Spring naar inhoud


Wat ik missen zal

Beatrijs Ritsema

– De fauna van de achtertuinen: kleine grijze eekhorentjes, opossums, wasbeertjes en een enkele keer een dikke, vette slang.

– De vuurvliegjes in de maanden juni en juli, een levende tegenhanger van de Amerikaanse gewoonte om de tuin 's winters met kerstboomlichtjes op te vrolijken.

– Het 'Have a nice day', waarmee vluchtige contacten met winkelpersoneel, meteropnemers en bedelaars routinematig worden afgesloten.

– De klantgerichte openingstijden van winkels: van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat en 's zondags overdag.

– De allesoverdekkende hitte van de zomermaanden. De uitdaging om te wachten met het aanzetten van de airconditioning tot je het echt niet meer uithoudt. Jezelf dan een hele piet vinden in tegenstelling tot de Amerikanen die, zodra de temperatuur in de buurt van de 25 graden komt, hun thermostaat op 18 afstellen, zodat je als je ergens gaat eten alsnog een vestje mee moet nemen, terwijl het aardige van Washington nu net is dat je in de zomer nooit een wolletje nodig hebt.

– Het getsjirp van krekels in de augustusnachten.

– Het enthousiasme waarmee ze in restaurants op de binnenkomst van kinderen reageren. Ook in de iets sjiekere gelegenheden komen ze onmiddellijk aanrennen met kinderzitjes of hoge stoelen. Ouders hoeven zich daardoor niet te beperken tot het reservaat van de [c]fast-food joints[l].

– De snelheid waarmee het er in restaurants aan toe gaat. Snelheid en kindvriendelijkheid gaan samen. Je hoeft nooit langer dan tien minuten te wachten, voor je iets te eten krijgt. Je staat, als je wilt, dus ook relatief snel weer buiten, wat met kleine kinderen wel zo prettig is.

– De aanblik van plichtsgetrouwe burgers op straat die met een [c]poop-scoop[l] of een plastic wegwerphandschoen de uitwerpselen van hun hond in een papieren zak schuiven en meenemen. De mensen zijn hiertoe bij wet verplicht – toch verbaast het me dat ze inderdaad de rotzooi opruimen.

– De in de gootsteen ingebouwde [c]insinkerator[l]. Dit apparaat vermaalt alle etensresten, aardappelschillen, theezakjes, die je er maar ingooit. Geen gedoe met vieze gootsteenbakjes of met rijst verstopte afvoerpijpen. Milieuactivisten zullen zo'n gadget wel heel verkeerd vinden, maar zelf kijk ik niet met vreugde uit naar de verplichting tot een GFT-bak in de keuken (haringresten stinken al na een uur).

– Het grote formaat wasmachines en -drogers, zodat een gezin van vijf kan volstaan met twee keer per week de was doen.

– De minimale wachttijden bij dokters en in ziekenhuizen en de mogelijkheid om wat voor afspraken dan ook te maken op een tijdstip dat het jou schikt. Wie over een ziekteverzekering beschikt kan zich geen betere gezondheidszorg voorstellen dan de Amerikaanse.

– De grote lappen keukenpapier waar je onder kunt gaan liggen op de onderzoekstafel van de gynaecoloog. Het is toch al nooit een pretje om je te moeten uitkleden, maar met deze kleine tegemoetkoming is het net wat minder vervelend.

– Dat dokters en tandartsen na de een of andere ingreep altijd op het eind van de dag opbellen om te vragen hoe het ermee gaat. Ook al volgen ze een standaardprocedure, het maakt toch een sympathieke indruk.

– De ijsblokjes in de cola. Aanvankelijk voelde ik me bekocht met een glas dat voor een derde uit cola en twee derde uit ijsblokjes bestond, maar ik leerde de waterige, veel minder zoete smaak waarderen en denk nu zelfs dat het zo hoort.

– Het feit dat ik met mijn 1 meter 67 de meeste mensen recht in de ogen kan kijken. Amerikanen zijn een stuk minder lang dan Nederlanders.

– [c]Call waiting[l]: een telefoonfunctie waarbij persoon A, die in gesprek is met persoon B, onderwijl een telefoontje van persoon C kan aannemen. A moet dan snel beslissen wie hij later zal terugbellen, B of C. Het klinkt een beetje bok-op-de-haverkistachtig: alsof het zo'n ramp zou zijn om eens een telefoontje te missen. Maar het is vooral een service voor degenen die opbellen. Zij hoeven niet meer eindeloos tegen een in-gesprekstoon aan te bellen.

– Niet in dit rijtje staat: een klassiek Amerikaans bakbeest van een ijskast. Zo'n model waarin je met gemak een taart kwijt kunt, vijf pakken melk en 24 flesjes bier. Die nemen we lekker mee naar Nederland.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan