Spring naar inhoud


Bestwil

Beatrijs Ritsema

In Amsterdam zijn het vorig jaar 47 lijken aangetroffen van mensen, meest oude mannen, die dagen tot maanden dood in hun woning lagen. Als ik zo’n berichtje in de krant lees, is mijn eerste gedachte: 47 door niemand gemiste doden? Dat valt nog reuze mee. Het had me niet echt verbaasd als dat aantal twee of drie keer zo hoog was geweest. Niet dat ik het geen treurige zaak vind. Het is altijd tragisch als de mensen door niemand betreurd in eenzaamheid doodgaan. Maar het is ook heel onaangenaam om de schuld van zo’n deprimerende dood naar de omstanders te schuiven. ‘De grote stad zorgt voor steeds meer individualisme, daarbij kijken mensen niet meer naar elkaar om,’ zei een woordvoerder van de Amsterdamse GG&GD in reactie op de 47 lijken.

Fijn dat deze GG&GD-man zich zo in de rol van dominee heeft ingeleefd. Onze door individualisme getekende tijd drijft mensen ertoe onbekommerd hun eigenbelang na te jagen en zich niets gelegen te laten liggen aan buren die onder hun ogen liggen te verkommeren en te creperen. Die 47 doden zijn de schuld van u en ik, weldenkende mensen die een comfortabel leventje leiden en zich intussen welbewust afsluiten voor het lijden van hun naaste. Maar zo ligt het helemaal niet. De mensen die op zo’n manier aan hun einde komen zijn een lange weg gegaan van onaangepast gedrag, verslavingen, conflicten met familieleden, arbeidsproblemen en mislukte hulpverleningsinterventies. Daar zit vijftig, zestig, zeventig jaar ellende achter. En dan krijgt de sociale omgeving de schuld, als zo iemand ook eens een keer komt te overlijden net als ieder ander. Terwijl die buren alleen maar overlast gehad hebben. Ze kregen ongedierte, lawaai en stank te verduren, maar ze hadden kennelijk moeten riposteren met een pannetje soep en een therapeutisch gesprek.

De eenzame dood is inderdaad een gevolg van het individualisme, maar dit heeft niets te maken met egoïsme, alswel met het idee dat zelfbeschikking de hoogste waarde in het leven vormt. Iedereen in het westen, van oud tot jong, van links tot rechts, van arm tot rijk, onderschrijft deze waarde. Zelfbeschikking en onafhankelijkheid zijn belangrijker dan al het andere. Bij consequentie ook voor mensen die helemaal niet tot zelfbeschikking in staat zijn en er alleen maar brokken mee maken.

Vijftig jaar geleden, toen de maatschappij nog niet individualistisch was maar paternalistisch of collectivistisch, waren er ook personen met wie niets te beginnen viel. Die werden misschien aanvankelijk liefderijk opgevangen door opofferende familieleden (of buren), maar als de sociale omgeving dit op een gegeven moment niet meer op kon brengen, werden de onaangepaste personen zonder pardon opgesloten in een inrichting, waar de overlast binnen de perken gehouden kon worden. Als ze daar stierven, gebeurde dat niet onopgemerkt, dus de schande van het ontbindende lijk bestond niet. Maar dat is dan ook alles. Je had natuurlijk wel de schande van de onvrijwillige opsluiting. Althans, zo wordt daar nu tegenaan gekeken. In deze tijd wordt niemand meer onvrijwillig opgesloten. Tenzij criminelen met een veroordeling. Maar het maatschappelijk soelaas is van korte duur en een gevangenisverblijf zet misdadigers niet op het rechte pad, integendeel, ze versterken alleen hun connecties in het criminele circuit. Een onvrijwillig verblijf in een psychiatrische inrichting heeft ook weinig nuttig effect. De inrichtingswerkers hebben bovendien helemaal geen zin in ongemotiveerde mensen. Met dezulken kunnen ze niet uit de voeten. Die vormen een aanslag op de energie, het budget en het vooruitgangsgeloof. Die kun je maar beter kwijt dan rijk zijn.

Het was vroeger makkelijker om mensen die overlast gaven, of afweken van het stramien op de een of andere manier weg te werken. Allerlei soorten van onaangepastheid wekten angst en walging. In mijn eigen streng-katholieke familie van de vroege 20ste eeuw kreeg een artistiek, al te flirterig meisje het klemmende consigne om ‘een bruidje van Jezus’ te worden, een eufemisme voor levenslange opsluiting in een klooster.

De meeste mensen, in wat voor cultuur ze ook leven, bekommeren zich zo goed en zo kwaad als het gaat om hun familie, vrienden en andere naasten. Er zijn er ook die om wat voor reden dan ook buiten de boot vallen en vereenzamen. Voor hun bestwil hadden zij geholpen moeten worden. Maar als iemand niet in zijn eigen bestwil is geïnteresseerd, krijg je hem ook niet zo ver. Dat is de kern van het individualisme waar niemand van af wil.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan