toch wat meer tot de verbeelding dan de platvloerse tegenstelling tussen haves en have-nots. Mensen zetten hun leven eerder op het spel omwille van het paradijs of de juiste moraal dan omwille van een ijskast en ze voelen zich er nog nobeler bij ook. Rond oorlog moet een web van woorden worden geweven om de betrokkenen te enthousiasmeren. Ook president Bush schermt voortdurend met ‘God bless America’.

Eigenlijk is er geen manier waarop Amerika het goed kan doen in deze schimmige oorlog. De machtigste natie ter wereld probeert het nu met een combinatie van bommen (vergelding) en voedselpakketten (humanitaire hulp). Het zal de machtelozen alleen maar woedender maken. They hate us anyhow.

Artikelen in NRC-column.


Streektaal in gezelschap

Beste Beatrijs,

Wie bepaalt de voertaal van een gezelschap? In Maastricht spreken sommige ‘echte Maastrichtenaren’ (15% van de bevolking) in gemengde gezelschappen zeer strijdbaar hun eigen taal, terwijl anderen het beter verstaanbare ‘Maastrichts Nederlands’spreken. Ikzelf woon nu zes jaar in Maastricht en ik versta de taal prima, maar spreek haar niet. Dat vind ik eigenlijk wel zo beleefd: ieder mag zijn eigen taal spreken en de ander doet moeite dat te begrijpen. Wat vindt u?

Buitenstaander

Beste Buitenstaander,

In formele contacten moet de landelijke voertaal voldoende zijn. Behalve in Friesland hebben streektalen in Nederland nergens de status van voertaal. Vanachter de loketten hoort men zich dus niet te bedienen van het Neder-Saksisch, Oud-Zeeuws of Opper-Limburgs. In informele situaties is het een kwestie van macht. Hoe groter het gezelschap, hoe minder de aanwezigen rekening houden met iemand die de taal niet spreekt. Een centraal gesprek begint vaak ter wille van de buitenstaander in een standaardtaal, maar zodra er onderonsjes ontstaan, schakelt men automatisch over op de eigen taal. Mensen willen een gast wel tegemoet komen, maar naarmate de gezelligheid vordert, verwatert dat. Van nieuwkomers wordt verwacht dat zij zich in de voertaal verdiepen. Geen enkele taal is te onbeduidend om te leren.

Het valt Nederlanders die stug doorgaan met Engels spreken tegen een buitenlander die moeite doet zich in het Nederlands verstaanbaar te maken dan ook kwalijk te nemen als zij die pogingen niet honoreren. Dit duidt op minderwaardigheidsgevoelens over de eigen taal. Hoe kleiner het taaltje, hoe minder de sprekers openstaan voor mensen-die-het-willen-leren. Het is alsof ze zich zo bijzonder vinden dat geen enkele buitenstaander moet denken dat hij er ooit bij zal kunnen horen. Het Maastrichts is een beruchte ‘no-go area’. Leergierige nieuwkomers die Maastrichtse taallessen nemen, krijgen steevast antwoord in het Nederlands, wannneer ze hun kennis willen uitproberen op straat of in winkels. Een vorm van hoffelijkheid die het effect heeft van een terechtwijzing en waarmee de gelederen der echte Maastrichtenaren zichzelf intact houden. Een Amerikaan zal een stamelende buitenlander complimenteren en aanmoedigen voor de moeite die hij doet om Amerikaans te spreken. Een Maastrichtenaar neemt zo iemand niet serieus.

Wat moet een nieuwkomer doen? Ik denk dat u zelf de beste oplossing aangeeft. Hij moet zich de taal eigen maken tot op zo’n niveau dat hij kan verstaan wat er gezegd wordt. Dat is in het belang van de nieuwkomer, want het is vervelend om voortdurend van elk gesprek te worden buitengesloten en het is ook vervelend om afhankelijk te zijn van de bereidwilligheid van de anderen om de voertaal te spreken. Hij hoeft de streektaal niet daarbij ook te leren spreken, want dat wordt toch niet gewaardeerd. Hij kan gewoon in de voertaal terugspreken, want dat wordt natuurlijk uitstekend door iedereen verstaan.

Hoe groter de mobiliteit in Nederland wordt, met verhuizingen door heel het land, hoe meer dit probleem zal verdwijnen Uiteindelijk zullen streektalen gereduceerd worden tot een soort accent of tongval.

Artikelen in Taalgebruik.

Gelabeld met .


Vriendin wil relatie stoppen

Beste Beatrijs,

Ik heb sinds twee jaar een relatie met een lieve vrouw. We houden heel veel van elkaar maar ze zit in een dipje en ze wil de relatie stoppen, niet omdat ze niet meer van me houdt, maar omdat ze het even niet meer weet. We zouden gaan samenwonen en we hadden een mooie toekomst uitgestippeld. In november gaan we nog een paar dagen samen weg en ik hoop maar dat ik haar weer terug krijg. Heeft u nog tips?

Eenzaam en verlaten

Beste Eenzaam,

Het is tamelijk wreed om een relatie tijdelijk te beëindigen zonder duidelijke reden. Dit duidt niet op echte liefde. Een vrouw die de relatie stopt omdat ‘ze het even niet meer weet’ of ‘in een dipje zit’, heeft vaak een nieuwe geheime liefde die ze niet durft op te biechten. Ik kan me vergissen en misschien heeft ze echt psychische problemen, maar ik zou dit allemaal niet te lang laten voortsukkelen, als ik u was. Neem geen genoegen met een plaats op de reservebank.

Tip om haar terug te krijgen: Bemoei u niet met haar. Zeg het november-uitstapje af. Bel haar niet op, ga niet langs. Wacht af tot zij een initiatief neemt. Misschien komt ze na enige tijd van stilte tot de ontdekking dat ze u vreselijk mist en komt ze heel hard naar u teruggelopen. Maar het is ook heel goed mogelijk dat ze niets van zich laat horen. In dat geval weet u ook waar u aan toe bent. Draag dan uw verlies als een man.

Artikelen in Liefde en relaties.

Gelabeld met .


Onzekere vutter

Beste Beatrijs,

Sinds een paar maanden ben ik met de vut. Daar geniet ik danig van. Toch heb ik een probleem. Op feestjes en verjaardagen stelt men mij vaak de vraag: ‘En, hoe bevalt de vut?’ of: ‘wat doe je nou, zo’n hele dag?’ Ik voel me dan ongemakkelijk, omdat ik vermoed dat de vragensteller afgunstig op me is of vindt dat ik maar een vuile parasiet ben, die op zijn kosten de uitvreter uithangt. Wat te doen? Moet ik in detail mijn dagelijkse bezigheden gaan opsommen of moet ik me met een grapje er vanaf maken? Beide mogelijkheden heb ik al beproefd. Geen van beide stelde mijn gesprekspartners tevreden, denk ik.

Onzeker oudje

Beste Onzeker,

U zoekt teveel achter een vrijblijvende opmerking. Met de conversatie-opening ‘En, hoe bevalt het in de Vut?’ willen mensen alleen maar aangeven dat ze zich ervan bewust zijn dat u een verandering in uw leven hebt doorgemaakt. Het is dezelfde vraag als ‘En, hoe bevalt je nieuwe baan/huis/vrouw/auto?’ Er wordt betrokkenheid mee getoond, verder niet. Misschien voelt u zich zelf schuldig, omdat u zo’n plezier heeft in uw nieuwe levensfase, maar ik zou u toch aanraden daar niet langer bij te verwijlen. In deze tijd hebben mensen van uw leeftijd in uw sector recht op vervroegde uittreding. Dat heeft de politiek zo besloten, dus u bent geen parasiet. Geniet ervan en maak geen geheim van uw enthousiasme. Er wordt al genoeg gemiezerd, gezeurd en bij de pakken neergezeten.

Artikelen in Festiviteiten, Verjaardag.

Gelabeld met .


Bestwil

Beatrijs Ritsema

Het gezinsleven is niet meer van deze tijd. Laatst schreef een of andere Duitse pedagogische wetenschapper, van wie ik de naam vergeten ben, driekwart opiniepagina vol over dit onderwerp. Hij fulmineerde tegen ouders die hun eigen pleziertjes en ambities najoegen, terwijl ze intussen hun kinderen opborgen in crèches of naschoolse voorzieningen. Zelfs tegen een institutie als de school had hij – mistig theoretische – bezwaren en het hele stuk sloeg eigenlijk ergens nergens op, in ieder geval niet op de Nederlandse situatie.

De kinderen werden geportretteerd als de dupe van het individualisme en misschien gaat dat op voor Duitsland, maar in Nederland merk ik daar weinig van. Van nul tot achttien jaar staat het hele gezinsleven juist in dienst van het zieleheil van de kinderen. Het is ouders er alles aan gelegen om ervoor te zorgen dat hun kinderen het naar hun zin hebben. Bijna geen enkel kind zit fulltime op de crèche, er zijn nauwelijks kinderen die de hele week en alle vakanties van de naschoolse opvang gebruik maken. Moeders nemen deeltijdbaantjes (tot verdriet van staatsecretaris Verstand), vaders doen hun best met de sportclubs in het weekend, ouders zetten leraren onder druk, organiseren knalverjaardagsfeestjes en doen op alle fronten vreselijk hun best.

Ze doen er zoveel moeite voor, dat het mij weer ergert. Het is te veel, je hoeft je niet zo in bochten te wringen. Heeft Bettelheim niet ooit gezegd dat ‘a good enough parent’ voldoende is? Het ‘te veel’ is geboren uit angst. De angst om te traumatiseren wanneer je als ouder je wil oplegt, de angst om anders te zijn dan andere ouders waardoor je je kind in een uitzonderingspositie plaatst, en ook heel eenvoudig, de angst voor ruzie.

Het gezin is niet meer in staat zijn traditionele brugfunctie te vervullen tussen de kinderwereld en die der volwassenen. Bij jonge kinderen zie je dat elk aspect van hun leven gedomineerd wordt door ouders of andere volwassenen. Kinderen leggen een ongehoord beslag op hun ouders, van late bedtijden tot op kinderen toegesneden vrijetijdsactiviteiten. Bij tieners ligt het net andersom: daar is elke vorm van gemeenschappelijkheid verdwenen uit het gezinsleven. Wie op bezoek gaat bij vrienden met jonge kinderen kan de hele avond geen normaal gesprek voeren, omdat de kleintjes de sfeer bepalen en zich voortdurend opdringen. Wie op bezoek gaat bij vrienden met tienerkinderen, waant zich daarentegen in een kinderloos huishouden. De conventie is kennelijk dat tieners zich niet met de vrienden van hun ouders onderhouden en ouders liefst ook niet met de vrienden van hun kinderen.

In beide gevallen volgen ouders de wens van de kinderen, terwijl het prettiger is als kinderen (groot of klein, maakt niet uit) hun opwachting maken aan bezoekers, zich gedurende korte tijd met hen onderhouden en zich daarna weer liefst zonder al te veel lawaai aan hun eigen bezigheden wijden. Zo’n scenario geeft iets gemeenschappelijks aan het gezinsleven.

Het is niet het ouderlijk egoïsme waardoor het gezinsleven fragmenteert tegen de tijd dat kinderen in de tienerfase zijn aangeland, maar een raar soort superinschikkelijkheid en opofferingsgezindheid. Ouders voegen zich naar de verlangens van hun kinderen ten koste van een langere-termijn-perspectief dat vroeger met de term ‘bestwil’ werd aangeduid. Daar kun je als ouder niet meer mee aankomen. Wie deze beladen uitdrukking in de mond neemt voelt zich meteen belachelijk.

Geen enkele ouder vindt het een goed idee als hun veertien- of vijftienjarige dochter de diepgevoelde wens uitspreekt bij haar vriendje te overnachten, of erger nog, hij bij haar. Maar elk argument contra zal als spelbedervend terzijde worden geschoven. Na een voorgeschiedenis van altruïstisch opvoeden maakt een beroep op bestwil totaal geen indruk, want een kind wist toch altijd al het beste waar z’n eigen belangen lagen? En dus wordt in een korte tijdsspanne een ommezwaai gemaakt van een symbiotische totaal in elkaar opgaande ouder-kind-verhouding naar een situatie van de tiener als niet-betalende kostganger in het ouderlijk huis. De lieve vrede van het moment heeft een hogere prioriteit dan de bestwil op termijn. Toch zijn er jonge vrouwen, twintigers, die hun ouders achteraf beschuldigen van te grote coulantie. Met een verbod op premature seks waren ze beter af geweest, vinden ze. Zo zie je maar: ouders zullen het altijd fout blijven doen, waaruit volgt dat je dan maar beter je eigen ideeën kunt volgen dan die van de kinderen.

Artikelen in NRC-column.


Brief ondertekenen

Beste Beatrijs,

Ik heb een leidinggevende functie in een overwegend door mannen bevolkte sector. Gewoonlijk weiger ik om een brief te ondertekenen met Mw. Mannen ondertekenen immers ook niet met Dhr. Als gevolg daarvan krijg ik met enige regelmaat brieven terug met ‘Geachte heer’. Ik vind het onbeleefd dat mensen niet de moeite nemen om te informeren met wie ze te doen hebben en er automatisch van uitgaan dat het om een man gaat. Onlangs sprak ik hierover met een collega. Hij stelde dat het geen kwestie van emancipatie is, maar dat de etiquette voorschrijft om met mw. te ondertekenen. Ik heb hem beloofd mijn gewoonte aan te passen als hij inderdaad gelijk heeft. Graag verneem ik van u het verlossende woord.

Vrouw in een mannenwereld

Beste Vrouw in,

Het is absoluut geen etiquette om een brief met mw. te ondertekenen. Zoals u terecht schrijft, ondertekent een man zijn brief ook niet met dhr. Huppeldepup. De schrijfwijze ‘dhr’. en ‘mw.’ dient sowieso te allen tijde te worden vermeden. Ook neemt geen man de telefoon op met ‘Meneer Smit’. Alleen vrouwen van 60-plus melden zich nog aan de telefoon met ‘Mevrouw Smit’, dus ook dit is een uitstervende conventie. Afgezien van de titulatuur adresseert men een brief ofwel aan De heer P. Smit, ofwel aan P. Smit tout court. Mutatis mutandis ofwel aan Mevrouw P. Smit, ofwel aan P. Smit.

De fout ligt ontegenzeggelijk bij uw correspondenten. Zij mogen er in deze tijd niet automatisch van uitgaan dat ze wel weer met een man te maken zullen hebben. Kennelijk lopen er veel mensen met oogkleppen rond in uw sector. Als iemand niet weet of de geadresseerde een man of een vrouw is, luidt de correcte aanhef: ‘Geachte heer/mevrouw’. De andere mogelijkheid is ‘Geachte P. Smit’. Met deze eenvoudige omzeiling laat men de kwestie in het midden en wordt er niemand tegen de haren in gestreken. Het gaat weer een stapje verder om van uw correspondenten te eisen dat zij naspeuringen verrichten omtrent uw sekse. Wie niet beseft dat hij tenminste ‘Geachte heer of mevrouw’ dient te schrijven, koerst op de automatische piloot van dertig jaar geleden. U zult van hen ‘Geachte heer’-brieven blijven ontvangen en u zult zich blijven ergeren.

U kunt wel overwegen bij wijze van tegemoetkoming om zelf een tipje van de sluier op te lichten. Als u wilt dat de mensen naar wie u brieven schrijft weten dat u een vrouw bent (en waarom zou u ze hierover in het duister laten tasten?), dan moet u met uw complete naam ondertekenen. Dus bijvoorbeeld: Petronella M. Smit. Het tusseninitiaal geeft een formeel cachet, zodat men weet dat deze ondertekening geen uiting van gemeenzaamheid is. Moeten mannen dit ook doen? Als zij geen ‘Geachte heer/mevrouw’-brieven terug willen krijgen is dat zeker raadzaam. Bovendien is het voor elke geadresseerde handig om meteen te weten waar hij/zij aan toe is. De tijd is voorbij dat een voornaam verborgen werd gehouden als al te intieme informatie voor onbekenden. Gebruik de voornaam als alternatief voor mw. en dhr. Dat schept duidelijkheid.

Artikelen in Collega's, Post.