Spring naar inhoud


Seks en manieren

Cas Wouters: Sex and Manners. Female Emancipation in the West 1890-2000. Uitgever: Sage. 188 blz.

Het etiquetteboek heeft een lange traditie. Begonnen als een afsplitsing van de filosofie, afdeling ethiek, ontwikkelde het zich tot een praktische gids voor het leven van alledag, waarin de meest uiteenlopende dingen aan de orde kunnen komen. Vanaf ‘hoe versier ik een kerstboom’ tot ‘hoe verbreek ik op een nette manier mijn verloving’. Het opmerkelijke van het genre is dat het wil voorschrijven – er wordt in uitgelegd ‘hoe het hoort’ – terwijl het eigenlijk in de eerste plaats beschrijft. De etiquetteschrijver, toch al per definitie ongediplomeerd, kan niet zomaar een van de werkelijkheid losgezongen ideaal beschrijven en decreteren dat het zo moet gaan. Hij (meestal zij trouwens) is gebonden aan het (zelf geleefde) dagelijks leven en de boodschap die daaruit wordt gedestilleerd luidt: zo gaat het en zo hoort het ook.

De dubbele functie van etiquetteboeken levert twee soorten afnemers op. De ene bestaat uit social climbers, mensen die onzeker zijn of hun manieren wel goed genoeg zijn om ‘erbij te horen’. Waarbij? Bij de groep van mensen die ertoe doet, de machtigen, degenen met status. De andere groep bestaat uit sociale wetenschappers of historici die willen weten hoe het dagelijks leven er in een bepaalde periode uitzag.

Cas Wouters, socioloog in de traditie van Norbert Elias (de man die beschaving zag als een continue ontwikkeling naar meer verfijning), heeft etiquetteboeken van de laatste honderd jaar bestudeerd op het onderwerp ‘omgang tussen de seksen’. In zijn boek Sex and Manners. Female Emancipation in the West 1890-2000 vergelijkt hij vier landen, Nederland, Engeland, Duitsland en Amerika, op de (voortdurend veranderende) regelgeving omtrent hofmakerij. De veranderingen op dit gebied zijn met recht revolutionair te noemen. Op zichzelf is het natuurlijk geen opzienbarende mededeling dat vrouwen vroeger nauwelijks vrijheid hadden en tegenwoordig heel veel. Toch kan het geen kwaad te bedenken, bijvoorbeeld in verband met de discussie over de islam en de vrouwenrechten, dat het nog maar krap zeventig jaar geleden is dat meisjes en jonge vrouwen een chaperonne nodig hadden om zich in sociaal vertier buitenshuis te begeven. Althans de vrouwen uit de gegoede kringen. Die standsverschillen mogen nooit worden veronachtzaamd.

Wouters laat zien hoe belangrijk het was dat vrouwen op een gegeven ogenblik het recht verwierven om voor zichzelf te betalen. Dit was een logisch gevolg van werken (over een eigen inkomen beschikken) en een beslissende stap voorwaarts in het emancipatiestreven, omdat niets zozeer de onafhankelijkheid onderstreept als de vrijheid om je eigen consumpties te betalen. Het is grappig te lezen hoe etiquette-schrijfsters al vanaf de jaren twintig worstelen met het thema en er ook niet eensluidend uitkomen. De een vindt dit, de ander dat. Voor wie wannneer wat betaalt in een (potentieel) amoureus contact zijn al decennia lang geen in graniet gehouwen regels meer op te stellen.

De vergelijking tussen de vier bovengenoemde landen laat zien dat het in Amerika anders ging dan in Europa. De drie Europese landen lijken teveel op elkaar om interessante verschillen op te leveren, hooguit een beetje naar gelang landsaardstereotypieën. De Duitse etiquette is zwaar op de hand, sterk vergeestelijkt (zonder enige aandacht voor seks of erotiek) en er kan geen lachje af. De Engelse aanpak is standsbewust en de Nederlandse meer pragmatisch. Maar verder houdt men zich ongeveer tegelijkertijd met dezelfde kwesties bezig (flirten werd bijvoorbeeld overal afgekeurd), omdat de toenemende bewegingsvrijheid voor jonge vrouwen overal via ongeveer dezelfde route verloopt. Na het afschudden van de chaperonne kwamen er steeds meer mogelijkheden om onder bepaalde condities met de andere sekse te verkeren, eerst bij sportbeoefening (schaatsen op de ijsbaan, fietsen, tennissen) en in danslokalen, later op het werk of in een opleiding, en helemaal door zelfstandig wonen. Meer contact gaf meer zicht op liefde en seks, al blijft de balans daartussen tot op de dag van vandaag volslagen onoverzichtelijk en gecompliceerd.

Het grote verschil tussen Amerika en Europa is het dating systeem dat in de loop van de jaren dertig in Amerika werd ontwikkeld. In deze vorm van niet helemaal serieuze hofmakerij lag de nadruk op populariteit en wedijver. De bedoeling ervan was om plezier te hebben met de andere sekse in een opeenvolging van afspraakjes. Nadrukkelijk niet met een en dezelfde, maar met verschillende personen. Een beetje toegeven aan vleselijke lusten viel binnen de codes, maar bepaalde grenzen mochten niet worden overschreden. Een bewakingstaak die vanzelf aan de meisjes/vrouwen toeviel, waarbij het hun extra moeilijk werd gemaakt, omdat de jongens/mannen geacht werden te betalen. Altijd.

De relatieve voorsprong in vrijheid en geëmancipeerdheid van Amerikaanse vrouwen ten opzichte van hun Europese tijdgenoten gedurende een groot deel van de 20ste eeuw verkeerde volgens Wouters in de laatste 25 jaar in een achterstand. De code van de mannelijke betaalplicht stamt uit de tijd van serieuze hofmakerij en vormde een voorschot op de latere onderhoudsplicht. Dating daarentegen is fun, en niet bedoeld als huwelijksaanloopje (dat is het going steady oftewel vaste verkering wél). Toch moet een meisje er wel iets tegenover stellen, als ze steeds gefêteerd wordt. Maar als ze er teveel tegenover stelt (en haar lichaam veil geeft aan teveel verschillende dates) verlaagt ze weer haar huwelijkskansen. Het dating systeem is leuk maar er vallen gewonden, het gunt vrouwen weinig vrijheid en het houdt de dubbele moraal in stand.

In Europa rotzooide men maar wat aan, zeker vanaf de jaren zeventig, is mijn indruk, al heeft Wouters het met meer sociologisch vertoon over ‘een verschuiving van externe controle naar interne controle’. Elias’ civilisatietheorie, die draait om toenemende vrijheid in combinatie met toenemende zelfdiscipline, is heel bruikbaar in het analyseren van de ingrijpende veranderingen in omgangsvormen tussen de seksen. Het enige verbazende vind ik Wouters’ kritiek op de Amerikaanse dubbele standaard voor man/vrouw-omgangsvormen op het werk en in romantische omstandigheden. Volgens hem is er in Europa minder verschil tussen werk en vrije tijd in hoe de seksen met elkaar omgaan. Dat vindt hij getuigen van een grotere sociale integratie, een voorbeeld van verder ontwikkelde beschaving. Ik heb daar mijn twijfels over. Op kantoor moet je uitkijken met romantiek en in je vrije tijd moet je niet te zakelijk doen. Als die twee sferen teveel door elkaar gaat lopen wordt het een zooitje. De Amerikaanse etiquette op dit gebied is zo gek nog niet.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-boekrecensies.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan