Spring naar inhoud


Ambities in de opvoeding

De methode Triple P, het Positief Pedagogisch Programma, wordt over de hele wereld gebruikt om ouders te ondersteunen die moeite hebben met de opvoeding van hun kinderen. Met succes, want Triple P timmert aan de weg met wetenschappelijk bewezen resultaten. De kern ervan is dat je als ouder het kind moet complimenteren voor goed gedrag en dat je vervelend gedrag om te beginnen dient te negeren en, als het aanhoudt, moet bestraffen door het kind een ‘time-out te geven in een prikkelarme omgeving’. Aldus wordt het kind geleidelijk in de gewenste richting gedreven. Supernanny en consorten verrichten op tv ook wonderen met deze methode.

Het klinkt allemaal heel simpel om niet te zeggen open-deurachtig, toch heeft deze aanpak voor mij nooit zo gewerkt. Al decennia lang benadrukken pedagogen het belang van complimenten, maar het rondstrooien ermee (‘Wat zit jij goed te kleuren!’) kwam mij voor als een gemaakte, onoprechte manier van doen. Als een kind zich ergens speciaal voor heeft ingespannen, oké, dan verdient het prijzende woorden, maar het meeste kindergedrag is onopmerkelijk. Erger dan geen compliment is een compliment krijgen voor iets banaals. Twee broertjes zitten zoet samen te spelen (voordat er tien minuten later ruzie zal ontstaan) – waarom zou je normaal gedrag prijzen? En dan die prikkelarme omgeving. Waar haal je die vandaan, als het kind domweg niet op de gang of de trap blijft zitten en, eenmaal opgesloten op zijn slaapkamer die vol ligt met speelgoed, uit woede de prikkels kapot dreigt te maken? Vervelend gedrag ging in mijn herinnering altijd gepaard met emotionele erupties en die scènes vielen niet te negeren en nauwelijks in te dammen – die moesten in al hun heftigheid worden doorstaan, zoals je een tornado uitzit.

Hoogleraar Micha de Winter heeft ook kritiek op Triple P. Hij vindt de methode te beperkt, omdat die alleen gericht is op concreet gedrag, terwijl het in een goede opvoeding ook zou moeten gaan om het bijbrengen van idealen en waarden, zoals tolerantie en empathie. ‘De ambities van ouders moeten hoger liggen dan je kinderen leren om netjes met mes en vork te eten,’ zei hij in een discussie met Matthew Sanders, de man van Triple P (Trouw 5 juni 2013).

Als voorbeeld van een hogere ambitie gaf De Winter ‘leren om een goede burger te zijn in een democratische, multiculturele samenleving’. Tjonge, aan dergelijke ambities heb ik nooit een gedachte gewijd in de opvoeding. Ik had mijn handen al meer dan vol aan het mes-en-vork-gedoe, ietsje breder: tafelmanieren. Er gingen jaren overheen, voordat wij onze kinderen inderdaad zo ver hadden dat ze mes en vork correct hanteerden, zonder geklaag opaten wat hun voorgeschoteld werd, zonder te schreeuwen deelnamen aan de tafelconversatie, vroegen of iemand anders misschien nog een stukje kip wilde voordat ze zelf de restanten opschrokten en dat soort algemene beleefdheden meer.

Beleefdheid gaat over het omzetten van opborrelende gevoelens in geaccepteerd gedrag.

Pedagogen noemen nooit beleefde omgangsvormen als nastrevenswaardig opvoedingsdoel. Beleefdheid heeft de naam van iets kruiperig opgeprikts en legt het af tegen een abstract en verheven ideaal als empathie. Maar empathie hoeft niet te worden geïnstalleerd, want het is een gevoel dat net als alle andere gevoelens (woede, verdriet, vreugde) in aanleg aanwezig is. Kinderen van een jaar of twee proberen al hun moeder, als die huilt, te troosten door haar een knuffelbeest te geven. Net zo min is het nodig om kinderen het concept rechtvaardigheid bij te brengen: een kind dat ziet dat z’n broertje een snoepje krijgt en hijzelf niet, begint vanzelf te protesteren. Beleefdheid daarentegen gaat over het omzetten van opborrelende gevoelens in geaccepteerd gedrag en daarvoor moet een lange leerweg worden afgelegd. Van gasten begroeten, handjes geven, dank je wel zeggen, tot aan afspraken nakomen en agressie beteugelen. Of een kind zich houdt aan beleefdheidsnormen is onmiddellijk zichtbaar en daarom veel makkelijker aan te leren en bij te sturen dan een abstracte waarde als goed burgerschap in een multiculturele samenleving.

Beleefdheid is net als hypocrisie een eerbetoon aan deugdzaamheid en de basis voor een opvoeding. Los daarvan koesteren ouders allerlei idealen, waarvan ze graag hun kinderen zouden doordringen: een religieuze levenshouding, filantropie, pacifisme, milieubewustzijn, intellectualisme, politiek engagement. Of die idealen aanslaan moeten ouders afwachten, maar zonder beleefdheid is de opvoeding hoe dan ook mislukt.

Artikelen in Column.


Morele druk tot filantropie

Beste Beatrijs,

Ik word bestookt met mails van een oude vriend die in het buitenland woont. Hij doet daar ontwikkelingswerk en zoekt financiering voor een kleinschalig project. De omschrijving van het project is bijzonder wollig en vaag, dus ik ben niet geneigd om er geld aan te geven. Ik heb er geen probleem mee als bekenden via een onpersoonlijke massamail om geld vragen voor een goed doel waar ze bij betrokken zijn, dan kan ik zelf besluiten of ik doneer of niet, en blijven we in beide gevallen even goede vrienden. Het probleem is dat hij zijn massamails van een persoonlijke aanhef voorziet, en mij daarna mailt of ik ze ontvangen heb, en mij zo voor mijn gevoel dwingt om te antwoorden op deze spam. Als ik hem negeer, geeft dat vast een rare sfeer, de volgende keer op een feestje. Hem antwoorden dat zijn project me niet aanspreekt is ook al niet gezellig. Of moet ik pragmatisch twee tientjes doneren om ervan af te zijn?

Vriend wil geld zien

Beste Vriend wil geld zien,

Houd voor ogen dat u als enige de baas bent over uw eigen portemonnee. U hebt vast wel wat geld over voor goede doelen, en u mag helemaal zelf beslissen welke doelen u belangrijk genoeg vindt om financieel te ondersteunen.

Geen enkele andere overweging doet ter zake. Het gaat zuiver en alleen om uw eigen gevoel van zin (zowel in de betekenis van nut als van enthousiasme). Hieruit volgt dat vrienden, familie en bekenden elkaar niet onder morele druk horen te zetten om geld ergens voor te verwerven. Natuurlijk mogen vrienden elkaar suggesties doen voor goede doelen – tenslotte is het hele systeem van crowd funding hierop gebaseerd – maar een suggestie is per definitie vrijblijvend. Het staat degene die de suggestie krijgt vrij om erop in te gaan of deze naast zich neer te leggen. Voelt men niet voor doneren, dan is het onnodig om excuserende verklaringen te geven waarom men niet doneert. Op dit punt is er geen verschil tussen bedel-e-mails van onbekende instanties of van bekenden. Negeren is duidelijk genoeg.

Dat uw vriend een persoonlijke aanhef gebruikt in zijn bedel-mails en navraag doet over de ontvangst doet er niet toe. Dit is een ongepaste manier om morele druk uit te oefenen en er is geen reden waarom u zou bezwijken voor morele chantage. U kunt gewoon doorgaan met negeren, u hoeft geen spam te beantwoorden en er is ook geen reden voor een rare sfeer, althans niet omdat ú iets verkeerds zou hebben gedaan. Als er al iemand zich incorrect gedragen heeft, is dat uw vriend. De volgende keer dat u uw vriend tegenkomt op een feestje doet u gewoon alsof er niets aan de hand is. U slaat hem op de schouder, u vraagt belangstellend naar zijn leven en werk, en u blijft weg van het onderwerp ‘donaties’. Wanneer uw vriend u alsnog het mes op de keel zet en vraagt waarom u niets hebt gestort (wat alweer een ongepaste vraag zou zijn), zegt u: ‘Sorry, ik heb andere prioriteiten voor mijn goede doelen.’

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Een bruiloft met een gat

Beste Beatrijs,

Mijn vriend en ik gaan trouwen en we zijn aan het brainstormen over de dagindeling van onze bruiloft. We vragen ons af hoeveel rekening we moeten houden met gasten die van ver komen (ongeveer anderhalf uur reizen). De meeste van deze verre reizigers worden alleen uitgenodigd voor de kerkdienst en de receptie. Wij zijn van plan om na de kerkdienst een diner te geven voor een klein gezelschap van voornamelijk directe familie en daarna de receptie te houden. Kunnen wij dan verwachten dat de verre reizigers zichzelf van eten voorzien in de tijd tussen kerkdienst en receptie? Of moeten we iets voor hen organiseren?

Een bruiloft met een gat

Beste Een bruiloft met een gat,

Dit lijkt me geen goed plan. Huwelijksgasten (of ze nu van ver of van dichtbij komen) hebben er een hartgrondige hekel aan om een paar uur aan hun lot te worden overgelaten, voordat ze weer welkom zijn bij het volgende programmaonderdeel. Het maakt een zeer ongastvrije indruk als het bruidspaar met een paar intimi lekker zit te eten, terwijl de rest z’n heil in de snackbar moet zoeken of op een parkeerplaats de meegebrachte boterhammetjes moet oppeuzelen. U kunt beter de receptie direct laten aansluiten op de kerkdienst en wat lichte hapjes erbij serveren. Na de receptie kunt u in alle rust in kleine kring dineren zonder dat de andere gasten jaloerse blikken door het raam naar binnen werpen, want die kunnen dan weer terug naar huis.

Artikelen in Bruiloft.

Gelabeld met .


Vragen naar relationeel verleden

Beste Beatrijs,

In mijn studententijd (jaren tachtig) heb ik op een jongeren-congres een aardig meisje ontmoet. Het klikte tussen ons, er kwam een vervolg, maar omdat we niet in dezelfde stad woonden, zagen we elkaar niet heel vaak. Het vrijen ging ons goed af, maar tot diepgaande gesprekken kwam het minder. De relatie hield geen stand. Een tijdje later vond ik mijn grote liefde, met wie ik nog steeds gelukkig getrouwd ben. Nu vroeg mijn vrouw laatst: ‘Hoe intiem zijn jullie indertijd met elkaar geweest?’ De vraag overviel me en ik heb me er met een ontwijkend antwoord van af gemaakt. Ik zie die relatie van destijds als een geheim tussen mijn toenmalige vriendin en mij. Ik verwijt mijn vrouw niet dat ze de vraag stelde. Ik onderschrijf helemaal dat je in een huwelijk geen geheimen voor elkaar mag hebben. Maar daar zijn toch grenzen aan als het ook anderen raakt? Of zie ik dat verkeerd?

Vragen naar vroeger

Beste Vragen naar vroeger,

Het werkt niet goed als mensen in een relatie elkaar de hemd van het lijf vragen over eerdere relaties. Laten we wel wezen: zodra mensen een bepaalde leeftijd hebben bereikt (zeg een eindje in de twintig), ze komen elkaar tegen, worden verliefd en gaan een intieme verhouding aan, dan kunnen ze er veilig van uitgaan dat ze voor elkaar niet de eerste waren. Natuurlijk spreken verse geliefden met elkaar over hun verleden en natuurlijk figureren significante exen in die gesprekken. Maar misschien komt niet elke scharrel aan bod. Veel mensen hebben ook herinneringen aan seksuele ontmoetingen die ze niet willen delen met hun reguliere partner. De vraag van de ene partner aan de andere naar namen en rugnummers (met hoeveel mensen heb je seks gehad en wie waren dat?) moet dan ook als buiten de orde en privacyschendend worden beschouwd. Ook mensen-in-een-vaste-relatie hebben recht op hun privé-lijken in de kast.

De vraag van uw vrouw ‘hoe intiem zijn jullie indertijd met elkaar geweest?’ gaat nogal ver en is des te eigenaardiger, wanneer je in aanmerking neemt dat een en ander zich meer dan twintig jaar geleden afspeelde. Het is onduidelijk waar uw vrouw precies naar vist. Naar details over seks? Die hoeft u niet uit de doeken te doen, want die vallen onder uw privacy. Het antwoord ‘Dat is iemand met wie ik een tijdje iets gehad hebt’ zou moeten volstaan. Iedereen weet wat dat betekent, daar komt verder weinig tekst en uitleg bij te pas.

Artikelen in Liefde en relaties.

Gelabeld met , .


De heilige graal van de animo

Het weekendmagazine van The New York Times wijdde onlangs een omslagverhaal aan de Nederlandse wetenschapper Adriaan Tuitens en zijn naspeuringen naar de bronnen van de vrouwelijke lust. Tuitens heeft een veelbelovende pil ontwikkeld die in de testfase verkeert en naar alle waarschijnlijkheid in 2016 op de markt komt onder de naam lybrido. De vrouwelijke tegenhanger van viagra, een farmaceutische oplossing voor het bekende probleem van ‘vrouwen in langdurige relaties die geen zin in seks meer hebben’.

Als dit middel inderdaad doet wat het belooft te doen, zou Tuitens de heilige graal van de animo gevonden hebben. Ergens wel of geen zin in hebben is een gemoedstoestand die zich tot nu toe uiterst weerbarstig heeft betoond tegen farmacologische ingrepen. Neem verslaving. Of het nu gaat om alcohol, drugs, sigaretten of eten, er bestaat geen pilletje dat de zin in die substanties effectief onderdrukt. Een alcoholist kan refusal innemen, maar dat leidt alleen tot misselijkheid bij alcoholconsumptie – de zin in een glaasje blijft recht overeind. Een middel dat (zonder akelige bijwerkingen) de zin in eten dempt zou in een klap een eind maken aan de obesitas-epidemie, maar dat bestaat niet en er is ook geen uitzicht op.

Ergens zin in hebben is vooral het resultaat van eerdere aangename ervaringen die een mens voortstuwen naar meer van hetzelfde. Waarbij het begin helemaal niet leuk hoeft te zijn. Iemand die een gezonder leven wil leiden en zich voorneemt om te gaan hardlopen doet dit aanvankelijk met grote tegenzin, totdat hij op een gegeven moment merkt dat het een prettig gevoel geeft en nog weer later voelt hij zich onprettig, wanneer hij een paar dagen níet heeft hardgelopen. Hij heeft zin gekregen in wat hem eerst moeilijk viel.

De leermechanismes die van toepassing zijn op hardlopen, pianospelen, boeken lezen of wat voor hobby dan ook en die resulteren in ‘er zin in hebben’, gelden niet voor seks. Tegelijkertijd onttrekt seks zich ook aan de simpele wetmatigheden die gelden voor zuiver biologische behoeftes aan zuurstof, eten, drinken, warmte, pijnvermijding. Die constante behoeftes kunnen worden bevredigd zonder haperingen op motivatiegebied. Met seks ligt het radicaal anders: iets wat eerst zeer belonend was, bijna tot verslavingsniveau aan toe, verliest in de loop der tijd zijn aantrekkingskracht. Althans voor vrouwen, mannen hebben notoir veel minder last van geen zin in seks.

Misschien zijn mannen wel geschikter voor de monogamie dan vrouwen.

Ongeveer 30 procent van de vrouwen tussen de 20 en de 60 lijdt in meer of mindere mate aan HSDD (hypoactive sexual drive disorder), een syndroom waarvoor een plaatsje is ingeruimd in de nieuwe DSM-V (het handboek van psychiatrische stoornissen). Een gigantische afzetmarkt voor lybrido! Je kunt je afvragen hoe abnormaal die vrouwen zijn. Misschien vinden ze seks met dezelfde persoon op den duur gewoon een beetje saai. Dat mannen daar minder last van hebben zou betekenen dat mannen eigenlijk veel beter zijn toegerust voor de monogamie dan vrouwen.

Van mannen wordt beweerd dat ze promiscuer zijn dan vrouwen (het evolutionaire verhaal van de rondsproeiende gratis zaadjes versus de schaarse, dure eicellen), maar in de praktijk tomen de meeste huisvaders hun promiscue lusten in en zijn ze prima tevreden met drie, vier keer in de week reguliere seks met hun wettige echtgenote. Een frequentie die voor de meeste vrouwen te hoog gegrepen is. Dus wordt het compromissen sluiten en krijgen vrouwen de schuld van ‘te weinig zin’. Toch denk ik dat er in het algemeen weinig mis is met het vrouwelijk libido. Het zit alleen anders in elkaar dan dat van mannen. Vrouwen hebben niet zozeer zin in seks als zodanig, als wel zin in een persoon. Een nieuwe man met alle duistere gevaren en afstandsoverbruggende intimiteit van dien zou wonderen doen voor de opwinding. Tijdelijk dan, want de effecten van nieuwheid nemen snel af, iets wat vrouwen weten en reden waarom zij op hun beurt afzien van promiscuïteit.

Het mannelijke seksprobleem is te vergelijken met iemand die naar sneeuw op het beeld van zijn tv zit te kijken. Hij roept een monteur erbij (een viagrapilletje) en het zaakje marcheert weer. Een vrouw die geen zin in seks heeft zit naar een saai tv-programma te kijken. Een monteur erbij roepen (lybrido slikken) zal weinig uithalen. Ze moet dan naar een ander kanaal zappen of het programma opwaarderen, dat wil zeggen: zin maken.

Artikelen in Column.


Stinkende buurman dringt zich op

Beste Beatrijs,

Wij zijn een jaar geleden verhuisd naar een mooi huis in een prettige buurt. Verderop in de straat woont een oude man alleen die altijd om een praatje verlegen zit, wanneer we hem buiten tegen het lijf lopen. Ik heb dat altijd afgehouden, omdat hij erg stinkt. Hij verwaarloost zichzelf en dat is te zien aan zijn vieze kleding en te ruiken aan de muffe geur die hij verspreidt.

Mijn man heeft die buurman een paar weken geleden tijdens een praatje uitgenodigd om binnen te komen voor een kop koffie. Daarna stonk het hele huis. De lucht was bijna niet weg te krijgen. Zelfs met alle ramen en deuren open en luchtverfrissers stonk de stoel waarin de buurman had gezeten de volgende dag nog. Sinds die keer staat de buurman regelmatig bij ons op de stoep met allerlei smoesjes en stuurt hij er telkens op aan om binnen te komen voor een praatje en koffie. Als we zeggen dat we geen tijd hebben of ergens naar toe moeten, zegt hij doodleuk dat hij morgen wel terugkomt. Het is best een aardige man en ik begrijp dat hij behoefte heeft aan contact, maar ik wil hem absoluut niet meer in mijn huis hebben. Hoe pak ik dit aan zonder hem te beledigen?

Stinkende buurman dringt zich op

Beste Stinkende buurman dringt zich op,

Dit is een heel precaire situatie. Het zou menslievend zijn om de buurman te informeren over zijn gebrek aan hygiëne, zodat hij maatregelen kan nemen om te voorkomen dat iedereen de hele tijd heel hard voor hem wegvlucht. Maar u zult weinig behoefte hebben om u het lot aan te trekken van een oude, ongewassen man, die tegen uw zin contact met u zoekt. Het ligt ook niet direct op de weg van buren om op te treden als elkaars opvoeders en verzorgers.

Ik raad u aan om voorlopig door te gaan met ontwijken en ontmoedigen (zeggen dat u geen tijd hebt, dat u weg moet enzovoort). De zomer komt er aan, dus is er sowieso weinig reden om de buurman binnen te vragen. Een kort praatje kan dan net zo goed buiten gebeuren – het zou ook aardig zijn om hem dat kleine pleziertje te gunnen. Tegen de tijd dat het herfst wordt, is hij er hopelijk aan gewend dat binnen koffie komen drinken een eenmalige uitzondering was.

Ik weet geen goede manier om u dit te vertellen, dus zeg ik maar waar het op staat.

Als hij doorgaat met zichzelf uitnodigen (bijvoorbeeld door aan te bellen en te vragen of hij koffie mag komen drinken), zult u er op een gegeven ogenblik niet aan kunnen ontkomen om duidelijkheid te verschaffen. Zeg dan: ‘Ik weet geen goede manier om u dit te vertellen, dus zeg ik maar waar het op staat: we vragen u niet binnen vanwege uw gebrek aan lichaamsverzorging. U geeft een onaangenaam sterke lucht af die in ons huis blijft hangen, en dat willen we niet. Het spijt me vreselijk om de boodschapper van slecht nieuws te zijn, maar zo ligt het. Sorry.’

Iemand die stelselmatig afhoudende signalen negeert kan de pijnlijke waarheid voor z’n kiezen krijgen. Ongetwijfeld heeft de buurman iets van begeleiding nodig bij zijn levenswijze. U zou hem kunnen suggereren om professionele hulp te zoeken. Of hij die raad opvolgt is zijn zaak, maar het lijkt erop dat hij een zorgmijder is en dan ziet het er tamelijk hopeloos uit.

Artikelen in Buren, Visite.

Gelabeld met , , , .


Kleurdictaat

Beste Beatrijs,

Als oom en tante hebben wij van een neef een uitnodiging ontvangen voor zijn huwelijk. We mogen de hele dag meebeleven, een hele eer. Op de kaart staat als dress code vermeld: ‘pastel chique’. Nu zijn pastelkleuren voor de familie van de bruid geen probleem: het zal hen goed staan (de bruid en haar zusjes kunnen zo doorgaan voor Italiaanse vrouwen). Zelf draag ik (vrouw van 60) nooit iets pastelachtigs, want ik ben al bleek genoeg. Heldere kleuren staan mij beter en daar voel ik me prettiger in. Hoe los ik dit dilemma op?

Pastel chique

Beste Pastel chique,

Stellen die gaan trouwen zijn gerechtigd om voor bruidsmeisjes (indien aanwezig) de outfit inclusief kleur te bepalen, maar voor andere gasten kunnen zij alleen de marges voorschrijven, waarbinnen de kleding moet vallen. Voor die marges kan gekozen worden uit diverse kledingcodes, zoals black tie, avondkleding, cocktail, feestelijk. Vervolgens mogen de vrouwelijke gasten zelf de kleur van hun kleding kiezen. Daar gaat het bruidspaar niet over. U kunt de dress code ‘pastel chique’, die overigens niet eens bestaat, rustig naast u neerleggen. Trek gewoon iets moois niet al te flamboyants aan waarin u met zelfvertrouwen de dag door kunt komen.

Artikelen in Bruiloft.

Gelabeld met .


Bloemetje meebrengen

Beste Beatrijs,

Als uitwonende studente kom ik af en toe het weekend thuis en altijd ben ik dan getuige van dezelfde discussie. Mijn moeder wil graag een keer van mijn vader een bosje bloemen krijgen en mijn vader vindt dat onzin. In zijn ogen heeft hij niets goed te maken en doet hij al genoeg in en rondom het huis. Dat laatste is absoluut waar, maar dat betekent nog niet dat hij af en toe mijn moeder niet eens kan verrassen. Hij weigert in te zien hoe zeer mijn moeder het zou waarderen als hij eens spontaan bloemen voor haar meebracht. In hun 33 jaar samen heeft hij dit nog nooit gedaan. Ik word stapelgek van deze discussie en zou er graag een eind aan maken, maar hoe? Moet mijn vader zich over zijn starheid heen zetten en doen wat ze vraagt? Of moet mijn moeder de hoop opgeven?

Nooit eens een bloemetje

Beste Nooit eens een bloemetje,

Als uw vader in geen 33 jaar een bosje bloemen voor uw moeder heeft meegebracht, dan zal het er wel niet meer van komen. Uw vader heeft natuurlijk ongelijk dat het meebrengen van een bosje bloemen zou betekenen dat hij iets goed te maken heeft. Het geven van bloemen betekent iets anders: een aardig gebaar willen maken, laten zien dat je van iemand houdt, een glimlach op het gezicht van je vrouw willen toveren, een blijk van waardering voor het feit dat de ander bestaat.

Uw moeder zegt al 33 jaar tegen uw vader dat ze smacht naar de verrassing van een bosje bloemen. Alleen al vanwege dit concreet geformuleerde verlangen, dat ook nog eens makkelijk te honoreren is, zou uw vader kunnen bedenken: ‘Vooruit, laat ik haar een plezier doen als ze die flauwekul zo belangrijk vindt, dan ben ik van het gezeur af.’ Maar nee, hij volhardt in weigerachtigheid en heeft zich ingegraven in zijn principe om bloemenstalletjes te vermijden alsof daar handgranaten aan de man worden gebracht. Misschien wordt het dan na 33 jaar toch zoetjes aan tijd voor uw moeder om haar fantasie op te geven en zich te troosten met het feit dat haar man althans klusjes in en om het huis doet. Terwijl uw vader het gras maait, kan zij zelf een bosje bloemen voor in huis gaan kopen. Zelfredzaamheid valt te verkiezen boven eindeloos doorzeuren over iets betrekkelijk onbelangrijks.

Als uitwonende dochter kunt u trouwens ook wel eens een bloemetje voor uw moeder meebrengen. Enthousiasme en dankbaarheid voor een onverwachte verrassing zullen u ten deel vallen.

Artikelen in Cadeaus, Huwelijk en scheiding.

Gelabeld met .


De regenjas als statement

Drie dagen rondgesjouwd in Istanboel en geen vrouw gesproken. Wel gezien natuurlijk. In een miljoenenstad lopen er vanzelf miljoenen vrouwen op straat. In zeer uiteenlopende outfits. De boerka was eigenlijk het enige wat daar ontbrak in het vrouwelijk kledingspectrum dat loopt van lange, zwarte gewaden, afgetopt door een sluier met een spleet voor de ogen, tot aan korte rokjes, hoge hakken, al dan niet met hoofddoek. Heel populair waren de regenjassen. In etalages stonden formaties van zes of zeven poppen, van hoofd tot voeten gehuld in een sjieke regenjas, en op straat zag je ze ook overal. Geen vormeloze gevallen (die droegen alleen oude vrouwen), maar elegante, strak getailleerde robe-manteaux van stevige, vaak glimmende stof, dicht geknoopt van kin tot enkel.

Mode is per definitie irrationeel, maar legt ook altijd een statement af. De mens en in het bijzonder de vrouw wil de buitenwereld met haar kleding iets meedelen over haar innerlijk leven. Wat die boodschap precies inhoudt blijft gissen. Een simpele invuloefening is het in ieder geval niet, want in Groot-Brittannië luidt de kledingcode voor vrouwen in het uitgaansleven ‘zo onbedekt mogelijk’, wat conform de feministische doctrine in het geheel niet moet worden opgevat als een uitnodiging voor handtastelijkheid. Gevolg is wel dat die vrouwen bij temperaturen rond het vriespunt staan te vernikkelen op de stoep voor de cafés, maar een jas aantrekken is kennelijk not done. In Istanboel daarentegen, waar het behoorlijk warm kan worden, sluiten vrouwen zich op in scherp gesneden regenjassen als een kip in cellofaanverpakking. Trendy of religieus gedreven? Van allebei een beetje waarschijnlijk.

Zowel de Britse als de Turkse vrouwen leggen een absoluut dédain voor het klimaat aan de dag en dat heeft een lichtelijk intimiderend effect. Hoe houden ze het vol en waarom dat masochisme? Het past mij als buitenstaander niet om cultuurcentristische kritiek op die mode los te laten, maar bij het zoveelste flanerende stelletje dat bestaat uit een geregenjaste, gehoofddoekte vrouw en een man blootshoofds in overhemd met korte mouwen denk ik toch onwillekeurig dat het niet helemaal eerlijk geregeld is.

Istanboel is een enorme metropool, waar ongetwijfeld alle denkbare, grootstedelijke poelen des verderfs te vinden zullen zijn, maar de seksesegregatie gaat heel ver. De regenjassen die het straatbeeld overheersen fungeren als een soort cocon. Je ziet meisjes en jonge vrouwen in groepsverband gezellig geiten met elkaar, thee drinken of kleine kinderen met zich meevoeren. Je ziet stelletjes. Je ziet gezinnen of grotere families. En verder niet. Er staan geen vrouwen achter de toonbank in winkels (behalve misschien bij de regenjasafdeling – daar ben ik niet geweest), geen vrouwen met handeltjes op straat, geen vrouwelijke taxichauffeurs of trambestuurders en geen serveersters. Vooral dat laatste is opmerkelijk in een stad met zo veel horeca. Voor elk restaurant staan mannen buiten klanten te werven en binnen opereert standaard een zwerm obers. Geen vrouw te bekennen in de dienstensector, behalve dan achter de kassa van het museum of als suppoost.

Schijnintimiteit tot stand brengen zou slecht afstralen op de vrouwelijke deugdzaamheid.

Ik kan wel een reden bedenken waarom dat zo ligt: het verkopen van dingen (of dit nu maaltijden of spullen zijn) wordt op een heel persoonlijke manier aangepakt. Vanuit westers oogpunt: opdringerig. De verkoper of ober probeert altijd een relatie aan te gaan met potentiële klanten om hun iets te slijten. Dit soort schijnintimiteit tot stand brengen zou slecht afstralen op de vrouwelijke deugdzaamheid. Dus wordt de hele sector laagbetaald werk dat contact met onbekenden vergt taboe verklaard voor vrouwen.

Turkije is een modern land dat met het percentage vrouwelijke hoogleraren hoger scoort dan Nederland. Een sieraad voor de emancipatie. Hier geen miezerige discussies over falende vrouwen met deeltijdbaantjes. Maar hoe de meerderheid van ongeschoolde of laagopgeleide vrouwen dan wél aan een eigen inkomen moet komen is een raadsel, als de detailhandel en de horeca strikt voor mannen zijn gereserveerd. In sweat shops achter gordijnen in de kledingindustrie? Ergens waar ze niet zichtbaar zijn in ieder geval. Nu ik erover nadenk valt mij toch een vrouw in met wie we gesproken hebben: de receptioniste van het hotel. De balie was niet parterre, maar uit het zicht op de eerste verdieping. Ze was jong, mooi, vriendelijk en zakelijk. Klantwerving was niet nodig, want we hadden van te voren betaald. Ze droeg geen regenjas.

Artikelen in Column.