Spring naar inhoud


Flexibel

Uit het nationaal kennisdebat is maar één kreet tot me doorgedrongen: 'levenslang leren'. Onder dit banier worden Nederlanders geacht de 21ste eeuw binnen te marcheren. Mijn onmiddellijke reactie is: Redden wie zich redden kan! Alles is goed, als ik maar niet levenslang hoef te leren.

In onze maatschappij is het de jeugd die zijn tijd aan leren besteedt, terwijl de volwassenen werken. Daar zijn efficiënte redenen voor: niet alleen zijn kinderen fysiek minder goed in staat tot werken dan volwassenen, maar ook kunnen volwassenen minder goed leren dan kinderen. Wie na z'n twintigste geprobeerd heeft een vreemde taal te leren weet wat ik bedoel. Wat een kind op z'n achtste moeiteloos komt aanwaaien, kost een volwassene jarenlange inspanning.

Kinderen kun je alles laten leren, zeker als ze bij de pinken zijn, maar op een gegeven moment is het genoeg. Dan moet het afgelopen zijn met examens over van hogerhand voorgeschreven boeken en onderwerpen. Op dit punt in mijn leven bepaal ik zelf of ik me nog verder wil ontwikkelen en zo ja, hoe. Als ik ergens iets naders van wil weten, dan lees ik een boek en onthoud lekker alleen wat ik interessant vind. Dit noem ik geen leren, dit is ergens kennis van nemen.

Een regime van levenslang leren is gericht op het kweken van flexibele werknemers, die voortdurend nieuwe uitdagingen aangaan. Dit klinkt swingend, maar in de praktijk komt het erop neer dat de flexibele werknemer multi-inzetbaar moet zijn, op afroep beschikbaar en, als hij weigert zich te voegen, op staande voet ontslaanbaar. Zo'n dynamiek is misschien spannend voor twintigers, maar niet voor ouderen met een gezinsleven en een hypotheek.

Flexibilisering van de werknemer wordt aan de man gebracht met een verwijzing naar de informatie-revolutie: tegenwoordig gaan de ontwikkelingen zo snel, dat de kennis van vandaag morgen al niet meer bruikbaar zou zijn. Ouderen weten dat dat onzin is. Iemand die in de jaren vijftig biologie heeft gestudeerd is uitstekend in staat om dit vak op middelbare-schoolniveau te doceren. Al die vijftigers en zestigers die in ons land op belangrijke posten de lakens uitdelen doen niets extra's behalve hun vakliteratuur bijhouden. En als hun bedrijf of instelling op een ander computersysteem overschakelt, volgen ze een cursusje van een dag.

Er is geen gigantische stroomversnelling, er vinden geen revolutionaire veranderingen plaats, het stelt allemaal niets voor. Er is dus ook geen reden om mensen bang te maken dat ze het niet meer zouden kunnen bijbenen. Dat dat toch gebeurt heeft een andere oorzaak: zo kunnen ouderen, die zoals bekend hogere salarissen krijgen, er beter worden uitgeknikkerd.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan