Spring naar inhoud


Vriendin belt niet

Beste Beatrijs,

Ik (vrouw van 30 jaar) heb al jaren een heel fijne beste vriendin, met wie ik kan lachen en huilen. Het enige minpuntje is dat ik bijna altijd het contact moet initieren. Vroeger werkten we bij hetzelfde bedrijf en zagen we elkaar vanzelf veel. Maar nu ze een andere baan heeft, hoor ik niet van haar, als ik niet zelf bel. Als we elkaar spreken, is alles als vanouds leuk, maar het zit me dwars dat zij bijna nooit contact opneemt. Ik heb laatst de proef op de som genomen en niet gebeld. Uiteindelijk belde ze wel, maar pas na een week. Dat geeft me het gevoel dat ik me opdring wanneer ik vaker bel. Ik heb dit ook ter sprake gebracht en toen zei ze dat ze het juist leuk vindt om me vaak te spreken maar dat ze er zelf vaak niet aan denkt te bellen, omdat ze afgeleid wordt door de tv. Ik ben niet zo’n tv-klant, dus ik kan mij hier niets bij voorstellen. Maar als ik een tijdje niet bel, denkt ze dat ik ergens boos over ben. Hoe moet ik me opstellen, stug doorgaan met bellen of wat meer afstand nemen?

Ze belt nooit

Beste Ze belt nooit,

Spiegel het gedrag van uw vriendin en neem wat meer afstand. Het is vervelend om altijd degene te moeten zijn die contact zoekt, opbelt, voorstellen doet. Ook al zegt uw vriendin dat uw telefoontjes meer dan welkom zijn, het gaat er toch op lijken dat u als enige de kar van de vriendschap trekt en dat is geen prettige gang van zaken. Herstel het evenwicht. Neem een pauze tot uw vriendin contact opneemt en dan zit u te kletsen of u maakt een afspraak ergens voor. Daarna bent u aan de beurt en dan belt u haar wanneer u daar zin in hebt. Vervolgens is de beurt weer aan uw vriendin en dan wacht u net zo lang totdat zij de telefoon grijpt. Als dat een week duurt, is dat toch niet zo lang? Eens per week contact vind ik nog altijd behoorlijk intensief. Vriendschappen veranderen in de loop der tijd wel vaker van karakter en intensiteit. Misschien zit uw vriendin wel in een nieuwe fase, waarin ze minder tijd en ruimte heeft voor haar vriendschap met u. Misschien zijn er andere dingen in haar leven die haar tijd opslorpen of heeft ze gewoon zin om ’s avonds voor de tv te hangen omdat ze moe is van het werk overdag. Dat zegt allemaal niets ten nadele van de vriendschap met u.

Het is niet altijd haalbaar, maar wel nastrevenswaardig als vrienden in gelijke mate moeite voor elkaar doen. Niet uit haar woorden maar uit haar gedrag blijkt dat uw vriendin de vriendschap wat minder intensief wil vormgeven en een wat lagere frequentie wil aanhouden dan gebruikelijk was tussen u. Degene die minder wil heeft altijd voorrang boven degene die meer wil, dus raad ik u aan om u volgend op te stellen ten opzichte van uw vriendin en de intitiatieven elkaar te laten afwisselen. Als ze vraagt of u boos bent, omdat u tegenwoordig veel minder vaak belt, zegt u dat dat absoluut niet het geval is, maar dat u de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de vriendschap graag eerlijk wil delen.

Artikelen in Vrienden en kennissen.


Bidden met publiek

Beste Beatrijs,

Ik ben gewend te bidden voordat ik ga eten. Wanneer ik eet met mensen die dat niet gewend zijn (niet-religieuze vrienden of collega’s), ontstaat voor mij soms een ongemakkelijke situatie. We zitten dan aan tafel, er wordt volop gepraat en net voordat de ander ‘eet smakelijk’ wil zeggen, moet ik inbreken in de gang van zaken door te zeggen: ‘Sorry, graag even een momentje’. Ik doe dan m’n ogen dicht en laat het verbouwereerde gezicht van de ander voor wat het is (toch wel handig om je ogen dicht te hebben). Ik vind dat ik recht heb op mijn stil gebed, wil dat ook niet verloochenen, maar het blijft voor mij een gênant moment. Hebt u een tip hoe ik het soepeler kan aanpakken?

Bidden zonder schaamte

Beste Bidden zonder schaamte,

Als u bij vrienden of kennissen te gast bent, kunt u aan de gastheer/vrouw van tevoren vragen of hij/zij bij het begin van het eten de aanwezigen wil verzoeken om een ogenblik stilte. Dan hoeft u niet de aandacht op uzelf te richten door er zelf om te vragen.
Als u in het openbaar domein (restaurant, kantine, een picknick op de hei) met een paar mensen aan het eten bent, zult u zelf om stilte moeten verzoeken. In geval van eten met bekenden zullen ze wel weten dat u gewend bent om te bidden voor het eten, dus dan is er geen probleem. Als u met een of meer onbekenden eet, dan vraagt u het gewoon op een zakelijke manier, alsof er niets aan de hand is. Er ís ook niets aan de hand. Het hoort nog steeds bij de algemeen geldende conventies om gelovigen een ogenblikje stilte voor het eten te gunnen.

Artikelen in Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Afscheid van ex-zwager

Beste Beatrijs,

Mijn zus is onlangs gescheiden na 25 jaar huwelijk. Ik had niet veel contact met haar en haar man hield zich al jaren afzijdig van onze familie. De keren dat ik hem heb gezien de laatste vijf jaar zijn op de vingers van een hand te tellen. Het ligt dan ook in de lijn der verwachtingen dat het contact met hem helemaal verdwijnt. Misschien moet ik hem een kaartje sturen als afscheid? Wat hoor je eigenlijk in dat soort situaties te doen?

Vaarwel

Beste Vaarwel,

Stuur uw inmiddels ex-zwager geen kaartje ten afscheid. Wat zou u hem in hemelsnaam moeten schrijven? ‘Nog veel geluk met de rest van je leven’ soms? Of: ‘Het was leuk je gekend te hebben’? Of: ‘Spijtig van de afgelopen 25 jaar’? Uw missive zal in het teken staan van zo niet regelrechte onwaarachtigheid dan toch nietszeggende overbodigheid. Besef dat er geen zinnige boodschap denkbaar is, en al helemaal niet als u toch al geen persoonlijke band met hem had. Soms worden relaties afgebroken zonder afscheidsceremonieel – zo gaat het wel vaker in het leven. U hoeft zich niet geroepen te voelen om de nauwelijks bestaande relatie met uw zwager netjes af te hechten. Belangrijker in dit geval is dat u zich om uw zus bekommert, als die daar tenminste voor openstaat.

Artikelen in Huwelijk en scheiding, Schoonfamilie.

Gelabeld met .


Frankensteins daad

‘Wat nou onnatuurlijk, er zijn toch genoeg oude vaders,’ luidt het argument ter verdediging van het recht van zestig-plus vrouwen om een kind te baren. Meestal een beetje triomfantelijk gebracht, alsof een geboorte die alleen kon plaatsvinden door de natuur een technologische loer te draaien de ultieme vorm van gelijkberechtiging zou zijn. Wie kippig is, zet een bril op. Wie menopauzaal is, koopt een eicel en laat die bevruchten en implanteren. Probleem opgelost. Inderdaad, er zijn veel oude vaders die met gemak voor de opa van hun kinderen kunnen doorgaan, maar aan die oude vaders zitten wel jonge vrouwen vast. In ieder geval jong genoeg om een kind te concipiëren en naar de volwassenheid te begeleiden, wanneer die vader allang in zijn graf ligt.

Alles wat kan gebeuren zal ook gebeuren. De discussie over verbieden en regulering van dit soort voortplantingsinitiatieven is oninteressant, omdat er altijd wel ergens een buitenland te vinden is, plus een dwaze professor en een jonge vrouw die munt wil slaan uit eicelverkoop, om iemands buitenissige behoeftes te bevredigen. Als er maar genoeg geld op tafel ligt.

Waar de 63-jarige kersverse moeder Tineke Geessink niet over nagedacht heeft (of wel overwogen, maar hopla als onbelangrijk terzijde geschoven) is het toekomstige dagelijkse leven van haar kind, niet alleen zolang zij zelf nog leeft, maar ook na haar dood. Een van de belangrijkste menselijke behoeftes (en dus ook van kinderen) is om erbij te horen: deel uitmaken van de groep, niet worden buitengesloten, normaal zijn, niet op een negatieve manier de aandacht op je vestigen, kortom het vermijden van schaamte. Kinderen kunnen zich schamen voor iets afwijkends van zichzelf of voor een gehandicapt broertje, tieners gaan door een fase waarin ze zich sowieso schamen voor hun ouders – leren om je met je eigen schaamte te verstaan hoort onvermijdelijk bij het opgroeien. Toch is schaamte iets wat je als ouder je kind zo veel mogelijk zou willen besparen. Je kunt hem bijvoorbeeld maar beter geen idiote naam geven, die altijd leidt tot ‘Huh, wát zeg je?’ en tot spellingsinstructies noopt.

Behept zijn met een bespottelijke naam is vanzelfsprekend klein bier vergeleken met de kwestie afkomst. Iedereen die dit kind in deze vreemde gezinsconstellatie leert kennen zal meteen vragen hoe het nou precies zit. En op een gegeven moment zal het kind zelf moeten uitleggen dat haar bejaarde moeder de rol van broedmachine heeft gespeeld voor de onzalige collusie van een op de markt aangeschafte eicel en sperma van een onbekende donor. Dit onprettige verhaal is geen fijne binnenkomer, maar het zal altijd verteld moeten worden, tenzij het kind de leugenachtige uitweg ‘adoptie’ verkiest om van nieuwsgierige vragen af te zijn.

Blijkens interviews maakt moeder Geessink zich in het geheel geen zorgen om toekomstige gevoelens van onvrede bij haar kind over haar genealogische eenzaamheid, laat staan over eventuele schaamte van dat kind. Zij hoopt alleen dat haar dochter heel veel van haar zal houden. De zorg of er wel genoeg liefde komt is onnozel. Elk kind houdt van z’n moeder of van degene die de moeite neemt om de ouderrol te vervullen. Zelfs de al dan niet incestueuze nazaten van Joseph Fritzl zullen op hun manier van papa hebben gehouden.

Een kind dat niet van zijn moeder houdt vormt een horrorscenario, zoals te lezen valt in het beklemmende boek We Have to Talk About Kevin van Lionel Shriver. Daar hoeft moeder Geessink niet bang voor te zijn. Haar daad roept een heel andere literaire parallel in gedachten: met Mary Shelley’s meesterwerk Het monster van Frankenstein. Dit naamloze monster is het product van een even vermetele als frivole poging van zijn meester Frankenstein om nieuw leven te scheppen. Kwaadaardig is het monster niet, eerder meelijwekkend omdat hij door iedereen wordt uitgestoten. Ten slotte pleegt hij uit eenzaamheid zelfmoord. Moraal van het verhaal: gij zult geen monsters tot leven wekken, want dat is zielig voor het monster.

Artikelen in Column.


Een beladen kraambezoek

Beste Beatrijs,

Twee jaar geleden heeft mijn toenmalige vriendin onze relatie beëindigd (we waren vijf jaar samen). Ze zocht meer spanning op een moment dat ik wat minder goed in mijn vel zat. Het was een relatie met veel wederzijdse genegenheid en gezamenlijke interesses. Ik was behoorlijk kapot van dit verlies.

Later kreeg ze een nieuwe vriend en werd vrijwel meteen zwanger, maar deze relatie hield geen stand. Via via heb ik laten weten dat ik dit erg spijtig voor haar vond. Op zeker moment nam ze contact met me op met de vraag of ze langs kon komen om wat spullen terug te brengen. We hebben toen een prettig gesprek gevoerd. Na de bevalling stuurde ze me een geboortekaartje, waarna ik haar een felicitatiekaartje heb teruggestuurd. Gelukkig heeft ze een goed netwerk van vrienden en familie die haar helpen. Nu twijfel ik of ik op kraamvisite zal gaan. Ik weet dat ze het erg zou waarderen en dat ze wel wat mentale en praktische steun kan gebruiken. Mijn intuïtie zegt dat ik beter het contact kan vermijden. Een vriend kan ik niet voor haar zijn, want ex-geliefden en vriendschap gaan volgens mij niet samen. Tegelijkertijd ben ik wel begaan met haar en zie ik het als mijn morele plicht om mensen te helpen, als ik daartoe in staat ben.

Beladen kraambezoek

Beste Beladen kraambezoek,

Volg uw intuïtie en blijf uit de buurt van uw ex. Uit wat u schrijft over het verleden maak ik op dat uw ex de relatie heeft verbroken omdat ze het te saai met u vond (zij heeft u gedumpt toen het minder goed met u ging). Dat was niet erg aardig van haar, om niet te zeggen: tamelijk harteloos. Vervolgens vond ze een nieuwe geliefde, werd meteen zwanger en nu is ze dus een allenstaande moeder die om hulp en steun verlegen zit. Dat valt niet onder uw verantwoordelijkheid. Uw ex heeft een netwerk van vrienden en familie die zich om haar bekommeren. U kunt daar om allerlei redenen beter niet tussen gaan zitten. Het feit dat u geen heil ziet in vriendschap tussen ex-geliefden betekent dat dat u uw pijnlijke gevoelens over de breuk nog niet helemaal kwijt bent. Misschien neemt u uw ex haar onverschilligheid ten opzichte van u destijds nog steeds een beetje kwalijk (wat heel begrijpelijk zou zijn). Misschien heeft uw ex spijt dat ze u kwijt is – tenslotte maakt u gewag van een relatie met veel wederzijdse genegenheid en gedeelde interesses. Achteraf gezien zou ze dan kortzichtig en onverantwoordelijk hebben gehandeld. Maar nu is het te laat. Ze heeft een kind van een ander en dat is geen prettige basis voor een doorstart van de relatie – een gevaar waar u rekening mee moet houden, als u toch bij haar over de vloer gaat komen, terwijl u geen gewone vriendschap met haar wilt.

Zie af van kraambezoek. U hebt haar een felicitatiekaartje gestuurd bij de geboorte. Daarmee hebt u uw betrokkenheid voldoende getoond. Uw ex heeft haar eigen onverstandige keuzes gemaakt en moet leven met die consequenties, en u moet uw eigen leven leiden zonder de ballast van omgang met en zorg voor uw ex.

Artikelen in Exen.

Gelabeld met .


Een mindere vriend

Beste Beatrijs,

Ik ben een studente van 23 en ik heb een vriend van 27. Hij heeft een mbo-opleiding gedaan en is al een aantal jaar aan het werk. Ik krijg soms vragen van medestudenten of ik wel een gezonde relatie kan hebben met iemand die zo laag opgeleid is en of ik wel een gesprek met hem kan voeren op gelijk niveau. Dit soort vragen stoort mij heel erg. Ik blijf altijd beleefd, maar ik zou die mensen wel eens stevig van repliek willen dienen. Hebt u een suggestie?

Niet-academische vriend

Beste Niet-academische vriend,

Mensen die u zogenaamd bezorgd aan de tand voelen over de kwaliteit van uw relatie hoeft u geen enkele manier ter wille te zijn. Deze medestudenten geven blijk van een buitengewoon benepen instelling. Laat u niet verleiden om verantwoording af te leggen. Zo iemand moet u lik op stuk geven. U zegt koeltjes: ‘Je hoeft je om mij niet te bekommeren, hoor. Marco heeft meer innerlijke beschaving dan degenen die zich boven hem verheven voelen.’

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , .


Buffetetiquette

Beste Beatrijs,

Met een vriendin deed ik een wandelweekend met een overnachting in een hotel. ’s Ochtends was er een uitgebreid ontbijtbuffet. Ik heb een broodje gegeten en een kop koffie gedronken en nog een sinaasappeltje gepeld. Daar had ik genoeg aan. Mijn vriendin liet het zich ook goed smaken en nam toen ze klaar was een zakje uit haar tas waarin ze nog een broodje en appel deed voor onderweg. Mij leek dat ongepast, maar mijn vriendin vond dat ze er recht op had en dat ze ervoor betaald had. Ze vond dat ze net zo veel mocht nemen als ‘die flinke mannen daar in de hoek van de eetzaal’. Ik wilde geen heisa maken over zo’n kwestie, maar ik ben toch benieuwd naar uw mening.

Buffetetiquette

Beste Buffetetiquette,

Wat uw vriendin deed (zich bij het ontbijt voorzien van lunch c.q. tussendoortjes voor later op de dag) valt onder meeliftgedrag: schrieperig, tuk op een voordeeltje, het onderste uit de kan willen hebben, de boter eruit willen braden, voor een dubbeltje op de eerste rang enzovoort. Het ontbijtaanbod in een hotel is bedoeld om ter plekke te consumeren en niet om te voldoen in de behoefte aan snacks later op de dag.

Uw vriendin is natuurlijk niet de enige die dergelijke inhaligheid tentoonspreidt. Om zich hiertegen te weer te stellen verhogen hotels de prijzen van ontbijtbuffets, waarna gasten zich gerechtigd voelen om nog meer voedsel achterover te drukken, waarna de prijzen weer verhoogd worden. De mogelijkheid tot ongelimiteerd bunkeren doet bij sommigen nu eenmaal de niet zo fraaie hamsteraar ontwaken.

Artikelen in Eten en drinken, Horeca.

Gelabeld met .


In voor- en tegenspoed

Er bestaan geen frivole echtscheidingen, hoogstens op frivole gronden gesloten huwelijken. In conservatief-christelijke kringen worden de hoge echtscheidingsstatistieken van de laatste dertig jaar beschouwd als een teken van algemeen moreel verval dan wel van geestelijke slapte. Hieronder zit de overtuiging dat met een beetje meer ruggengraat en de bereidheid om te werken aan de relatie veel scheidingsleed te voorkomen zou zijn. Zo deden ze het tenslotte vroeger ook, toen echtgenoten hun plechtige belofte ‘tot de dood ons scheidt’ nog serieus namen. Het lijkt aannemelijker dat veel huwelijken uit vroeger tijden een hel geweest zijn, waarin door een van de twee of misschien wel door beide echtgenoten buitensporig veel geleden is.

Mensen scheiden om allerlei redenen, waarvan onderdrukking, mishandeling en verslaving buiten kijf staan als gerechtvaardigd. Overspel geldt ook als behoorlijk zwaarwegend. Toch lopen de meeste huwelijken niet stuk op hevige dramatiek, maar vanwege vager ongerief, zoals ruzie over geld of kinderen, te veel irritaties of slechte communicatie. Vooral dit laatste motief klinkt als wollige managementstaal, een aanstellerig probleempje dat met een simpele cursus communicatievaardigheden in een mum van tijd te verhelpen zou moeten zijn. Natuurlijk ligt het niet aan de communicatie. Wie in staat is om bij de bakker een halfje volkoren te bestellen en op het werk met collega’s een bespreking kan voeren kan ook met de levenspartner het dagelijkse leven doornemen. Falende communicatie is een eufemisme voor een veel wezenlijker probleem: dat de ander niet meer wordt herkend als de geliefde die hij/zij was. Degene met wie ooit een gelofte van trouw werd gewisseld heeft als het ware opgehouden te bestaan en nu zit er een vreemde.

Voor dit fenomeen staat scheidende paren ook een handig cliché ter beschikking: ‘We zijn uit elkaar gegroeid’ heet het dan, en je ziet het ook meteen voor je. Mensen ontwikkelen zich in de loop der tijd, ze omhelzen een nieuwe religie of vallen er juist van af, ze vinden een nieuwe ideologie, nieuwe hobby’s, andere prioriteiten, ze komen in andere kringen, kortom ze kunnen ingrijpend veranderen. Hierdoor brokkelt de gemeenschappelijke grond onder hun voeten af, totdat er, hoe veel communicatiecursussen je er ook tegenaan gooit, alleen nog beleefdheid overblijft als manier om zich met elkaar te verstaan.

Veel huwelijken van vroeger zullen het gered hebben op beleefdheid, vermoed ik, vooral in hogere kringen, waar de huizen groot genoeg waren om zo’n beetje langs elkaar heen te leven zodat het gezamenlijk verkeren tot het minimum beperkt kon blijven. Dat valt in deze tijd niet op te brengen. Authenticiteit of zoals het vaak wordt aangeduid: ‘gewoon jezelf zijn’ is een veelbejubelde waarde die bijvoorbeeld in het openbaar domein best wat minder rigoureus zou kunnen worden uitgevent, maar die in het huwelijk een absolute voorwaarde is. Als het goed is, leef je binnen een huwelijk niet heel anders dan wanneer je partnerloos zou leven. Er bestaat in ieder geval geen noodzaak om je anders te gedragen dan waar je toe geneigd bent, iets wat in de buitenwereld omwille van de beleefdheid vaak wel nodig is.

Sommige mensen blijven trouw aan hun echtgenoot, ook als die in een volstrekte vreemdeling is veranderd. Ex-minister Maria van der Hoeven vertelde bij Pauw & Witteman over het samenleven met haar dement geworden man die rond-de-klok-zorg nodig had. Ik bewonder haar standvastigheid aan haar trouwgelofte en tegelijk gruw ik bij het idee van de onwaarachtigheid en het gedwongen opvoeren van toneelstukjes die zo’n situatie met zich meebrengt. Er is geen huwelijk meer, er is alleen nog een liefdevol beleefde hoofdzuster en een dwalende patiënt. ‘Breng mij naar een inrichting, als het zo ver is! Wees mij niet langer trouw dan nodig!’ wilde ik naar mijn man roepen. Maar hij lag al op een oor.

Artikelen in Column.


Eten weigeren

Beste Beatrijs,

Vorige week stelde een bevriend echtpaar bij wie ik koffie dronk voor om een boterhammetje mee te eten. Ik liet me overhalen. Of ik misschien ook een kopje soep wilde. Wat voor soep? wilde ik weten. (Is die vraag trouwens tegen de etiquette?) Nou, hij had iets bijzonders, namelijk zalmsoep. Nooit van gehoord! Uit een blik of pak, daar wil ik af  zijn. Hij reikt me een kop zalmkleurige soep aan, ik neem een hap en roep spontaan: ‘Getverdegetver!’ waarop ik hem de kop soep teruggaf. Mijn vriend en zijn vrouw reageerden licht verstoord, maar we kennen elkaar al veertig jaar, en onze vriendschap kan wel een stootje hebben.

Hoe kun je op een verantwoorde manier laten weten dat je een gerecht niet te pruimen vindt? Als ik iets niet echt lekker vind, eet ik het eigenlijk toch altijd op om de gastvrouw/heer niet voor het hoofd te stoten. Maar als ik van een gerecht walg, kan men toch niet van mij verlangen dat ik het opeet?

Weerzinwekkende soep

Beste Weerzinwekkende soep,

Informeren wat de pot schaft bij een spontaan aanbod om mee te eten is een wat ongepolijste reactie. Wat er precies op het menu staat zou niet de doorslag moeten geven voor een verlengd samenzijn. Op de vraag ‘Heb je zin om mee te lunchen?’ luidt het antwoord ‘ja’ of ‘nee’, al naar gelang de bezoeker behoefte heeft aan voortzetting van de gezelligheid.
Wanneer u iets aangeboden krijgt waarvan u van tevoren weet dat u het niet door uw keel kunt krijgen, kunt u het beleefd afwijzen. Stel dat u een afkeer van zuurkool hebt en de gastheer/vrouw biedt u zuurkool aan. U zegt dan: ‘Nee, dank je, voor mij geen zuurkool.’ Bij van tevoren geplande etentjes is het meestal niet eens nodig om woorden vuil te maken aan maaltijdonderdelen die u niet aanstaan. Het volstaat om de gevreesde gerechten simpelweg níet op uw bord te scheppen, c.q. onaangeroerd op uw bord te laten liggen in geval van plate service. Een goede gastheer/vrouw maakt geen aanmerkingen op het eetgedrag van de gast en zal ook geen gasten aansporen om hun bordje leeg te eten met het dreigement dat ze anders geen dessert krijgen.

Uitroepen van walging naar aanleiding van aangeboden voedsel zijn altijd verkeerd. U hoeft geen krachttermen te gebruiken om een gerecht af te wijzen. Na het proeven van de zalmsoep had u rustig kunnen reageren met: ‘Sorry, ik kan niet goed tegen deze smaak’ en u vervolgens kunnen bepalen tot de rest van het aanbod.

Artikelen in Eten en drinken.

Gelabeld met , .