Spring naar inhoud


Verliefd op docent

Beste Beatrijs,

Sinds enige tijd is er iemand voor wie ik steeds meer gevoelens krijg. Die persoon is erg aardig tegen mij en ik vermoed dat hij mij ook wel leuk vindt, maar ik weet het niet zeker. Ik zou hem graag beter willen leren kennen door hem ook eens tijdens informele omstandigheden te spreken. Het gaat om een docent van mij, die qua leeftijd trouwens niet veel ouder is dan ik. Het is, denk ik, niet zo professioneel voor hem als docent mij zijn gevoelens te tonen (als die al bestaan). Maar over een aantal weken zijn de werkgroepen voor dit vak afgelopen en dan zie ik hem niet meer. Wat zou ik kunnen doen?

Hoe versier ik mijn docent

Beste Hoe versier ik,

Er is een aantal mogelijkheden die variëren in mate van directheid. Kiest u voor een indirecte langetermijnaanpak, dan valt te denken aan uzelf in zijn blikveld manoeuvreren via vakinhoudelijke belangstelling. U gaat bijvoorbeeld zijn advies vragen (onder vier ogen, dus niet in de wandelgangen) over hoe u uw studie het beste kunt voortzetten. U gaat met hem ideeën bespreken over een werkstuk of scriptie op zijn vakgebied. Misschien kan hij u aan een stageplaats helpen. Op die manier worden de onderwijscontacten voortgezet, en wie weet komt later nog eens van het een het ander.

Minder arbeidsintensief dan de weg van de wetenschap is het om voor te stellen met de hele groep te gaan eten ter afsluiting van het vak. Zorg ervoor tijdens het eten naast het object van uw verlangen terecht te komen en gedraag u op uw sprankelendst. Zet de gezelligheid na het eten voort in cafébezoek, haal hem over om ook mee te gaan en probeer tijdens de verplaatsing van het ene naar het volgende etablissement zoveel mogelijk medestudenten te lozen. Dit kan door niet al te veel ruchtbaarheid te geven aan de locatie waar u zich heen begeeft en onderweg stevig de pas erin te zetten.

Een andere mogelijkheid is om uw verjaardag te vieren, hem uit te nodigen en u aantrekkelijk te gedragen. Als u niet binnenkort jarig bent, neemt u een andere aanleiding om een feestje te geven. Misschien komt hij wel met zijn vriendin aanzetten, maar dan weet u meteen hoe het ervoor staat.

Als u geen geduld hebt voor omtrekkende bewegingen, kunt u hem desnoods een brief schrijven (geen e-mail), waarin u ter zake komt. Brieven schrijven is link, want de tegenpartij kan zich overvallen voelen, maar het voordeel is wel dat u snel uitsluitsel krijgt. Houd de toon een beetje licht, dan hoeft u geen al te groot gezichtsverlies te duchten. Maak het niet te lang, zet er wat zelfrelativering in en let op de werkwoordsvormen. Een d/t fout kan fnuikend zijn voor een eventuele amoureuze belangstelling.

Als hij niet ingaat op uw voorzetjes, dan moet u hem verder met rust laten en hem uit uw hoofd zetten. Voor een docent is er weinig zo irritant als verliefde studentes achter zich aan te hebben lopen, terwijl het niet wederzijds is.

Artikelen in Liefde en relaties, Scholen en verenigingen.

Gelabeld met .


Verplicht huwelijksjubileum vieren?

Beste Beatrijs,

Het volgend jaar zijn mijn man en ik 25 jaar getrouwd. Dit willen wij graag alleen met onze kinderen vieren. We denken aan een weekendje weg met het gezin. Mijn broers en zussen nemen ons dit niet in dank af. Omdat wij naar hun jubilea zijn gegaan, vinden ze dat wij nu zelf ook een feest moeten geven.

Als iemand graag feestjes geeft, genoeg geld ervoor heeft, van veel mensen bij elkaar houdt en graag in de belangstelling op zo’n dag wil staan, dan is dat zijn goed recht, maar wij houden daar niet van. Uit beleefdheid geven wij altijd netjes acte de présence, als wij worden uitgenodigd. Mijn zus vindt dat je niet naar andermans feest moet gaan, als je zelf niet van plan een feest te geven. Ik vind dat een bekrompen gedachte, of heb ik het helemaal mis?

Verplicht tot een feest?

Beste Verplicht,

Het staat u vrij om uw jubilea of verjaardagen te vieren zoals u het goeddunkt. Als u geen zin hebt in een groot feest met 50 of 100 man, dan hoeft dat niet. Natuurlijk niet! Iedereen mag zijn eigen festiviteiten plannen, en als u graag met uw gezin een paar dagen erop uittrekt, moet u dat zeker doen.

Dat zegt allemaal niets over andermans feestjes. Die staan daar los van. Als u voor een feestje wordt uitgenodigd, dan kunt u daar heen gaan, omdat u het leuk vindt, omdat u de feestjesgever aardig vindt, omdat u beleefd wil zijn, of omdat u niemand wil teleurstellen. Allemaal legitieme redenen. Maar wegblijven omdat u zelf niet van plan bent een feestje te geven is belachelijk. De kritiek van uw zuster is inderdaad uitermate bekrompen, miezerig, benepen, berekenend en kleinzielig. Veel plezier met uw 25-jarig huwelijk!

Artikelen in Huwelijk en scheiding, Huwelijksjubileum, Ouders en volwassen kinderen.


Mannen die wijdbeens zitten

Beste Beatrijs,

Laatst behandelde u een brief van een dame die zich stoorde aan wijdbeens zittende mannen tegenover haar in een treincoupé (Gênant uitzicht, 3-12-05). Zelf heb ik al mijn hele leven lang last van mannen die hun benen wijd spreiden, terwijl zij náást mij zitten in het openbaar vervoer of waar dan ook. Onlangs zat ik aan bij een lunch met voornamelijk mensen die ik niet kende, en de onberispelijke heer naast mij plaatste zijn benen zo ver uit elkaar dat ik tegen mijn buurvrouw aan werd gedrongen, zodat ik me bij haar moest verontschuldigen. De vrouwenbeweging heeft al in de jaren zeventig foto’s laten nemen van zittende mannen. Het op hinderlijke wijze verdringen van vrouwen is voor velen normaal. Wat vindt u dan hiervan? En is er wat aan te doen?

Naast is erger dan tegenover

Beste Naast is erger,

Mannen zijn inderdaad gewend om een groter beslag te leggen op de publieke ruimte dan vrouwen. Al denk ik dat op dit punt van de geschiedenis de categorie ‘te dikke personen van welk geslacht dan ook’ meer hinder veroorzaakt dan die der ruimtevretende mannen. Voor steeds meer mensen wordt een vliegreis een nog ergere bezoeking dan die toch al is, doordat men belandt naast een aan zwaar overgewicht lijdende medepassagier, van wie het lichaam aan alle kanten uit de stoel puilt. Maar goed, wie dik is kan geen kant op, dus degene die ernaast zit moet berusten in zijn lot. In geval van heren die door hun zithouding teveel ruimte in beslag nemen daarentegen, kunnen benarde slachtoffers (vaak vrouwen) wél iets ondernemen. Om te beginnen kan een dame haar damestasje, schoudertas of boodschappenzak tussen de twee lichamen op de bank plaatsen. Dat geeft vaak al soulaas voor het aangeraakte dijbeen. Verder kan zij allervriendelijkst vragen: ‘Ach, meneer, zoudt u een klein stukje willen opschuiven? Ik zit een beetje in de klem.’ De meeste mannen willen best een medepassagier of hun tafelgenote ter wille zijn.

Artikelen in Het publieke domein, Reizen.

Gelabeld met , .


Zich opmaken in de trein

Beste Beatrijs,

Als treinforens zie ik regelmatig dat vrouwen zich ’s morgens uitgebreid zitten op te maken. Mij is in mijn jeugd (ik ben nu 49) bijgebracht dat dat niet hoort. Laatst zag ik nog tijdens een balletgala, waar de koningin nota bene aanwezig was, een dame tijdens de pauze heur lippen stiften in de foyer! Ook verbaas ik mij over vrouwen die op straat roken. Ben ik hopeloos ouderwets? Of leren jonge vrouwen dit soort fatsoensregels niet meer?

Waar is het decorum?

Beste Waar is het,

Het gaat te ver om hele beautycases uit te stallen en met gezichtsmaskers en föhns aan de slag te gaan. Maar wie kan er last van hebben als een vrouw hier en daar wat verf aanbrengt of haar lippenstift bijwerkt? Zolang er maar niet met parfum wordt gespoten in benauwde treincoupés. Veel vrouwen hebben een klein spiegeltje in hun damestasje en het is hun gepermitteerd om dit in het openbaar tevoorschijn te halen om een controlerende blik op hun uiterlijk te werpen (en intussen via het spiegeltje te kijken wie zich eigenlijk achter hen bevindt). Over roken op straat kan ik kort zijn: dat is aan beide seksen toegestaan om de eenvoudige reden dat het bijna nergens anders meer mag. Mensen die op straat roken houden rekening met andermans welzijn. Ze mogen hun collega’s geen rook in het gezicht blazen, ze willen dat hun huisgenoten niet aandoen, of ze willen hun kinderen niet het verkeerde voorbeeld geven, dus nemen ze hun kans waar in de buitenlucht, waar niemand er last van heeft, zeker niet in vergelijking met de uitlaatgassen van auto’s. Heel netjes en correct, vooral wanneer ze hun uitgetrapte peuken oprapen en in een afvalbak gooien.

Artikelen in Reizen.

Gelabeld met .


Winkelpersoneel aanspreken

Beste Beatrijs,

Vroeger zei ik meteen wat ik wilde in een winkel, bijvoorbeeld: ‘Een pond sperziebonen’. Volgens mijn vriendin moet je zeggen: ‘Mag ik dit of dat’. Dus dat zeg ik tegenwoordig. Maar dat klinkt zo suf en onderdanig en ik krijg het gevoel dat dit ook uit de tijd is.

Als ik afreken bij de kassa zeg ik eerst ‘Hallo’. Maar zou het winkelpersoneel dat niet eigenlijk als eerste moeten zeggen? Slechts een gering aantal verkoper/sters beginnen zelf als eerste met ‘Hoi’, terwijl ik 38 ben, en ik hoef niet zonodig met u te worden aangesproken, ook al doet men dit wel.

Wat zeg ik in de winkel?

Beste Wat zeg ik,

Wie er het eerste een groet uitspreekt (het winkelpersoneel of de klant) doet er niet zo veel toe. Als het personeel een cursus klantvriendelijkheid heeft gehad, hebben ze daar geleerd om altijd de klant te begroeten en verder beleefd te zijn en ‘u’ te zeggen tegen mensen die geen duidelijke jongeren meer zijn. Hoe die groet precies luidt is niet zo belangrijk. ‘Goedemorgen/-middag of goededag’ is altijd prima. Met ‘Hallo’ is ook niets mis. ‘Hoi’ is meer iets voor tegen jongeren. Maar de klant kan ook best als eerste een groet uitspreken.

Soms zegt het winkelpersoneel iets als ‘Waarmee kan ik u helpen?’ Als dat niet wordt gezegd, en er een stilte valt na de groet, dan kunt u zeggen: ‘Een halfje bruin, graag’. Of: ‘Ik zoek een strijkijzer’ of: ‘Ik wil graag een pond kabeljauw / een strippenkaart / zes knotten van die wol daar’. Door toevoeging van het woordje ‘graag’ (net zoiets als alstublieft) klinkt u beleefd, maar niet onderdanig.

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Winkels.


Niet roken met feestdagen!

Beste Beatrijs,

Kerst en Oud & Nieuw komen er weer aan, ik verheug mij erop om dat samen met mijn moeder en broers, zus en neven en nichten te vieren, ongeveer 18 mensen. Ons zoontje van 8 jaar, mijn man, mijn moeder, een schoonzuster en ik (dus vijf in totaal) zijn de enigen die niet roken. Natuurlijk heb ik uitgebreid besproken hoe vervelend wij als niet-rokers deze situatie vinden. Er wordt dan meelevend geluisterd en een kwartiertje door de aangesproken persoon geen sigaret opgestoken, of er wordt nog een raampje open gezet, maar tegen zoveel rook is geen frisse lucht bestand.

Wij hebben als gezin vaak een dag nodig om weer een beetje gewoon lucht te halen en dan heb ik het nog niet over je kleding, je haar en alles wat daarbij hoort. Wanneer er een feestje bij ons thuis is, weet iedereen dat er binnen niet gerookt mag worden. Meer dan de helft van de gasten vertoeft dan een groot deel van de avond in de garage, waar ik dan maar naar toe ga met de hapjes. Van het roken is deze doorrookte familie niet af te brengen. Ik wil graag van de partij zijn, want we hebben het met elkaar heel gezellig, maar voor mij en mijn gezin wordt de rook en de gevolgen daarvan een steeds groter probleem. Hoe kan ik hier het beste mee omgaan?

De smoor in

Beste De smoor in,

Waarom is dit probleem nu groter dan twee, vijf of tien jaar geleden? Hoe komt het dat u er nu meer last van hebt dan vroeger? Zou het kunnen dat u zich meer ergert dan strikt genomen nodig is? Er is sinds jaar en dag een overmacht aan rokers in uw familie. Een dergelijke samenscholing gaat zich op een feestje al gauw gedragen alsof ze in het café zitten, waar ook nog steeds mag worden gerookt. U hebt een goede band met uw familie, u hebt uw bezwaren met hen besproken, maar ze gaan door met roken, tenminste wanneer ze bij een van de rokers te gast zijn – bij u thuis trekken ze zich terug in de garage. Dat lijkt me trouwens een vrij koude bedoening met Kerstmis.

Het is een lastig probleem, om niet te zeggen onoplosbaar. Er zijn gewoon teveel verstokte rokers in uw familie. U kunt moeilijk mensen in hun eigen huis verbieden om te roken. Tenzij zich een carapatiënt bevindt onder de niet-rokers, maar u hebt alleen last van stinkende kleren en haren na afloop.

U zou nog kunnen proberen een compromis af te dwingen in de trant van: ‘Kunnen we niet afspreken dat er pas na het eten wordt gerookt?’ Wanneer de sigaretten eenmaal tevoorschijn komen, kunt u met uw gezin weer huiswaarts keren, omdat het dan toch bedtijd is voor uw zoontje. Als dit compromis wel aanvaard, maar toch ontdoken wordt, blijven er slechts twee mogelijkheden over. Ofwel u gaat niet meer naar dergelijke grote familiebijeenkomsten, waar de hele menigte tegen de tijdgeest in stug blijft doorroken. Ofwel u calculeert van tevoren in dat de kleren naar de stomerij moeten en dat het hele gezin onder de douche moet na afloop, en u houdt op met u te ergeren omdat er tegenover de rook voldoende gezelligheid staat.

Artikelen in Familie, Feestdagen, Verslavingen, Visite.


Marijke Höweler

Uitroeptekens dienen spaarzaam te worden gebruikt. Ze wekken gauw een schreeuwerige, ordinaire en anders wel kinderachtige indruk. Marijke Höwelers ‘Over de streep’ (Atlas) barst van de uitroeptekens. Soms staan er wel tien op een pagina. En toch is het een geweldig boek. Kortademig, vol van ingehouden agressie en vileine humor. Een vrouw van middelbare leeftijd kijkt terug op haar jeugd, verstaat zich met aftakelende ouders en deelt verder hier en daar een kat uit aan het moderne leven. De korzeligheid waarmee ze het algehele onbegrip tussen gezinsleden schildert doet niet onder voor de getergdheid van Michael Douglas, wanneer hij in ‘Falling Down’ twee minuten te laat is om ontbijt te bestellen in een fastfood-restaurant. Het leven is een hopeloze onderneming.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-boekrecensies.


Boek van het jaar 2005: Theodore Dalrymple

‘Leven aan de onderkant’ van Theodore Dalrymple (Spectrum) is zo’n boek waarvan ik recht overeind ging zitten. Als psychiater met een jarenlange ervaring in Britse achterstandswijken onderneemt hij een aanval op de uit de jaren zestig stammende mentaliteit onder hulpverleners, overheid en sociale wetenschappen. Nu de ideologie van de vrije seks en het cultuurrelativisme eenmaal op de bodem van de maatschappij zijn aangeland, blijkt dat niemand meer weet wat eigen verantwoordelijkheid betekent. Met als gevolg totale onmacht en verloedering. Dalrymple’s cultuurkritiek is even verrassend als scherpzinnig en hij schrijft het ook nog allemaal meeslepend op.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-boekrecensies.


Buren hebben last van kat

Beste Beatrijs,

Sinds vier jaar wonen wij in ons huidige huis, tot onze grote tevredenheid. We hebben goed contact met de buren op één twistpunt na: onze kat. Ze klagen dat hij zich in hun voortuin ophoudt. Hij zou aan klimplanten en bomen krabben (waardoor een plant gesneuveld is) en op hun fietszadels zitten.

Wij vinden het heel vervelend dat anderen last hebben van onze kat. Dus hebben we gedaan wat in ons vermogen lag om de pijn te verzachten: we hebben aangeboden om de onkosten te vergoeden voor het maken van een afrastering voor de klimplanten, en een anti- kattenmiddel gegeven om in de tuin te strooien.

Helaas, het mocht niet baten. Van het vergoedingsaanbod hebben ze tot op heden geen gebruik gemaakt, het middeltje hielp niet. De kat komt er nog net zo vaak en onlangs kwam de buurvrouw weer klagen. Wat haar vooral een doorn in het oog is, is dat ie ’s nachts op haar fietszadel zit en daar viezigheidjes (haren, zand) achterlaat. Toen ik opperde om er iedere dag een plastic zak omheen te doen en die weer te vervangen, zei ze dat ze daar geen zin in had. Zij vindt dat het onze kat is en dat die niet in hun voortuin hoort te komen. Volgens haar zijn er slechts twee opties: binnenhouden, wat wij niet echt diervriendelijk vinden, of wegdoen. Hoe kunnen wij uit deze impasse komen?

Kat ligt op zadel

Beste Kat ligt op,

Uw buren voeren een vergeefse strijd. Het zijn kennelijk kattenhaters – hun beschuldigingen zijn nogal obsessief en vergezocht. Een fietszadel als favoriete hangplek? Dat ligt helemaal niet lekker voor een kat. Planten verwoesten lijkt me ook een marginale bezigheid. Katten staan niet, zoals sprinkhanen, bekend om hun neiging de vegetatie te slopen. De buren zoeken gewoon een stok om een kat te slaan. U moet hun klachten maar een beetje langs u af laten glijden. Houdt u uw kat binnen, dan komt er wel weer een andere kat uit de buurt langs, waar de buren zich aan kunnen ergeren. Katten horen bij de standaardfauna van de menselijke omgeving en in tegenstelling tot honden genieten zij het voorrecht van vrij buiten rond te lopen. Ze betalen hiervoor een prijs (ze worden vaker overreden), maar er zijn geen wetten die bepalen dat katten binnen moeten blijven omdat ze bewijsbare schade zouden aanrichten. Mensen zijn vrij om een kat als huisdier te nemen, en de kat mag naar buiten, zonder dat de eigenaar een bekeuring krijgt. Als de buren weer klagen, moet u zich maar meelevend opstellen en zeggen: ‘Tja, dat is heel erg voor jullie, maar onze kat doet zoiets niet. Die is heel goed opgevoed. Het zijn altijd de goede katten die moeten lijden onder de slechte.’ Misschien dat de buren dan een andere kat uitzoeken om campagne tegen te voeren. Intussen kunnen ze hun fietszadels wekelijks bespuiten met het door u aangeschafte anti-kattengeurtje.

Artikelen in Buren.

Gelabeld met , .