Spring naar inhoud


Mijn ouders zien me niet

Beste Beatrijs,

Ik ben een meisje van 16 jaar, de jongste van drie kinderen. Mijn broer is 23 en woont op zichzelf, mijn zus van 20 is gehandicapt en woont thuis. Het is niet altijd makkelijk of gezellig bij ons thuis, onder andere door intensieve zorg voor en de stress over mijn gehandicapte zus. Daarbij is mijn moeder deels ziek, waardoor ik vaak moet helpen met de zorg voor mijn zus en huishoudelijke dingen. Mijn broer was, toen hij zo oud was als ik, nooit zo zorgzaam en betrouwbaar als ik nu ben. Hij was voortdurend de hort op en had altijd ruzie met onze ouders. Nu hij volwassen is, gedraagt hij zich normaal en gezellig.

Mijn probleem is het volgende: als hij op bezoek komt, gaan mijn ouders zich ineens heel anders gedragen. Ze laten alles uit hun handen vallen om met hem te kunnen praten. Ook worden ze tien keer gezelliger. Intussen word ik een beetje vergeten. Het voelt alsof ik help bij allerlei dingen, alleen maar zodat mijn ouders alle aandacht op mijn broer kunnen richten. Als hij nou zelden thuis kwam, kon ik het nog wel begrijpen, maar hij komt twee tot drie keer per week langs. Kan ik dit bespreken met mijn ouders? Het doet mij pijn dat dit gebeurt.

Assepoester

Beste Assepoester,

Waar je tegenaan loopt is het ‘verloren zoon’-fenomeen. In deze parabel keert de jongste zoon terug in de familieschoot nadat hij zijn erfdeel heeft verbrast, waarop zijn ouders zo blij zijn dat ze het vetgemeste kalf slachten. Hier wordt de oudste zoon die al die tijd hard gewerkt heeft op de boerderij heel chagrijnig van, omdat hij zich goed gedragen heeft en daarvoor geen enkele eer krijgt. Zoiets lijkt bij jou thuis ook aan de hand te zijn. Je ouders zijn opgelucht dat hun oudste op z’n pootjes terecht is gekomen. Alles wat jij doet daarentegen vinden ze vanzelfsprekend en niets bijzonders. Dat is heel zuur voor je en het valt je ouders ook best kwalijk te nemen dat ze niet meer oog hebben voor jouw bijdrage aan het algemeen belang. Je ouders rechtstreeks aanspreken op hun favoritisme ten opzichte van je broer is riskant. Mogelijk zullen ze zich aangevallen voelen, glashard ontkennen en zeggen dat je zeurt of jaloers bent.

Een subtielere weg is om je ongenoegen eerst eens met je broer te bespreken en een beroep te doen op zijn loyaliteit. Ik stel me zo voor dat je ouders en je broer gezellig in de huiskamer zitten te praten met een glaasje, terwijl jij het eten aan het koken bent of je gehandicapte zus met iets aan het helpen bent. Als je broer ook een handje zou uitsteken, zou dit allicht al schelen voor jou. Het is makkelijker om je gevoel van veronachtzaming met je broer te bespreken dan met je ouders, omdat je je broer in feite niet zo veel verwijt, terwijl hij je wel zou kunnen helpen in plaats van de gebraden haan uit te hangen.

Als dit niet werkt, moet je je ouders aanspreken. Dat kan op ruzie uitlopen. Maar dat moet dan maar, en dat is ook niet erg, want het is niet goed om alles te slikken. Je mag best wat erkenning van je ouders krijgen voor je inzet voor het gezin.

Artikelen in Broers en zussen, Ouders en volwassen kinderen, Tieners.

Gelabeld met , .


7 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Jo schrijft

    Arme Assepoester. Probeer met je ouders te praten op een moment dat ze vrij aardig zijn, en zonder je broer. Praat rustig en volwassen. Zeg niet dat ze zo aardig zijn tegen je broer, maar zeg in het algemeen ‘visite’. Je mag echt wel eens zeggen wat je op je hart hebt.

  2. Mar schrijft

    Het kan op ruzie uitlopen en er kunnen dingen gezegd worden die je je hele leven pijn blijven doen.
    Als je 16 bent moet niet de last van een moeder die door haar ziekte niet voor haar gehandicapte dochter kan zorgen zoals ze zou willen op je nek komen.
    Tenzij je er zelf veel voldoening van hebt.
    Het zou beter zijn als er hulp van buitenaf zou komen. Hetzij van je broer of professioneel.

  3. Marie schrijft

    Iets dat Beatrijs niet noemt maar waarschijnlijk wel speelt is het geslacht… de schrijfster is een vrouw en het oudste kind een man. Je ziet vaker in gezinnen dat er van de meisjes een zorgzame (babysittende) rol wordt verwacht waar dat bij de jongens niet het geval is.
    Ik kan de schrijfster maar één tip geven: ga zo snel mogelijk op kamers.

  4. Esther schrijft

    Het is belangrijk dat je erkenning krijgt voor de inspanning, dat het niet normaal is maar bijzonder en dat je zorg heel waardevol is.
    Daarnaast is het goed om te bespreken wat je taken kunnen zijn in huis, wat normaal is voor een inwonende puber. En dat als je moeder ziek is je een bepaalde taak over kan nemen, maar niet alles. Vader kan misschien zorg verlof opnemen of broer is in te zetten. Als de zorg te zwaar is voor de ouders zullen zij op zoek moeten naar een passende oplossing.

  5. Ageeth schrijft

    Het gevoel niet gezien of gehoord te worden moet afschuwelijk zijn. Dit doet iets met je eigen ontwikkeling die daardoor niet de goede kant opgroeit. En de opmerking van Marie over dat het geslacht er mee te maken kan hebben is een juiste. Uit eigen ervaring weet ik dat als er na de oudste zoon een dochter komt, die dochter gewoon handiger is om ingeschakeld te worden om de ouders bij te staan in de keuzes die de ouders maken.

    Uit ervaring weet ik dat dit destructieve gezinspatroon zeer schadelijk is voor de dochter maar eigenlijk voor iedereen die hier deel van uit maakt. Die ouders zijn uitgeput, zij zullen niet kunnen en willen veranderen, als je dit foute patroon überhaupt hen al in kunt laten zien. Zo snel als mogelijk is uit huis gaan als dochter zijnde en leren aan je eigen leven toe gaan komen. Dat laatste is al ingewikkeld genoeg na zo’n start waarin je nauwelijks ooit zelf gezien bent. Sterke.

  6. Lies schrijft

    Dit is een schoolvoorbeeld van wat in de ontwikkelingstherapie ‘parentificatie’ wordt genoemd. Daarbij word het nog opgroeiende kind te vroeg geconfronteerd met oudertaken, met divers psychisch leed tot gevolg. Het kan geen kwaad om eens te praten met iemand die dit in goede banen kan leiden.

  7. linda schrijft

    een deel van het verhaal van het kalf is wat er gezegd word tegen de thuisblijver na de klacht over het kalf.
    Ja voor hem slachten we het kalf, maar jij krijgt de boederij.



Sommige HTML is toegestaan