Spring naar inhoud


Beladen kerstgevoel

Beste Beatrijs,

Ik ben 65 jaar en sinds twee jaar weduwe. Mijn man en ik hebben nooit beslag willen leggen op onze zoon voor familiebezoek met Kerstmis. De afgelopen twee jaar hebben mijn zoon en schoondochter hun huis open gesteld voor mij en veel andere familie. Dit jaar zijn ze met de kerst in het buitenland en dat gun ik ze van harte. Ik zal dus alleen thuis zijn. Helemaal niet erg, ik lig met een mooi boek op de bank en amuseer mij prima.

Toch betrap ik me erop dat ik me door mijn omgeving in een dipje laat trekken zodra de kerstdagen ter sprake komt. Uiteraard vertel ik niemand dat ik alleen ben, want ik wil absoluut niet zielig gevonden worden. Als een soort mantra herhaal ik voor mezelf dat het maar een ‘gewoon weekend’ is. Hoe kom ik van dit beladen kerstgevoel af?

Bang voor de feestdagen

Beste Bang voor de feestdagen,

U hebt geen plannen voor Kerstmis, u ziet er daarom een beetje tegenop, maar u praat daar met niemand over. Waarom eigenlijk niet? Het is geen schande om behoefte aan gezelschap te hebben. U zou een visje kunnen uitgooien bij een van uw familieleden en een voorstel kunnen doen voor een gezellig samenzijn, hetzij bij die ander thuis, hetzij bij u. Misschien kent u andere mensen in uw omgeving die mogelijkerwijs openstaan voor een afspraak met u op enig moment tijdens het lange kerstweekend. Niet iedereen zit twee dagen permanent volgeboekt bij familie.

Bespreek het onderwerp ‘hoe komen we de kerstdagen door?’ dus wél met uw naasten en houd uzelf niet voor dat het zomaar een gewoon weekend is, want zo ligt het niet. Tijdens de kerstdagen komt de hele machinerie van het dagelijkse leven krakend tot stilstand. Het bijbehorende gevoel van ingesneeuwd zijn is in je eentje niet makkelijk te doorstaan. Als u zich wat actiever opstelt, zal het u vast wel lukken om althans een van de twee dagen op te tuigen met iets sociaals. Eén bezoekje van iemand of bij iemand is genoeg om de rest van het weekend plezierig met een boek op de bank te kunnen liggen.

Artikelen in Feestdagen.

Gelabeld met .


Een blanco cheque

Beste Beatrijs,

Ik heb een bedrijfje met zes mensen in dienst. Een werknemer van mij was jarig. Ik heb hem als cadeau een diner aangeboden en zou de kosten daarvan na afloop aan zijn partner vergoeden. Ik kreeg een rekening van € 172. Het stel had voor 92 euro gegeten en twee flessen wijn gedronken van 40 euro per stuk. Ik schrok hiervan, maar heb alles natuurlijk betaald. Ik had van tevoren geen budget aangegeven, maar  ik vroeg me af of het niet enigzins ongemanierd was van hun kant om met zo’n hoge rekening aan te komen.

Een duur dinertje

Beste Een duur dinertje,

Het is geen taak van werkgevers om hun werknemers een verjaardagscadeau te geven. Een verjaardag is een persoonlijke mijlpaal die in huiselijke kring wordt gevierd en niets met werk te maken heeft. U had uw werknemer dus geen etentje of wat dan ook hoeven aan te bieden. Toen u om u moverende redenen toch een aardig gebaar wilde maken, had u de werknemer of zijn partner nooit carte blanche voor de kosten mogen geven. Als mensen geen limiet meekrijgen, denken ze al gauw dat het de gever in zijn gulheid en onmetelijke rijkdom blijkbaar niet uitmaakt hoeveel het kost. Het is nu eenmaal makkelijk bestellen, als de consumpties gratis zijn. Ongemanierd? Ongetwijfeld, maar als u geen spelregels meegeeft, moet u niet vreemd opkijken als mensen ergens de boter uit gaan braden.

Beschouw het als een leermoment. U bent de baas en u betaalt uw werknemers een fatsoenlijk salaris. Verjaardagscadeautjes krijgen ze wel van hun intimi.

Artikelen in Cadeaus, Verjaardag, Zakelijke relaties.

Gelabeld met .


Ongewenst op kinderpartijtje

Beste Beatrijs,

De negende verjaardag van mijn zoontje nadert en daarmee een dilemma. Hij is erg duidelijk over wie van zijn klasgenoten op zijn feestje mogen komen. Op de lijst ontbreekt begrijpelijk een nogal dominant en vervelend jongetje, wiens moeder echter altijd erg aardig en behulpzaam is tegenover mij. Ik ben een alleenstaande moeder en wil het contact met haar graag goed houden. Kunnen mijn zoon en ik het maken om die jongen niet uit te nodigen?

Ongewenste verjaardagsgast

Beste Ongewenste verjaardagsgast,

Op deze leeftijd leiden kinderen nog geen onafhankelijk sociaal leven. Kinderfeestjes worden door ouders geregisseerd. Het lijkt mij dan ook geen goed idee om die jongen over te slaan voor het kinderpartijtje. De moeder zal er weet van krijgen en zich namens haar zoon gepasseerd voelen. Ook als u haar van tevoren uitlegt dat uw zoontje helaas totaal niet met die van haar kan opschieten, zal ze dat opvatten als impliciete kritiek op haar kind. Zo’n mededeling tussen bevriende moeders valt nooit lekker. Als u de relatie met deze moeder goed wilt houden, kunt u de jongen beter wél uitnodigen. Wanneer u opziet tegen zijn aanwezigheid, kunt u voorzorgsmaatregelen nemen om hem onder de duim te houden. Bijvoorbeeld door een extra supervisor op het feestje te vragen (liefst een stoere tienerjongen) die een speciaal oogje houdt op de kleine, hem zonodig joviaal tot de orde roept of hem afleidt als hij vervelend gedrag vertoont.

Artikelen in Kinderopvoeding, Verjaardag.

Gelabeld met .


Loodgieterswerk

De vorige week live op de televisie uitgezonden open-hartoperatie is voorspoedig verlopen. Een hele opluchting. Van tevoren maakte Rob Oudkerk in ‘De wereld draait door’ zich zorgen dat de chirurg van dienst onder stress zou komen te staan met een miljoenenpubliek om hem op te vingers te kijken, waardoor de kans op fouten zou toenemen, maar dat viel reuze mee. Chirurgen zijn niet anders gewend dan opereren met een camera erbij (de opnames worden gebruikt voor onderwijsdoeleinden), dus daar worden ze niet zenuwachtig van. Bovendien is zo’n hartklepvervanging inmiddels een routine-ingreep die niet veel meer voorstelt dan loodgieterswerk, maar dan iets verfijnder. Niets aan de hand dus, behalve dan voor belangstellende kijkers de thrill van een live uitzending.

Er worden zo veel programma’s uitgezonden in de medische realitysfeer dat een hartoperatie er ook nog wel bij kan. Wie zijn kick haalt uit medische porno kan dagelijks terecht bij programma’s waarin huisartsen en specialisten consult geven aan echte patiënten bij de spoedeisende hulp of op andere ziekenhuisafdelingen.

Medische televisie valt pro forma onder informatie. De makers ervan zullen altijd ontkennen dat het gaat om spanning en sensatie, danwel om een snotterig feelgoodeffect – ze willen dat kijkers iets opsteken. Ook Hans Slagter van Omroep Max hield vroom vol dat educatie van het publiek het enige oogmerk was. Het bekijken van de uitzending zou volgens hem ertoe bijdragen dat mensen minder angstig zouden zijn voor operaties in het algemeen en voor hartoperaties in het bijzonder. Daarnaast zou het publiek door het gadeslaan van de operatie ertoe aangezet worden om maatregelen te treffen ter voorkoming van hart- en vaatziektes door gezonder te gaan leven en zich bijvoorbeeld minder aan cholesterol te buiten gaan.

Beide doelstellingen lijken uiterst dubieus. Tussen het beeld van een bloederig kloppend hart dat met een karafje ijswater wordt stilgezet en de routine van drie keer per week friet met frikadellen gaapt een brede kloof die niet eenvoudig met voorlichting valt te overbruggen. Oké, er bestaat een verband tussen ongezonde leefgewoontes en hartfalen, maar er zou ook een geheel tegengestelde boodschap kunnen worden gedistilleerd uit het vertonen van deze fluitje-van-een-cent-operatie: als het allemaal zo makkelijk gerepareerd kan worden, wat let ons dan om nog een extra zak chips open te trekken?

Operaties bekijken is geen effectief middel om angst te verminderen. Iedereen die moet worden geopereerd is bang. Terecht, want ook al worden er jaarlijks duizenden soortgelijke operaties met succes uitgevoerd in den lande, er bestaat altijd een kans dat het niet goed afloopt. Precies weten hoe een en ander in zijn werk gaat helpt niet tegen deze aanvangsangst, want je bent als patiënt onder narcose en wat de artsen onderwijl met je lichaam uitspoken kun je toch niet in de gaten houden. Het voegt niets toe om van tevoren op de hoogte te zijn van de details van het medisch handelen. Neem een bevalling. Van tevoren begreep ik niet hoe een baby door zo’n nauwe doorgang heen kon. Boeken gelezen, filmpje gezien, ik werd er niet wijzer van. Zelfs met drie bevallingen achter de rug begrijp ik nog steeds niet hoe zoiets groots door zoiets kleins heen kan. Maar goed, ik hoef het niet meer te begrijpen, want de ervaring heeft geleerd dat het kan.

Het vertonen van operaties aan een lekenpubliek houdt de mythe van de mondige patiënt in stand die over alles tot in de puntjes wil worden geïnformeerd. In werkelijkheid willen patiënten de snelste weg naar beterschap en zijn ze maar al te bereid de arts op zijn kennis en vaardigheden te vertrouwen zonder te worden lastig gevallen met te veel technische details of statistieken waar ze toch geen kaas van hebben gegeten.

In Amerika kunnen mensen gratis hun ogen laten laseren, mits ze plaatsnemen in een etalage, zodat voorbijgangers zich kunnen vergapen. Ook kunnen mensen zonder ziekteverzekering toch geopereerd worden, als ze een lokale tv-zender toestemming geven voor uitzending van een en ander. Van dergelijke praktijken zou in Nederland schande worden gesproken. Zowel in het Nederlandse als het Amerikaanse format is sprake van commerciële exploitatie van medisch handelen. Maar in het Amerikaanse geval wordt er in ieder geval niets zalvends gezegd over voorlichting, omdat iedereen weet wat het is: amusement.

Artikelen in Column.


Collecteren in deze tijd

Beste Beatrijs,

Afgelopen week heb ik (man van 62) weer meegedaan aan een huis-aan-huis collecte. Ik doe dat twee keer per jaar met plezier. Toch valt het mij zwaarder om de deuren langs te gaan. Er zijn nog steeds mensen die gul en graag geven geven, daar ligt het niet aan. Het betreft dan meestal bekenden in de buurt. Maar van sommige huizen doet de bel het niet of ik zie bewoners angstvallig achter een gordijn staan. Er moeten vaak meerdere sloten van de voordeur afgehaald worden, voordat ik mijn bezoek kan toelichten. Vaak worden er wat zenuwachtig lacherige excuses verzonnen waarom ze niets kunnen geven. Van mij mogen ze gewoon ‘nee’ zeggen op mijn verzoek. Ronduit onaangenaam vind ik het als mensen duidelijk laten merken dat ze het vervelend vinden om aan hun eigen voordeur lastig gevallen te worden. Tegelijk kan ik dat wel een beetje begrijpen. Daarom mijn vraag: is het nog wel van deze tijd om aan de deur te collecteren?

Bezwaarde collectant

Beste Bezwaarde collectant,

Laat ik voorop stellen dat collectanten nuttig werk doen, dus lof verdienen. Dat neemt niet weg dat ook ik het buitengewoon vervelend vind om te worden gestoord door de deurbel (altijd als ik net sta te koken of als we net aan tafel zitten of als ik net naar het Journaal aan het kijken ben) met weer iemand met een rammelende collectebus en een goed doel. Ik heb mijn eigen prioriteitenlijstje van goede doelen, waaraan ik genoeg geld overmaak, en ik ervaar geen grote urgentie bij de behoeftigheid die zich daar bovenop aandient. Een mens kan nu eenmaal niet de hele wereld ondersteunen. Soms geef ik wat kleingeld, maar vaker zeg ik beleefd: ‘Nee, sorry, en nog veel succes verder’. Voor mij vallen collectanten eigenlijk in dezelfde categorie als marskramers, bedelaars of Jehova’s getuigen, personen die ik liever zie gaan dan komen.

Dit is een persoonlijke en, ben ik me bewust, niet een heel menslievende reactie van mij. Er zullen allicht anderen zijn die het helemaal niet erg vinden om te worden gestoord door collectanten. Maar met het toenemend aantal mensen dat alle bankzaken, dus ook de schenkingen aan goede doelen, via telebankieren afwerkt, daalt de tolerantie voor huis-aan-huis-collectes, vermoed ik. Je kunt je vervolgens afvragen of de investering van mankracht nog wel opweegt tegen de revenuen. Ik kan me goed voorstellen dat u het steeds moeilijker vindt om dit vrijwilligersklusje op te knappen. Mensen zijn vaak huiverig om ’s avonds de deur open te doen, en het is niet leuk om te moeten bedelen om geld bij wantrouwige en chagrijnige types. Komt nog bij dat in sommige buurten collectanten het gevaar lopen door criminelen van hun collectebus te worden beroofd.

Misschien kunt u aan de organisatie waar u geld voor inzamelt vragen of ze u ergens anders willen inzetten. Overdag collecteren bij de ingang van supermarkt of bibliotheek, in winkelstraten of bij stations lijkt me heel wat minder slopend. Een openbare locatie is vrijblijvender dan de deurbel. In vrijwilligheid geven mensen ook meer dan wanneer ze zich onder morele druk voelen staan.

Artikelen in Het publieke domein.

Gelabeld met .


Vragen naar salaris

Beste Beatrijs,

In mijn vriendengroep zijn er een paar die erg openhartig zijn over hun salaris. Toen ik een nieuwe baan kreeg, vroegen zij dan ook meteen wat ik ging verdienen. Ik zei dat ik het niet precies wist in verband met bijtelling van de lease-auto en een bonussysteem, maar ik weet het wel degelijk precies. Hoe maak ik duidelijk dat ik het liever voor mezelf houd?

Wat schuift het?

Beste Wat schuift het,

Gebruik de statistische waarheid als afleidingsmanoeuvre en speel de bal terug: ‘Mijn salaris is marktconform en ik heb dus niets te klagen. Jij wel?’

Artikelen in Werk.

Gelabeld met , .


Ex op rouwkaart?

Beste Beatrijs,

Mijn grootmoeder (92) ligt op sterven. Ze is dementerend en ik bezoek haar niet veel meer. Mijn ex-partner, van wie ik tien jaar geleden gescheiden ben, bezoekt haar daarentegen de laatste jaren nog steeds frequent. Mijn relatie met hem is niet goed. Dat ligt minder aan mij dan aan hem: hij negeert me straal als we elkaar tegenkomen. De familie waardeert zijn bezoeken aan oma zeer en heeft daarom eenzijdig besloten hem als nabestaande op te voeren op de rouwkaart te gunnen. Ik heb hier moeite mee, temeer omdat hij onder mij en mijn nieuwe echtgenoot komt te staan. De familie vindt dat ik me hier maar overheen moet zetten. Dat mijn ex op de uitvaart komt is voor mij geen punt. Dat hij daar het woord wil voeren accepteer ik ook. Ik waardeer het in hem dat hij al die jaren bij oma op bezoek is geweest. Maar hem als directe nabestaande opvoeren vind ik te ver gaan. Mag ik vragen (eisen) dat hij niet op de kaart genoemd wordt?

Ex op rouwkaart

Beste Ex op rouwkaart,

Volgens het protocol vermeldt een rouwkaart alleen de namen van partner (indien aanwezig), familieleden plus hun echtgenoten en kinderen. Dus geen vrienden, buren of andere intimi van de overledene. Het komt vaak voor dat niet-familieleden erg hun best hebben gedaan om de laatste weken (maanden, jaren) van de overledene zo aangenaam mogelijk te maken. Te denken valt hierbij aan betaald zorgpersoneel, een aardige buurvrouw, een goede vriend(in), een toegewijde vrijwilliger. Of een ex van een kleindochter, waarom niet? Toch is het niet de gewoonte dat deze niet-familieleden bij wijze van beloning voor hun diensten een vermelding op de rouwkaart krijgen. Die is strikt beperkt tot de familie zelf. U kunt dus zeker tegen uw familie zeggen dat uw ex formeel niet in het rijtje nabestaanden thuishoort, omdat zoiets verwarring wekt bij de ontvangers van de rouwkaart (hoort die man nou wel of niet bij de familie?).

Artikelen in Dood en begrafenis, Exen.

Gelabeld met .


Ongelukkige ouders

Mensen met kinderen zijn ongelukkiger dan mensen zonder kinderen. Dit is geen wilde hypothese, maar een terugkerend resultaat van sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar factoren die samenhangen met iemands geluksniveau. Van de meeste verbanden die dergelijk vragenlijstonderzoek oplevert kijkt niemand op: welstand, gezondheid, in een liefdevolle relatie zitten hebben allemaal een gunstige invloed op de mate van geluk. Maar dat het demografische kenmerk ‘kinderen hebben’ dempend zou werken op het geluk (internationaal gezien, dus niet alleen maar volgens één onderzoekje in een buitenwijk van Philadelphia) is een onverteerbare waarheid, waar mensen met kinderen woedend over kunnen worden.

Dit kan niet waar zijn, en als het toch waar is, deugt het onderzoek niet of wordt een verkeerd soort geluk gemeten, luidt meestal de reactie. Zelf vind ik het ook een intrigerende bevinding. Ik zou verwacht hebben dat het niets uitmaakt. Je hebt mensen met kinderen en mensen zonder. Beide groepen (de subgroep van ongewild kinderlozen laten we even buiten beschouwing) hebben in vrijheid hun leven vormgegeven, dus verwacht je in beide groepen evenveel of even weinig geluk aan te treffen. Klopt niet. Het verschil is significant en betrouwbaar (het wordt telkens weer vastgesteld), maar lastig te accepteren. Zou het onderzoek hebben aangetoond dat mensen met kinderen juist gelukkiger zijn dan mensen zonder, dan hadden de bevindingen op veel minder weerstand gestuit. Dat had iedereen volstrekt normaal gevonden. Hooguit zouden de mensen zonder kinderen zwakjes protesteren dat zij zichzelf toch echt wel gelukkig vinden.

Hoe zo’n resultaat dat geheel tegen de intuïtie ingaat toch te verklaren? De kritiek van verontwaardigde ouders richt zich vaak op de principiële onmeetbaarheid van geluk.
Natuurlijk legt de zorg voor nageslacht een zwaar beslag op ouders: verstoorde nachtrust, jarenlang geklieder en omgestoten melkbekers aan tafel, de aantasting van de huisinrichting door rondslingerende plastic rotzooi in gemene kleuren, het inleveren van de vrijheid om te gaan en staan waar je wilt en – in geval van meer kinderen – hun onderlinge ruzies en het geschreeuw. Maar dat zijn allemaal vluchtige ergernissen vergeleken bij de totaalimpact van het hebben van kinderen. Die is voor ouders zo alomvattend dat ze zich een leven zonder kinderen nauwelijks kunnen indenken, en als ze dat wel proberen, dan kijken ze tegen de leegte van een amputatie aan.

Bovendien staan er allerlei geluksmomenten tegenover de ergernissen. Zo staat mij nog levendig voor ogen hoe gelukkig ik me bij vlagen voelde als alle kinderen vredig in dromenland verkeerden en ik de huiskamer en mijn hoofd een paar uur voor mezelf had. Gelukkiger, vermoed ik, dan wanneer ik de hele dag voor mezelf en mijn eigen besognes had gehad. Kinderen zijn er meester in om de gelijkmatigheid van het leven te ontregelen en ouders tot emotionele hoogte- en dieptepunten te brengen.

Het hebben van kinderen vermindert het gevoel van controle over het leven, omdat er voortdurend dingen moeten gebeuren die van zichzelf niet bijzonder leuk of inspirerend zijn: luiers verschonen, bij de zandbak rondhangen, corrigeren, aansporen, sussen, eindeloos superviseren. Dit zijn plichten waar met geen mogelijkheid aan te ontsnappen valt. Zo imperatief dat voor goedwillende ouders de keuze om níet voor de kinderen te zorgen niet eens bestaat. Kinderzorg voltrekt zich volautomatisch, zoals je geen auto kunt rijden zonder af en toe benzine te tanken. Wordt een mens gelukkig of ongelukkig van autorijden en benzine tanken en hoe verhoudt zijn geluksniveau zich met dat van de verstokte treinreiziger? Goedbeschouwd is deze vraag even irrelevant als de vraag naar de relatie tussen het hebben van kinderen en geluk. Iedereen doet op voorhand wat bij hem past en de hoeveelheid (on)geluk die dit vervolgens oplevert, wordt voor lief genomen.

Wat ik me kan voorstellen als verklaring voor de relatief grotere ongelukkigheid van ouders is dat kinderen een fysieke uitbreiding van henzelf zijn. Een kind is en blijft nu eenmaal een deel van jezelf. Als je jezelf hebt vermenigvuldigd, heb je puur getalsmatig meer gelegenheid om je zorgen te maken of het allemaal wel goed gaat met de afsplitsingen. Een ouder is altijd zo gelukkig als zijn of haar ongelukkigste kind.

Artikelen in Column.


Zus drukt haar snor

Beste Beatrijs,

Wij zijn met vijf volwassen kinderen en we houden een oogje op onze 80-plusmoeder, die in toenemende mate zorg behoeft. Iedereen doet z’n best, behalve een zus die het af laat weten. Zo hebben we laatst met ons allen onze moeder verhuisd van een groot huis naar een flat. Alleen die ene zus was dat weekend toevallig even niet beschikbaar. Voor een tuinwerkdag bij het onverkoopbare huis van onze moeder meldde ze zich ook onbekommerd af. En zo zijn er nog wel meer gelegenheden, waarbij ze haar snor drukt. Onze moeder geeft geen kik, maar wij willen geen prinsessengedrag meer van onze zus. Hoe kunnen we haar zo ver krijgen dat ze haar steentje ook gaat bijdragen?

Zus laat het afweten

Beste Zus laat het afweten,

Onevenredige inzet van kinderen bij zorg voor ouder wordende ouders komt heel vaak voor. Meestal is de situatie trouwens van het kaliber ‘één kind doet heel veel, en de anderen veel minder’. Dit ligt ook vaak aan de woonplaats van betrokkenen. Het kind dat toevallig dichtbij het ouderlijk huis woont is veel meer de klos dan de kinderen die ver weg wonen. In het geval van uw moeder doen alle kinderen hun best op één na, namelijk uw zus.

U vraagt zich af hoe u uw zus tot grotere inspanningen kunt aanzetten. Tja, mensen die zich drukken houd je altijd. Totnutoe worden de hand- en spandiensten door uw familie met liefde uitgevoerd op basis van vrijwilligheid en deze werkwijze voldoet kennelijk in de behoeften van uw moeder. Het is dus meer een kwestie van ongenoegen van de andere broers en zussen over het egocentrisme van die ene zus dan dat uw moeder ervan te lijden heeft. Wanneer het gebrek aan inzet van uw zus de anderen te dol wordt, kunt u overwegen om de vrijwillige hulp te vervangen door een roostersysteem, waarin elk kind bij toerbeurt in het schema ‘moederhulp’ wordt ingepland. Op die manier worden taken op een bureaucratische en dus eerlijke manier verdeeld. Als uw zus volgens het rooster moet meedraaien, zal het voor haar moeilijker zijn om haar plichten te verzaken dan wanneer ze weet dat de taken toch wel door de rest worden opgeknapt.

Artikelen in Broers en zussen, Ouders en volwassen kinderen.

Gelabeld met , .