Spring naar inhoud


Een logé voor vier maanden

Beste Beatrijs,

De vriend van mijn schoonzus heeft een stageplek voor vier maanden gevonden in Amsterdam en heeft gevraagd of hij in die periode bij ons mag logeren. Ons huis is groot genoeg en we hebben wel vaker logés voor een week. Ik kan het prima vinden met de vriend van mijn schoonzus, maar ik vind vier maanden wel erg lang. Kunnen we dit verzoek weigeren of is dat erg ongastvrij? En als we dit weigeren, hoe kunnen we dat doen zonder hem en de familie voor het hoofd te stoten?

Hoe zeggen we nee?

Beste Hoe zeggen we nee,

Vier maanden logeren is inderdaad erg lang. Zeker wanneer logeren neerkomt op mee ontbijten en avondeten, dezelfde badkamer gebruiken en ’s avonds in uw huiskamer zitten. Het ligt anders wanneer u een aparte etage hebt, waar logés hun eigen gang kunnen gaan zonder van al uw voorzieningen gebruik te hoeven maken. Als niemand elkaar in de weg zit, kunt u zich best ruimhartig opstellen tegenover een schoonfamilielid. Maar voor een logé in de hoedanigheid van extra huisgenoot lijkt een periode van vier maanden te lang. De privacy komt erg onder druk te staan en dat is voor geen van beide partijen een aantrekkelijk vooruitzicht. Bespreek dat met de vriend in alle openheid. Attendeer hem op de mogelijkheid om tijdelijk een studentenkamer onder te huren. Er zijn veel studenten die voor een paar maanden naar het buitenland gaan of zelf in een andere stad stage lopen en voor die periode hun woonruimte onderverhuren. Als hij op tijd begint met zoeken moet het niet zo moeilijk zijn iets te vinden.

Artikelen in Schoonfamilie, Visite.

Gelabeld met .


Dwingend groepsgebeuren

Beste Beatrijs,

Ik (vrouw, eind twintig) heb sinds drie jaar een relatie. Mijn vriend heeft een zeer hechte vriendengroep uit zijn tienertijd. Ieder weekend gaan zij samen uit. Sinds een tijdje zoeken ook de vriendinnen van de heren elkaar apart op. Als de vriendengroep een weekendje weggaat, dan plannen de vriendinnen van de heren samen ook een stedentripje. Ik heb zelf genoeg vriend(inn)en en ik heb geen behoefte aan extra sociale verplichtingen. De vrouwen in deze groep spreken me bovendien niet erg aan. Inmiddels komen de dames bijna iedere week bij elkaar. Als ik eens met mijn vriend meega, bijvoorbeeld naar een feestje van een vriend, krijg ik vaak te horen van de dames dat ze het zo jammer vinden dat ik er zo weinig bij ben. Ik wil ze niet tegen me in het harnas jagen, maar ik hoef ze niet zo vaak te zien.

Hoe kom ik hier onderuit?

Beste Hoe kom ik hier onderuit,

Wanneer een nieuwe relatie gevestigd raakt, leert men ook elkaars vrienden kennen. Met sommigen ontwikkelt zich ook een vriendschap, met anderen wil het niet boteren. Dat wordt op den duur vanzelf duidelijk. Het is in ieder geval geen wet van Meden en Perzen dat de vrienden van een geliefde ook je eigen vrienden worden, laat staan de vriendinnen van die vrienden. U hoeft niet mee te doen met een vriendinnengroep die gratis bij uw geliefde zit inbegrepen en die u niet zelf heb uitgekozen. Het is nogal vanzelfsprekend dat u uw eigen vriendenkring voorrang geeft boven de partners van de vrienden van uw vriend. Dat staat incidentele gezelligheid met deze parallelgroep absoluut niet in de weg.

Zeg gewoon eerlijk hoe u erover denkt. Wanneer iemand licht verwijtend opmerkt dat u zich afzijdig houdt van het groepsgebeuren, zegt u: ‘Sorry, ik vind het heel gezellig om jullie af en toe tegen te komen, maar ik heb zelf een aantal vrienden die ik al heel lang ken, met wie ik ook wil afspreken. Zo veel vrije tijd heb ik nou ook weer niet.’ Dat zullen ze heus wel begrijpen en zo niet, pech voor hen.

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Niet geaccepteerd als partner

Beste Beatrijs,

Mijn partner is zeven jaar geleden bij zijn ex weggegaan na een huwelijk van ruim 30 jaar. De scheiding verliep moeilijk. Zes jaar geleden kregen wij een (lat)relatie via internetdating. We wonen 100 km bij elkaar vandaan. Mijn vriend is vorig jaar gepensioneerd, mijn dochter woont sinds een jaar op kamers en langzamerhand zijn we toe aan samenwonen. Onze relatie met mijn familie, mijn dochter en zelfs met mijn ex is warm, maar bij de twee volwassen dochters van mijn vriend ben ik niet welkom. Ze denken dat, als ik er niet geweest was, het huwelijk van hun ouders nog een kans had gehad.

Ik was niet welkom bij hun huwelijken en bij de geboortes van de kleinkinderen. Dat stoorde me destijds niet, maar ik ben nog steeds nergens welkom, ook niet op zomaar een familiebezoekje. Als ik hen tref bij mijn partner, voel ik de spanning in de lucht. Mijn partner brengt steeds meer tijd door bij zijn dochters om te helpen en op te passen. Bij mij neemt de spanning toe door het uitgesloten worden. Laatst heeft mijn partner mijn gevoel wederom besproken met zijn dochters, maar zij hebben geen behoefte aan omgang met mij. Hij weet niet wat hij er nog aan doen kan. Hoe nu verder?

Uitgesloten door dochters

Beste Uitgesloten door dochters,

Dit is een slecht uitgangspunt om samen te gaan wonen. Uw partner wordt opgeslokt door de gezinnen van zijn dochters, waar hij moet oppassen, en die dochters moeten u niet. Hun reserve was te begrijpen toen de scheiding van hun ouders vers was, maar u bent intussen zes jaar samen met hun vader en dan wordt het tijd om de nieuwe situatie te accepteren. Het is buitengewoon kinderachtig om de nieuwe relatie van hun vader als steen des aanstoots te nemen. Maar ja, u hebt daar verder geen invloed op. Ik raad u in ieder geval af om in te trekken bij uw vriend, als zijn familie zo vijandig tegenover u staat. Het is hoe dan ook de vraag of u er wel goed aan doet om 100 km verderop te gaan wonen en uw eigen sociale omgeving te verlaten. Zelfs als die dochters zouden ontdooien, staat u dan te trappelen om samen met uw vriend voortdurend op zijn kleinkinderen te moeten passen? Ik kan me zo voorstellen dat u nog wel andere prioriteiten in uw leven hebt.

Vanuit deze invalshoek is het ook wel rustig om geen dagelijkse bemoeienis met de familie van uw partner te hebben. Ik raad u aan om voorlopig alles maar te laten zoals het is en in uw eigen huis te blijven wonen. Als er iets moet veranderen, zou het de houding van die dochters moeten zijn, en dan is het de taak van uw partner om tegen zijn kinderen te zeggen dat het toch echt tijd is om op te houden met de uitsluitingsmanoeuvres (want dat hij anders misschien niet zo veel zin meer heeft in de oppaswerkzaamheden). Dat laatste is niet heel sjiek; anderzijds valt het uw vriend niet kwalijk te nemen dat hij er genoeg van krijgt om altijd maar hand- en spandiensten te verrichten voor het nageslacht, terwijl dat nageslacht niets terugdoet waar hij op zijn beurt blij mee zou zijn.

Artikelen in Huwelijk en scheiding.

Gelabeld met , .


Contact houden met broer

Beste Beatrijs,

Mijn oudste broer interesseert zich totaal niet voor zijn twee broers, zijn zus en hun gezinnen. Hij is altijd al wat zonderling geweest en sinds het overlijden van onze ouders zien we hem alleen nog op begrafenissen. ‘De jongeren moeten naar de oudere komen’ is zijn credo. Ik als jongste broer ben inmiddels halverwege de vijftig en vind het een vreemd standpunt. Nu ga ik binnenkort verhuizen en ik vraag me af of ik het kan maken om deze broer geen verhuisbericht te sturen. Waarom zou ik? Hij stuurt me nooit een kerstkaart (ik wel naar hem) Ik voel me zo vervreemd van hem dat niet sturen de beste optie lijkt.

Broer afschrijven?

Beste Broer afschrijven,

Houd de eer aan uzelf en stuur uw broer een verhuisbericht! Wat kost dat u nou helemaal behalve een postzegel? Of stuur hem een mailtje met uw nieuwe adres. Als uw broer geen prijs stelt op contact met u, moet hij dat weten, maar aan u kan het in ieder geval niet gelegen hebben. Wat u wil vermijden is een situatie, waarin hij kan zeggen: ‘Ik miste mijn jongste broer en had hem graag gesproken, maar hij heeft me nooit een adreswijziging gestuurd en ik heb zijn telefoonnummer niet, dus ik wist niet hoe ik hem kon bereiken.’ U kunt trouwens best zelf nog eens een initiatief voor contact nemen. Ook de zonderlingen willen af en toe wel eens hun familie spreken.

Artikelen in Broers en zussen, Post.


Erfenis voorverdelen

Beste Beatrijs,

Mijn vader (81 jaar) is uitbehandeld na uitgezaaide kanker. Hij ligt in een hospice en heeft waarschijnlijk niet lang meer te leven. Wij, de kinderen, (onze moeder leeft al jaren niet meer) hebben deze week een familieberaad gehad. Mijn zus stelde de vraag of haar dochter, die binnenkort een groter huis gaat bewonen, de linnenkast van mijn vader mocht hebben. Ze was van plan was om het ding op korte termijn weg te halen en in gebruik te nemen. Dit voelt ongepast, omdat mijn vader nog leeft. Wat vindt u?

Op voorhand verdelen

Beste Op voorhand verdelen,

Uw vader zal binnenkort komen te overlijden en zijn kinderen zullen zijn bezittingen erven. Zijn gretige kleindochter vraagt nu al om de linnenkast van haar opa. Het is niet erg fijngevoelig om schoon schip te maken met zijn bezittingen, voordat hij overleden is. Het ligt anders, wanneer zijn huis ontruimd moet worden omdat hij er toch niet meer in zal terugkeren. Sommige bejaardenvoorzieningen, waaruit bewoners vertrekken naar een hospice, moeten meteen leeggehaald worden. Maar als uw vader in zijn eigen huis woonde, is er geen reden om haast te maken met de onttakeling daarvan. Het is bovendien handiger om spullen tegelijk weg te slepen. Stel dat kleindochter de linnenkast krijgt, dan is er misschien nog andere huisraad (crapauds, paraplubakken, schemerlampen) die ze kan gebruiken en die ze in dezelfde moeite mee kan nemen.

Een verblijf in een hospice duurt doorgaans niet heel lang. Familieleden zouden het geduld moeten opbrengen om de dood rustig af te wachten, de zieke bij te staan op zijn sterfbed en pas na het overlijden over te gaan tot afhandeling van de erfenis. Die linnenkast loopt niet weg.

Artikelen in Dood en begrafenis.

Gelabeld met .


Bouillonblokjes? Sorry, dat sla ik even over

Ergens in de jaren tachtig kreeg ik voor het eerst een vegetariër over de vloer bij een etentje dat ik had georganiseerd. Hij had dit, zoals het hoort, van tevoren medegedeeld: ‘Je weet dat ik vegetarisch eet, hè?’ ‘Natuurlijk! Geen probleem!’ Tot die tijd had ik me nooit verdiept in het vegetarisme, behalve dat ik wist dat er geen vlees op het menu mocht staan, en ik maakte dan ook de klassieke fout door in een verder vlekkeloze gevarieerde groentemaaltijd een handvol spekjes toe te voegen aan het voorgerecht, de spinaziesoep. Tot mijn schrik en verbazing viste de vegetarische gast ze uit de soep en legde ze op de rand van z’n bord. Wederzijdse excuses. Schaamte aan mijn kant. Geruststellende woorden van de vriend.

Mijn fout kwam voort uit gebrek aan kennis. Ik verkeerde in de mening dat ‘geen vlees’ geen biefstukken, gebraden kippen of schnitzels betekende. Een paar spekjes beschouwde ik niet als echt vlees, meer als een soort smaakmaker. Wat nergens op slaat, maar zo nonchalant ging ik om met de ideologie. Nog een geluk dat ik geen forel of garnalencocktail had geserveerd. In mijn onnozelheid dacht ik dat vis buiten het vleesverbod viel, maar mijn vegetarische vriend verzekerde mij dat vis ook een vorm van vlees was.

Sinds die nuttige les van dertig jaar geleden weet ik waar ik me aan te houden heb met vegetarische bezoekers, die zich trouwens steeds vaker aandienen, iets waar ik prima mee uit de voeten kan, want als moderne flexitariër houd ik er tegenwoordig ook regelmatig vleesloze dagen op na. Ik zet zelfs veganistische maaltijden op tafel, mochten bezoekers van die richting zijn, al moeten ze niet te vaak komen eten, want ik vind het toch wel moeilijk om iets lekkers klaar te maken, waar geen enkel dierlijk product aan te pas mag komen. Niets van zuivel, geen mayonaise, geen gelatine, geen ansjovisblikje. Saai, dat ascetisme! Maar goed, ik doe m’n best.

Ik ben doordrongen van de morele onberispelijkheid van het vegetarisme: dieren ombrengen ten behoeve van het menselijk gerief is een dubieuze, lichtelijk beschamende gewoonte. Vegetarisme is beter voor de dieren, het milieu, het klimaat, kortom voor de planeet. Hoe meer vegetariërs, hoe beter, maar toen mijn eigen dochter haar bekering meedeelde, moest ik even slikken. Ik complimenteerde haar – dat doe je als iemand een goede daad verricht – maar eigenlijk vond ik het vervelend. Het gaat me nog niet eens om de relatief geringe inspanning om met haar overtuiging rekening te houden, wanneer ze thuis weer eens mee eet. Zo ingewikkeld is het niet om een kippenpoot door een sojaburger te vervangen.

Zo belangrijk is eten niet. Je mag blij zijn dat het er is.

Mijn probleem met vegetarisme is de kieskeurigheid die ermee gepaard gaat. Vegetariër zijn betekent dat je jezelf als zodanig bekend moet maken, zodat mensen zich kunnen voorbereiden. Als je ergens spontaan aanschuift aan de dis, betekent het dat je vragen moet stellen: ‘Wat is dat voor soep? wat zit erin? bouillonblokjes? sorry, dat sla ik even over.’ Als kind heb ik er ingeramd gekregen dat het vreselijk onbeleefd is om vragen te stellen over ingrediënten van gerechten en vervolgens op grond van de antwoorden het eten te weigeren. Zo belangrijk is eten niet. Je mag blij zijn dat het er is. Liever gooi ik mijn eetprincipes (die ik als omnivoor niet heb) overboord dan dat ik mensen beledig door het eten af te wijzen dat zij in hun nietsvermoedende gastvrijheid voor mij gekookt hebben. Die weerzin tegen moeilijk doen maakt mij ongeschikt voor het vegetarisme. Narrow escape, want ik vind vlees ook gewoon lekker. Mijn dochter hoort bij de softere vegetariërs en eet wel eens vis: ze is een pescetariër. Niet heel recht in de leer dus. Gelukkig maar.

Artikelen in Column.


Geen zin in schoonzus als logé

Beste Beatrijs,

Ik kom uit Oost-Europa, ben met een Nederlander getrouwd en woon al lang in Nederland. Een tijdje geleden is ons gezin naar een groter huis verhuisd, een goede aanleiding voor bezoek van mijn familie. Mijn broer wil graag binnenkort langskomen met vrouw en twee (grote) kinderen. Ze willen dan twee of drie nachten blijven. Dat lijkt me heel leuk, behalve dat ik opzie tegen mijn schoonzus. Ik vind het moeilijk om met haar om te gaan. Ze is lomp, voert niet graag een gesprek, doet chagrijnig en kortaf aan de telefoon. Ik overweeg om aan te bieden dat de kinderen bij ons logeren en dat de ouders wegens gebrek aan slaapplaatsen beter in een Air B&B kunnen overnachten. Zou ik dan moeten aanbieden om de kosten te betalen? Hoe pak ik dit aan?

Ik krijg kippenvel van haar

Beste Ik krijg kippenvel van haar,

Uw schoonzus zit in het familiepakket van uw broer. Er is geen manier om haar buiten de deur te houden en de rest van de familie welkom te heten. Als u te weinig slaapplaatsen hebt, kunt u natuurlijk een deel van de familie naar elders verwijzen. Wie dat zijn beslissen uw broer en schoonzus. Gesteld voor zo’n keuze geven de meeste gezinnen er trouwens de voorkeur aan om met z’n allen in een hotel of B&B te slapen. Gezinnen zijn niet dol op opsplitsen. Tenzij de kinderen oud genoeg zijn om zelfstandig te opereren in vakanties en dan zouden zij eerder in aanmerking komen om elders te slapen. Of u moet betalen hangt af van ieders financiële situatie. Als uw broer weinig geld heeft, moet u zeker zijn logies betalen. Als hij geld genoeg heeft, hoeft dat niet. Maar als hij geld genoeg had, zou hij zelf wel een hotel hebben gereserveerd. Zo fantastisch is dat logeren nou ook weer niet.

Hoe dit ook zij, de B&B-route komt alleen in aanmerking, wanneer u echt geen slaapplaatsen hebt. Wanneer u een ander gezin van vier personen (die u wél allemaal aardig vindt) met een beetje inschikken best zou kunnen herbergen in uw huis, dan zou dat voor het gezin van uw broer ook moeten gelden. Gebrek aan sympathie voor de schoonzus is geen reden om haar en uw broer naar elders te verwijzen. Bedenk ook dat het outsourcen van het slapen nauwelijks verlichting geeft. ’s Nachts hebt u sowieso geen last van haar.

Zet u over uw gevoelens van antipathie heen, en heet haar gewoon welkom als onvermijdelijk deel van de familie. Uw broer houdt het al jaren met haar uit, ze zal ook haar goede kanten hebben. Ze zal de elementaire wetten der gastvrijheid wel kennen en niet geneigd zijn de hand te bijten die haar voedt en onderdak biedt. Als u zich vriendelijk en gezellig gedraagt, zal zij ook wel haar beste beentje voorzetten. Drie dagen moeten door te komen zijn. En als ze chagrijnig doet, blijven er altijd nog uw broer en zijn kinderen over om een leuke tijd mee te hebben. Maak u niet te veel zorgen van tevoren, het zal allemaal best meevallen.

Artikelen in Schoonfamilie.

Gelabeld met .


Een jurk met blote armen

Beste Beatrijs,

Ik mag mijn echtgenoot vergezellen naar een zakelijke, feestelijke receptie. Ik was van plan een nette jurk te dragen, met panty’s, hakken, accessoires. Met een nette jurk bedoel ik dan beschaafde kleuren, geen decolleté, geen oksels in beeld, net boven knie. De jurk laat de armen bloot, de mouwen bedekken alleen de schouders. Mijn man stelt dat de bijeenkomst formeel is, en daar horen geen blote armen bij. Hij doet een pak aan en vindt dat ik een mantelpak aan moet. Wat moet prevaleren, het zakelijke of het feestelijke?

Mogen mini-mouwen?

Beste Mogen mini-mouwen,

Als u in de rol van echtgenote mee gaat met uw man naar een receptie, dan mag u best een jurk met blote armen aan. Een bijeenkomst waar partners van employés bij aanwezig mogen zijn en waar alcohol wordt geserveerd heeft geen formeel karakter. Voor de vrouwen in het gezelschap (niet alleen de introducées, maar ook de gesalarieerden) een mooie gelegenheid om hun werkkloffie te verwisselen voor een fleuriger outfit. Met een mouwloos jurkje zult u zeker niet detoneren.

Artikelen in Zakelijke relaties.

Gelabeld met .


Efficiënt eten

Beste Beatrijs,

Ik ben een jongen van 17 die in zijn jeugd wel eens heeft horen verwijzen naar het eten met vork en mes, maar ik heb het nooit echt opgedrongen gekregen. Nu hoor ik er opeens meer over en ik denk dat ik er een andere blik op heb, doordat ik er nooit mee ben opgevoed. Want waarom is die traditie er om bij (deftige) maaltijden het mes te gebruiken om te schuiven, terwijl de vork hier vanwege de kromme vorm veel geschikter voor is? En de lepel is veel handiger om voedsel dat uit kleine brokjes bestaat (macaroni, rijst) naar de mond te transporteren dan de vork, waar het vaak vanaf valt. Moet ik mij voegen naar deze oude onlogische traditie, of zal ik in mijn eentje een missie beginnen om eten met vork en lepel tot de nieuwe standaard te maken (als er niet gesneden hoeft te worden)?

Kritische eter

Beste Kritische eter,

De traditie van eten met mes en vork bestaat nou eenmaal en iedereen die deze niet toepast wordt gezien als ‘iemand die niet weet hoe het hoort’. Je kunt wel in je eentje een anti-campagne beginnen, maar je zult er niet ver mee komen. Mensen die jou op je eigen efficiënte manier zien eten (te denken valt aan huidige of toekomstige werkgevers, ouders van vrienden of vriendinnen, mensen-met-status wier oordeel op een of andere manier belangrijk voor je kan zijn) zullen nooit openlijke kritiek op je ventileren, maar bij zichzelf denken: ‘Dat is iemand die van huis uit te weinig heeft meegekregen, arme jongen, kan hij ook niets aan doen, maar het is wel een minpuntje’. Zij zullen dat niet alleen denken, zij zullen dit ook tegen anderen opmerken: ‘Aardige jongen, maar helaas geen tafelmanieren.’

Ik kan je verzekeren dat niemand zal denken: ‘Wat een openbaring! Die jongen heeft een veel betere manier van eten ontwikkeld! Slim van hem, dat ga ik ook doen!’ Ik raad je aan om jezelf aan te wennen om de warme maaltijd op de standaard manier tot je te nemen: met mes en vork. Daarmee richt je de aandacht niet op een verkeerde manier op jezelf. Bovendien: zo moeilijk is het niet. Een kind kan de was doen.

Artikelen in Eten en drinken.

Gelabeld met .