Spring naar inhoud


Bij vrienden naar de wc

Beste Beatrijs,

Een studievriend die op loopafstand woont heeft de gewoonte om bij ons naar de wc te gaan voor de grote boodschap. Niet alleen na het avondeten als hij met ons heeft meegegeten, maar ook als hij even langskomt voor een kopje thee of als hij na het sporten komt uitblazen omdat we op de route wonen. Het maakt niet uit of hij hier een kwartier, een uur of een hele avond zit.

Soms duikt hij zelfs meteen na binnenkomst de wc in. Of hij gaat eerst nog even uitgebreid naar de wc alvorens hij naar huis gaat. Zijn poep-odeur neemt hij dan mee de woonkamer in. Zelf ga ik liever niet bij een ander uitgebreid op de wc zitten en ik vind het hele gebeuren dan ook behoorlijk storend. Hij kan toch ook even wachten tot hij thuis is? Bestaat hier etiquette voor of ben ik een aansteller om hier moeilijk over te doen?

Altijd raak

Beste Altijd raak,

Als er één cliché bestaat dat nooit van z’n leven letterlijk mag worden genomen, dan is het wel de hartelijke verwelkoming aan bezoekers: ‘Kom binnen en doe of je thuis bent.’ In werkelijkheid wil niemand dat bezoekers zich gedragen alsof ze thuis zijn en bijvoorbeeld onuitgenodigd boterhammetjes voor zichzelf gaan smeren, kasten openrukken op zoek naar een rol plakband of zich meester maken van de afstandsbediening voor een rondje zappen. Langdurig wc-bezoek valt ook onder de categorie privégedrag dat beter tot het eigen huis beperkt kan blijven. Logés uitgezonderd geldt het als ongepast om bij vrienden uitgebreid je darmen te gaan legen. Het kan een keertje gebeuren als iemand door hoge nood wordt overvallen, maar wie er in het dagelijkse leven een gewoonte van maakt, promoveert zichzelf ongevraagd van passant tot huisgenoot.

Hij is een goede vriend van u, schrijft u. Hij komt vaak langs. Aarzel niet om hem hierover aan te spreken! Zeg tegen hem dat het u is opgevallen dat …, dat u dat eigenlijk niet zo prettig vindt, en vraag vriendelijk of hij zijn privébesognes voortaan in zijn eigen huis wil uitvoeren.

Artikelen in Visite.

Gelabeld met .


Onwelkome uitnodiging

Beste Beatrijs,

Onze ex-schoondochter had na haar scheiding van onze zoon twee jaar geleden al vrij snel een nieuwe vriend gevonden. Samen met onze zoon kreeg ze twee kinderen, die nu 12 jaar en 7 jaar oud zijn. Wij zien de kleinkinderen regelmatig en ze logeren ook af en toe bij ons. Daar zijn wij natuurlijk erg blij mee. Nu gaat zij trouwen met haar nieuwe vriend en ze heeft ons uitgenodigd voor het huwelijksfeest. Mijn man en ik hebben daar moeite mee, omdat het niet loyaal voelt tegenover onze zoon. Als wij zouden gaan, zou het omwille van de kleinkinderen zijn. Eigenlijk voelen we er niet voor, maar we willen onze ex-schoondochter niet voor het hoofd stoten. Hoe lossen wij dit netjes op?

Onwillige bruiloftsgasten

Beste Onwillige bruiloftsgasten,

U hebt blijkbaar een goede relatie met uw ex-schoondochter. Dat is in ieder geval iets om u over te verheugen. Hoewel u op goede voet met haar verkeert, hebt u begrijpelijk geen behoefte aan de rol van bruiloftsgast op haar tweede huwelijk. Zo intiem en ‘geen wolkje aan de lucht’ is uw verhouding nou ook weer niet. Het is voor naaste betrokkenen altijd moeilijk feestvieren op de ruïnes van een gebroken huwelijk. Dus moet u afzeggen. Als u echt een hartelijke verhouding met uw ex-schoondochter hebt, kunt u haar opbellen en zeggen: ‘Heel aardig van je om ons uit te nodigen, maar we excuseren ons, omdat we het te pijnlijk vinden ten opzichte van onze zoon.’ Als u hier liever niet over wilt bellen, kunt u een vriendelijk afzeggingsbriefje of -mailtje schrijven met gelukwensen en de mededeling dat u helaas verhinderd bent op die dag. Natuurlijk begrijpt het bruidspaar dat. De uitnodiging is waarschijnlijk toch al meer een gebaar van welwillendheid dan dat ze verwachten dat u er gehoor aan geeft. U hoeft zich verder ook niet verplicht te voelen een cadeau te sturen.

Artikelen in Bruiloft, Exen.

Gelabeld met .


Bevallen in je eentje

Een ruggenprik bij een bevalling gold lange tijd als typisch Amerikaans, hoewel die in Zuid-Europese landen en in Zuid-Amerika ook tamelijk standaard wordt toegepast. In Nederland is deze vorm van pijnbestrijding duidelijk in opkomst. Vergeleken met tien jaar geleden bevallen er drie keer zo veel vrouwen met behulp van een ruggenprik, nu ongeveer 20 procent van het totaal. Ook hanteren sommige bevallende vrouwen het morfinepompje en is lachgas (bekend uit de jaren vijftig als pijndempend middel) terug van weggeweest. De trend past binnen de toenemende medicalisering van de geboorte. Als zwangerschap vanaf het begin in het teken staat van gezondheidsadviezen, (para)medische begeleiding, screeningstests voor allerlei aandoeningen van de foetus en check-ups, kan die pijn ook wel achterwege blijven. Waarom zou een vrouw voor pijn kiezen als het niet noodzakelijk is? Bij de tandarts laat je nog geen gaatje uitboren zonder dat er een verdoving aan te pas komt.

In dat licht is het opmerkelijk dat er überhaupt nog wordt bevallen zonder pijnbestrijding, maar het merendeel van de Nederlandse vrouwen doet dat toch nog steeds, hetzij thuis, hetzij in het ziekenhuis. Enerzijds heeft dat te maken met bepaalde risico’s van de ruggenprik, zowel voor baby als moeder, anderzijds zal er ook een verlangen meespelen om het op eigen kracht af te handelen. Bevallen zonder verdoving is stoer. Wie die ultieme beproeving doorstaat kan tevreden over zichzelf zijn. Of dit verlangen beschouwd wordt als simpele zelfbeschikking of als voorbeeld van achterhaalde heroïek hangt af van wat gebruikelijk is. Hoe meer ruggenprikken er plaatsvinden, hoe romantischer het wordt om het zonder te doen.
Natuurlijk moet de wens van de vrouw doorslaggevend zijn voor het soort bevalling dat zij tegemoet ziet – op dat punt is de discussie over pijnbestrijding eigenlijk niet zo interessant. Belangrijker is hoe die bevallingen zelf verlopen en dan valt op dat de perinatale sterfte in Nederland betrekkelijk hoog is: niet in absolute aantallen (het loopt meestal goed af), maar wel vergeleken met andere Europese landen. Bovendien zijn ook relatief veel vrouwen achteraf ontevreden over hun bevalling. Hoe dat komt, is niet zo moeilijk te bepalen: ze voelen zich vaak alleen en in de steek gelaten.

In een interview met Opzij vertelt Claudia de Breij een gruwelverhaal over haar bevalling, waarbij er anderhalf uur niemand naar haar omkeek (in het ziekenhuis nota bene), zodat er van alles mis ging waarvan ze twee jaar na de geboorte nog steeds fysieke ellende ondervindt. Lag ze daar echt in haar eentje te lijden? Nee, ongetwijfeld zaten haar vriendin en wie weet wat voor intimi nog meer naast haar bed haar hand vast te houden, maar daar heb je op zo’n moment niets aan. De Breij is wel degelijk schandalig in de steek gelaten.

In Nederland vindt iedereen het vreselijk belangrijk dat de toekomstige vader/partner de bevalling mee doorstaat en steun biedt. De vroedvrouw of (in het ziekenhuis) de gynaecoloog komt af en toe binnenwippen en stroopt pas in de laatste fase de mouwen op. Deze deskundigen hebben het veel te druk met andere dingen en beperken hun aanwezigheid tot het hoogstnoodzakelijke, zodat de nederige begeleidingstaak grotendeels aan intimi toevalt. Maar intimi weten niets van bevallingen en kunnen ook niets uitrichten.

Barende vrouwen worden in geen enkele cultuur alleen gelaten, ook vroeger niet. Met zo’n bevalling, zeker als het een eerste is, ben je al gauw een half tot een heel etmaal bezig. Een man vervult binnen dit scenario geen rol van betekenis, tenzij het toevallig zijn vak is. Als overbodig persoon kan hij maar beter ergens anders sigaren gaan roken en whisky drinken op de goede afloop en, vooruit, bijtijds worden binnengeroepen voor de finale. Wat een vrouw nodig heeft tijdens die eindeloze uren van pijn is geen intimiteit maar deskundigheid. Er moet iemand naast zitten die geduld heeft om het uit te zitten, die de barende kan ondersteunen en geruststellen, maar die vooral ook kan signaleren als er iets mis gaat. Dat kan alleen iemand doen die ruime ervaring heeft met bevallende vrouwen, een doula bijvoorbeeld.

Meer ruggenprikken zal niet leiden tot minder perinatale sterfte en ook niet tot een betere kwaliteit van de bevallingen. Het gaat niet om de pijn die voor de een wel en voor de ander niet draaglijk is. Het gaat erom dat er iemand naast zit die kennis van zaken heeft. Iemand die niet weggaat.

Artikelen in Column.


Tieners willen zelf afspreken

Beste Beatrijs,

Ik ben een gescheiden vader van twee kinderen van 17 en 16 jaar. De kinderen wonen bij hun moeder in de stad en de omgangsregeling schrijft voor dat ze eens per twee weken van donderdag tot dinsdag bij mij in het dorp zitten. Dorp en stad liggen niet ver van elkaar, maar de afstand is te groot om te fietsen. De kinderen hebben genoeg van dit schema en willen zelf met mij kunnen afspreken om langs te komen. Ik heb mijn kinderen graag over de vloer, maar begrijp ook dat hun sociale leven zich daar afspeelt en niet hier in het dorp, dus ik heb vrede met hun voorstel. Maar mijn ex vindt dat we vast moeten houden aan de bestaande omgangsregeling, anders heeft zij niet genoeg tijd voor zichzelf.

De kinderen en ik hebben hierover met haar gesproken, maar zij wil er niet van horen omdat ze, zoals ze zelf zegt: ‘het erg prettig vindt om vijf van de veertien dagen zonder kinderen te zitten’. Het lijkt erop dat zij de bezoekregeling meer voor haar eigen belang gebruikt dan voor het belang van de kinderen. Hoe kunnen wij uit deze impasse komen, als overleg niet mogelijk is? Moet iemand de omgangsregeling aanvechten bij de betreffende instanties? En zo ja, wie? Ik of de kinderen?

Kinderen willen vrijheid

Beste Kinderen willen vrijheid,

Het is een beetje vreemd dat een moeder haar kinderen de toegang ontzegt tot wat toch ook hún thuis is. Alsof zij een soort parttime logés herbergt, voor wie het loket open of dicht kan zijn. Dit lijkt mij geen zaak voor de rechter – daar zijn de kinderen te oud voor. Zij hebben geen zin meer in verplichte meerdaagse logeerpartijen en u kunt zich dat indenken. Op deze leeftijd kunnen ouders best een goede relatie met hun kinderen in stand houden zonder vaste overnachtingsroosters. Als overleg niet werkt, kunnen de kinderen zelf een doorbraak forceren door simpelweg te staken. Ze hoeven alleen maar op de eerstvolgende donderdag níet hun boeltje in te pakken om voor vijf dagen naar uw huis te verkassen. Ze zeggen tegen hun moeder: ‘We blijven lekker thuis’.

Als mama boos wordt omdat ze privétijd wil, zeggen de kinderen: ‘Je hoeft niets voor ons te doen, we doen zelf de boodschappen, we koken zelf en we gooien zelf onze was in de wasmachine.’ Mocht geld een rol spelen in deze kwestie (uw ex moet in de nieuwe opzet immers vaker voor eten op tafel zorgen, wat meer uitgaven in de supermarkt betekent), kunt u een deel van het geld dat u normaal gesproken gedurende uw tweewekelijkse zorgperiode aan hun levensonderhoud besteedde, rechtstreeks aan uw kinderen ter hand stellen, zodat deze kosten voor uw rekening blijven en niet voor die van uw ex. De kinderen kunnen dan met uw budget zelf de boodschappen doen. Vinden ze misschien leuk. Worden ze zelfstandig en volwassen van. Terwijl de kinderen voor zichzelf zorgen tijdens hun voormalige papa-dagen, kan mama uitgaan en zichzelf vermaken zo veel als ze wil. Houd wel vast aan een routine van een of twee keer per week een afspraak met uw kinderen.

Artikelen in Huwelijk en scheiding, Tieners.

Gelabeld met , .


Alcoholvrije drank

Beste Beatrijs,

Als  jonge studente heb ik een druk sociaal leven met veel borrels, etentjes en verjaardagen van vrienden. Ik drink sinds enige tijd geen alcohol meer, omdat ik daar niet goed mee om kan gaan. Binnen mijn vriendenkring ben ik de enige die niet drinkt.

Nu heb ik tijdens die sociale gelegenheden soms niet zo’n zin meer in water of cola, en zou ik wel een alcoholvrij biertje willen of een glaasje alcoholvrije rode wijn. Kan ik mijn gastvrouw of gastheer van te voren attenderen op het feit dat ik geen alcohol meer drink? En zo ja, hoe doe ik dat op elegante wijze? Kan ik bijvoorbeeld zelf nonchalant een flesje alcoholvrije wijn meebrengen of wat alcoholvrij bier?

Vragen om alcoholvrij

Beste Vragen om alcoholvrij,

Als u ergens voor wordt uitgenodigd, kunt u zeker van tevoren tegen uw vrienden zeggen dat u geen alcohol (meer) drinkt. In een moeite door vraagt u dan of ze het goed vinden dat u een flesje alcoholvrije wijn meeneemt of een paar flesjes alcoholvrij bier in hun ijskast legt bij binnenkomst. Natuurlijk zal men dat geen probleem vinden en als ze zich werkelijk gastvrij betonen, zeggen ze: ‘Je hoeft niets mee te brengen, hoor, ik zorg zelf wel dat er bier en/of wijn zonder alcohol in huis is.’

Artikelen in Eten en drinken.

Gelabeld met .


Tutoyeren op Twitter

Beste Beatrijs,

Naast vrienden, collega’s en enkele politici volg ik ook de burgemeester van mijn woonplaats op Twitter. Doorgaans tutoyeer ik iedereen op twitter, omdat het vrienden of collega’s betreft. Maar toen ik onlangs wilde reageren op een tweet van de burgemeester, begon ik te twijfelen.

In het dagelijkse leven zou ik hem altijd met ‘u’ aanspreken. Dat is mij zo geleerd en ik vind ook dat het past bij de status en positie van een ambtsdrager. Maar nu betrapte ik me op de neiging om hem te tutoyeren, terwijl ik de beste man niet persoonlijk ken.
Hoe spreek ik de burgemeester op een correcte manier aan via twitter, waar iedereen elkaar met je en jij aanspreekt?

U of jij

Beste U of jij,

Een twijfelgeval. Mijn eerste reactie is om u aan te raden de gewone beleefdheidsregels in acht te nemen en onbekende mensen met ‘u’ aan te schrijven. Dus ook de burgemeester. Als anderzijds de conventie in twitterland luidt dat iedereen elkaar altijd en overal tutoyeert, staat het u vrij om ook te tutoyeren. Kijk wat de andere burgemeestervolgers doen. Betrek ook de inhoud van uw tweet in uw overwegingen. Als die positief of ondersteunend van toon is, althans niet vervelend om te lezen voor de burgemeester, is tutoyeren minder ongepast. Als u kritiek hebt of hem ergens op wilt aanvallen, kunt u het beter bij ‘u’ houden, omdat tutoyeren dan snel beledigend wordt.

Artikelen in Aanspreken en begroeten.

Gelabeld met .


Doemscenario’s

In reactie op de komende bezuinigingen staan de media voorspelbaar genoeg bol van de analyses door deskundigen die becijferen welke groepen het meest moeten inleveren en van individuele klaagzangen van mensen die zich gepakt voelen. Het is natuurlijk nooit leuk als het leven duurder wordt, maar hier en daar wordt wel erg extreem gereageerd op het naderend onweer. Alsof de donkere Middeleeuwen terugkeren, wanneer de burger over minder vrij besteedbaar inkomen beschikt.

Het duidelijkst zie je dat op het gebied van de kinderopvang. Daarvan is de begroting de afgelopen jaren met meer dan een miljard euro overschreden en de voorheen ruimbemeten overheidssubsidie (waar louche bemiddelingsbedrijfjes ook nog eens de boter uit gebraden hebben) zal worden teruggeschroefd, zodat het ouders meer geld gaat kosten. In het veld van de kinderopvang klinkt ach en wee en hoor je de voorspelling dat veel vrouwen zullen terugkeren naar de aanrecht, omdat werken in de nieuwe omstandigheden niet meer rendabel zou zijn. Een aanslag op de vrouwenemancipatie! Dit protest klinkt even kinderachtig en ongeloofwaardig als de reacties een halfjaar geleden op de plannen om de studiefinanciering af te schaffen en te vervangen door zachte studieleningen. Als de basisbeurs wordt afgeschaft gaan er veel minder jongeren studeren, luidde het dreigement. Maar niemand bij z’n volle verstand zal op z’n achttiende de voorkeur geven aan een ongeschoold baantje tegen een schamel loon boven een investering in zijn toekomst door te gaan studeren, ook al moet daar een lening aan te pas komen. Een goede opleiding biedt nu eenmaal de beste kansen op materiële zekerheid in de toekomst en het lijkt redelijk dat degene die later zal profiteren van zijn opleiding mede-investeert in de kosten die hiervoor nodig zijn.

Bij werkende vrouwen ligt het niet anders. Als zij belang hechten aan betaald werk, aan het bekleden van een maatschappelijke functie, aan het benutten van hun talenten en kundigheden, desnoods alleen maar aan de contacten buitenshuis, dan zullen ze heus wel met dat werk doorgaan, ook al gaat het grootste deel van hun verdiensten linea recta naar de kinderopvang. Ten slotte levert werk meer rendement op dan alleen de pegels en ten slotte is goede kinderopvang belangrijk genoeg om er veel geld voor over te hebben. In ieder geval belangrijker dan een wintersportvakantie of een nieuwe sofa.

Ook in de zorg klinken paniekerige stemmen. Als zelfstandig wonende psychiatrische patiënten een eigen bijdrage van 90 euro per maand moeten gaan betalen voor hun reguliere dagactiviteiten, dan dreigen ze daar niet meer naar toe te gaan. En als ze niet worden behandeld, verkwijnen ze thuis of gaan ze aan de zwerf op straat, waarschuwen de hulpverleners. Wat een eigenaardige prioriteiten worden hier gehanteerd. Zouden mensen met een psychische stoornis echt zo dom zijn om vereenzaming of verloedering te verkiezen boven gestructureerde dagactiviteiten à raison van 90 euro per maand? Ik kan het me niet voorstellen. Vergeleken met de financiële inspanningen van de maatschappij om deze vorm van zorg draaiende te houden valt een dergelijke individuele bijdrage toch in het niet?

De reacties op de aangekondigde bezuinigingen in de zorg staan vooral in het perspectief van vermindering van solidariteit met de zwakkeren. Maar de immer stijgende uitgaven in deze sector zijn niet zozeer het gevolg van toenemende aantallen behoeftigen die voor hun overleving afhankelijk zijn van de overheid, alswel van een brede voorzieningencultuur, waarop iedereen van arm tot rijk aanspraak kan maken als het tegenzit. Heb je problemen met lopen of zien? De overheid betaalt rollator en bril. Evenzo kan iedereen aanspraak maken op thuishulp, gesubsidieerde invalidenparkeerplaatsen, trapliften – ook als je rijk genoeg bent om het zelf te betalen. De SP vindt bijvoorbeeld dat in zieken- en verzorgingstehuizen televisie, telefoon- en internetaansluiting onder de eerste levensbehoeften vallen en dus in de basisverzekering inbegrepen moeten zijn.

Geen wonder dat de AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten) onbetaalbaar wordt, als iedereen die met ziekte of ouderdom wordt geslagen recht heeft op financiële compensatie van de overheid. Afslanking van de AWBZ zal er niet toe leiden dat de kwaliteit van de zorg vermindert, maar dat burgers die in goeden doen verkeren hun prioriteiten stellen en dan kan de zorg voor zichzelf wel eens belangrijker blijken dan de erfenis voor de kinderen.

Artikelen in Column.


Relationele status

Beste Beatrijs,

Een paar maanden geleden ontmoette ik bij een workshop een leuke man. Later kreeg ik een aardig mailtje van hem dat ik hem bijgebleven was en hij stelde voor om wat te gaan drinken. Bij die gelegenheid vertelde hij over zijn oudste kind dat het huis uit was en over een puberzoon thuis. Een vrouw kwam niet ter sprake.

Eigenlijk nam ik aan dat hij gescheiden was of weduwnaar en ik liet het gevoelige onderwerp verder rusten. Had ik dat maar niet gedaan, want na een tijdje zowel gezellig als serieus heen en weer mailen hebben we inmiddels een tweede date gehad, waarbij hij na hand in hand wandelen en een kus ineens met een vrouw op de proppen kwam. Zwaar geïrriteerd heb ik de date en het contact beëindigd. Alle clichés kwamen voorbij: kennissen beschouwden hen allang als gescheiden, ze bleven voor de kinderen voorlopig bij elkaar, ze hadden nu geen zin in een procedure, maar hij wilde op termijn een serieuze relatie met mij omdat hij dacht dat we veel met elkaar gemeen hadden. Hij heeft mij dit alles ook nog eens nagemaild. Mijn vraag: wanneer en hoe snijd je het onderwerp aan? De vraag: ‘Heb je een partner?’ is immers ook een vraag naar intenties en laat interesse van de vraagsteller zien, iets wat de ander in een vroeg stadium kan afschrikken.

Precair onderwerp

Beste Precair onderwerp,

De vraag of iemand in een relatie zit (getrouwd is, samenwoont of wellicht een betekenisvolle latrelatie heeft) is heel belangrijk, en zeker niet onbeleefd of privacyoverschrijdend. Bij een eerste verkennend afspraakje tussen onbekenden (waar altijd een romantische ondertoon in zit – je spreekt immers niet af om kwartaalcijfers door te nemen of een businessplan op te stellen) is het een topprioriteit om te weten hoe het zit. Het is als het ware de eerste vraag die je elkaar stelt, nadat de ober de bestelling heeft gebracht. U hoeft zich op geen enkele manier te generen om het onderwerp aan te roeren.

Wanneer deze vraag naar elkaars relationele status om redenen van omzichtigheid of angst een te happige indruk te maken wordt vermeden, bestaat er een gerede kans dat u terechtkomt in de pijnlijke situatie, zoals u hebt meegemaakt. Alle investering is voor niets geweest, want als u had geweten hoe het zat, had u niet eens een afspraak gemaakt!

Het moet dus van het begin af aan duidelijk zijn hoe betrokkenen er relationeel voorstaan. De vraag stellen is altijd gerechtvaardigd en wel in een zo vroeg mogelijk stadium. Het kan zelfs al in het e-mailcontact dat voorafgaat aan het afspraakje. En dan maar hopen dat er niemand liegt.

Artikelen in Liefde en relaties, Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Je hebt een snotje

Beste Beatrijs,

Soms ontdek je in gezelschap iets ongewoons op andermans gezicht. Je ziet bijvoorbeeld iets uit iemands neus hangen. Ongemak en plaatsvervangende schaamte maken zich van je meester. Je zou graag de persoon in kwestie willen helpen. Een tissue aanreiken? De aandacht vragen door langs je eigen neus te wrijven? Doen alsof je het niet ziet? Wat is de etiquette in deze netelige kwestie?

Snotpegel

Beste Snotpegel,

Als iemand in uw gezelschap een of andere ongerechtigheid in zijn uiterlijk vertoont, maakt u hem of haar daar op een terloopse manier op attent zonder al te beeldende bewoordingen. U zegt bijvoorbeeld: ‘Je hebt iets aan je neus / er zit iets tussen je tanden / er zit iets in je mondhoek’ en tegelijk wijst u met uw eigen hand op uw eigen gezicht de plek aan waar de ongerechtigheid zich bevindt. Onmiddellijk zal de persoon maatregelen treffen om een en ander te verwijderen. Het attenderen en redresseren gebeurt zo onnadrukkelijk dat het lopende gesprek er niet of nauwelijks door wordt onderbroken.

Artikelen in Traditionele etiquette.

Gelabeld met .