Spring naar inhoud


Verplicht op kerstbezoek

Beste Beatrijs,

Mijn man heeft al zijn hele volwassen leven een hekel aan Kerstmis. Toch gingen we altijd gewapend met recepten, wijn en zorgvuldig uitgezochte cadeaus op bezoek bij onze ouders op eerste en tweede Kerstdag. Voor dit jaar wilde hij eens wat anders en we hebben een vakantie geboekt voor ons en onze twee dochters in de kerstperiode. Mijn ouders vonden het geen punt, maar mijn schoonouders zijn ontzettend kwaad geworden. We hadden moeten beseffen hoe belangrijk Kerst voor hen was (ze zijn niet religieus) en met onze misselijke actie hebben we Kerstmis voor hen verpest. Bovendien hadden we ze eerder op de hoogte moeten stellen van onze plannen – we hebben de reis geboekt in september maar pas eind oktober verteld dat we niet kwamen. Mijn man zag namelijk een beetje op tegen hun reactie, al hadden we niet gedacht dat het zo ernstig zou worden opgevat.

Hebben wij er inderdaad verkeerd aan gedaan door Kerstmis op deze manier te omzeilen? En is er een termijn waarbinnen afzeggen echt niet meer kan?

Verplicht op kerstbezoek

Beste Verplicht op,

Het is uw goed recht om voor Kerstmis andere plannen te maken dan het traditionele familiebezoek. (Schoon)ouders horen dan te zeggen: ‘Goed idee! Leuk voor jullie, veel plezier!’ Dit voornemen eind oktober aankondigen lijkt me een uitstekende termijn, dan hebben de (schoon)ouders nog zeven weken de tijd om iets anders te verzinnen. Ze zouden bijvoorbeeld kunnen overwegen om een paar alleenstaande vrienden of familieleden uit te nodigen voor het eten. Wie weet krijgt hun kerstviering dan ook een nieuwe, verrassende impuls.

Artikelen in Feestdagen, Ouders en volwassen kinderen, Schoonfamilie.

Gelabeld met , .


Geen tijd voor bedankjes na kraamcadeaus

Beste Beatrijs,

Een aantal maanden geleden zijn mijn man en ik voor het eerst ouders geworden. We hebben geboortekaartjes gestuurd naar onze vrienden en kennissen en ook naar mensen met wie we geen intensief contact hebben, maar die we wel van dit heuglijke feit op de hoogte wilden stellen. We kregen de eerste weken na de geboorte heel veel bezoekjes, kaartjes en e-mails. Sommige mensen waren zo aardig een klein cadeautje of een cadeaubon per post te versturen. Toen wij hierop een paar weken later nog niet hadden gereageerd, werd er (via derden) geïnformeerd of we het geschenk wel ontvangen hadden. Dat hadden we natuurlijk wel, wij kwamen alleen die eerste maanden totaal niet toe aan zoiets als bedankjes schrijven. Ik moest herstellen van een gecompliceerd verlopen bevalling, we moesten het zo ongeveer doen met de helft van onze gebruikelijke nachtrust, ons leven stond totaal op zijn kop, we kregen ontzettend veel kraamvisite en voor mijn man ging ondertussen zijn werk weer gewoon door. Toen we na een maand of drie ons ritme weer gevonden hadden, heb ik een aantal mensen van wie ik me herinnerde dat ze een cadeautje opgestuurd hadden, alsnog een bedankje gestuurd. Maar het voelde een beetje als mosterd na de maaltijd, een aantal mensen had naar mijn idee om een bedankje moeten vragen en bovendien kan ik me niet meer precies herinnerde wie nu wat gestuurd had. Uiteraard is het beleefd om voor een per post ontvangen cadeau te bedanken, maar kun je dit ook verwachten van kersverse ouders in de bovenbeschreven situatie?

Overstelpt door ouderschap

Beste Overstelpt,

Ik begrijp dat u het zwaar had, maar dat is geen excuus. Het bedankbriefje is de hoeksteen van de etiquette, en alleen wanneer u in coma ligt, valt er onderuit te komen. Mensen doen iets aardigs (een cadeautje sturen) en verwachten dat dit door de ontvanger wordt opgemerkt. Als hun gebaar in een zwart gat valt, dan hadden ze de attentie net zo goed meteen in de gracht kunnen gooien, redeneren ze. En ze hebben gelijk. Voor wat, hoort wat. Zo zit het leven in elkaar. Als u in staat bent om het huishouden min of meer drijvende te houden, boodschappen te doen en rekeningen te betalen, kunt u ook bedankjes sturen.

En zeg nou zelf. Hoeveel moeite kost het helemaal om een aantal afdrukjes te laten maken van een leuke babyfoto en achterop een standaardtekstje te krabbelen in de trant van ‘Beste tante Leonora en oom Rudolf, Veel dank voor de prachtige brandweerauto. Daar zal Floris-Jan later nog veel plezier van hebben. Het gaat heel goed met hem, hij groeit als kool en lacht al. Hartelijke groeten’. Het kan niet anders of u hebt de afgelopen maanden weleens een uurtje tv gekeken. In dat uurtje had u twintig van die kaartjes kunnen schrijven. Of anders uw man wel.

Doe het alsnog. Zelfs een afgedwongen (als reactie op een via via vraag of de rammelaar wel is aangekomen) en een te laat bedankje is beter dan geen bedankje. Als u niet meer weet wat van wie afkomstig is, dan verontschuldigt u zich daarvoor met een verwijzing naar de chaos die u overspoelde: ‘Nooit gedacht dat zo’n klein wezen het leven zo radicaal kon ontregelen.’

Artikelen in Cadeaus, Festiviteiten, Post, Zwangerschap en baby's.

Gelabeld met , .


Liever geen receptierij

Beste Beatrijs,

Hoe kun je in een uitnodiging verwoorden dat men uitgenodigd is voor een receptie maar dat het niet de bedoeling is dat mensen in de rij gaan staan voor de felicitatie? In dit geval is er sprake van een afscheid van een directeur die met pensioen gaat. Is er een ander (wellicht buitenlands) woord voor ‘receptie’, waardoor genodigden meteen snappen wat de bedoeling is?

Lekker informeel

Beste Lekker informeel,

U vraagt naar een woord voor een gelegenheid waarbij het níet de bedoeling is dat genodigden de gastheer/jubilaris de hand schudden, terwijl betrokkenen elkaar wél kennen. Maar die gelegenheden bestaan niet en dus het woord ook niet. Alleen commerciële plaatsen van samenkomst werken zo. Als u een café, een restaurant of een discotheek binnenkomt, hoeft u niet de eigenaar op te sporen om een handje te geven. Maar op bijeenkomsten waar gasten op persoonlijke titel zijn uitgenodigd is dat wel de gewoonte.

Mensen die voor een afscheidsreceptie komen formeren trouwens lang niet altijd spontaan bij binnenkomst een rij om te feliciteren. Dat is typerender voor huwelijksrecepties. Vaak lopen ze wel af op de jubilaris om hem te begroeten en een paar woorden te wisselen. Anderen zullen dat niet doen, omdat ze hem liever na het formele gedeelte de hand willen drukken en die verspreiden zich over de zaal. Als er een speech is en een dankwoord, kan er eventueel bij wijze van huishoudelijke mededeling worden gezegd dat het niet de bedoeling is dat mensen in de rij gaan staan. Aan de andere kant zullen gasten toch de scheidende directeur de hand willen schudden. Dat is nu net het hele punt van zo’n receptie. En als er veel gasten zijn, ontstaat er automatisch op enig tijdstip, hetzij bij binnenkomst, hetzij bij weggaan, iets wat op een rij lijkt. Ik zie niet wat daar het bezwaar van is.

Artikelen in Collega's, Festiviteiten.

Gelabeld met , .


Hart moet helen

Beste Beatrijs,

Mijn ex-geliefde noemde mijn opmerking dat mijn hart nog moet helen van onze relatie (zo’n zeven maanden over en uit al weer, en ik ben degene die er een punt achter zette), ‘inhoudsloze dramatiek’. Ik vind het moeilijk te omschrijven wat er precies moet helen, weet alleen dat ik er onder lijd. Als ik hem vervolgens vertel dat zijn woorden mij pijn doen, zegt hij dat ik zelf verantwoordelijk ben voor wat ik voel. Hem valt dus niet te verwijten dat hij deze woorden kiest?

Oké, geheel onschuldig ben ik ook weer niet. Ik neem soms ook beslissingen op verkeerde gronden, maar zal niet bewust iemand kwetsen. Laat ik hiernaast nog vermelden dat deze ex-vriend voor mij (ik ben een man van 42) erg belangrijk was en is en dat ik nog steeds ondanks alles van hem houd.

Mijn vraag is eigenlijk: wat houdt dat in, verantwoordelijkheid voor je eigen gevoel nemen? Je bent zelf verantwoordelijk, dus iedereen kan maar van alles tegen je zeggen en als je dat als pijnlijk ervaart, ligt dat aan jezelf?

Te veel verantwoordelijkheid

Beste Te veel,

Dat was een heel onaardige reactie van uw ex-vriend. ‘Een hart dat moet helen’, oftewel een gebroken hart is een heel normale metafoor, die door miljoenen mensen wordt gebruikt. Dat is geen inhoudsloze dramatiek, het is gewoon een tamelijk feitelijke weergave van een gemoedstoestand.

Ja, u bent verantwoordelijk voor uw eigen gevoelens, maar dat betekent niet dat anderen van alle verantwoordelijkheid ontslagen zijn. Als iemand iets onaardigs, gemeens, kwetsends zegt, dan ervaart de ander pijn, zeker als de opmerking komt van een geliefde of ex-geliefde. Dat is nogal wiedes.

Wat ik hier verder van denk? Ik denk dat u terecht een eind hebt gemaakt aan deze relatie. Dit kan niet een echt aardige man zijn. Niet gevoelig, niet empathisch genoeg. Niet iemand die u in uw waarde laat.

U houdt nog steeds van hem, schrijft u. Probeer ermee op te houden. Wat u ook samen gehad hebt – en het zal best mooi geweest zijn – er is geen gemeenschappelijke basis en begrip overgebleven. Zo’n relatie tussen exen kan alleen overleven, als het contact op een oppervlakkige, luchtige manier kan worden vormgegeven. Nu, dat lukt blijkbaar niet, want jullie slagen erin elkaar dwars te zitten naar aanleiding van niet meer dan een onschuldige metafoor. Het lijkt me beter voor uw gemoedsrust als u uw ex-vriend maar eens een flinke tijd helemaal niet ziet. Op die manier neemt u concreet verantwoordelijkheid voor uw gevoelens.

Artikelen in Exen, Liefde en relaties.


Op duurdere plaatsen gaan zitten

Beste Beatrijs,

We hadden voor €35,- kaartjes gekocht voor een concert in een kerk. Voor een deel werd het zicht belemmerd door pilaren, maar via tv-monitors waren de solisten goed te zien. Toen tien minuten na aanvang er nog twee rijen stoelen onbezet bleken te zijn van de €50,- plaatsen, verlieten een aantal mensen hun goedkopere zitplaatsen en schoven op naar de dure. Is dat acceptabel gedrag?

Achter de pilaren

Beste Achter de pilaren,

Erg bezwaarlijk kan ik het niet vinden. Er wordt tenslotte niemand mee geschaad. In halflege schouwburgen, waar de voorste rijen (duurste plaatsen) leeg blijven, vraagt men bij aanvang van de voorstelling het publiek vaak om allemaal naar voren te komen, omdat spelers het onprettig vinden tegen lege stoelen aan te moeten kijken.

In het door u beschreven geval maken mensen gebruik van de mogelijkheid om meer plezier aan het concert te beleven dan waar ze voor betaald hebben. Toegegeven, het is gedrag voor de assertieveren onder ons. Een heleboel mensen durven het niet, want ze zijn bang dat er een autoriteit komt om ze weg te jagen (wat bijvoorbeeld in de eerste klas trein gebeurt, als de conducteur langskomt). Maar bij een concert waarbij na aanvang niemand meer binnenkomt ligt het anders dan in een trein die stopt op verschillende stations met telkens weer nieuwe passagiers die eerste-klas-kaartjes hebben gekocht.

De concertgangers die opschuiven naar betere plaatsen zien met hun adelaarsblik een meevaller en laten hem niet liggen, ongeveer zoals je een tientje op straat kunt vinden. Niemand wordt er beter van, als de vinder dat tientje laat liggen, hoewel ongetwijfeld veel anderen het even goed zouden kunnen gebruiken als degene die het opraapt. Zo gaat het vaker in het leven. Niet alles kan volgens strikte rechtvaardigheid worden verdeeld, er is ook nog zoiets als pech of geluk en niet te vergeten slagvaardigheid. In de situatie die u beschrijft heeft niemand voordeel van het onbezet blijven van de dure zitplaatsen, terwijl het nadeel dat wordt ondervonden door degenen die het nakijken hebben beperkt blijft tot een gevoel van jaloezie of verongelijktheid. Dat gevoel moeten ze dan maar verbijten.

Artikelen in Kerk.

Gelabeld met , .


Porno

Pamela Paul: Pornified. How Pornography is Transforming our Lives, our Relationships, and Our Families. Times Books. $ 25

Ariel Levy: Female Chauvinist Pigs. Women and the Rise of Raunch Culture. Free Press. E 31,95

Porno is overal. Althans: seksueel geladen beelden zijn overal. De abri’s van het openbaar vervoer zijn behangen met pruilende meisjes in verleidelijke lingerie; in de videoclipindustrie spettert het van de romantiek van hookers and pimps. Wie na elven ’s avonds rondzapt op de tv, heeft geen lange speurtocht nodig om te stuiten op weinigverhullend seksueel vertoon. Dat seks altijd belangstelling wekt en effectief werkt om allerlei producten te verkopen spreekt vanzelf – opmerkelijker is hoe er in allerlei cultuuruitingen steeds meer porno-codes worden gebruikt, ten koste van versluierender vormen van erotiek.

In Female Chauvinist Pigs. Women and the Rise of Raunch Culture beschrijft journaliste Ariel Levy (zelf een jonge dertiger) met lichte verbazing hoe de poses en de attributen uit de marginale (onder)wereld van de pornobusiness steeds meer doordringen tot de hoofdstroom van het openbare leven. Ook signaleert ze dat het juist jonge vrouwen zijn die een actieve rol spelen in het respectabel maken van iets wat zich tot voor kort vooral in het geniep afspeelde. Porno heeft z’n suspecte imago verloren, het is nu cool en glamoureus. Vanaf het alomtegenwoordige zichtbaar gedragen ondergoed, de verplicht blote buiken, de strings voor prepuberale meisjes, de piercings en tatoeages, de verdwenen verschillen tussen sexy uitgaanskleding en school- of werkkleding, de opdringerig seksueel getoonzette reclamespotjes en billboards totaan de mode van de kale venusheuvel. In deze raunch (liederlijkheids)cultuur beoefenen tienermeisjes en jonge vrouwen de edele sport van het paaldansen, bezoeken vrouwen in de voorsteden koffiekransjes – niet om tupperware, maar dildo’s te kopen, en kunnen vrouwen die aan conditietraining willen doen zich inschrijven voor een cursus cardio striptease (strippen: goed voor uw hart!)

Tussen 1992 en 2004 nam het aantal borstinplantaten met 700 procent toe. Schaamlipcorrectie zit in de lift. Paris Hilton, een superrijke socialite van wie amateur-seksvideo’s (door haar vriendje gemaakt) op internet circuleerden werd in 2004 door Barbara Walters geïnterviewd als een van de fascinerendste mensen van het jaar. De autobiografie van pornoster Jenna Jameson How To Make Love Like A Porn Star stond maandenlang in de bestseller-toptien. Tienermeisjes verdrongen zich bij de signeersessies voor een handtekening van hun rolmodel.

Ariel Levy verdiepte zich in het Girls Gone Wild fenomeen. Deze booming business produceert populaire reality-video’s en -dvd’s, waarin aangeschoten meisjes rokjes optillen, blote borsten flashen, dan wel zich helemaal uitkleden voor de camera en met elkaar aan het vrijen slaan (jongens of mannen mogen nooit meedoen, het gaat alleen om meisjes). Opnames worden gemaakt op plekken waar jongeren komen om uit hun dak te gaan, bijvoorbeeld tijdens de beruchte spring break (voorjaarsvakantie). Geld krijgen ze er niet voor, alleen een hoed met het logo van GGW erop, een kennelijk zeer begerenswaardige trofee, waarmee meisjes laten zien hoe cool en on top of things ze zijn.

Merkwaardig genoeg wordt het zwelgen in liederlijkheid door de vrouwen die het beoefenen en de mensen die er geld aan verdienen voorgesteld als het nieuwe feminisme. De vrouwenclub CAKE bijvoorbeeld die volgens haar doelstellingen seksuele gelijkheid en feminisme nastreeft organiseert events waar vrouwen ‘voor hun seksualiteit mogen uitkomen’. Voor mannen is de toegangsprijs het dubbele van vrouwen. Mannen verschijnen in pakken of in nette vrijetijdskledij, vrouwen in semi-porno-outfits. En de feestjes draaien er steevast op uit dat een flink aantal vrouwen strippend om palen heen zwiert, terwijl de mannen gekleed toekijken. Op de vraag van Levy wat hier feministisch aan is, krijgt ze als antwoord dat de vrouwen het vrijwillig doen en daarmee hun onafhankelijkheid laten zien. Ook vrouwen die mannen gebruiken voor eenmalige seks omdat zij zich (net als sommige mannen) hebben voorgenomen om zoveel mogelijk streepjes op hun kerfstok te zetten, zeggen dat dit de manier is om seksuele gelijkheid te bereiken. If you can’t beat them, join them.

Het importeren van porno-elementen in het dagelijkse leven leidt tot kaalslag in de subtiele mechanismes van aantrekking en afstoting tussen mensen. Het pornoscript is een keurslijf dat van stereotypieën aan elkaar hangt, en waarin bovendien het seksuele plezier van de vrouw wordt gefingeerd. De opdracht van de actrices, de strippers, de lapdancers en de paaldanseressen is immers te doen alsof ze er lol in hebben. In werkelijkheid gaat het alleen om geld en koesteren de vrouwen in de seks-industrie op z’n best medelijden met de mannen die van hun diensten gebruik maken, maar meestal weerzin en minachting. Dat kan allemaal zo zijn (seks is zonder twijfel ingewikkelder en duisterder dan alleen wederzijdse lust en intimiteit), maar als de gewone aantrekkelijkheid in het dagelijkse leven alleen met behulp van porno-parafernalia gestalte kan krijgen, dan ziet het er somber uit voor de seksuele vrijheid van de vrouw. Terwijl al die inspanning om aan de pornostandaarden te voldoen niet eens nodig is! Zoals een door Levy geïnterviewde middelbare-schooljongen opmerkte: ‘Meisjes hebben niet door dat jongens altijd in meisjes zijn geïnteresseerd, ook als ze saaie kleren aanhebben.’

De vraag is of de seksualisering van de populaire cultuur, de mode en de massamedia iets zorgwekkends is of alleen maar een van de vele trends om je schouders over op te halen. Sinds de seksuele bevrijding van de jaren zestig ressorteert seks onder persoonlijke life style, waar geen maatschappelijke sancties op staan, zolang leeftijdgrenzen in acht worden genomen en er sprake is van vrijwilligheid bij de betrokkenen. Je doet waar je zin in hebt, in je eentje, met een ander, of groepsgewijs. Vrijheid, en dus ook vrije seks, is een drijvende kracht binnen de moderne, westerse cultuur. De vrijheid wordt zozeer omarmd dat het intellectueel gezien onmogelijk is om uitzonderingen te maken voor bepaalde uitwassen binnen die vrijheid. Pornografie is zo’n voorbeeld. Daar zit heel veel narigheid en troep bij, maar zodra iemand zegt: ‘Moet dat niet worden verboden?’ spreekt hij zich uit voor censuur of geeft blijk van vermoedelijk religieus ingegeven benepenheid. Zichzelf respecterende intellectuelen, verlichtingsadepten kunnen niet anders dan pro-pornografie zijn, want als je ertegen bent, ben je om te beginnen preuts en wil je bovendien andere mensen je eigen standaarden opleggen, en de afspraak is dat we dat niet meer doen op seksueel gebied.

In het boek Pornified. How Pornography is Transforming our Lives, our Relationships, and our Families onderneemt Pamela Paul een aanval op deze laisser faire mentaliteit, die zij ziet als een vorm van geestelijke verlamming. Haar boek is gebaseerd op een groot landelijk onderzoek (enquête met representatieve steekproef) naar meningen en gedrag met betrekking tot porno en daarnaast op interviews met een honderdtal porno-consumenten, merendeels mannen en, indien aanwezig, hun vrouwen. Paul heeft geen rechts-religieuze achtergrond, zij is een links-liberale journalist die schrijft over sociologische onderwerpen, onder andere voor The Economist. Haar bezorgdheid over pornografie geldt twee aspecten: de enorme toename ervan en de intensivering van de inhoud. Zij houdt zich overigens alleen bezig met beelden, stilstaand of bewegend. Geschreven pornografie telt voor haar niet mee. De groei van de hoeveelheid porno, een business waar miljarden mee gemoeid zijn, is een rechtstreeks gevolg van internet. Internet is nog maar een jaar of tien in bedrijf als volwaardig massamedium en beschikt over een immer groeiende hoeveelheid porno. In 2004 waren er 1.6 miljoen pornowebsites actief, zeventien keer zoveel als in 2000. Dagelijks wordt er vaker een pornosite bezocht dan de openingspagina’s van google, yahoo en msn gecombineerd. Vergeleken met het aanschaffen van beeldmateriaal in seks(boek)winkels of videotheken liggen de voordelen van internetporno voor de hand: het is makkelijk toegankelijk, goedkoop en anoniem. Het is eenvoudiger om op het internet porno te vinden dan om porno te vermijden.

Je kunt je afvragen of dat erg is. Voor mensen die er niet in zijn geïnteresseerd betekent het niet meer dan af en toe de ergernis van het wegklikken, terwijl anderen hun hart kunnen ophalen. Wat is het probleem?

Volgens Paul is desensitisatie het belangrijkste gevaar van systematische blootstelling aan pornobeelden. Gewenning, het verleggen van de grenzen, de behoefte aan steeds extremere prikkels om opgewonden te raken. Dit is het argument van het hellende vlak: je begint met blote meisjes, huppelend in een weiland, en je eindigt met scènes van wurgseks. Het hellende vlak of de glijdende schaal is het soort argument dat door pornovoorstanders altijd wordt ontkend. Zij achten het hoogst onwaarschijnlijk dat aangenaam geprikkeld worden door het zien van beschaafde recht op en neer seks zou kunnen leiden tot wellust bij het zien van een vrouw die gepenetreerd wordt door een Deense dog. De mannen met wie ik tijdens het lezen van dit boek van gedachten wisselde over de invloed van porno (een steekproefje van drie) wierpen allen de suggestie van het hellende vlak ver van zich af. Hoe kwam ik erbij?! Bij porno gaat het gewoon om naakte meisjes. De behoefte om hier naar te kijken is er altijd, went nooit en verandert niet van inhoud, of je nu 16 of 50 of 80 bent, al betreurde een van mijn gespreksgenoten het dat je tegenwoordig alleen nog maar kaalgeschoren meisjes ziet – hij was nostalgisch gehecht aan de aanwezigheid van schaamhaar.

Voor verlichte intellectuelen, en voor hoe dan ook de meerderheid van mannen, mag het zo liggen, de pornoconsumenten die door Pamela Paul werden geïnterviewd hadden andere ervaringen. Zij waren allemaal, vaak in hun vroege tienerjaren, begonnen met blote plaatjes van mooie meisjes, en waren daarna geleidelijk overgeschakeld op explicietere stuff. Van plaatjes naar filmpjes, van simpele vanilleseks naar variaties, van oraal naar anaal, groepsseks, sm, tot excrementenseks. Sommigen waren van ingewikkelde seks met mensen doorgeschoven naar seks met dieren, geweldsseks, geënsceneerde verkrachtingen, kinderporno en folterseks. Er is natuurlijk niemand die als onnozel groentje de computer aanzet om op zoek te gaan naar extreme beelden van bestialiteit of seks met kinderen – daar moet het een en ander aan vooraf zijn gegaan en wat kan dat anders zijn dan wat softere porno, waar je op een gegeven moment op uitgekeken bent? Op dit moment heeft 27 procent van de pornosites een gewelddadig karakter. Maatschappelijk noch persoonlijk dienen deze sites een doel. Alleen de uitbaters verdienen geld. Het is de vraag of vrouwen die in deze films optreden dat vrijwillig doen. Wat is er eigenlijk op tegen om deze sites actief te bestrijden en te beboeten? Kan porno in z’n totaliteit niet op de een of andere manier achter een flinke financiële drempel? Dan is het probleem van de rondsurfende kinderen meteen ook van de baan. Hoe sterk je ook tegen censuur kunt zijn, zelfs de hard-core porno-adepten wilden niet dat hun eigen kinderen ernaar keken. Een manier om dat tegen te gaan is om hoge financiële barrières op te werpen.

Pamela Paul betrok haar respondenten niet uit de categorie gelegenheidssurfers. Ze interviewde grootverbruikers, mannen die gemiddeld een uur per dag met porno op internet bezig waren, sommigen twaalf uur per week of meer. Naar schatting bevindt vijf procent van de volwassen mannen zich in de categorie zware verbruikers (meer dan tien uur computerpornoconsumptie per week).

Je kunt nog steeds vinden: dat is die mensen hun eigen verantwoordelijkheid, dat moet iedereen zelf weten, wat kan mij het schelen hoe anderen aan hun gerief komen, zolang ik er zelf maar niet naar hoef te kijken. Maar het kan niet anders of het verzwelgen van grote hoeveelheden porno doet iets met de consument. Een interessant onderzoek naar de invloed van porno werd gedaan door Bryant & Zillmann in 1980. Gedurende zes weken kreeg een groep van 100 studenten een uur pornofilmpjes per week te zien, een tweede groep van 100 kreeg een half uur porno, een half uur gewone filmpjes, een derde groep zag alleen maar gewone films en een vierde groep kreeg helemaal niets te zien. Een maand later moest de hele groep van 400 een vragenlijst invullen met meningen over seks. Opvallend was dat de groep die alleen porno had gezien de frequentie van gedurfde seks veel hoger schatte dan de werkelijkheid. De werkelijke incidentie van bijvoorbeeld anale seks lag in 1980 op 12 procent, terwijl de studenten die naar pornofilmpjes hadden zitten kijken, schatten dat een op de drie Amerikanen daar aan deden. In die vragenlijst werd studenten ook gevraagd om een strafmaat te bepalen voor een verkrachtingszaak. De pornokijkers gaven gemiddeld een twee keer zo lichte straf (vier jaar gevangenis) dan de groep die gewone films of geen films hadden gezien (acht jaar). De nastrevenswaardigheid van het huwelijk werd door 40 procent van de pornokijkers bevestigd tegenover 60 procent van de niet-pornokijkers.

Hieruit concludeerden de onderzoekers dat porno een verdovend effect heeft. Wie er lang naar kijkt past de pornostandaarden toe op het dagelijkse leven en wordt cynisch en onverschillig. Dit was meteen het laatste gecontroleerde laboratoriumonderzoek naar de invloed van porno. Sindsdien geven ethische commissies die onderzoeksvoorstellen moeten beoordelen geen toestemming meer voor dit soort manipulaties, omdat onderzoekers geen onschuldige proefpersonen mogen blootstellen aan iets waarvan eerder bewezen is dat het schadelijk is. En intussen stroomt het internet vol met steeds extremere porno.

Onderzoek naar de effecten van een stevige pornoconsumptie kan dus alleen achteraf, bijvoorbeeld door middel van interviews, zoals Pamela Paul deed. Haar conclusies waren evenmin geruststellend. Kort samengevat: de vrijgezellen worden erdoor belemmerd een vrouw te vinden (of zelf echte seks mee te maken) en degenen die met een vrouw samenwonen, krijgen problemen in hun relatie. Het is makkelijker om achter de computer te masturberen dan in werkelijkheid een vrouw proberen te winnen. Het is goedkoper dan een etentje plus film met een onvoorspelbare date. Pornosterren zijn spannender om te zien dan je eigen vrouw met wie je al zoveel jaar getrouwd bent. De geïnterviewde mannen zeggen zonder uitzondering dat hun pornohobby niets te maken heeft met hoe ze tegen vrouwen in het echte leven aankijken of hoe ze met vrouwen omgaan. Porno is een natuurlijke behoefte die bij mannen hoort, waar vrouwen niets van begrijpen. Ze vinden het een privéaangelegenheid, waarmee ze niemand kwaad doen. Toch gaven geïnterviewden met een jarenlange geschiedenis van pornoconsumptie toe dat ze hoe langer hoe meer meer moeite hadden met echte seks, ofwel omdat ze niet genoeg geprikkeld waren om een erectie overeind te houden, ofwel omdat ze last hadden van door hun hoofd flitsende pornobeelden die ze op dat moment niet konden gebruiken. Anderen stuurden hun vrouw naar de plastisch chirurg voor borstvergrotingen om daarna te merken dat de seks er nog steeds niet beter op werd.

Los hiervan kunnen veel vrouwen het moeilijk verteren, als ze merken dat hun man een substantiële pornohobby heeft. En met een gewoonte van dagelijks een uur surfen en rukken moet dat op een gegeven moment in de gaten lopen. 80 procent van de vrouwen vindt porno een vorm van ontrouw tegenover 17 procent van de mannen. Een van de drie mannen uit mijn persoonlijke steekproefje (geen grootverbruikers) vond dat het geen verschil zou moeten uitmaken voor een vrouw of haar man nu twaalf uur per week met een verrekijker in de hei lag om vogels te observeren of twaalf uur per week naar porno op de computer zat te kijken. Maar het doet er wel degelijk toe waar die man mee bezig is, als hij iets voor zichzelf doet. Dostojewski lezen is beter dan roulette spelen bijvoorbeeld, wat niet wil zeggen dat je nooit van je leven in de buurt van een roulettetafel mag komen. Sommige dingen zijn verheffender en nuttiger dan andere en hoe tolerant je je ook kunt opstellen tegenover porno, je kunt het niet sieren met het predikaat ‘verheffend’. Al was het maar vanwege de stereotiepe, vaak vernederende manier waarop vrouwen erin worden afgebeeld.

De vrouw als lustobject was een klassiek icoon van het feminisme om zich tegen te verzetten. ‘Porno is de theorie, verkrachting de praktijk’ luidde de leus in de tijd dat radicaal-feministen nog stenen door de ramen van seksshops gooiden. Die opvatting hoor je niet vaak meer. Porno is niet alleen geaccepteerd als een fenomeen van alle tijden, als iets waar mannen zich vanuit hun genetische opmaak toe voelen aangetrokken, het heeft glamourwaarde. Porno is in ieder geval sluipenderwijs zo geïntegreerd geraakt in de populaire cultuur dat gêne of heimelijkheid er niet meer aan te pas komt. Gold porno ten tijde van de seksuele revolutie nog als een surrogaat voor het echte werk, een toeschouwerssport waarmee dirty old men zich moesten behelpen, veertig jaar later is de status van porno opgewaardeerd naar achtenswaardig: een o-la-la attractie op glamour-feestjes of een methode om ingedutte relaties een nieuwe impuls te geven. Sommige vrouwen vertelden aan Paul dat hulpverleners, met wie zij over de pornohobby van hun echtgenoot hadden gesproken, hen hadden aangeraden om met hun man mee te kijken. Alweer: If you can’t beat them, join them! Samen iets gewaagds doen zou een gunstige invloed hebben op de relatie. Maar de meeste mannen wilden dat helemaal niet, omdat pornoconsumptie voor hen een privégenoegen was. En als ze meegingen met het voorstel, dan merkten die vrouwen dat het samen kijken naar een video alleen maar als zoethoudertje en bliksemafleider diende. Terwijl ze in de waan verkeerden dat hun man er een punt achter had gezet, zette hij zijn verslaving rustig door tot hij weer tegen de lamp liep.

Het geflirt met porno is een voorbeeld van radicaal cultuurrelativisme en daarmee een typisch postmodern verschijnsel. Het heeft dezelfde decadentie als heroïne-chic. Het gebeurt met een knipoog, de aanvangshouding is ironisch. Zowel in Pornified als in Female Chauvinist Pigs zeggen mannen en vrouwen dat het allemaal begon als een grapje. Je surft als tiener met vrienden van de ene naar de andere pornosite, je nodigt als meisje een stripper uit om een demonstratie te geven op je 18de verjaardagsfeestje, het is allemaal bedoeld om te lachen, evenals je in het openbaar uitkleden voor een of andere video-opname. Het is niet serieus. Jonge vrouwen ambiëren natuurlijk niet echt een carrière als pornoster. Maar het risico van flirten met porno-attributen en pornoscripts is wél dat je er gaandeweg aan gewend raakt. Elk toneelstukje wordt op een gegeven moment echt, als je het maar lang genoeg volhoudt. Ook de pornomaskerade.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-boekrecensies.


Niet binnengevraagd

Beste Beatrijs,

Mijn man en ik letten een beetje op onze oudere buurvrouw die een paar maanden geleden een herseninfarct heeft gekregen. We hebben een sleutel en helpen haar af en toe met dingetjes. Vanmiddag ging ik even bij haar dochter langs die een straat verderop woont, voor overleg en om te vertellen dat wij binnenkort een weekje weg zijn. Zij stond me te woord, maar vroeg me verder niet binnen. Achteraf vond ik dat toch niet zoals het hoort. We hebben wel twintig minuten buiten staan praten, over haar moeder, over ons reisje en nog zo wat. Is het inderdaad onbehoorlijk om een bekende niet even binnen te vragen?

Niet over de drempel

Beste Niet over de drempel,

Iedereen is natuurlijk vrij om een onverwachte aanbeller wel of niet binnen te laten. In uw geval (twintig minuten aan de voordeur praten, terwijl u hand- en spandiensten verricht voor haar oude moeder) vind ik dat tamelijk onhoffelijk. Ja, zij had u binnen moeten noden, al was het maar omdat zij (via haar moeder) bij u in het krijt staat. Tenslotte verplicht niemand u tot uw hulpdiensten, dus enige egards zijn op hun plaats.

Nadat ik dit heb vastgesteld, voeg ik eraan toe dat veel mensen er een verschrikkelijke hekel aan hebben om via de voordeur te worden overvallen. Bezoekers moeten telefonisch belet vragen, anders komen ze er niet in. Zelfs van hun beste vrienden kunnen ze het niet verdragen als die onverwacht op de stoep staan. Waarschijnlijk is de dochter van uw buurvrouw zo’n type. Niet erg gastvrij, maar daar valt verder niets aan te doen. Als u iets met haar te bespreken hebt, kunt u in het vervolg beter opbellen en de zaak telefonisch doornemen. En dan maar hopen dat zij niet standaard haar antwoordapparaat of voicemail aan heeft staan om bellers te screenen. Degenen die niets moeten hebben van onverwachte aanbellers hebben vaak ook een hekel aan onverwachte – oftewel alle – telefoontjes.

Artikelen in Buren.


Wijn in restaurants presenteren

Beste Beatrijs,

Een lekker etentje in een goed restaurant, wie zit dat niet zitten. Een wijntje erbij maakt het extra aangenaam. Maar hoe dient die wijn te worden gepresenteerd? Mag ik verwachten dat de ober de fles aan tafel opent, zodat de klant kan zien dat het inderdaad gaat om de wijn die hij heeft besteld (en die hij straks ook moet betalen)?

In wat betere restaurants hebben obers nog al eens de gewoonte om ongevraagd bij te schenken als de glazen geheel of gedeeltelijk leeg zijn. Van een onderlinge verdeling van de wijn naar eigen keuze kan zo niets terecht komen. Dan heb ik het nog niet over situaties waarin de fles buiten bereik elders wordt geplaatst. Je moet dan maar afwachten tot de ober het belieft de glazen weer te vullen. Mag je aangeven dat je graag zelf de wijn wilt inschenken en dat je daarom de fles op je eigen tafel wilt houden? Onlangs aten we in een ‘beter’ restaurant waar al bij het eerste glas droesem in de wijn bleek te zitten. ‘Niets aan de hand,’ wist de ober te vertellen, ‘de wijn is goed’. Maar mag je bij een duurdere wijn niet verlangen dat het restaurant een wijn schenkt zonder droesem?

Proost!

Beste Proost,

De fles wordt aan tafel geopend en, nee, obers mogen nooit en te nimmer halfvolle glazen bijschenken. De mensen thuis mogen dat trouwens ook niet bij hun gasten. Sinds de regels voor autorijden en alcoholgebruik zijn aangescherpt, is het zaak dat mensen goed bijhouden hoeveel ze drinken en of ze nog niet aan hun tax zitten. Met bijschenken lukt dat niet, dan raken ze de tel kwijt.

Restaurantbezoekers willen inderdaad niet afhankelijk zijn van de ober om hun glas weer gevuld te krijgen en ze willen zelf de wijn verdelen. De fles wegplaatsen is dan ook geen goede manier van doen (meer). U kunt altijd aan de ober vragen of hij de fles op tafel wil laten staan, als hij aanstalten maakt om hem mee te nemen. Dan zal hij heus wel doen wat u vraagt.

Wijn (in ieder geval het eerste glas uit een fles) hoort droesemvrij te zijn, of u nu een dure of een goedkope fles hebt besteld in een duur of in een goedkoop restaurant. Als er troebele wijn wordt ingeschonken, dan keurt u de fles gewoon af. Een goede ober voert hem op eigen initiatief al af, wanneer hij dat ziet. Als de ober zegt dat het zo hoort en dat het echt geen kwaad kan om hem op te drinken, dan neemt u pro forma een slokje en zegt: ‘Nee, hij bevalt me toch niet.’ Dan móet hij wel een andere brengen.

Artikelen in Eten en drinken, Horeca, Zakelijke relaties.


Weg met dikte!

Beste Beatrijs,

In de trein kwam laatst een zeer corpulente dame naast mij zitten. Aan de wijze van lopen en het hijgen en zuchten was mij al duidelijk dat het hier om een wandelende gezondheidsramp ging. Nadat ze plaatsgenomen had, begon zij (om 7.30 uur ’s ochtends) als snack bij de krant een reep chocolade weg te werken. De stroopkoeken die ik in haar boterhamtrommeltje ontwaarde, beloofden niet veel goeds voor de uren hierna. Toen ik dit allemaal zag, kreeg ik veel zin om hier iets van te zeggen. Zwaarlijvigheid is immers een steeds groter probleem in onze samenleving met allerlei bijverschijnselen (stijgend aantal diabetesgevallen, hoger ziekteverzuim enzovoort). Ik heb het uiteraard niet gedaan, maar ik vraag me toch af of er een manier is om dit onderwerp beleefd ter sprake te brengen?

Weg met dikte

Beste Weg met,

Er is geen enkele, ik herhaal: geen enkele, manier waarop u onbekenden beleefd kunt aanspreken op gedrag waarmee zij hun gezondheid om zeep dreigen te brengen. Oké, iemand die zich verstrooid voor een bus dreigt te werpen tijdens het oversteken, mag u beetpakken en terugtrekken, maar verder laat u het aan de mensen zelf over. Iemand die buiten in de kou een stiekem sigaretje staat te roken gaat u niet onderrichten over de gevaren van longkanker. Mensen die in een café jenever achterover slaan gaat u niet wijzen op de gevaren van alcoholverslaving. Tegen meisjes die in al te korte rokjes rillend door de winter lopen, begint u geen uiteenzetting over de mogelijkheid van kouvatten. En u begint dus ook geen goed gesprek met zwaarlijvige personen over de nadelen van dikte. U kunt hun niets nieuws vertellen. Zij hebben u niet nodig om te worden opgevoed. Zij kennen de theorie. Hun probleem ligt in de praktijk. Uw eigen slanke verschijning is meer dan genoeg om tot lichtend voorbeeld te strekken. Voor de dikkerd naast u om jaloers te bedenken: ‘Zo kan het ook’ en voor uzelf om u stiekem superieur te voelen.

Artikelen in Reizen, Verslavingen.

Gelabeld met .