Spring naar inhoud


Iedereen condoleren

Op de begrafenis van de oud-directeur en oprichter van ons bedrijf waren veel werknemers van vroeger en nu aanwezig. Mij viel op dat diverse collega’s elkaar condoleerden. Is dit gebruikelijk?

Net zo min als je op een verjaardag het hele gezelschap moet feliciteren, moet je op een begrafenis alle aanwezigen condoleren. Correct  is om de nabestaanden (weduwe, kinderen) van de oud-directeur te condoleren en niet elkaar als (ex)collega’s.

Artikelen in Dood en begrafenis.

Gelabeld met .


Doodsbericht op vakantie

Terwijl mijn moeder met vakantie is, pas ik op het huis. Vandaag zat er een overlijdensbericht bij de post van een goede vriendin van mijn moeder. De begrafenis zal plaatsvinden op de dag van mijn moeders terugreis, dus zij zal daar niet bij kunnen zijn. Moet ik mijn moeder hier toch over inlichten? Ik vrees dat ze dan niet meer van haar vakantie zal kunnen genieten. Of moet ik kijken of er eventueel een vroegere vlucht is?

Breng uw moeder op de hoogte. Dan kan ze zelf beslissen of ze haar terugreis wil vervroegen. De kans is groot dat het niet mogelijk is om een eerdere vliegreis terug te nemen, tenzij voor veel geld. Of uw moeder die moeite wil doen, is aan haar om te besluiten. Wanneer u haar dit droeve bericht onthoudt om haar vakantie niet te bederven, kiest u voor haar wat het beste is en mensen kiezen liever zelf. Ook al kan er niets worden veranderd aan het vluchtschema en zal uw moeder noodgedwongen de begrafenis missen, ze zal het achteraf niet prettig vinden als u haar welbewust in onwetendheid hebt gelaten, en die vakantie is in zekere zin toch al bedorven – is het niet nu dan toch later met terugwerkende kracht.

Artikelen in Dood en begrafenis.


Senior pestkoppen

De grootste hinderpaal bij het invoeren van pestprotocollen in verzorgingstehuizen lijkt mij het ontbreken van een duidelijke autoriteit ter plekke. Die pestprotocollen zijn nodig, omdat uit onderzoek is gebleken dat een op de vijf bewoners als pispaaltje wordt behandeld door medebewoners. Net als op het schoolplein en in de kantoortuin heerst er in het verzorgingshuis een onverbiddelijke hiërarchie, waarbij degenen die aan de top bivakkeren het leven zuur maken van degenen die onderaan bungelen. Beoefent men op school het afpakken en kapot maken van bezittingen, het uitjouwen en belachelijk maken van de ander, onder oudjes gaat het er niet veel subtieler aan toe: een plaats aan de eettafel zogenaamd bezet houden, iemands kroket verschalken (‘O, ik dacht dat je op dieet zat’), breiwerkjes verstoppen, schoppen onder tafel, met een rollator tegen iemand opbotsen. Overal dezelfde uitsluitingsmechanismes.

Tussen de pesters en de gepesten in bevindt zich een groep van passieve omstanders die de dingen laten gebeuren niet zozeer uit kwaadaardigheid alswel uit zelfbescherming. Ze willen de aandacht niet op zichzelf richten door ineens ergens een punt van te maken en het risico te lopen dat de agressie zich tegen hen keert. Ze weten ook niet zeker of hun interpretatie van bepaalde incidenten wel klopt. Veel pestgedrag gaat onder het mom van een geintje en in geval van twijfel over agressieve danwel humoristische bedoelingen is het voor omstanders veel aantrekkelijker de balans in de richting van humor te laten doorslaan. Dat geeft minder gedoe.

Bij pestprotocollen op scholen wordt onderscheid gemaakt tussen plagen en pesten. Het ene mag wel en het ander mag niet. Over en weer plagen draagt bij tot een gezellige sfeer, waar mensen zich op hun gemak voelen met elkaar. Pesten ondermijnt juist de veiligheid. Het lastige is dat geen enkel gedrag op een objectieve manier gecategoriseerd kan worden als hetzij plagen, hetzij pesten. Bijnamen kunnen een teken van vertrouwelijkheid zijn, maar ook een uiting van haatdragendheid. Een plaats bezet houden voor een ander kan duiden op uitsluiting van de weggestuurde, maar ook op loyaliteit met een vriendin die daar even later daadwerkelijk gaat zitten. Een rollatorbotsing kan expres of per ongeluk gebeuren.
Daar komt bij dat mensen van elkaar verschillen in gevoeligheid en dat dikhuidigen niet altijd de gevolgen van hun gedrag op anderen naar waarde schatten, terwijl dunhuidigen zich zwaarder aangetast kunnen voelen dan het incident rechtvaardigt. Pest- en plaaggedrag vormt aldus een onontwarbare kluwen van percepties van voor betrokkenen totaal verschillende werkelijkheden.

De tv-serie ‘Gepest’ illustreerde dat treffend door te laten zien dat de pesters van weleer, jaren na dato geconfronteerd met het leed van hun slachtoffer, zich zo te zien oprecht van geen kwaad bewust waren. Op de een of andere manier maakt het gebrek aan herinnering het allemaal nog erger: onnozelheid en gebrek aan empathie leveren minstens zo veel kwaadaardigheid op als zuivere haat die mensen zich doorgaans wel herinneren. Over de banaliteit van het kwaad gesproken!

Hoewel pestprotocollen op scholen weinig effectief schijnen te zijn (met de sociale media erbij is een gepest kind helemaal vogelvrij geworden), kan een alerte leerkracht toch wel iets bereiken, bijvoorbeeld door pester en gepeste te verplichten samen een opdracht uit te voeren en hun lot tijdelijk aan elkaar te verbinden. De leraar kan zijn autoriteit gebruiken om bepaalde structuren te doorbreken en regels te stellen. In het verzorgingstehuis is het personeel per definitie serviel ingesteld. Er is daar geen autoriteit die tafelschikkingen kan afdwingen of pestende, bejaarde bijenkoninginnen te verstaan kan geven dat het afgelopen moet zijn met de vernederende acties of anders… In al z’n moedeloos makende banaliteit zal het kwaad nog wel even voortwoekeren.

Artikelen in Column.


Een pastorale Sisyphus

Detlef Petry: Uitbehandeld, maar niet opgegeven. Het persoonlijke verhaal van een psychiater over zijn patiënten. Uitgever Ambo, 208 p., € 19,95

Detlef Petry en René Kahn mogen het beroep psychiater gemeenschappelijk hebben, zij koesteren radicaal verschillende visies op het vak. Waar Kahn zich een koele man van de wetenschap betoont die hecht aan objectieve metingen en evidence-based therapieën, gooit Petry (1944, inmiddels gepensioneerd) het over de boeg van de medemenselijkheid. Zijn boek Uitbehandeld, maar niet opgegeven is een autobiografische terugblik op zijn loopbaan in het Maastrichtse psychiatrische ziekenhuis Vijverdal, waar hij in 1977 begon te werken. In deze instelling trof hij verschillende afdelingen aan, onder andere een voor ‘uitbehandelden’, destijds een naargeestige vergaarbak voor chronische patiënten: schizofrenen (psychotici), dementen, verstandelijk gehandicapten en andere gehospitaliseerden die werden platgespoten en vastgebonden.

Terwijl Petry plannen maakte voor kleinschaliger woonvormen met meer aandacht voor privacy, ontwikkelde hij alternatieven voor de (overwegend medicamenteuze) zorg voor chronische patiënten. Hij constateerde dat de term ‘uitbehandeld’ eigenlijk neerkwam op het plegen van sociale euthanasie en verlegde de focus binnen de zorg van behandeling naar ‘rehabilitatie’ en ‘handelingscompetentie in het dagelijkse leven’. Bij deze werkwijze gaat het minder om wat de patiënt mankeert, maar om zijn of haar andere rollen: als burger, als familielid, als iemand die in staat is tot het uitoefenen van werkzaamheden, als iemand die er relaties op nahoudt. De bedoeling is om patiënten te stimuleren tot een zo normaal mogelijk dagelijks leven en daarvoor is het belangrijk om de naaste familie erbij te betrekken. Voor Petry is de triade patiënt-diens sociale netwerk- hulpverlener cruciaal om de restcapaciteiten te mobiliseren.

De levensgeschiedenis van een patiënt acht hij veel belangrijker dan de ziektegeschiedenis en de DSM-IV, de bekende psychiaterbijbel met symptomen en classificaties, vindt hij ‘een geïnstitutionaliseerde vorm van patiëntenhaat’. Lankmoedigheid en langzaamheid zijn eigenschappen waarover iemand moet beschikken die zich ontfermt over de harde kern van chronische psychiatrische patiënten (25 procent van degenen die ooit met acute psychose worden opgenomen). Petry beschrijft zichzelf als een opgewekte Sisyphus die elke dag weer loyaal zijn steen de berg op rolde. De loyaliteit met zijn patiënten (voor wie hij ook de term ‘vrienden’ gebruikt) ging zo ver dat hij voor een vrouw genaamd Jessie die in de waan verkeerde dat ze in Australië was geboren en terugwilde, een jaar lang met een Australische collega mailde om de mogelijkheden van een excursie te onderzoeken. Van afreizen kwam het niet, Jessie sprak geen Engels, maar het was toch een leuk project.

Al deze TLC (tender loving care) is waarlijk prachtig en barmhartig en het is niet ondenkbaar dat patiënten zich hier prettiger bij voelen dan bij een verdubbelde dosis anti-wanen-farmaca. Toch is de vraag of het werk van een goedbetaalde psychiater met een tienjarige opleiding achter de rug alleen zou moeten bestaan uit het verstrekken van intensieve maar tegelijk tamelijk simpele aandacht. Vermoedelijk is een sociaal bewogen vrijwilliger daar even goed voor gekwalificeerd.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-boekrecensies.


Verslaafd aan smartphones

Beste Beatrijs,

Ik ben een meisje van 20 en al mijn vrienden hebben smartphones, waarmee ze voortdurend in de weer zijn. Ook bijvoorbeeld tijdens etentjes. Het komt wel eens voor dat ik in mijn eentje voor me uit zit te staren, terwijl de rest op twitter of facebook bezig is of aan het sms’en is. Ik vind dit ongelooflijk irritant en ik mis de tijd dat we gewoon met elkaar praatten. Eén keer heb ik samen met een vriendin geprobeerd iedereen zijn/haar smartphone in te laten inleveren voor ons etentje, maar dat lukte niet. Men wilde er niet van scheiden en het niet uitzetten, ook niet voor de duur van het eten. Ik heb altijd een kinderwens gehad, maar ik moet er nu niet aan denken om mijn kinderen op te voeden in een wereld die zo asociaal is. Hoe moet ik hiermee omgaan?

Onweerstaanbare smartphones

Beste Onweerstaanbare smartphones,

Je voortdurend laten afleiden door apparaatjes tijdens een sociaal gebeuren is buitengewoon onbeleefd en zal ook altijd onbeleefd blijven. In vrijblijvende uitgaanssituaties waar mensen naar believen in- en uitlopen komt het niet zo spits, maar tijdens afspraken met een omschreven gezelschap moet de prioriteit liggen bij de aanwezigen. Zelfs degenen die dag en nacht aan hun mobieltje verkleefd zijn, zouden het ding na een alleszins redelijk verzoek een paar uur met rust moeten kunnen laten, al was het maar om u als vriendin een plezier te doen. Uw zogenaamde vrienden doen niet bepaald moeite om u terwille te zijn. Als men geen aandacht voor u en voor de rest van het gezelschap kan opbrengen, heeft het geen zin om bij elkaar te zitten en dan kunt u beter naar elders vertrekken. Zodra u het gevoel krijgt dat u temidden van uw vrienden gereduceerd wordt tot de status van kamerplant of schemerlamp, moet u ervandoor gaan. Zonde van de tijd immers.

Een incidentele onderbreking kan gebeuren, maar als bijeenkomsten standaard in het teken staan van getut met smartphones, moet u concluderen dat u en uw vriendenkring niet echt bij elkaar passen. Houd alleen de niet-verslaafde vrienden aan en zet de rest aan de dijk. Ga op zoek naar anderen om mee bevriend te raken. Niet alle jongeren zijn verslaafd aan smartphones. Het lijkt me verder een beetje vroeg om als 20-jarige de wereld af te schrijven als hopeloos asociaal en daarom geen kinderen meer te willen. Zo erg is het nou ook weer niet. Kijk om u heen en u zult er vast in slagen om mensen te leren kennen die de normale beleefdheidsregels in acht nemen, niet omdat ze ouderwets anti-smartphone zijn, maar omdat een sociaal treffen meer plezier geeft als je elkaar de onverdeelde aandacht gunt.

Artikelen in Horeca, Telefoon, Verslavingen, Visite, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , , .


Kinderen willen alcohol

Beste Beatrijs,

Bij ons in de buurtsuper zit ook een kleine slijterij. Laatst zat ik op een bankje voor de supermarkt even in het zonnetje, toen twee jongens van een jaar of dertien de mevrouw naast mij aanspraken en vroegen of zij voor hen drie bessenshooters (dat is dus bessenjenever) wilde kopen. De vrouw begon een beetje te lachen, vroeg naar hun leeftijd, de jongens antwoordden dat ze 17 waren (echt niet!) en zei toen ‘Oké’. De vrouw nam het geld aan en kwam even later met het gevraagde terug. Ik heb me zitten verbijten om deze naar mijn mening stomme actie van deze vrouw, maar hield mezelf voor dat ik me nergens mee moest bemoeien. Toch zit dit me niet lekker. Had ik iets moeten doen?

Alcoholische dienstverlening

Beste Alcoholische dienstverlening,

Deze dame heeft zich op een wel heel onnozele manier voor het karretje van die jongens laten spannen. Het feit dat die jongens haar verzochten om alcohol voor hen te kopen liet al zien dat zij dat niet zelf konden doen. Ze konden zich niet legitimeren aan de kassa en zijn dus te jong. Deze observatie had u zeker naar voren kunnen brengen. De dame in kwestie nam op verzoek de rol van dealer aan en maakte zich aldus schuldig aan alcohol schenken aan minderjarigen. Zij overtrad de wet om geen andere reden dan dat ze geen ‘nee’ durfde te zeggen tegen een paar brutale jochies. Natuurlijk had u daar wat van moeten zeggen!

Artikelen in Winkels.

Gelabeld met .


Lawaai van buurtkinderen

Beste Beatrijs,

Achter onze tuin loopt een pad dat toegang verschaft tot de tuinen van twee tegenover elkaar liggende huizenblokken. Dit achterpad wordt door buurkinderen gebruikt als speelplaats. Ik vind dit bijzonder vervelend, want spelende kinderen krijsen wat af en het pad ligt vol met fietsjes, stepjes en ander rollend speelgoed. Je kan er dan niet meer met je fiets doorheen. Bovendien zie ik de kinderen steeds vanuit mijn ooghoek op en neer rennen, wat ik als heel onrustig ervaar. Mijn vraag is: kan ik aan mijn buren, met wie ik verder een prima verstandhouding heb (groeten, praatjes, voor elkaars planten/ poezen zorgen tijdens vakantie, buurtBBQ) vragen om de kinderen in de tuin te houden en het achterpad niet als speelplaats of racebaan te gebruiken? Ik voel me een zeur, maar ik wil graag in het weekend lekker rustig in mijn tuin kunnen zitten.

Last van kinderspel

Beste Last van kinderspel,

Vragen staat vrij, maar te vrezen valt dat de buren u dit verzoek niet in dank zullen afnemen. Door het verkeer kunnen kinderen al nergens meer veilig buiten spelen. Het achterpad valt onder openbare ruimte, waar voor kinderen natuurlijk veel meer te beleven is dan in hun eigen achtertuin. Het is niet erg ruimhartig van u om kinderen dat plezier te willen ontzeggen. Het is toch treurig als kinderen nergens meer kunnen rennen, fietsen, steppen of skaten?

Ik raad u af om hierover te gaan zeuren. Op dit moment bent u gespitst op kinderlawaai en ervaart u elke gil vanuit het achterpad als een dolkstoot in uw gemoed. Maar als u zich instelt op speellawaai en als u zich voorneemt om u er niet aan te ergeren, raakt u eraan gewend en devalueert het vanzelf tot achtergrondruis. Het kan trouwens erger. Over een paar jaar hangen diezelfde kinderen bulderlachend en giechelend met bessenshooters en knetterende brommers rond op het achterpad en zult u nog heimwee krijgen naar de tijd van het ravotten met fietsjes en stepjes.

Artikelen in Buren.

Gelabeld met .


Moe van de buurvrouw

Beste Beatrijs,

Mijn vrouw en ik wonen sinds een jaar in onze nieuwe woning. Wij vinden het belangrijk om een goed contact te hebben met onze buren. Met name één stel hebben we het afgelopen jaar goed leren kennen. Maar na verloop van tijd bleek dat de vrouw van het stel alleen maar over zichzelf kan praten. Elk gespreksonderwerp wordt daardoor in de kiem gesmoord. Hierdoor krijgen wij steeds minder zin in deze ontmoetingen.

Wij hebben deze irritatie niet met ze gedeeld, dus blijven zij ons steeds uitnodigen. Totnutoe houden we dit beleefd af, maar daar kunnen we niet eindeloos mee doorgaan. Ik vind dat we de irritatie moeten bespreken met de buurvrouw, want al met al zijn het wel ontzettend aardige buren. Mijn vrouw vindt dat het niet haar taak is om de buurvrouw op te voeden of haar te corrigeren en vooral zij houdt de buurvrouw nu op afstand. Omdat ik het contact met de buren toch waardevol vind, vraag ik mij af wat de beste aanpak zou zijn.

Bekomst van de buren

Beste Bekomst van de buren,

Uw vrouw heeft gelijk dat het geen goed idee is om de buurvrouw uit te leggen dat u haar bij nader inzien een vervelende, egocentrische kletskous vindt. Het heeft geen zin om de buurvrouw attent te maken op deze minder prettige eigenschap, want zo zit ze nu eenmaal in elkaar en dat kan ze toch niet veranderen. Bovendien zal ze u uw kritiek niet in dank afnemen.

Uw vrouw houdt afspraken met de buren nu af, en dat is op zichzelf een prima methode om afstand te nemen. Toch zou ik u afraden om de contacten helemaal te verbreken. Dat gaat te ver en is ook niet nodig. De buurvrouw is vervelend, maar misschien is de buurman aardiger/ leuker? Bepaal samen met uw vrouw een frequentie van contact. Bijvoorbeeld een of twee keer per jaar samen een borreltje drinken? Dat moet op te brengen zijn. U en uw vrouw kunnen zich daar moedig doorheen slaan. U kunt zich daarbij wat slagvaardiger opstellen door af en toe de buurvrouw te onderbreken en aan haar man te vragen wat hij ervan vindt of door een ander onderwerp aan te snijden of door zelf een verhaal te vertellen, zo nodig dwars door haar ontboezemingen heen. Als het niet lukt, kunt u na afloop altijd samen met uw vrouw lachen om de olifantenhuid van de buurvrouw en u verheugen dat u voorlopig weer van haar af bent.

Minimaliseer het contact door afspraken op de lange baan te schuiven onder het motto ‘we hebben het te druk’, maar maak een of twee ker per jaar wél een afspraak met hen. Op die manier houdt u toch een redelijk prettige burenverhouding in stand.

Artikelen in Buren.

Gelabeld met , .


Zware vrienden

Beste Beatrijs,

Wij hebben hele lieve vrienden met wie we het goed kunnen vinden. Dit stel is betrokken, betrouwbaar en al wat je nog meer van goede vrienden kunt zeggen. Er is één probleem: ze wegen allebei zo’n 125 kilo en we vrezen voor onze meubels. In de woonkamer staan twee stevige stoelen, speciaal voor hen aangeschaft. Maar meestal kiezen ze de bank (een voor ons waardevol oudje) of een andere stoel (een delicaat erfstuk). Omdat hun gewicht een gevoelig onderwerp is, weet ik niet zo goed hoe ik hen het best in de stevige stoelen kan praten zonder ze te kwetsen. Hebt u een pijnloze suggestie?

Kreunende meubels

Beste Kreunende meubels,

Er zijn twee manieren om uw vrienden in de gewenste stoelen te krijgen. De ene is om bank en erfstoeltje onuitnodigend te maken. Dit kan door ze van tevoren vol te leggen met opengeslagen kranten, boeken, tijdschriften, truien en vesten, dvd’s, een borduur- of breiwerkje, een dienblad, een gitaar, enfin met rondslingerende spullen. Als de gasten binnenkomen, zegt u: ‘Let maar niet op de rommel, ga zitten alsjeblieft’ en u wijst hen de twee enige stoelen die meteen beschikbaar zijn. Intussen verwijdert u vliegensvlug de rotzooi en neemt vervolgens zelf plaats op de bank of het fragiele stoeltje.

De andere manier is om de gasten bij binnenkomst voortvarend naar de stevige stoelen te dirigeren, terwijl u zegt: ‘Ga, alsjeblieft daar zitten, dit zijn de comfortabelste stoelen.’

Artikelen in Visite, Vrienden en kennissen.