Spring naar inhoud


Partner niet welkom

Beste Beatrijs,

Mijn baas organiseert een etentje in een restaurant voor alle medewerkers van de afdeling en heeft mij als relatief nieuwe medewerkster ook uitgenodigd. Ik heb hem toegezegd te zullen komen. Toen mijn vriend dit hoorde, wilde hij ook graag mee – op eigen kosten. Maar mijn baas wil niet dat de medewerkers hun partner meenemen, ook niet als ze zelf betalen, want voor hen is het niet bedoeld. Mijn gevoel zegt dat partners altijd mee moeten kunnen bij dit soort gelegenheden. Heb ik het bij het verkeerde eind? Kan ik ook thuisblijven, als ik geen zin heb om zonder mijn vriend te gaan?

Partner wil mee

Beste Partner wil mee,

Een etentje met collega’s, zoals uw baas dat organiseert, is een voortzetting van het werk door middel van gezelligheid. Het gaat dan om team-building, het versterken van collegiale banden, het verbeteren van de werksfeer en wie weet een informele bezinning op doelstellingen of targets. Een dergelijke bijeenkomst is in ieder geval geen zuiver sociale gelegenheid zoals een verjaardagsfeestje, en partners hebben er dan ook niets te zoeken.
U kunt maar beter wel meedoen met het afdelingsetentje. Uw vriend kan toch wel een avondje zonder u? Als u thuis blijft, zult u op uw werk buiten de groep vallen en uw baas zal vinden dat u te weinig betrokkenheid en inzet vertoont. Bovendien, wat is er tegen een avondje gratis gezelligheid met collega’s?

Artikelen in Collega's.


Gemengde scholen

Zo lang als ik me kan herinneren heerste er op de scholen die mijn kinderen bezochten lichte schaamte over de witheid ervan. De ouderwets-degelijke basisschool stond bekend als uitstekend en dat was ook de reden dat ouders ervoor gekozen hadden. Op de middelbare school was het van hetzelfde laken een pak en terugkijkend kan ik niet anders zeggen dan dat het een voorrecht was dat mijn kinderen zulk goed onderwijs hebben genoten. Natuurlijk waren het elitaire scholen, maar voor de basisscholen bestond twaalf jaar geleden nog geen postcodebeleid en ik begreep destijds niet waarom allochtone ouders niet of nauwelijks van de mogelijkheid gebruik maakten om hun kind een paar buurten verderop op school te doen. Een goede school voor je kind is toch zo ongeveer de belangrijkste beslissing die je neemt in de opvoeding?

Op het gymnasium waar mijn kinderen hun tienerjaren sleten heerste ook collectieve schaamte over het gebrek aan diversiteit. Weliswaar zaten er allerlei kinderen met buitenlandse achternamen, maar die waren doorgaans van Aziatische of Oost-Europese afkomst, en die telden dan weer niet echt mee als allochtonen. Ware diversiteit bestaat kennelijk uit kinderen van Turks-Nederlandse of Marokkaans-Nederlandse afkomst, en die waren met een kaarsje te zoeken. De schaamte over hún afwezigheid was zo groot dat de schoolleiding met instemming van de ouders moeite deed met speciale wervingsactiviteiten op zwarte basisscholen om het percentage allo’s op te krikken. Alweer verbaasde het me: waarom komt het niet in de hoofden van allochtone ouders zelf op om een kind met een hoge cito-score voor een elitair gymnasium aan te melden? Waarom moeten die kinderen (ouders) aangespoord en verleid worden om zo’n kans te grijpen, terwijl autochtone ouders in rotten van tien staan opgesteld om een plaatsje voor hun kind te bemachtigen?

Volgens socioloog Jaap Dronkers die een groot onderzoek in verschillende Europese landen heeft gedaan naar de leerresultaten op verschillende types scholen (wit, zwart, gemengd) presteren gemengde scholen slechter dan homogene scholen. De uitkomst van dit onderzoek ligt politiek gevoelig, omdat er beleidsmatig juist wordt ingezet op het tegengaan van (nog meer) zwarte scholen. Vanuit het oogpunt ‘bevordering van integratie’ verdienen gemengde scholen de voorkeur boven naar etniciteit of geloof gesegregeerde scholen. Maar dit onderzoek ondergraaft het diversiteitsideaal. Pogingen tot bevolkingsafspiegeling op school leiden in ieder geval niet tot betere schoolresultaten, noch bij autochtone, noch bij allochtone leerlingen. Alle moeite om witte scholen wat gemengder en zwarte scholen wat minder zwart te krijgen is vergeefs – je kunt beter zo veel mogelijk energie steken in de kwaliteit van het onderwijs zelf.

Dronkers’ onderzoek komt eigenlijk neer op: in de school werkt homogeniteit beter dan heterogeniteit. Dat haalt je de koekoek. Natuurlijk is een homogeen samengestelde klas efficiënter om mee te werken dan een heterogeen allegaartje. Dat is precies de reden waarom autochtone ouders hun kind niet naar een zwarte school willen sturen. Onder ‘zwart’ verstaan ouders niet zwart (etniciteit of zelfs maar religie), maar ‘geen dominante Nederlandse cultuur’. Ik heb nog nooit een ouder gesproken die tegen meer allochtone kinderen op zijn homogene school was. Integendeel, iedereen schaamt zich in meer of mindere mate voor het gebrek aan diversiteit. Tegelijk heeft iedereen een impliciete grens in z’n hoofd: tien à twintig procent (het moet niet te dol worden). Daar hebben ze ook gelijk in, want bij een hogere diversiteit slaat de homogeniteit van de dominante cultuur om in heterogeniteit met alle vervelende bij-effecten vandien.

Een zwarte school is per definitie een heterogene school, want de populatie aldaar bestaat nooit uit alleen maar Turks-Nederlandse of alleen maar Marokkaans-Nederlandse kinderen. Die zitten er altijd samen plus nog allerlei andere etnische groepen als Somalische, Antilliaanse, Kaapverdische, Iraanse kinderen. En nog een enkele autochtoon. Temidden van deze culturele versplintering is er geen meerderheid die de toon kan zetten, dus is het lastig om les te geven, dus zijn de resultaten slecht. Er is geen manier om dit door middel van beleid te doorbreken. Ouders kiezen voor de dominante cultuur (geseculariseerd, geseksualiseerd) of ze kiezen ertegen. Omdat ze bang zijn hun kinderen te verliezen kiezen allochtone ouders vaak tegen de dominante cultuur.

Artikelen in Column.


Opgelicht

Beste Beatrijs,

Onlangs werd ik (student van 24) op het station van Utrecht aangesproken door een gedistingeerd uitziende heer, die zich uitgaf voor arts op de eerste hulp in Nijmegen. Hij was zijn portemonnee met ov-chip verloren en hij kon niet meer terug naar zijn woonplaats. Hij heeft me overreed om een enkeltje voor hem te kopen, nog wel eerste klas, want dat kon hij zich wel veroorloven. Het geld zou diezelfde avond weer op mijn bankrekening staan, het nummer daarvan heeft hij opgeschreven en nog drie keer gecheckt. Hij putte zich uit in dankbetuigingen voor mijn hulp.

Na overleg met vrienden blijkt dat ik waarschijnlijk te goed van vertrouwen ben geweest. Achteraf had ik in ieder geval nooit moeten toestemmen in een eerste-klas-kaartje. Ik heb alleen zijn naam, ik had om een adres moeten vragen, een telefoonnummer, en dan nog had ik geen garantie dat ik mijn geld terug zou krijgen. Dit zal me niet nog een keer gebeuren. Maar toch: hoe wimpel je een dergelijk voorstel af als iemand een beroep op je medegevoel doet? Ik heb last van schaamte over mijn goedgelovigheid, en heb me voorgenomen om eens een tijdje niets meer aan goede doelen te geven om het verlies te compenseren. Het idee dat ik chantabel ben, terwijl ik mezelf harder had verwacht, zal nog wel een tijdje blijven. Hebt u advies voor dit soort gevallen?

Opgelicht

Beste Opgelicht,

U bent slachtoffer geworden van een klassieke oplichterstruc die al jarenlang wordt ingezet om nietsvermoedende treinreizigers geld af te troggelen. Uw vertrouwen in de medemens is geschonden en u neemt het uzelf kwalijk dat u zo naïef bent geweest.

Zie het als een leerervaring en schaamt u zich alstublieft niet voor uzelf. Het is geen schande om iemand te hulp te schieten. Veel mensen hebben wel eens zoiets meegemaakt. Bedenk dat de meeste mensen wel degelijk te vertrouwen zijn, maar neem u tegelijk voor dat u nooit meer geld zult uitlenen. U bent de baas over uw portemonnee en u kunt zelf beslissen of u uw geld voor uzelf aanwendt of een bedragje afstaat aan behoeftigen van diverse pluimage. Als wie dan ook u aanklampt voor geld, hebt u twee keuzes: weigeren of u laten vermurwen. Beide reacties zijn goed. De enige verkeerde reactie is de halfhartige: geld geven en dat ook weer terugverwachten. In het geval van de zogenaamde arts die in nood zat, had u bij uzelf kunnen denken: ‘zielige man verdient hulp’ en dan had u het geld (of een bedragje wat u kon missen) aan hem kunnen geven zonder ervan uit te gaan dat u het terug zou krijgen, zoals u misschien ook wel eens bedelaars helpt met een paar euro. De kans bestaat dat uw aalmoes vervolgens wordt omgezet in alcohol of drugs, maar dat is verder uw pakkie-an niet.

U bent in geen enkel opzicht chantabel. Bedelaars, straatmuzikanten, goede-doelen-activisten, maar ook oplichters doen een beroep op andermans goedgeefsheid. Allemaal proberen ze meer of minder effectief het medelijden van voorbijgangers aan te boren. Al naar gelang uw stemming geeft u de smekelingen iets of u geeft niets, maar nooit en te nimmer leent u iets uit. Dat moet uw voornemen zijn. Substantiële bedragen uitlenen, hetzij aan familie, vrienden, kennissen, hetzij aan onbekenden is, leidt maar tot ellende. Geld schenken daarentegen is een daad van filantropie die tot tevredenheid over uzelf stemt.

Artikelen in Reizen.

Gelabeld met , .


Taart bakken voor bruiloft

Beste Beatrijs,

Mijn nichtje (tantezegger) en haar vriend gaan binnenkort trouwen, omdat ze principieel tegen samenwonen zijn. Het zijn twee jonge studenten en voor de bruiloft is dan ook een krap budget. Ik heb nog geen officiële uitnodiging gekregen, maar onlangs kreeg ik via de mail het verzoek van de bruid of ik voor de receptie taart wou bakken. Ik heb nog niet gereageerd, omdat ik hier nogal verbaasd over was. Volgens mij is zo’n verzoek niet helemaal volgens de etiquette, maar de meningen hierover verschillen in onze familie. Wat vindt u?

Keukenhulpje

Beste Keukenhulpje,

Taart bakken voor een hele receptie? Een ongehoord brutaal verzoek! Als twee mensen met trouwplannen financieel niet in staat zijn om de bruiloftsgasten van versnaperingen te voorzien, dan horen ze dit probleem niet op die gasten af te wentelen maar eerst eens een tijdje te sparen, zodat ze een en ander wél kunnen bekostigen. Schrijf een vriendelijk mailtje terug met de mededeling dat het u helaas aan tijd en energie ontbreekt om cateringtaken op u te nemen.

Artikelen in Bruiloft.


Op zoek naar halfbroer

Beste Beatrijs,

Ik ben een jongen van 20 en mijn ouders zijn sinds mijn vijfde gescheiden. Ik bleef bij mijn moeder wonen en mijn vader trouwde met een andere vrouw. In het begin spendeerde ik veel tijd bij mijn vader, vooral in het weekend. Later kwam er een halfbroertje erbij, wat heel leuk was. Toen ik negen was, verbrak mijn vader het contact met mij zonder enige reden. Ook mocht ik mijn broertje niet meer zien. Hij is nu 14 jaar en weet waarschijnlijk niet eens dat ik besta, maar ik kan me hem nog goed herinneren. Ik zou hem graag weer willen zien. Als ik bel, wil mijn vader niet met me spreken. Ik vond het al vreselijk dat hij mij zomaar heeft verlaten, maar dat hij mij het contact verbiedt met mijn broertje kan echt niet. Kan ik iets juridisch afdwingen? Wat zouden de mogelijkheden kunnen zijn?

Op zoek naar broer

Beste Op zoek naar broer,

Ga eerst zelf eens je broertje achterhalen, voordat je met advocaten en juristen komt om contact af te dwingen. Met enig detectivewerk moet dat toch mogelijk zijn. Je weet hoe hij heet en waar hij woont. Het moet niet zo moeilijk zijn om hem op hyves of facebook te vinden, en dan kun je contact met hem opnemen. Als hij 14 jaar is, is hij oud genoeg om niet huilend naar papa te lopen en waarschijnlijk vindt hij het wel interessant en spannend om zijn oudere halfbroer te ontmoeten. Ga er gewoon zelf achteraan!

Artikelen in Broers en zussen.

Gelabeld met .


Gepest kind

Beste Beatrijs,

Mijn dochter van acht wordt sinds kort op het speelpleintje voor ons huis door een even oud buurtjongetje gericht gepest met het feit dat ze twee moeders heeft. Hij zoekt haar voortdurend op en gaat net zo lang door, totdat hij haar uiteindelijk op de kast heeft en zij huilend thuiskomt. Hij verpest voor haar het buitenspelen met andere kinderen. Ik ben op zoek naar een manier waarop ik haar kan leren om zich hiertegen te weer te stellen. Ik heb recent de ouders van dit jongetje aangesproken, maar die voelen zich niet verantwoordelijk, dus ik heb langs die lijn weinig steun te verwachten. Wat raadt u mij aan?

Mijn dochter wordt gepest

Beste Mijn dochter wordt gepest,

Een afschuwelijke situatie voor uw dochter! Los van wat zich zoal tussen de buurkinderen afspeelt (de meeste fricties zijn geen ouderlijke bemoeienis waard), is het buitengewoon onaangenaam en onfatsoenlijk dat de ouders van dit jongetje weigeren om op dit punt corrigerend op te treden. Zij falen als verantwoordelijke volwassenen zowel ten opzichte van hun zoon als ten opzichte van uw dochter. Nu zij het laten afweten, moet uw dochter voor zichzelf opkomen. Er zit niets anders op. U als moeder kunt hierin niet ingrijpen, want daarmee zou u het voor uw dochter alleen maar moeilijker maken. Het gedrag van dit jongetje moet de kop in worden gedrukt en uw dochter zal die taak zelf moeten opknappen.

Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel zij scheldt terug, bij voorkeur op een manier die haar vijand pijn doet en hem blijft aankleven. Ze roept dan bijvoorbeeld: ‘Ik heb twee moeders, maar jouw moeder is een smerige rat/ een vies varken/ een takkewijf’ – enfin, uw dochter kan beter zelf een goede kwetsende term bedenken, liefst zo gemeen mogelijk. Belangrijk is in ieder geval dat ze hem lik op stuk geeft en dat ze altijd hetzelfde terugroept als hij haar verbaal belaagt. Het is handig als ze in deze woordenstrijd een bondgenoot heeft, die haar scheldzinnetje overneemt en meescandeert. Misschien kan ze na enig vooroverleg enkele andere buurkinderen zo ver krijgen dat die haar ondersteunen en meebrullen.

De andere mogelijkheid is fysiek geweld. In de theorie van de fijnzinnige omgangsvormen is erop slaan geen aanbevolen route, maar in de praktijk van het gepest worden – situaties waarin het slachtoffer weerloos is tegen aanhoudend jennen – kan het enorm helpen als de gepeste bij wijze van verrassingsaanval de tegenstander aanvliegt en hem (of haar) een keiharde schop tegen z’n schenen geeft, een vuistslag uitdeelt of z’n gezicht openkrabt. Dat geeft alle betrokkenen ineens een heel ander perspectief. De machtswellusteling krijgt een tik op z’n neus en de zwakkeling toont z’n agressieve potentie. Een en ander moet niet uitlopen op een vechtpartij, maar een gerichte klap of stomp (en daarna maken dat ze wegkomt) kan wonderen doen. Een spatje bloed is niet erg. Fysieke agressie tonen zal uw dochters vijand intimideren en haar aanzien binnen de groep doen toenemen.

Artikelen in Kinderopvoeding.

Gelabeld met .


Hand geven doet pijn

Beste Beatrijs,

Ik heb sinds enige jaren last van reumaklachten. Er zijn ook rustige perioden, maar als de ontstekingen op zijn ergst zijn, doen vooral mijn handen pijn. Af en toe komt het voor dat je jezelf moet voorstellen aan iemand. Dan is het gebruikelijk om een hand te geven. De laatste weken komt dit vaak voor, omdat ik een aantal spullen op marktplaats heb gezet. Ik heb al een aantal kijkers en kopers ontvangen die allemaal hun hand uitstaken voor om zich voor te stellen. Als een soort automatisme geef ik dan ook een hand. Maar ik kan wel door de grond gaan van de pijn. Kunt u mij aanraden hoe ik hiermee het beste om kan gaan?

Pijnlijke handdruk

Beste Pijnlijke handdruk,

U kunt eerlijk zeggen: ‘Sorry, ik kan u geen hand geven, ik heb gewrichtsproblemen.’ Vanzelfsprekend accepteren mensen dat. Als u geen zin hebt om naar uw ziekte te verwijzen, kunt u, wanneer u iemand bij u thuis verwacht, ook uw rechterhand losjes voor de vorm inwikkelen met een zwachtel. Dan hoeft u alleen maar te zeggen: ‘Sorry, ik kan u geen hand geven,’ zonder verdere verklaringen. Van een verbonden hand gaat een duidelijk signaal uit: afblijven!

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Traditionele etiquette, Ziekte.

Gelabeld met .


Waardeloos cadeau

Beste Beatrijs,

Voor ons 25-jarig huwelijksfeest hebben we van een vriendin, die aan de andere kant van het land woont, een hotelbon gekregen. Leuk zal je zeggen. Maar we hebben gehoord dat het een gewonnen cadeau is. Onze vriendin doet aan iedere puzzel mee en wint dan wel eens wat.
Het idee achter dit cadeau was dat we eens wat langer bij haar op bezoek konden komen, wijn konden drinken en dan overnachten in een hotel bij haar in de buurt. Het probleem is dat mijn man niet van hotels houdt. Hij slaapt het liefst thuis. Ja, op vakantie moet het soms. Hoe lossen we dit netjes op zonder haar voor het hoofd te stoten? Ze denkt nog steeds dat wij denken dat ze die bon heeft gekocht.

Gratis hotelbon

Beste Gratis hotelbon,

Als uw man liever niet in hotels verblijft, dan hoeft u natuurlijk geen gebruik te maken van dit cadeau. Dan zegt u tegen uw vriendin dat het u spijt, maar dat uw man nu eenmaal het liefst in z’n eigen bed slaapt en dat een weekendje weg in eigen land voor hem geen vreugde is. U kunt de bon bij gelegenheid aan iemand anders cadeau geven, die er wel z’n voordeel mee kan doen. Dat uw vriendin deze bon gewonnen heeft en niet met eigen geld gekocht doet niet ter zake. Mensen mogen een gewonnen prijs weggeven als cadeau – daar is niets op tegen. Dat het cadeau in dit geval niet in goede aarde viel is pech (zowel voor gever als ontvanger), maar dat was ook gebeurd als uw vriendin de bon met haar eigen geld had aangeschaft.

Artikelen in Cadeaus.


Zorgseks

De stichting ‘Handicap en seksualiteit’ was niet blij met de felle reacties op de verlamde Eindhovenaar die bij gebrek aan eigen handvaardigheid een thuiszorgwerkster had gevraagd om hem te bevredigen. In plaats van hem terwille te zijn was de hulpverleenster naar de politie gestapt, ook vanwege het feit dat hij gedreigd had met ontslag bij werkweigering – naar zijn zeggen verrichtten haar collega’s wel zonder morren seksuele diensten. Alle instanties haastten zich om de thuiszorgwerkster in het gelijk te stellen. De protocollen zijn duidelijk en blijven onverminderd van kracht: seksuele handelingen tussen hulpverleners en hulpbehoevenden zijn verboden en geen van beide partijen mag hiertoe het initiatief nemen of erom vragen, gezien de zakelijkheid van de relatie.

Op die manier blijft het taboe op de seksuele behoeften van gehandicapten in de sfeer van ‘vieze mannen’, aldus George Bastings, voorzitter van voornoemde stichting, in NRC Handelsblad. Volgens zijn schatting willigt tien à vijftien procent van de zorgverleners toch stiekem sekswensen van hulpbehoevenden in. Deze groep is wat ruimdenkender dan degenen die zich aan de regels houden, maar handelt in de eerste plaats uit oprechte compassie. De stichting ijvert trouwens niet voor een opheffing van het verbod op seksuele dienstverlening, maar alleen voor bespreekbaarheid van de noden. Die zijn reëel genoeg. Zowel in de geestelijke gezondheidszorg, de thuiszorg als in verzorgingshuizen krijgt personeel regelmatig te maken met een vraag van patiënten/cliënten om seksuele handelingen uit te voeren. Als de behoefte van gehandicapten aan seks en initimiteit onderkend zou worden door zorgverleners, zou dit al veel uitmaken, volgens Bastings. Aan niemand kan worden gevraagd om zelf als redder in de nood op te treden, maar hulpvragers kunnen wel worden doorverwezen naar huisarts, psycholoog of therapeut. Of naar lotgenotengroepen om erover te praten.

Of hogeropgeleide hulpverleners seksbehoeftigen meer soelaas kunnen bieden dan de dagelijkse werkers aan het bed lijkt twijfelachtig. Doorverwijzen is in dit verband afschuiven naar iemand die er ook geen raad mee weet, en met lotgenoten voel je je misschien minder alleen, maar voor concrete hulp heb je weinig aan mensen die zichzelf niet eens kunnen helpen. Toch staan gehandicapten minder alleen in dit probleem dan zich op het eerste gezicht laat aanzien. Wie de televisiekanalen afzapt en rondsurft op internet kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de seks voor iedereen voor het oprapen ligt, maar in werkelijkheid lopen er honderdduizenden mensen rond met gefrustreerde seksuele behoeftes: onaantrekkelijke, te dikke of te oude mensen die er ondanks wanhopige internetdatingspogingen maar niet in slagen om willige bedpartners te vinden. Er zijn ook getrouwden en samenwonenden zonder noemenswaardig seksleven, religieus celibatairen die het niet mogen, en jonge jongens die nog heel lang moeten wachten.

Allemaal kunnen ze de hand aan zichzelf slaan (en dat doen ze ook allicht), maar dit is een te klinische oplossing voor de behoefte aan fysieke intimiteit. Soloseks heeft evenveel met duoseks te maken als niezen met quatre mains spelen. Lekker niezen kan heel opluchtend werken en het vierhandig pianospel kan vreselijk de mist ingaan, maar de twee activiteiten zijn niet gelijkwaardig en niet inwisselbaar. Als dat wel zo was, dan zou de prostitutiebranche allang ter ziele zijn gegaan, sterker nog, dan was die nooit van de grond gekomen. Maar de seks-business blijft floreren, omdat er altijd mensen bereid zijn om te betalen voor het vluchtige genoegen van fysieke intimiteit met een ander, ook al is de seksverschaffer verder niet geïnteresseerd in het persoonlijk leven van de prostituant.

Gehandicapten hebben hetzelfde probleem als niet-gehandicapten die om een of andere reden geen seks kunnen krijgen. Iedereen is op zijn of haar manier zielig en dat wekt medelijden op. Maar in de wereld der niet-gehandicapten wordt seks ook niet uit medelijden verstrekt – daarmee zou een welwillende filantroop zichzelf pas goed in de nesten werken. Seks is te schaars om gratis uit te delen en te ingewikkeld om te worden opgenomen in het recht op zorg. Je kunt er niet aan komen zonder er iets tegenover te stellen. Dat ‘iets’ kan altijd worden omgerekend in geld. Seks is zoveel waard als wat de gek ervoor geeft. Wie niet beschikt over de gebruikelijke sociaal-wenselijke compensatiemogelijkheden, zal er eenvoudig voor moeten betalen.

Artikelen in Column.