Spring naar inhoud


Pestende vriendin

Beste Beatrijs,

Al weken lang erger ik (meisje van 14) me aan een vriendin (ook 14) die me constant Dikkie dik, dikzak, fatso of iets soortgelijks noemt. Het is begonnen als een plaagstootje, waar we beiden om konden lachen. Nou ben ik helemaal niet dik (1,80 m en 61 kilo is een BMI van 19), toch vind ik het irritant. Al verschillende malen heb ik door een grapje te maken geprobeerd haar duidelijk te maken dat ik die bijnamen niet fijn vind, maar ik kom er niet doorheen. Zo waren we pas met wat meiden in de stad en ik werd er echt helemaal gek van, dus uiteindelijk vroeg ik haar rechtstreeks of ze kon ophouden met die domme bijnamen. Vervolgens gooide ze het over een andere boeg. Dan wees ze bijvoorbeeld naar een jurk in een etalage: ‘Dat is voor de iets bredere mens, o nee, dat mag ik niet zeggen, sorry’. Andere vriendinnen hebben ook al tegen haar gezegd dat ze ermee moet kappen maar ze gaat gewoon door. Weet u misschien hoe ik haar hiermee kan laten ophouden?

Geen dikkie

Beste Geen dikkie,

Je vriendin is een irritant figuur, die doorgaat met pesten (zo kun je dit toch wel noemen), hoewel je haar ondubbelzinnig hebt duidelijk gemaakt dat je hier genoeg van hebt. Als zij niet naar rede wil luisteren, dan moet je haar op een andere manier confronteren met de consequenties van haar gedrag. Vanaf nu verwijder je je onmiddellijk uit haar omgeving, zodra zij zich ook maar het minste zogenaamde grapje in jouw richting permitteert over Dikkie dik of lichaamsgewicht. Je zegt niets terug, je geeft geen enkele reactie – het enige wat je doet is je omdraaien en vertrekken. Als je in de stad bent, ga je naar huis. Als het op school in de pauze gebeurt, verlaat je haar gezelschap en ga je naar iemand anders toe. Als je op een feest bent, draai je je om en ga je bij een ander groepje staan. Als je met haar aan het bellen of aan het chatten bent, verbreek je de verbinding. Voortaan tolereer je geen enkele overtreding van haar kant meer en dat laat je zien door zonder commentaar weg te lopen.

Om de vriendschap te redden zal zij zelfcensuur moeten betrachten.

Misschien dringt het dan tot haar door dat de grap lang genoeg heeft geduurd en intussen is veranderd in verbale agressie. Misschien ook niet en volhardt ze. In dat geval houdt de vriendschap op te bestaan, want een vriendschap waaruit voortdurend een van de twee gepikeerd wegloopt stelt niet veel voor. Om de vriendschap te redden zal zij zelfcensuur moeten betrachten in haar uitlatingen. Doet zij dit niet, dan is het afgelopen, wat geen ramp zou zijn, want zij lijkt mij het soort vriendin waar je niet vrolijk van wordt

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , .


Koukleum

Beste Beatrijs,

Tegenwoordig zetten veel mensen de verwarming een graadje lager. Helaas ben ik een behoorlijke koukleum. Mag je, als je bij vrienden thuis bent, vragen of de verwarming wat hoger kan?

Rillend op bezoek

Beste Rillend op bezoek,

Een rechtstreekse vraag om meer warmte dan wordt geboden ligt moeilijk. Uw vrienden willen besparen op stookkosten of de planeet redden. Met uw vraag doorkruist u deze doelstellingen en dat is een beetje onbescheiden. U kunt het beter indirect aanpakken. Informeer of ze een plaid of een deken in huis hebben die u kunt omslaan, omdat u het koud hebt. Als ze hechten aan hun energiebesparingsdoelen, zullen ze u met plezier een deken aanreiken. Ook bestaat er een kans dat ze uw verzoek als hint opvatten en dat ze de verwarming hoger zetten. U laat zo in ieder geval de keus aan hen. Als u van tevoren weet dat u op bezoek gaat in een kil huis, is het natuurlijk verstandig om u hierop te kleden en een dikke trui en warme sokken aan te trekken.

Artikelen in Visite.


Ze luisteren niet naar mij

Beste Beatrijs,

Ik ben iemand die graag luistert en dat ook goed kan. Er zijn een aantal vriendinnen, mijn (nieuwe) relatie en zelfs mijn ouders die graag praten (of willen dat ik luister). Zij nemen makkelijk 95 procent van het gesprek in beslag met hun eigen wel en wee en alle ins & outs over buren, tennisvrienden die mij helemaal niet interesseren. Ook zijn zij degenen die dan het gesprek verbreken, omdat ze er plots vandoor moeten. Op de valreep schiet hun te binnen om te vragen hoe het eigenlijk met mij gaat. Mijn frustratie is dan best hoog opgelopen. Zo ook mijn trots, waardoor ik in mijn eigen valkuil trap en kort zeg: ‘Prima’ of ‘Het was een drukke week’ om toch nog iets gezegd te hebben. Maar intussen ben ik zo beledigd en teleurgesteld dat ik niets meer met ze wil delen. Hoe kan ik deze mensen duidelijk maken dat ik het gevoel heb dat ze niet echt geïnteresseerd zijn in mij, zonder hen te beledigen? (Want mijn ouders en mijn vriend zullen erg verontwaardigd reageren.)

Geen aandacht

Beste Geen aandacht,

Uw ouders, een paar van uw vriendinnen en zelfs uw nieuwe vriend kunnen het niet opbrengen om naar u te luisteren en zitten alleen maar over zichzelf te ratelen! Dat zijn wel heel veel mensen! Eigenlijk is er nauwelijks iemand in uw sociale kring die er een beetje normale conversatiestijl van geven en nemen op nahoudt. Hooguit een enkele vriendin. Tja, wat moet ik daarvan denken? Ik vind het raar. Een mens heeft zijn ouders niet voor het uitkiezen, maar misschien hebt u toch een slechte hand van vriendinnen/ geliefde uitzoeken, als deze intimi u allemaal voortdurend verbaal verpletteren. Een goede vriendin/ een nieuwe vriend die zo bot is om niet naar u te willen luisteren? Die niet geïnteresseerd is in uw besognes? Weg ermee, zou ik zeggen. Wat hebt u aan mensen aan wie u nooit iets kwijt kunt? Nu ja, zo hopeloos zal het ook weer niet liggen, toch? Uw intimi houden vast wel van u.

Ik raad u aan om zelf wat voortvarender te werk te gaan. U kunt gewoon inbreken in hun monologen, hoor. U zegt: ‘Heel interessant, maar nu even wat anders: wat ík heb meegemaakt… Waar ík mee zit… Wat mij is overkomen…. Wat ik je graag wil vertellen…’ En dan steekt u van wal. Dwars door het eerdere gespreksonderwerp heen. In gewone huis-, tuin- en keukengesprekken tussen mensen die elkaar na staan, hebben betrokkenen de vrijheid om elk moment het gesprek een andere richting op te sturen. U hoeft niet beleefd te zitten afwachten, alsof u op audiëntie bij de paus zit. U hebt alle vrijheid, maak er gebruik van!

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Spijt op het sterfbed

In diepte-interviews met topmannen die over hun top heen zijn valt nogal eens de sterfbedverwijzing. Die gaat ongeveer zo: ‘Als je op je sterfbed ligt, heb je nooit spijt dat je niet harder gewerkt hebt.’ Ook topvrouwen die halverwege de rit terugkeren naar het aanrecht mogen hun besluit graag toelichten met een beroep op hun toekomstig sterfbed. Als het eenmaal zo ver is, zul je niet wensen dat je meer directievergaderingen had bezocht/ meer geld verdiend/ meer tassen aangeschaft/ meer lucratieve deals gesloten, enzovoort. De strekking van deze wijsheid is duidelijk. Wie zich aldus uitlaat is tot het inzicht gekomen dat er belangrijke en onbelangrijke dingen bestaan in het leven en heeft besloten voor de hem resterende tijd de juiste prioriteiten te stellen. Meestal komen die neer op meer aandacht besteden aan geliefden en kinderen, plezier scheppen in immateriële zaken, stilstaan bij eenvoudige genoegens zoals spelende katjes of een zonsondergang.

Niets mis natuurlijk met bezinning en het cultiveren van het eigen tuintje, maar waarom wordt dat sentimentele sterfbed erbij gehaald? De sterfbedscène is een cliché uit films en romans, waarin iemand in het zicht van de naderende dood de balans opmaakt en voor zijn naasten nog een laatste waarheid in petto heeft, met kathartisch effect. In de werkelijkheid doet dit soort sterfbedscènes inclusief veelbetekenende laatste woorden zich maar weinig voor. Een derde van de mensen wordt onverwacht overvallen door de dood zonder dat ze zelf iets in de gaten hebben. Een derde glijdt zachtjes naar de afgrond in een roes van pijnbestrijding. En een derde ziet een en ander weliswaar aankomen, maar maakt zich druk over zaken in het hier en nu, zoals knellende steunkousen, smerige koffie of de hond die moet worden uitgelaten. Mensen sterven even slordig en onoplettend als ze leven. Maar meer dan spijt bij leven over gemiste kansen of verkeerd handelen geldt de sterfbedvariant als de ultieme mislukking.

Laatst kwam ik in een prekerig stukje van Ronald Giphart in de Volkskrant zelfs de top vijf van spijtgevoelens op het sterfbed tegen. Wat betreuren stervenden zoal? Dat ze niet de moed hebben gehad om hun eigen leven te leiden in plaats van zich te voegen naar wat anderen hun oplegden. Dat ze te hard gewerkt hebben. Dat ze hun gevoelens niet hebben ge-uit. Dat ze te weinig contact met vrienden hadden. En ten slotte dat ze zichzelf niet toestonden om gelukkiger te zijn.

Tjonge, wat een deprimerende opsomming. En wat een door en door moderne litanie ook. Als je de hedendaagse wroeging over gemiste kansen vergelijkt met bijvoorbeeld de traditioneel christelijke spijt op het sterfbed (dat je hardvochtig bent geweest tegen je familie, dat je je hebzuchtig of hoogmoedig hebt gedragen), dan heeft er toch wel een pijnlijke verschuiving plaatsgevonden van gerichtheid op anderen naar egomanie. Het top-5 lijstje spijt bestaat alleen maar uit ik-ik-ik en het gemiste geluk.

Wat me tegenstaat in het sterfbedperspectief is dat het leven wordt voorgesteld als een lange aanloop tot de dood. Een aanloop waarvoor dezelfde prioriteiten moeten worden gehanteerd als je zou aanleggen vlak voor je dood. Maar mensen wisselen van prioriteiten tijdens hun leven. Soms gaat alle aandacht en ambitie uit naar werken, sporten, gamen of slieren in het uitgaansleven, en een tijd later is het weer welletjes. Vrienden worden verwaarloosd en daarna weer niet, al naar gelang de druk van de omstandigheden. Het sterfbedperspectief dwingt een leven in een zogenaamd zinvol kader, alsof je toewerkt naar het moment waarop je kunt zeggen: ik heb mijn plicht gedaan – ik ben gelukkig geweest.

De christelijke moraal spiegelt leven na de dood voor. De spijt-op-het-sterfbed-moraal gaat uit van het idee dat een betekenisvolle afsluiting (closure) mogelijk en nastrevenswaardig is. Het zijn allebei illusies. Er is alleen het leven zelf met zijn zwenkende prioriteiten.

Artikelen in Column.


Vriendschap verbreken

Beste Beatrijs,

Ik ben een vrouw van 35 en heb problemen met een vriendin. Het is een opeenstapeling van ergernis over een langere tijd (paar jaar). Ik heb geprobeerd de vriendschap te laten doodbloeden, maar dit lukt niet, want ze blijft contact zoeken. Ik heb genoeg van haar en van de vriendschap. Hoe moet ik dit aanpakken? Zal ik een e-mail schrijven? Hoe confronterend kan ik zijn?

Ik wil van haar af!

Beste Ik wil van haar af,

In het algemeen is het geleidelijk uiteendrijven, de langzame verkoeling, het zachtjes laten doodbloeden de aangewezen methode om op te houden met een vriendschap. Maar soms, als een vriend(in) te weinig empathisch vermogen heeft om de signalen te verstaan, zijn er krassere maatregelen nodig. Net als voor het beëindigen van een liefdesrelatie biedt dan de guillotine uitkomst.

Zeg dat u moe en depressief wordt van de omgang met haar.

Stuur uw vriendin geen e-mail om het uit te maken. Schrijven/ mailen is een lafhartige manier om iemand de wacht aan te zeggen. Dit wekt onnodige woede aan ontvangerszijde of, erger nog, bezorgt zelfrechtvaardigende, huilerige e-mails terug aan de zender. Doe het op een persoonlijke, directe manier: per telefoon. Bel haar op en zeg dat u voorlopig niet meer met haar wil afspreken, omdat de vriendschap u te veel energie kost. Zeg dat u moe en depressief wordt van de omgang met haar, en dat u dit niet langer kunt opbrengen in deze toch al lastige periode in uw leven [ook al gaat met u alles botertje aan de boom, er is altijd wel iets van een oneffenheid waardoor u kunt spreken van een ‘lastige periode in uw leven’ – al was het maar de irritante aanwezigheid van deze vriendin]. Zeg dat u geen contact meer wil met haar, omdat u tijd nodig hebt om alles op een rijtje te krijgen [hoewel dit een volstrekt nietszeggend cliché is, vinden veel mensen het overtuigend klinken, dus misschien uw vriendin ook wel].

Wees duidelijk, direct en bondig. Ga niet in op het verleden. Maak geen concrete verwijten. Laat u niet verleiden tot nadere toelichting op wat u precies dwars zit, maar breng alleen de boodschap over dat u het niet meer kunt opbrengen. Herhaal de mededeling bij tegenwerpingen van uw vriendin (‘Ja, ik vind het ook heel spijtig, maar deze vriendschap is voorbij’). Langer dan drie minuten hoeft zo’n telefoongesprek niet te duren.

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Slaapkamerlawaai

Beste Beatrijs,

Toen ik twee maanden geleden in mijn nieuwe huis kwam wonen, heb ik me voorgesteld aan de bovenburen. Aardige mensen die spontaan aanboden om zo min mogelijk lawaai te maken. Een paar dagen later werd ik gewekt door zeer luidruchtige slaapkamergeluiden van deze bovenburen. Deze situatie herhaalt zich natuurlijk regelmatig. Wanneer dit overdag gebeurt, zet ik muziek aan, maar wat doe  ik ’s nachts om drie uur? Ik wil de intimiteit van mijn buren niet delen.

Seks van de buren

Beste Seks van de buren,

Altijd een ongemakkelijke situatie. Kijk het nog even aan, zou ik zeggen. Misschien is dit een prille verhouding. Naarmate relaties langer duren, zakt het geluidsniveau van de seks meestal. De overdagseks kunt u dempen door zelf muziek aan te zetten. Bij aanhoudende last van middernachtelijke seks kunt u overwegen de buren aan te spreken. Niet samen, maar een van hen. Bij voorkeur de vrouw, als u een vrouw bent. Of de man, als u een man bent.

Zeg dan: ‘Sorry, het is een beetje genant onderwerp, maar ik wil je toch graag laten weten dat ik regelmatig wakker word van seksgeluiden uit jullie slaapkamer. Dat is niet fijn en het lijkt me voor jullie ook geen prettig idee. Misschien kunnen jullie omwille van jullie eigen privacy rekening houden met de gehorigheid van dit gebouw?’ Waarschijnlijk zullen ze het dan wat rustiger aan doen met de vocale expressie.

Artikelen in Buren.

Gelabeld met .


Links of rechts van een dame lopen

Beste Beatrijs,

Als man die de hoffelijkheid hoog houdt laat ik een dame voorgaan en houd ik deuren voor haar open. Maar hoe zit het met over straat lopen? Als ik met een dame wandel, heb ik de neiging om de linkerpositie in te nemen, zodat zij rechts van mij loopt. Is dit correct?

Links of rechts?

Beste Links of rechts,

Het gaat niet om links of rechts. Dat kan allebei. Wanneer een heer en een dame samen over straat lopen, neemt de heer de buitenkant (de straatzijde waar het verkeer rijdt). Op die manier vormt hij een bescherming tegen het langsrijdende verkeer en neemt hij opspattende waterplassen voor zijn rekening. Bovendien heeft de dame, als ze aan de binnenkant loopt, beter zicht op eventuele winkeletalages.

Artikelen in Het publieke domein, Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Ongepaste telefonade in de trein

Beste Beatrijs,

Dagelijks reis ik met de trein. Ik kan mij enorm storen aan mijn medepassagiers: van de veel te luide (en volstrekt onzinnige) telefoongesprekken tot aan de penetrante geur van een vette hap in een overvolle treincoupé. Meestal weet ik mij er mentaal van te distantiëren. Laatst kwam ik echter een staaltje ongegeneerdheid tegen, waar ik geen raad mee wist. Een meisje van een jaar of 20 tegenover mij besprak op luide toon haar abortusplannen aan de telefoon. Ze sprak over ‘het weg laten halen’ en ‘het is toch nog geen kindje’, en deelde haar gespreksgenoot de precieze tijd en datum mee waarop dit zou plaatsvinden. Dit alles op luchtige toon. Ik werd er misselijk van. Hoewel de overige reizigers haar absoluut gehoord moeten hebben, bespeurde ik bij hen geen verontwaardiging of geschoktheid. Hoe te handelen als je ongewild toehoorder bent van zo’n verbijsterend ongepast gesprek?

Ongewenste intimiteiten

Beste Ongewenste intimiteiten,

Als mentale distantiëring niet meer lukt, blijft alleen fysieke distantie over: verkas naar een andere coupé.

Artikelen in Reizen, Telefoon.

Gelabeld met .


Emorechtspraak

Op een symposium voor de Europese Dag voor het Slachtoffer oogstte advocaat Richard Korver veel bijval voor zijn opmerking ‘Laat berovers van oude vrouwtjes niet schoffelen in het park, maar laat ze oude vrouwtjes wassen in een verzorgingshuis’. Mijn eerste gedachte hierover was: zouden die oude incapabele vrouwtjes het wel leuk vinden om intiem bepoteld te worden door keiharde criminelen? En de tweede gedachte: blijkbaar wordt de lichamelijke verzorging van oude mensen beschouwd als een dermate minderwaardige rotklus – nog lager van allooi dan schoffelen in het park, geen enkele professionaliteit of toewijding voor nodig – dat dat werk prima in aanmerking komt om wetsovertreders mee te straffen. In minder verlichte tijden werden misdadigers naar de zoutmijnen of naar Siberië gestuurd, tegenwoordig kunnen ze dementen onder de douche zetten. Over maatschappelijke vooruitgang gesproken!

Korvers hartenkreet had een wat demagogisch karakter, want het beroven van oude vrouwtjes, een delict dat gepaard gaat met geweld en intimidatie, komt helemaal niet in aanmerking voor een taakstraf. Taakstraffen worden uitgedeeld bij lichte criminaliteit. Beroving met geweld valt onder zware criminaliteit en wordt dienovereenkomstig gestraft.
Als advocaat van de ouders van misbruikte kinderen in de zaak Robert M. maakt Richard Korver zich sterk voor de belangen van slachtoffers in het algemeen. Hij heeft al met succes spreekrecht voor de ouders tijdens de rechtszittingen bedongen, een novum waar wel iets voor te zeggen valt, omdat in deze zaak de slachtoffers onmondige kinderen zijn. Op dit symposium ging hij nog een stapje verder en bepleitte standaard inspraak van slachtoffers bij de strafbepaling van een dader (nog meer applaus van het publiek).

Deze ideeën passen in de toenemende aandacht voor de gevoelens van slachtoffers, die in het huidige rechtssysteem, behalve eventueel als getuige, geen rol van betekenis spelen. In veel gevallen worden zij niet eens op de hoogte gehouden van de voortgang van de rechtszaak. Weliswaar bestaat er slachtofferhulp, zodat iemand wiens fiets is gestolen een formulier krijgt toegestuurd waarop hij kan invullen of hij hulp nodig heeft bij ‘traumaverwerking’, maar verder is het systeem er zo veel mogelijk op gericht om slachtoffers buiten de deur van de rechtsgang te houden. Daar is een goede reden voor. Wie ‘slachtoffer’ zegt, zegt ‘emotie’ en hoe je ook kunt denken over emoties in de rechtszaal, ze voegen betrekkelijk weinig toe en ze kosten veel tijd. Slachtoffers, althans degenen die hun stem verheffen, willen altijd strengere straffen en verjaring afschaffen.

Persoonlijke betrokkenheid vertroebelt de blik.

Het nadeel van de gangbare objectiverende rechtspraak, waarin slachtoffers van misdrijven de vereffening van het hun aangedane onrecht delegeren aan de blinde vrouwe Justitia, is duidelijk. Na een niet altijd even doorgrondelijk steekspel tussen de officier van justitie en advocaten komt de rechter uiteindelijk tot een vonnis, waarbij hij/zij van alles laat meewegen en waarvan slachtoffers maar moeten hopen dat hun belang niet is ondergesneeuwd. Terwijl er in een proces veel tijd wordt besteed aan het uitpluizen van verzachtende omstandigheden voor de verdachte, wordt de impact van de misdaad zelf overgelaten aan de verbeeldingskracht van de rechter. Dat slachtoffers zich buiten spel voelen staan is voorstelbaar.

Toch heeft inspraak van slachtoffers bij het bepalen van de strafmaat ook nadelen. Persoonlijke betrokkenheid vertroebelt de blik. Niet voor niets mogen artsen niet hun eigen familieleden behandelen. Een persoonlijke relatie ondergraaft een professionele relatie. Een slachtoffer van een misdrijf staat tegen wil en dank onmiskenbaar in een persoonlijke relatie met de dader die hem zo veel onrecht heeft aangedaan en leed berokkend. Spreekrecht, maar vooral inspraak bij de strafbepaling verlengt en versterkt die relatie. Tot verstikkens toe. Het is de vraag of een slachtoffer daarbij gebaat is, om van de rechtsstaat maar te zwijgen.

Artikelen in Column.