Spring naar inhoud


Het persoonlijke huwelijk

Beatrijs Ritsema

Gisteravond deed er voor het eerst een homo-stel mee aan Linda de Mols programma Loveletters, een quiz waarin verliefde paren strijden om de eer op tv in de echt te worden verbonden. En ze wonnen ook nog en trouwden ter plekke. De Telegraaf had afgelopen zaterdag op de Privé-pagina al ruimhartig aandacht besteed aan het heuglijke feit dat de homo’s eindelijk ook gezellig met de rest meedoen. De flankerende foto toonde een stralende Dave en Gert, handje-op-knietje.

Wie nog mocht twijfelen aan de integratie van homo’s in de heteroseksuele mainstream, kan zich gewonnen geven. Nu het Telegraaf-publiek Dave en Gert omarmt, is het homo-pleit definitief beslecht. Toevallig sprak ik vorige week met een Engelse journaliste, die naar Nederland was gereisd om erachter te komen waarom het, op een paar Amerikaanse deelstaten na, mondiale unicum van het gelegaliseerde homohuwelijk hier zo weinig stof had doen opwaaien. In haar eigen land, vertelde ze, maakte zo’n wet niet de geringste kans en zouden plannen in die richting heftige debatten in de media uitlokken, waar het hele land van op z’n kop zou staan.

In Nederland is inderdaad geen discussie van belang aan deze kwestie gewijd. De enige tegenstanders van het homohuwelijk (het CDA en religieus rechts) voerden hun argumentatie met een beroep op geloof of bijbel, geen gronden om veel eer mee in te leggen in een discussie. De rest van Nederland was niet geïnteresseerd of vond het allemaal wel best. Onverschilligheid is de kurk waar de homo-acceptatie op drijft. De stemming laat zich samenvatten als: ach, het huwelijk is toch al een idiote poppenkast, als die homo’s daar zo graag aan willen meedoen, laat ze toch. Ze doen er toch niemand kwaad mee? Nergens ter wereld wordt een traditie als de inzegening van een huwelijk zo weinig serieus genomen als hier. De ambtenaar van de burgerlijke stand voelt zich verplicht om gebbetjes te maken en ironische clichés op het publiek los te laten in een rondtollende Wim T. Schipperszaal, anders is zo’n ceremonie blijkbaar onverteerbaar.

Een huwelijk sluiten betekent eerst een feestje met vrijgezellenlol op de dag tevoren, en daarna dure bruidskleren, veel cadeaus, veel drank en niet te vergeten amateurcabaret, waarin de jong-gehuwden door hun verzamelde familie en vrienden meer of minder fijntjes bespot worden. Lachen! De trouwdag als een in scène gezet Sinterklaasgedicht. Aan de ene kant is het niet serieus omdat het allemaal zo lollig moet, aan de andere kant wordt er door alle partijen vreselijk veel werk van gemaakt en geld aan besteed, dus is het toch weer wel serieus. Vanzelfsprekend mogen homo’s niet worden uitgesloten van deze belevenis.

Het geeft hoe dan ook geen pas om mensen uit te sluiten van bepaalde belevenissen. A. de Swaan schreef een paar jaar geleden in deze krant een stuk met als strekking dat er sprake moest zijn van latente antihomogevoelens, als je bedenkingen had tegen het homohuwelijk. Hoe kan een modern, antidiscriminatoir persoon er op tegen zijn dat met elkaar samenwonende homo’s gerechtigd zijn tot elkaars erfenis, de pensioenvoorzieningen delen en gebruik maken van andere voordelen (goedkope partner-OV-jaarkaart!) die getrouwde burgers zoal genieten. Er zijn geen rationele argumenten tegen het homo-huwelijk te verzinnen. Toch worden mijn eigen reserves bij mijn beste weten niet gevoed door anti-homo-sentimenten (al zal De Swaan aanvoeren dat ik mijn onbewuste niet doorgrond), maar door gehechtheid aan bestaande definities.

Als de hele geschiedenis door en in alle landen ter wereld onder het huwelijk wordt verstaan ‘een geformaliseerde verbintenis tussen man en vrouw’, dan kost het me moeite deze definitie uit te breiden met verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht. Het is alsof je toneel hebt en ballet en je spreekt af dat voortaan al het ballet ook toneel wordt genoemd, omdat er in beide gevallen sprake is van ‘voorstellingen’.

Mijn tegenzin tegen het buiten hun oevers treden van definities heeft een esthetische grond. Begrippen die teveel tegelijk betekenen vind ik niet mooi. Woorden als communicatie, proces, model zijn uitgedijd tot vormeloze multi-inzetbare stoplappen. Als dit met een prettig concies woord als ‘huwelijk’ ook gebeurt, stoort me dat, al besef ik heel goed dat dit een zinloze vorm van conservatisme is. Je kunt er wel op tegen zijn dat ‘vet’ tegenwoordig ‘cool’ betekent en ‘cool’ staat voor ‘hot’, maar als de woorden zo gebruikt worden, dan helpt daar geen moedertje-lief aan. Taalpuristen verliezen altijd.

Uitbreiding van betekenis leidt tot afbrokkeling van de inhoud. Maar de afbraak van het instituut ‘huwelijk’ was al veel eerder aan de gang. De enige reden voor een cultuur om de verbintenissen tussen man en vrouw te formaliseren met een stempel van de overheid of van de kerk lag bij de kinderen. Een huwelijk was niets anders dan een voortplantingsbrevet. Geen enkele maatschappij oefent druk uit op burgers om vriendschappen formeel te bezegelen. Maar bij een eveneens persoonlijke keuze als met wie je seks hebt is er ineens een maatschappelijk belang in het geding, omdat seks tot ‘ongelukjes’ kan leiden. De publieke belofte van (seksuele) trouw had als enig doel dat de te verwekken kinderen in maximale veiligheid konden opgroeien, zodat andere mensen geen last van die kinderen hadden.

Sinds de loskoppeling van seks en voortplanting heeft het instituut huwelijk zijn pointe verloren. Er zijn tal van manieren om risicoloos aan seks te komen buiten het huwelijk. Er zijn tal van legitieme middelen om aan kinderen te komen buiten het huwelijk. Samenwonende ouders voeden uitstekend kinderen op zonder publieke gelofte van trouw tot in de dood. Anderen, die die publieke gelofte wel afleggen (met alle grootschalige feestelijkheden vandien) gaan een paar jaar later weer uit elkaar.

Het huwelijk gaat niet meer over kinderen en, als het aan Boris Dittrich ligt, zelfs niet meer over samenwonen. Je kunt volgens hem best in twee aparte werelden een persoonlijk geconstrueerd huwelijksleven leiden. Wat blijft er nog over? De eeuwig problematische liefde, belastingaftrek, een erfenis voor de langstlevende en een joekel van een bruidstaart. Niets om aan wie dan ook te ontzeggen. Homo’s, welkom bij de club!

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan