Spring naar inhoud


Valse glimlachjes

Niet lang nadat het bedrog van Diederik Stapel aan het licht was gekomen (2011), begonnen sociaal-psychologen op initiatief van Daniel Kahneman met een klus die je kunt omschrijven als de grote zuivering: het repliceren van experimenten die tot dan toe als onwrikbaar waar golden. Als plausibele resultaten uit de lucht geplukt bleken te zijn, hoe robuust is sociaal-psychologisch onderzoek dan eigenlijk in het algemeen? Door middel van herhaling zouden de oorspronkelijke resultaten bevestigd moeten worden.

Recent slachtoffer in deze zuiveringsoperatie is het beroemde ‘pen tussen de tanden’-experiment van Fritz Strack (1988). Dit onderzoek liet zien dat proefpersonen die geïnstrueerd waren om een pen tussen hun tanden te klemmen een serie cartoons van Gary Larson een stuk leuker vonden dan proefpersonen met een pen tussen hun lippen of helemaal zonder pen. De reden hiervoor, aldus de onderzoekers, was dat de vastgeklemde pen de proefpersonen tot een lach dwong, waarna ze de cartoons onbewust grappiger vonden. Een oud ideetje, al van Darwin, dat de gemoedstoestand het lichaam volgt en niet andersom. Een slim experiment, een alleszins plausibel verband, maar het effect werd in de replicatie niet opnieuw gevonden.

Als mogelijke reden voor het mislukken van het herhaalonderzoek werd geopperd dat de cartoons van Larson door de huidige generatie proefpersonen (studenten) niet meer zo leuk werden gevonden als in 1988, oftewel de cartoons waren gedateerd. Dit betwijfel ik, want ik bezit een mok (pennen erin) met een cartoon van Larson, voorstellende drie dinosaurussen die heimelijk sigaretjes aan het roken zijn, een geeft een ander een vuurtje, met als onderschrift: The real reason dinosaurs became extinct. Dertig jaar later vind ik dit nog steeds behoorlijk grappig.

Het zwakke punt van Stracks onderzoeksopzet is de afgedwongen lach. Als je een pen tussen je tanden klemt, krijg je geen lach maar een vertrokken mond die nog het meest lijkt op de macabere grijnslach van een doodshoofd. Zo’n soort grijns herinner ik me van hoofdredacteuren van de oude stempel die met een sigaar tussen hun tanden en een rood potlood in hun hand teksten van zenuwachtige beginnende journalisten zaten door te nemen. En het was echt niet zo dat de hoofdredacteur met sigaar welwillender reageerde dan zonder sigaar. Dat het verband tussen een kunstmatig geïnduceerde grijnslach en een opgewekt gemoed, althans openstaan voor humor, niet opnieuw werd gevonden kan me niet verbazen. Het gaat om kleine manipulaties, kleine effecten, veel toeval. Nu eens wordt zo’n effect aangetroffen, de volgende keer niet.

Falend herhaalonderzoek zegt niets ten kwade over het fundament van de sociale psychologie zelf.

Exit Strack dus maar? Niet zo snel! Falend herhaalonderzoek zegt niets ten kwade over het fundament van de sociale psychologie zelf dat neerkomt op ‘je gedrag en je gevoelens komen niet noodzakelijk voort uit je zogeheten authentieke zelf’. Er zijn andere factoren in het geding, in de eerste plaats andere mensen en in de tweede plaats de rol die je jezelf aanmeet of laat aanmeten. Mensen die een cabaretvoorstelling in een zaal bezoeken vinden die cabaretier vaak veel grappiger dan mensen die de voorstelling op tv bekijken. Als iedereen om je heen zit te gieren, lach je vanzelf mee, maar in je eentje voor de tv komt het zelden van hardop lachen.

Wat ook werkt is doen alsof. Het is heel goed mogelijk op een feestje om een chagrijnige stemming weg te pleisteren onder de rol van opgewekte deelnemer compleet met valse glimlachjes en zogenaamde belangstelling en er vervolgens echt plezier in te krijgen. Eerst speel je alleen maar de rol van stoere politieagent of bokkige hangjongere en na enige oefening bén je het. Het is lastig om die sociaal-psychologische principes in nette, toetsbare (en repliceerbare!) experimenten te vatten, omdat mensen zich onvoorspelbaar blijven gedragen, maar met de theoretische uitgangspunten is niets mis.

Overigens vind ik dat Stapel lang genoeg in the doghouse heeft gezeten en nodig weer aan het werk moet.

Artikelen in Column.


Gevloerd na een oppasdag

Beste Beatrijs,

Toen mijn dochter een jaar geleden een kindje kreeg, vroeg zij of ik wilde oppassen. Het eerste half jaar twee dagen per week daarna een dag per week. Ik was net met pensioen en het leek mij heel leuk om te doen. Mijn dochter en haar man wilden dat hun kind het eerste jaar door familie opgevangen zou worden. De ouders van haar man passen samen ook een dag per week op. Mijn man werkt nog, dus ik doe het alleen.

Het oppassen viel me niet mee, het waren lange dagen van 7 uur ’s ochtends tot 6 uur ’s avonds. Na driekwart jaar heb ik tegen mijn dochter gezegd dat ik het jaar zou afmaken, maar daarna alleen nog incidenteel wilde. Mijn dochter begreep het goed, ze had al eerder gezien dat het mij zwaar viel. Mijn schoonzoon was het er niet mee eens en zei dat hij teleurgesteld was dat ik alleen de lusten en niet de lasten wilde. Ik was totaal verbouwereerd. Ik ben dol op mijn kleinzoon, maar moet ik structureel blijven oppassen? Mijn dochter verwacht nu ook nog een tweede kindje. Ze hebben allebei drukke banen, veel sociale contacten en moeten sporten. Ik wil hen graag helpen, maar na zo’n oppasdag ben ik gevloerd. Wat te doen?

Een zware last

Beste Een zware last,

U bent niet de enige die hiermee worstelt, dus ik zal het nog eens helder stellen: oppassen op de kleinkinderen, allemaal leuk en aardig, maar alleen als oma’s en opa’s het aankunnen en er plezier in hebben! Het mag nooit een verplichting zijn. Grootouders mogen nooit het gevoel hebben dat ze geen nee durven te zeggen tegen hun kinderen, die menen ergens recht op te hebben.

Oppassen mag nooit een verplichting voor grootouders zijn.

Uw dochter heeft goed in de gaten hoe u er tegenover staat en zij begrijpt dat het u zwaar valt. Uw schoonzoon daarentegen vindt u maar een slap mens die onder uw heilige opdracht probeert uit te krabbelen. Hij is zelfs zo aanmatigend om u te beschuldigen van een ‘wel de lusten, niet de lasten’-houding. Toevallig heeft hij hiermee een treffende samenvatting te pakken van hoe de omgang tussen grootouders en kleinkinderen eruit hoort te zien. Grootouders doen oppaswerk uit liefde en omdat ze het leuk vinden. Ze willen best bijspringen in noodsituaties, maar het structurele, uitputtende werk van opvoeden en lange dagen maken is voor de ouders.

Leg het zure commentaar van uw schoonzoon naast u neer en overleg voortaan alleen nog maar met uw dochter over hoe vaak u wil oppassen. Als een tweede baby erbij te zwaar voor u is, dan doet u het niet. Jonge ouders leiden drukke levens, maar hoe meer dit stel werkt, hoe meer geld ze verdienen en dan hebben ze vast financiële ruimte voor professionele kinderopvang. De verantwoordelijkheid hiervoor mogen zij in ieder geval niet afwentelen op de schouders van grootouders die dat om wat voor reden dan ook te zwaar vinden. Bespreek met uw dochter wat u in de toekomst wel en niet aankunt en negeer uw schoonzoon in dezen. Hij is z’n boekje ver te buiten gegaan.

Artikelen in Ouders en volwassen kinderen.

Gelabeld met .


Grazers op kantoor

Beste Beatrijs,

Bij ons op kantoor zijn een aantal collega’s die de hele dag door eten. ’s Morgens vroeg wordt er een complete uitstalling van doosjes, bekers, fruit en snoep neergezet op het bureau en dat wordt tijdens het werk geconsumeerd. Ook als ze opstaan lopen ze steeds met eten in de hand rond. Het lijkt wel een walking dinner! Daarnaast zijn er ook collega’s die de hele dag door kauwgom kauwen. Wat zijn de regels hiervoor en mag daar iets van gezegd worden?

Eetmarathon op kantoor

Beste Eetmarathon op kantoor,

De enige in deze situatie toepasselijke gedragsregel is om niet als enige in gezelschap te eten. Dat wil zeggen: als iemand iets eet, is het beleefd om andere mensen iets aan te bieden. Vandaar dat fruit, snoep en dergelijke vaak in collectieve bakken staat op kantoor, waar iedereen iets van mag nemen. Voor de tijdstippen waarop er wel en niet iets mag worden genuttigd zijn geen regels meer, net zo min als er nog vaste koffie- en theepauzes zijn. Iedereen kan naar de koffieautomaat lopen of trommeltjes tevoorschijn halen en consumeren wat hem goed dunkt op een tijd dat het hem uitkomt. Er valt dus niets te beginnen tegen grazers (mensen die de hele dag kleine hapjes snacken) en ook niet tegen kauwgomkauwers. Oefen uzelf in onoplettendheid op het gebied van malende kaken.

Artikelen in Collega's, Eten en drinken.

Gelabeld met .


Wie het eerst begroeten?

Beste Beatrijs,

Het komt regelmatig voor dat ik (vrouw, 35) bij een goede vriendin thuis eet. Haar vriend, die ik ook goed ken, heeft onregelmatige werktijden en komt vaak halverwege de avond thuis. Meestal sta ik dan meteen op om hem te begroeten, maar ik merk dat hij altijd als eerste op zijn geliefde afloopt om haar een kus te geven en daarna begroet hij mij. Wel schattig, eigenlijk. Laatst had ik het hier toevallig even over met mijn vriendin. Volgens haar is dat hoe het hoort: eerst je geliefde, dan de rest. Volgens mij is het andersom. Eerst het bezoek, dan de geliefde. Wij zijn allebei benieuwd hoe het nou eigenlijk hoort.

Begroetingsvolgorde

Beste Begroetingsvolgorde,

Eerst de eigen geliefde en dan het bezoek. Dit heeft niet zozeer te maken met een rangorde in belangrijkheid, als wel met hoe je de aandacht doseert. Het begroeten van de partner gaat op zo’n moment nogal vluchtig, er wordt een snelle kus gewisseld en daarna is er ruimte voor een iets uitgebreidere begroeting van het bezoek. Die bestaat niet alleen uit begroetingskussen, er worden ook dingen gezegd als ‘Hoe gaat het? Leuk je weer te zien, gezellig dat je er bent’ enzovoort. Soms wordt ook meteen een nieuw gesprek begonnen.

Zeker als er meer dan één bezoeker in de kamer zit, kan het begroetingsproces rustiger met meer aandacht worden afgehandeld, dan wanneer tegelijkertijd ook nog een huisgenoot/ geliefde staat te wachten. Het is efficiënter om eerst snel de geliefde te begroeten en daarna, wat uitgebreider, de bezoeker(s). Omwille van een rustige afwikkeling helpt het ook als de gast niet onmiddellijk op de binnenkomer afstormt, maar even afwacht waarheen die zijn schreden het eerst richt. Het is tenslotte het huis van de binnenkomer, dus die bepaalt welke volgorde hij hanteert.

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Visite.


Dubbele nationaliteit, dubbele plichten

‘Pleur op!’ was het wel heel onparlementaire commentaar van Rutte in Zomergasten na een fragment met woedende Turks-Nederlandse demonstranten die een verslaggever het werken onmogelijk maakten. Oftewel: rot op naar je eigen land! Je kunt je afvragen of de premier hier zijn boekje niet te buiten ging – de demonstranten waren immers ‘gewoon Nederlanders’ en een uitzinnige hooligan kun je ook niet tot persona non grata verklaren en verbaal het land uit trappen. Toch is er een verschil tussen deze twee groepen, namelijk het dubbele paspoort, dat hoe je het ook wendt of keert tot een ander soort burgerschap leidt. Mensen met een dubbel paspoort kunnen wel degelijk switchen van land, als het ene hun niet bevalt. Het dubbele paspoort geeft een dubbele loyaliteit en daarmee een dubbelzinnige status aan het burgerschap.

Loyaliteit aan het land waar je toevallig bent geboren is geen populaire notie in kosmopolitische kringen, waar überhaupt het idee van de natiestaat als reactionair wordt beschouwd en open grenzen en vrij verkeer van mensen worden gepropageerd. Zelf had ik ook geen probleem met dubbele paspoorten, sterker, mijn eigen dochter heeft naast de Nederlandse ook de Amerikaanse nationaliteit vanwege het simpele feit dat ze daar geboren is. Handig voor als ze daar zou willen studeren of werken. Leuk dat ze op afstand kan meedoen aan de presidentsverkiezingen. En, had ik in mijn achterhoofd, mocht op een gegeven moment in Europa de pleuris uitbreken, kan ze zich moeiteloos in Amerika vestigen en vervolgens de rest van de familie binnenhalen.

Het was heel dom van mij om te denken dat het bezit van een Amerikaans paspoort louter voordelen zou opleveren.

Dit scenario zou nog steeds geëffectueerd kunnen worden, maar er staan ook aanzienlijke nadelen tegenover: belasting betalen boven een niet eens zo extreem hoge inkomensgrens en heel veel belasting betalen over erfenissen en vermogens. Dit alles los van de belasting die een dubbel-paspoorthouder toch al betaalt in het land waar hij/zij woonachtig is. Deze wetgeving is vooral bedoeld om rijke Amerikanen die zichzelf en hun geld in het buitenland hebben geparkeerd aan hun verplichtingen te laten voldoen, maar de fiscus maakt geen onderscheid tussen deze groep belastingontduikers en de mensen die alleen maar daar geboren zijn en verder nooit iets met dat land te maken hebben gehad. Oké, als je geen bemoeienis wil, kun je kiezen om het Amerikaanse staatsburgerschap op te geven, maar dat kost ook geld! Vervelend allemaal, maar het was om te beginnen heel dom van mij om te denken dat het bezit van een Amerikaans paspoort louter voordelen zou opleveren. Elke staat kent zijn burgers plichten toe.

In Nederland beschikken zo’n anderhalf miljoen mensen over een dubbel paspoort. Degenen die uit Marokko afkomstig zijn kunnen dat niet eens opgeven, al zouden ze willen. De Marokkaanse overheid decreteert dat elke burger en zijn of haar kinderen (en daar weer de kinderen van) tot in eeuwigheid Marokkaans blijft. Over demografisch imperialisme gesproken. Van een Turks paspoort kun je in theorie iets makkelijker af, maar dat kost ook weer geld. Bovendien is elke mannelijke Turkse paspoorthouder tot z’n 45ste dienstplichtig, een militaire dienstplicht die afkoopbaar is voor tienduizend euro. Zo wordt de Turkse staatskas gespekt door in het buitenland woonachtige paspoorthouders, alweer tot in lengte van dagen.

Het is niet zo vreemd dat Marokkaanse en Turkse Nederlanders loyaliteit blijven houden met hun land van oorsprong, zolang die landen zich blijven bemoeien met hun geëmigreerde burgers. In Europa overwegen sommige landen om de dienstplicht te herinvoeren. Ook CDA-leider Buma lijkt dit een goed plan, zowel voor jongens als meisjes. Als dit ervan komt (voorlopig wordt het idee alleen maar weggelachen), dan zijn Turks-Nederlanders helemaal de klos. Moeten ze twee keer opdraven of betalen. Het zou de kwestie van de dubbele paspoorten extra op scherp zetten. In een vermeend kosmopolitische wereld wordt het begrip natiestaat met de bijbehorende rechten en plichten alleen maar pregnanter.

Artikelen in Column.


Als een man geen ‘nee’ wil horen

Beste Beatrijs,

Ik ben een vrouw van 26 die na tien jaar relatie weer single is. Ik heb een probleem met vasthoudende mannen die iets met mij willen. Als ik zeg dat ik geen interesse heb, willen ze daar niets van weten. Ze komen gewoon weer terug. Ze sturen Facebook-berichtjes of proberen dingen over mij te weten te komen via mijn vrienden en kennissen. Ik moet wel heel luid en duidelijk zeggen dat ik geen interesse heb, anders blijven ze doorgaan. Een vriendin met wie ik dit besprak zei dat de meeste vrouwen, als ze een man afwijzen, niet bedoelen dat ze echt geen interesse hebben, maar dat ze zich niet meteen gewonnen willen geven. Zoals de Engelsen dat noemen: playing hard to get. Ik vind dat onzin en ook erg ouderwets. Als een man mij leuk vindt en ik hem ook, ga ik dat niet ontkennen. Ben je werkelijk een nettere vrouw als je iemand weken aan het lijntje houdt? En als vrouwen massaal nee zeggen als ze ja bedoelen, begrijpen mannen niet meer waar de grenzen liggen bij een vrouw. Dat zorgt voor een hoop ongemakkelijke situaties. Wat is uw mening hierover?

Vasthoudende mannen

Beste Vasthoudende mannen,

Playing hard to get heeft vooral z’n nut in de beginfase van de hofmakerij.

Als een vrouw consequent nee zegt, kan er geen misverstand zijn bij de tegenpartij over wat ze bedoelt. Ze bedoelt dan gewoon nee. Playing hard to get is iets anders. Dat is de ene keer ja zeggen en dan weer nee. Bijvoorbeeld ja op het voorstel om samen iets te gaan drinken en vervolgens nee, wanneer de man denkt dat er nu aan seks gedaan kan worden. Of een paar keer ja zeggen op uitnodigingen om uit te gaan en bij een volgend voorstel van de man nee zeggen omdat ze het zonder nadere toelichting ‘te druk’ heeft. Playing hard to get is op een flirterige manier iemand aan het lijntje houden: aantrekken en afstoten, zich dagenlang onbereikbaar houden en dan ineens weer opduiken. Deze wispelturigheid draagt bij aan de onzekerheid van de man en kan, doordat er op onvoorspelbare momenten toch een beloning optreedt (namelijk wanneer de vrouw ja zegt) ervoor zorgen dat hij harder gaat lopen om haar helemaal voor zich te winnen. Dit soort spelletjes heeft vooral z’n nut in de beginfase van de hofmakerij – als een vrouw er te lang mee doorgaat, krijgt het ontegenzeggelijk iets vermoeiends – maar het is in ieder geval heel wat anders dan iemand consequent afwijzen. Hoeveel afwijzingen nodig zijn verschilt per man, maar doorgaans druipt een gegadigde wel af, wanneer hij voor de tweede keer bot heeft gevangen. Het domweg negeren van ongewenste berichtjes of appjes is trouwens ook heel effectief.

Artikelen in Liefde en relaties.

Gelabeld met , .


Wat zeggen de schoonkleinkinderen?

Beste Beatrijs,

Mijn vrouw en ik hebben drie dochters, die ons aanspreken met pa en ma. Hun partners spreken ons, zoals wij zelf voorgesteld hebben, aan met onze voornamen. Onze kleinkinderen spreken ons aan met opa en oma. Tot zover niets bijzonders. De kleinkinderen zijn intussen in de leeftijd dat zij relaties hebben. Tot ons plezier komen de kleinkinderen nogal eens bij ons bezoek samen met hun vriend of vriendin en blijven in sommige gevallen ook slapen. De relatie met die schoonkleinkinderen is prima. Het enige lastige is dat wij niets kunnen bedenken hoe de schoonkleinkinderen ons het beste kunnen aanspreken. Heeft u een tip?

Aanspreekvorm

Beste Aanspreekvorm,

Meestal zijn mensen gewoon met elkaar aan het praten zonder dat ze voortdurend elkaars voornaam of correcte aanspreektitel gebruiken.

De kwestie tutoyeren of vousvoyeren gaat vooraf aan de aanspreekvorm. Waarschijnlijk zeggen deze schoonkleinkinderen op dit moment ‘u’ en ‘meneer/ mevrouw’ tegen u. En ik neem aan dat de kleinkinderen u tutoyeren. Die zeggen dus ‘opa/ oma’ en ‘jij’. Als u de relatie met de schoonkleinkinderen wil deformaliseren, kunt u in de eerste plaats voorstellen dat zij u in het vervolg ook tutoyeren, net als de kleinkinderen. Vervolgens is het voor de aanspreekvorm een kwestie van smaak. De voornaam is een mogelijkheid, net als de schoonkinderen doen, maar is misschien iets te familiair gezien het leeftijdsverschil. U kunt ook voorstellen dat ze opa Kees en oma Fien zeggen. De aanspreektitel opa/ oma Voornaam wordt veel gebruikt door kleinkinderen van hertrouwde mensen. Bedenk dat dat hele aanspreken eigenlijk niet zo veel voorkomt. Meestal zijn mensen gewoon met elkaar aan het praten zonder dat ze voortdurend elkaars voornaam of correcte aanspreektitel gebruiken. De vraag tutoyeren of vousvoyeren is relevanter dan de aanspreekvorm.

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Grootouders en kleinkinderen.

Gelabeld met .


Datumobsessie

Beste Beatrijs,

Mijn man en ik staan niet heel uitgebreid stil bij onze trouwdag. Meestal gaan we samen uit eten, soms gaan we alleen maar met de kinderen een ijsje eten op een terras. Een jaarlijks terugkerende ergernis is dat mijn schoonouders dit feestje met ons mee willen vieren. Zo maakten we mee dat ze met de oppas aan de koffie zaten, toen wij thuiskwamen van een romantisch dinertje met ons tweeën, en de rest van de avond bleven zitten.

Andersom worden wij ieder jaar op hun trouwdag bij hen thuis verwacht om met kinderen en kleinkinderen samen te eten. Ook als dit op een doordeweekse dag valt, wat voor ons vaak moeilijk is wegens clubjes of werk. Als wij om praktische redenen een verjaardagsfeestje in het weekeind houden, nodigen ze zichzelf uit om op de feitelijke verjaardag ook langs te komen. Dit is uiteraard niet de bedoeling, maar voor hen zijn data erg belangrijk. Moeten wij rekening houden met hun datumobsessie? Dit zorgt steeds voor wrijving.

Hechten aan de datum

Beste Hechten aan de datum,

Een kwestie van duidelijkheid betrachten tegenover de schoonouders. Zij hechten aan data. U niet. U bent de baas over uw eigen feestelijkheden, zij over die van hen. Als u uw verjaardagen/ huwelijksjubilea op een andere dag wil vieren dan de eigenlijke datum (of u wil ze helemaal niet vieren, dat kan ook), dan moet u dat van tevoren duidelijk tegen uw schoonouders aankondigen. U zegt dan: ‘Het feestje is dan-en-dan en op de dag zelf doen we niets, zijn we er niet of doen we iets anders, en ontvangen we in ieder geval geen bezoek. Sorry voor het ongemak, maar zo doen we het nu eenmaal.’

Voor de feestjes van uw schoonouders, mogen zij zelf beslissen hoe ze het aanpakken. Als u in de gelegenheid bent om langs te gaan op de dag zelf, dan doet u dat. Als de datum van hun feestelijkheden u slecht uitkomt vanwege werk of andere verplichtingen, zegt u vriendelijk af onder het motto ‘helaas lukt het ons deze keer niet, volgende keer zijn we weer van de partij’.

Artikelen in Feestdagen, Schoonfamilie.

Gelabeld met .


Wat ik allemaal gemist heb in mijn jaren met de pil

Onder jonge vrouwen heerst pilmoeheid, lees ik met enige regelmaat. Ze hebben er genoeg van om zichzelf hormonen toe te dienen, ze voelen zichzelf een slaaf van de farmaceutische industrie, ze hebben last van bijwerkingen, ze willen terug naar hun natuurlijke staat. Een paar maanden geleden deed Bregje Hofstede in de Correspondent verslag van wat er gebeurde, toen ze ermee stopte: van eens in de twee maanden een orgasme tot tien keer per week. Vorige week was het in de Volkskrant de beurt van Angela Wals. Ze schreef dat ze rondom de ovulatie, die ze sinds ze met de pil was opgehouden altijd voelde, ‘zin kreeg om een willekeurige man met baard en tatoeages van straat te trekken.’

Blijkbaar vormt een maandelijks opvlammend, aspecifiek libido, culminerend in een waterval van orgasmes, een niet te onderschatten onderdeel van de natuurlijke staat van de vrouw. En er was meer: Wals’ gedachten werden helderder, emoties kleurrijker, hogere pieken, diepere dalen. Tjonge, ik heb wel veel gemist tijdens mijn jarenlange pilgebruik. Hoewel ik me van de tijd daarvoor en de tijd daarna – vruchtbaarheid in beide periodes prima op peil – niet kan herinneren ooit de aanvechting gehad te hebben om een onbekende baardmans naar mijn hol te slepen, laat staan een met tatoeages.

Mijn libido moet er van stonde af aan vrij bleekjes uit hebben gezien. Vandaar natuurlijk dat ik nooit enig verschil bij mezelf heb opgemerkt met de pil wel of niet slikken. Geen bijwerkingen, geen gewichtstoename, geen vermindering van vrouwenkwaaltjes (die ik toch al niet had), geen stemmingsschommelingen, alleen maar de verheugende zekerheid om niet ongewenst zwanger te worden in tijden van recreatieve promiscuïteit. Iets om de medische wetenschap ten diepste dankbaar voor te zijn.

Voor de beschikbaarheid van de pil wás er nauwelijks sprake van een vrouwelijk libido.

Ik wil bovengenoemde vrouwen hun ervaringen zeker niet betwisten, de vrouwelijke lustbeleving komt in vele soorten en maten, er is geen one size fits all. Toch lijkt het me sterk dat de meeste vrouwen de werking van de pil zouden ervaren als een brute kluistering van hun libido. Als dat een grootschalig fenomeen was, hadden er toen de seksuele revolutie op stoom was gekomen in de jaren zeventig wel meer ontevreden vrouwen getuigenissen in die richting afgelegd. Maar voor de beschikbaarheid van de pil wás er nauwelijks sprake van een vrouwelijk libido, domweg omdat het geen kans kreeg zich te ontwikkelen.

Zodra meisjes seksueel ontwaakten, kwamen er jongens en mannen op hen af die iets met hen wilden. Het was de taak van de meisjes om het andere geslacht af te weren en omdat ze daarin niet vertrouwd konden worden, onderwierpen ouders hun dochters aan een streng regime van niet over straat slieren, feestjes alleen onder supervisie van volwassenen en op tijd thuiskomen. Het enige doel van deze ophok-routine was het voorkomen van zwangerschap. Wanneer een meisje erin slaagde om zich aan ouderlijke controle te onttrekken, en natuurlijk waren velen daar inventief genoeg voor, zweefde haar vruchtbaarheid boven de ontmoeting als een mentale krokodil die alleen maar z’n kaken hoefde dicht te klappen. Geen omstandigheden om met alle remmen los je pas ontdekte libido te verkennen.

Onvermijdelijk liep dit mis met een ongewenste zwangerschap, een shotgun marriage en het ergste van alles: blijven hangen aan de eerste de beste oftewel de verkeerde. Eenmaal zwanger was het snel gedaan met het nauwelijks ontkiemde libido en de sleur van het huwelijk plus de vele daaropvolgende zwangerschappen leidde alleen maar tot verdere atrofiëring ervan. De enige uitweg, het nemen van een minnaar, was nog riskanter dan de oorspronkelijke overmoed van een tienermeisje om aan onbeschermde seks te doen.

Na een paar maanden temperatuur-methode bij wijze van anti-conceptie zat Angela Wals met behoud van libido in de abortuskliniek. De pil kan niet genoeg worden geprezen.

Artikelen in Column.