Spring naar inhoud


Verplicht kerk schoonmaken

Beste Beatrijs,

Wij zijn lid van een kerk, die wordt schoongemaakt door vrijwilligers. Een tijdje geleden kregen we een brief met de mededeling dat er een lijst was samengesteld van mensen die ‘naar ons beste weten qua leeftijd en gezondheid in staat zijn’ om de kerk en de ruimte die erbij hoort schoon te maken. Hiervan zou een rooster worden opgestuurd en wanneer iemand er niet aan mee kon doen (er stond niet ‘wilde’), moest hij of zij dat binnen twee weken na ontvangst van het rooster melden.

Het feit dat ik ongevraagd op een schoonmaaklijst stond, ergerde mij behoorlijk. In ons gezin doen we al genoeg vrijwilligerswerk, en ik vind dat je mensen persoonlijk moet benaderen. Er stonden notabene mensen tot 75 jaar op de lijst! Ik heb een brief geschreven waarin ik mijn bezwaren uiteen heb gezet, maar kreeg daar geen reactie op. Ben ik overgevoelig als ik me stoor aan deze gang van zaken?

Geen sop, geen dweil

Beste Geen sop,

Net zo min als men op eigen initiatief tien euro uit een ander z’n portemonnee mag halen ‘voor het goede doel’, mag men argeloze mede-gemeenteleden van hun tijd beroven door hen zonder hun instemming klusjes in de maag te splitsen. Het gaat hier om, het woord zegt het al: vrijwilligerswerk, niet om dwangarbeid.

Als er te weinig mensen zijn om bepaalde taken te vervullen, dan moet de organisatie nieuwe reservoirs van hulpkrachten aanboren. Op een persoonlijke manier. Dat betekent: potentieel geschikte vrijwilligers lokaliseren, hen opbellen, om hulp vragen, met dankbaarheid schermen, een beroep doen op iemands verantwoordelijkheidsgevoel, ook een voordeel noemen van het werk, bijvoorbeeld gezellig met elkaar koffiedrinken na de inspanning.

Dat u geen reactie hebt gekregen op uw bezwaarschrift is ook niet zoals het hoort. Maar het enig mogelijke antwoord van hun kant is een brief of telefoontje met excuses, en daar zullen ze wel geen zin in hebben, en ze hebben u toch al afgeschreven voor de schoonmaakploeg. Als u die mensen kent, had u hen beter persoonlijk aan kunnen spreken op hun fout dan een brief schrijven. De geschreven klacht drukt mensen in het defensief, daar worden ze chagrijnig van. De gesproken klacht is informeler en biedt daardoor vaak een betere kans dat de tegenpartij de gemaakte fouten gaat herstellen.

Artikelen in Kerk, Post.

Gelabeld met , .


Kerstkaarten signeren

Beste Beatrijs,

De kerst komt er weer aan, dus ook de tijd van kerstkaarten versturen. Samen met mijn zoon ben ik (gescheiden vrouw) bij mijn vriend gaan wonen. Wat is de juiste volgorde van ondertekenen? Mijn vriend zet zijn naam als laatste, omdat volgens hem degene die de kaarten schrijft als laatste moet worden vermeld. Mijn volgorde is anders: eerst de naam van de man, daarna de naam van de vrouw en als laatste de naam van het kind. Al twijfel ik hier zelf weer over, omdat het kind er al was en de man er later is bijgekomen.

Hoe signeer ik?

Beste Hoe signeer ik,

In een ongebroken-gezinssituatie, waarin één persoon de kerstkaarten schrijft (meestal knapt de vrouw des huizes dit klusje op), is uw volgorde het meest gebruikelijk: Karel, Elly, kinderen. Hiermee volgt u trouwens de regel van uw vriend: de kaartschrijver zet zijn of haar naam achteraan, maar wel vóór de kinderen. Als de man schrijft, wordt het: Elly, Karel, kinderen.

In een gebroken-gezinssituatie ligt het anders, omdat uw familieleden en oude vrienden waarschijnlijk u en uw zoon als de basiseenheid beschouwen en niet u en uw vriend. De familieleden van uw nieuwe vriend kennen uw zoon misschien nauwelijks, dus waarom zou zijn naam er dan bij moeten? Ik geef maar wat voorbeelden van dingen waar de kerstkaartschrijver over kan nadenken.

De beste oplossing is dan dat iedereen de kerstwens zelf ondertekent. Die namen komen als confetti verspreid over het oppervlak van de kaart terecht, zoals collega’s op het werk gezamenlijk een felicitatiekaart voor een jubilerende collega ondertekenen. Schrijf de kerstkaarten aan uw eigen relaties, uw vriend doet dat ook, een van u beiden doet de gemeenschappelijke vrienden, en vervolgens signeren de huisgenoten de kaarten die zij willen signeren.

Artikelen in Feestdagen, Post.

Gelabeld met .


Slechte kerstkaarten

Beste Beatrijs,

Kerstkaarten. Ik verstuur en ontvang ze graag. Maar wat te denken van de steeds meer in zwang komende, dolkomische afbeelding, gevatte computertekst, peutertekening of kleurenprint van een zelfgemaakt kunstwerk? Om maar te zwijgen van de alvast bijgesloten zakelijke mededeling en het oneigenlijk gebruik van de kerstzegels. Kortom, de kerstkaart is verworden tot een clownesk, berekenend, zelfs narcistisch gebeuren. De ingetogen kerstgedachte raakt steeds verder uit zicht. Of maar gewoon blij zijn dat er aan mij wordt gedacht?

Kritische kerstkaartenontvanger

Beste Kritisch,

‘Kritisch zijn’ en ‘Kerstmis vieren’ vormen een onverenigbare combinatie. Zoals ‘een wulpse madonna’ook schuurt en wringt. Het kerstgebeuren is een amalgaam van religieuze, commerciële, traditionele, vulgaire, gezellige, heidense, consumptieve, spirituele, hartelijke, glamoureuze én ook ingetogen elementen. U kunt uit deze grabbelton kiezen wat in uw kraam te pas komt. Iedereen heeft zo zijn eigen invulling van de kerstgedachte, dus laten we niet elkaars kerstkaarten gaan zitten afkammen. Inderdaad, u mag blij zijn dat er aan u is gedacht, en de aard van de afbeelding op de kerstwens doet verder niet ter zake. Wees ervan overtuigd dat de mensen iets uitgezocht hebben, waar ze zelf (om duistere redenen, maar goed) bijzonder mee zijn ingenomen. Of het nu een ongeïnspireerde koppoter van een peuter is of een mislukte poging tot humor. De intentie telt! Wat niet wegneemt dat het ongepast is om facturen, huurverhogingsaankondigingen en overlijdensberichten bij de kerstwens in te sluiten. Ook notulen, carpoolschema’s en wervende folders dienen apart te worden verzonden. Wél mag aan de neutrale zakelijke rondschrijvens de kerstwens bij wijze van PS-je worden toegevoegd. Zonder kerstzegel in dat geval, want we gaan met Kerstmis niet beknibbelen op een paar rottige eurocenten.

Artikelen in Feestdagen, Post.

Gelabeld met .


Te oud om gesprekken te volgen

Beste Beatrijs,

Als ik naar een verjaarsfeestje van familieleden ga, ben ik (man van 79) meestal de oudste van het gezelschap. De anderen zijn van middelbare of nog jongere leeftijd. Broers en zussen heb ik niet meer. De gesprekken gaan over auto’s, computers en buitenlandse vakanties. Een auto heb ik nooit gehad, net zo min als een computer. De landsgrenzen heb ik nimmer overschreden, omdat ik daaraan geen behoefte heb. Ik heb dus nauwelijks inbreng in de gesprekken en bepaal me tot wat algemeenheden. Mijn hobby is het verzamelen van postzegels, maar daar zit een beetje de klad in en daar vind ik trouwens toch geen medestanders voor in het gezelschap. Al luisterend val ik dan weleens in slaap en word vervolgens door een homerisch gelach weer tot de werkelijkheid gebracht. Dat ervaar ik als onprettig. Is er een oplossing voor deze vorm van eenzaamheid?

Narcoleptisch op partijtjes

Beste Narcoleptisch,

U bent een generatie ouder dan de rest – begrijpelijkerwijs zijn er dan minder raakpunten. Dit geldt andersom ook. Iemand van 40 temidden van een groep zeventigers heeft ook minder aanspraak. Het is altijd beter als een gezelschap ofwel uit dezelfde mensen bestaat, ofwel echt gemengd is (oud/jong, alles door elkaar). Het blijft vervelend om de enige uitzondering te zijn.

Bij ontstentenis van generatiegenoten is er aan uw probleem op familiefeestjes niet veel te doen. Aan de andere kant is het wél erg aardig van uw familie om u te blijven uitnodigen. U hoort er toch nog steeds bij. Dat u aldaar wel eens in slaap sukkelt, lijkt me geen ramp. Het is een beetje flauw van uw familieleden om daar zo hard om te lachen, maar troost u met de gedachte: heden ik, morgen gij. Of reageer luchtig: wacht maar tot jullie zelf 80 zijn, dan kunnen jullie het misschien niet eens meer opbrengen om op verjaarsbezoek te gaan!

Intussen hebt u wel last van eenzaamheid. Hebt u wel genoeg contacten met leeftijdgenoten? Postzegels verzamelen is een smalle basis om mensen op aan te spreken. Hebt u geen andere interesses, waardoor u mensen kunt onmoeten? Ik denk aan biljarten in een café, iets met natuurbehoud, er zijn soos-clubjes, waar ouderen wekelijks bij elkaar komen om actualiteiten te bespreken, de kerk organiseert vaak dat soort activiteiten, misschien houdt u van klaverjassen, bridgen, schaken of puzzelen, misschien van lezen (er zijn leesclubjes). Of u kunt een paar keer per week gaan eten in de eetzaal van een woon-complex voor senioren.

Als u een paar van dat soort activiteiten per week op uw programma hebt staan, zal dat de eenzaamheid verlichten. Dan bent u voor uw sociale contacten ook minder afhankelijk van uw – veel jongere – familieleden. Dan gaat u nog steeds wel naar hun feestjes toe, maar als u genoeg slaapverwekkend computer-gekwaak hebt aangehoord, vertrekt u om thuis een dutje te doen. Zolang u nog initiatief kunt vertonen, moet u het vooral doen.

Artikelen in Familie, Verjaardag.

Gelabeld met .


Brief aan de familie Tokkie

Beste Familie Tokkie,

U bent een fenomeen. In luttele maanden heeft de naam Tokkie spreekwoordelijke dimensies aangenomen (tot verdriet overigens van niet-geparenteerde naamgenoten). En dat zonder dat u hier ook maar één prestatie aan vooraf hebt laten gaan! Sommige mensen – ik denk nu aan Zsa Zsa Gabor, de prins van Lignac, Elizabeth Taylor – zijn al zo lang beroemd dat iedereen vergeten is waaróm eigenlijk. Zij hebben een stadium bereikt waarin ze niets meer hoeven te doen, omdat de naam compleet samenvalt met de faam. Beroemd zijn is dan geen gevolg meer maar een levensmissie.

U hebt dit stadium bereikt door simpelweg ‘uzelf te zijn’, door u te gedragen zoals u zich altijd gedraagt. Het is geen nastrevenswaardige manier van leven, die door u wordt geëtaleerd. U vertegenwoordigt niet het gemiddelde Nederlandse gezin, waar de ouders met meer of minder tegenzin de kost verdienen, ervoor proberen te zorgen dat hun kinderen redelijk terecht komen en de balans van plicht en plezier in de gaten houden. Verschrikkelijk saai, zo’n levenswijze. De uwe staat hier lijnrecht tegenover. U hebt geen werk, u eet teveel, u doet zo te zien geen moeite voor een prettig voorkomen, uw gezinsleden gaan niet bepaald zachtzinnig met elkaar om, en ten slotte bent u uw huis uitgezet omdat de buren niet meer tegen het lawaai, de overlast (stank) en het getier konden.

Dit laatste punt is het enige wat u echt kwalijk valt te nemen. U bent een gezin van woonterroristen en dat is heel erg. Vroeger wisten autoriteiten ook niet wat ze hiermee aanmoesten, en werden gezinnen als het uwe weggestopt in ‘asociale wijken’, waar ze elkaar het leven zuur konden maken. Niet dat dat de problemen oploste, maar er beroemd mee worden, zoals u (buiten uw schuld) is overkomen, is ook geen oplossing. De ademloze fascinatie die u ten deel valt zegt meer over deze tijd dan over u. Uw antiburgerlijke stijl wekt een mengsel van afkeer en bewondering op – zoals de bourgeoisie zich vroeger liet imponeren door de bohémiens met hun lak aan het keurslijf van de gevestigde orde. Nu iedereen zichzelf als een authentieke vrije vogel beschouwt, rest slechts de heroïek van de verloedering om je door te laten imponeren. Er zit trouwens ook een christelijk componentje in de fascinatie. U bent ook beroemd omdat u zielig bent. Met minachting voor alle hulpverleners die eerder bij u over de vloer kwamen en faalden, wierp nep-therapeut Emile Ratelband zich op als een verwaten Hercules, die uw Augiasstal wel even zou saneren. Hij kocht een huis voor u en probeerde u een nieuw leven te laten beginnen. Voorspelbaar genoeg faalde hij, net als de andere do-gooders.

Dat maakt u allemaal niet uit. Als gezin slaat u intussen een slaatje uit uw faam door uzelf te verhuren als kermisattractie op bruiloften en partijen. Uw dagelijks leven is voor abonnees te volgen op internet. Heel verstandig van u en geheel in de geest van tijd: als je het even niet weet, commercialiseren! Aan klinkende munt heeft een mens meer dan aan holle faam.

U zult weinig tijd hebben om te lezen. Toch geef ik u graag een boek cadeau voor een verloren half uurtje: De avonturen van Kuifje, ‘De zaak Zonnebloem’. Het is zoals alle Kuifje-boeken grappig, mooi getekend, spannend en met het hart op de juiste plaats. De wereld van Hergé biedt iedereen, jong, oud, rijk, arm, geschoold, ongeschoold iets herkenbaars. In een subplotje van dit album heeft kapitein Haddock (kasteeleigenaar) te kampen met verzekeringsagent Serafijn Lampion die met zijn complete familie het kasteel intrekt. Indringers! Huisvredebreuk! Overlast! Chaos! Lees het boek. Ik ben benieuwd waar uw solidariteit ligt.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-column.


Buurvrouw klaagt

Beste Beatrijs,

Ik ben naar een flat verhuisd en vanaf het begin klaagt mijn onderbuurvrouw over lawaaioverlast. Ik woon er echter pas twee maanden, ben daarvan nog twee weken op vakantie geweest en zit de helft van de tijd bij mijn vriendin. Ze klaagt over overlast in de weekenden, terwijl ik er nog maar twee weekenden ben geweest. Ik heb al diverse maatregelen genomen: ik doe mijn klemmende deuren niet meer dicht, ik heb een kleed gekocht voor onder de bureaustoel en trek, zodra ik binnenkom mijn schoenen uit. Maar nu blijkt ze er ook last van te hebben als ik praat, en daar kan ik toch echt niets aan veranderen. Ik wil wel kunnen leven in mijn huis. Ik doe mijn best om geen lawaai te maken, maar ik zou toch graag mensen kunnen ontvangen en niet de hele tijd bang willen zijn voor klachten als ik praat, loop of in mijn bed ga liggen. Wat moet ik doen?

Bang voor de buurvrouw

Beste Bang,

Probeer op goede voet met de buurvrouw te komen. U woont er nog maar net, dus het kan nog. Het ziet ernaar uit dat zij een afschuwelijke zeur is, die niets kan verdragen, maar het is nog te vroeg om haar definitief in die categorie te plaatsen. Nodig haar snel uit voor een kopje koffie en gooi er een uurtje of anderhalf tegenaan. Wees vriendelijk, vertel over uzelf, toon belangstelling voor haar, praat over de flat en slijm. Vooral veel slijmen. Hang aan haar lippen en put u uit in aardigheid. Zeg dat ze een beroep op u kan doen, als ze hulp nodig heeft. Vertel wat u al gedaan hebt tegen lawaai-overlast en vraag meevoelend of ze in het algemeen last van de buren heeft.

Pak haar in met stroop en suiker. Mensen die een prettige onderlinge verstandhouding hebben kunnen meer van elkaar verdragen. Wanneer ze u eenmaal kent als ‘die vriendelijke jongen van hierboven,’ is ze misschien wat minder snel geneigd om te komen klagen over onzin. Let wel: ‘misschien’, want voor hetzelfde geld blijft ze een paranoide querulant. Maar probeer eerst de slijm-methode. Wie weet hebt u succes, en dat zou heel prettig zijn, want klagende buren kunnen het leven tot een hel maken.

Artikelen in Buren.

Gelabeld met .


Engels spreken omwille van één cursist

Beste Beatrijs,

Onlangs deed ik mee aan een cursusweekend ‘boeddhistisch mediteren’. In ons gezelschap van tien deelnemers bevond zich een Israëlische jongeman, die hoewel hij al vier jaar in Nederland woonde, onze taal niet machtig was. Bij de kennismaking verzocht hij daarom of we tijdens het weekend Engels wilden spreken. Omdat hij het bescheiden vroeg en ik het altijd wel leuk vind om een mondje buitenlands te praten, zag ik geen bezwaren. Ook de anderen leken daar zo over te denken. Iedereen deed zo goed en zo kwaad als het ging z’n best; de cursusleider incluis, die hele boeddhistische teksten – af en toe met pijn en moeite – omzette in het Engels. Maar het is al moeilijk om in je eigen taal over iets tamelijk abstracts als meditatie te praten, laat staan in een vreemde taal, en dus vielen sommigen van ons toch af en toe terug op het Nederlands, waarop ze door de Israeliër of een solidaire medecursist werden teruggefloten.

Na afloop van het weekend maakte een groeiende ergernis zich van mij meester. Bij nader inzien vond ik het raar dat we ons twee dagen lang allemaal aan één persoon hadden moeten aanpassen. Bovendien hebben veel mensen waarschijnlijk minder uit de cursus gehaald dan mogelijk was geweest, omdat we onze eigen taal niet mochten gebruiken. Nu ja, niets meer aan te doen. Maar graag toch uw mening: was het erg asociaal geweest om zijn verzoek bij aanvang te weigeren? En hadden we in de loop van het weekend kunnen terugkomen op onze coöperatieve houding? Zo ja, hoe doet men dat op een tactvolle wijze?

Nog lang niet verlicht

Beste Nog lang niet verlicht,

Wat u hebt meegemaakt is in het geheel niet comme-il-faut. Het is zelfs zo grondig mis, dat u zou kunnen overwegen uw geld terug te vragen. Dat gaat u natuurlijk niet doen, ik weet het, u zult u bij deze spirituele club niet willen voordoen als vertegenwoordiger van de claimcultuur, maar een brief op poten schrijven kunt u wel. Wat is hier gebeurd? Iemand vraagt of de gesprekken in het Engels kunnen en de rest van het gezelschap wil de beroerdste niet zijn, geneert zich misschien ook om ervoor uit te komen dat hij/zij zelf toch niet zo heel fantastisch Engels spreekt, en hop, binnen tien seconden is afgesproken dat een heel weekend in het Engels gaat! Dit is geen beslispunt dat door een groep die elkaar totaal niet kent, zomaar erdoorheen kan worden gejast. De cursusleider had meteen moeten ingrijpen en zeggen: ‘Sorry, dat kan helaas niet, we spreken hier Nederlands met elkaar’ (om precies de door u in uw brief genoemde redenen) ‘en als u het niet kunt volgen, kunt u beter niet meedoen. U krijgt dan uw cursusgeld terug.’

Het is de taak van de cursusleider om ervoor te zorgen dat de randvoorwaarden voor de groep om iets op te steken gehandhaafd blijven. Dit is geen gezellig etentje, waar men de enig aanwezige buitenlander terwille is door Engels te gaan haspelen, maar een onderwijssituatie, waarvoor betaald is. U vraagt of u tussendoor weer terug had kunnen switchen. Ja, dat had zeker gekund. Ook aspirant-boeddhisten zullen het eens zijn met de stelregel ‘Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.’ Op zeker moment had u een vraag in de groep kunnen gooien: ‘Wie van jullie had niet ingetekend op dit weekend, als duidelijk was geweest dat de voertaal Engels was?’ Als ook maar één persoon zijn vinger had opgestoken, was dat voldoende geweest om terug te keren naar het Nederlands.

Artikelen in Scholen en verenigingen, Taalgebruik, Zakelijke relaties.


Vragen naar ingrediënten

Beste Beatrijs,

Als er gasten komen eten, gebeurt het weleens dat iemand – soms nog voor er ook maar een hap genomen is – begint te informeren naar het voorgeschotelde, in de trant van: ‘Wat is dit?’ ‘Wat zit hier in?’ ‘Proef ik…?’ Ik ben dan altijd een beetje geschokt, heb niet veel zin om te antwoorden en doe dat dus zo summier mogelijk. Soms dringt men aan, of begint er later opnieuw over. Mijn grootmoeder, die omstreeks 1900 keukenmeid was bij de Rotterdamse upper ten, ontplofte als haar kinderen vroegen: ‘Wat zit hier in?’ Dat hoorde absoluut niet. Je kon hoogstens zeggen dat je het eten lekker vond. Wie heeft gelijk: mijn grootmoeder of de (vaak alleraardigste) vragenstellers, meestal vragenstelsters?

Keukenprinses met geheimen

Beste Keukenprinses,

Uw grootmoeder heeft tot op de dag van vandaag gelijk. Tijdens de maaltijd pleegt men geen verbale vivisectie op het menu, want het is geen thema van algemeen belang. Terecht drukt u dit oninteressante conversatie-onderwerp de kop in. Begin over iets anders en zeg, als men blijft vissen naar receptuur, dat het te ingewikkeld is en dat u het een andere keer wel zal uitleggen. À deux kan het wel.

Artikelen in Eten en drinken, Traditionele etiquette, Visite.

Gelabeld met , .


Vragen over tafelmanieren

Vragen aan Beatrijs over tafelmanieren, eerder verschenen in 2004 in het maandblad Zin.

1. Dit jaar wil ik echt afvallen. Thuis lukt het me prima om licht te koken en gezond te eten. Maar wat moet ik doen als ik bij mensen ga eten? Is het onbeleefd om zelf eten mee te nemen? En als ik mensen uitnodig, kan ik dan voor mezelf apart koken?

Bij afvallen gaat het er niet zozeer om wát u eet, alswel hoevéél u eet. Vuistregel is: minder is beter. U kunt dus gerust van heerlijke maaltijden genieten bij vrienden thuis of in restaurants, zolang u het rustig aan doet. Het is absoluut ongepast om naar vrienden uw eigen eten mee te nemen. Dat lijkt erop alsof u bang bent om te worden vergiftigd. Eet wat men u voorschotelt, maar neem ongeveer 80 procent van de hoeveelheid die u zou willen eten. Sla de borrelhapjes van tevoren over. Laat u niet voor de tweede keer bedienen en vraag of neem een kleine portie van het dessert. Het is ook bespottelijk om voor uw gasten iets anders te koken dan voor uzelf. Maak gewoon iets lekkers klaar, en eet er zelf weinig van. Dat kan trouwens ook als er geen gasten zijn. Bent u meteen af van dat vervelende dieet-gedoe.

2. Laatst was ik uitgenodigd op een sjiek feest met een tafelschikking die voor mij niet handig uitpakte. Mag je dan ook ergens anders gaan zitten? Tot overmaat van ramp kreeg ik een stuk vlees met een zeentje niet weg. Ik wist niet meteen waar ik het moest laten. In mijn servet leek me geen oplossing, want waar laat je het servet dan?

Een goede gastheer/vrouw heeft van tevoren nagedacht over de tafelschikking. Het idee is om personen naast elkaar te plaatsen, die elkaar niet kennen maar wel zodanige raakpunten hebben dat ze het leuk vinden elkaar te léren kennen. Zo wordt voorkomen dat oude vrienden privé-conversaties gaan voeren die voor mensen die eromheen zitten niet interessant zijn. Dus nee, tenzij u geplaatst bent naast uw ex wiens aanblik u walging inboezemt, of naast een bekende met wie u gebrouilleerd bent, mag u niet protesteren tegen de tafelschikking. En zomaar ergens anders gaan zitten mag al helemaal niet. Maak u geen zorgen: u praat ook met de persoon aan uw andere zijde en met de mensen tegenover u. Bovendien vindt vaak omstreeks het dessert een algehele stoelendans plaats.

Een stukje vlees met zeen haalt u discreet uit mond met uw vingers (een servet komt er niet aan te pas) en dit legt u naast de andere oneetbare dingen op uw bord: wildkogeltjes, kippebotten, decoratief gebeeldhouwde wortels.

3. Steeds vaker zie je een amuse geserveerd worden op een lepel. Is het de bedoeling dat je die in een keer opeet of doe je dat anders? En als ik thuis een amuse wil serveren, doe ik dat dan voor of na de soep? Eventueel wil ik ook een kaasplankje en een zoet dessert, of is dat sowieso ongebruikelijk?

Een amuse is een mini-hapje vooraf, bedoeld om de smaakpapillen te amuseren, terwijl men wacht op het serieuze eten. Een aanvulling op het bekende mandje brood met (kruiden)boter of olijfolie dat hoe dan ook in een restaurant op tafel hoort te staan. Of er zich een tijgergarnaal bevindt op een lepel, een toefje paté op een schoteltje of een alikruik aan een cocktailprikker, men werkt het in één hap naar binnen. Het heeft weinig zin een gevulde cherrytomaat te vierendelen. De amuse is een typische restaurant-gimmick, waarvan het de moeite niet loont om hem thuis te serveren. Thuis zitten gasten niet aan de eettafel te wachten op het diner, maar in de zitkamer, en daar worden borrelhapjes geserveerd. Die zijn niet zo minuscuul als de amuse. Als de gasten aan tafel worden genood, kunnen ze meteen aanvallen op het voorgerecht. Kaas, in blokjes gesneden of gesmeerd op crackers, kan zeker als borrelhapje dienen. Het kaasplankje als zodanig wordt niet vóór maar na de hoofdmaaltijd geserveerd. Hetzelfde geldt voor zoete desserts.

4. Als je tijdens een diner naar het toilet moet, wanneer kun je dit dan het beste doen?

Er is geen goed moment voor, omdat het eenvoudigweg niet correct is om tijdens het eten naar de wc te gaan. Dit is het gedrag van peuters en kleuters. Zij krijgen weliswaar toestemming om te gaan, maar tegelijk wordt hun ingeprent dat het niet beleefd is. Tegen de tijd dat ze volwassen zijn, hebben ze zich hopelijk deze regel eigengemaakt. Mensen die een diner van enige omvang tegemoet zien, horen van tevoren te bedenken dat ze voor een uur of anderhalf, twee vastzitten. Zij moeten preventieve maatregelen nemen en van tevoren naar de wc gaan. Zo moeilijk is dat niet. Mensen die naar de film gaan of een sportwedstrijd spelen, doen dat ook, dus met een etentje moet het ook lukken.

Mensen met handicaps zijn vanzelfsprekend geëxcuseerd, en als de nood echt onhoudbaar is, moet u gaan natuurlijk. We willen ook weer geen ongelukjes aan de dinertafel. Ga dan tussen de gangen door, en mompel dat u zo terug komt.

5. Hoe vaak kun je de ober of sommelier terugsturen voor een andere wijn, als je de opengemaakte fles niet lekker vindt?

Het ritueel van wijn proeven is niet bedoeld om tot een algemeen oordeel over de wijn te komen (is ie lekker of niet?) maar om te controleren over er sprake is van ‘kurk’. Een enkele keer heeft een of andere schimmel zich in de kurk van de fles genesteld, waardoor de wijn (die liggend wordt bewaard) is aangetast en niet meer valt te drinken. De proever test op kurk en niet of de smaak als zodanig bevalt, want een beetje wijnkenner weet natuurlijk wat hij bestelt. Een wijn terugsturen, zonder dat er sprake is van kurk, kan weleens gebeuren, als u hem echt niet lekker vindt, maar beperk dit terugsturen tot één keer, anders denkt de ober dat u een querulant bent, en dat bent u dan waarschijnlijk ook.

6. Laatst ging ik aan tafel met een zeer groot gezelschap (zo’n dertig mensen). We kregen soep en ik werd als eerste bediend. Mag je in zo’n geval dan gewoon beginnen, of moet je wachten op de anderen, met als gevolg dat je soep koud is geworden?

Het komt zelden of nooit voor dat in zo’n groot gezelschap de bediening wordt overgelaten aan één ober of één serveerster die met één bord tegelijk van de keuken naar de tafel sloft. En dan weer met lege handen terug om het volgende bord op te halen. Als er dertig mensen tegelijk ergens eten, dan loopt er een heel ploegje bedienend personeel rond, dat bovendien een stuk of drie borden tegelijk vervoert. Op die manier krijgt het hele gezelschap binnen een paar minuten hun bordje voor hun neus, zodat men tegelijk kan beginnen met eten. Ook als er toevallig iets minder bedienend personeel is, moet u toch wachten tot de rest van het gezelschap van soep is voorzien. Meteen aanvallen, terwijl de anderen nog niets hebben, maakt een gulzige, onbeheerste indruk. Zo snel koelt die soep trouwens echt niet af. Als een gezelschap van dertig man is opgesplitst over verschillende afzonderlijke tafeltjes, kunt u beginnen met eten, zodra iedereen van uw eigen tafel de soep heeft gekregen.

7. Als je je handen hebt schoongemaakt in een kommetje met citroen, mag je daarna nog een keer je handen in datzelfde schaaltje dompelen? Of moet je dan wachten tot het ververst wordt?

U moet er niet uw handen volledig in onderdompelen. Het gaat om de vingers (het heet dan ook een vingerkommetje). Het vingerkommetje mag zeker meerdere keren worden gebruikt. Ik raad echter spaarzaam gebruik aan, want je moet elke keer weer je vingers drogen aan het bijgeleverde vingerdoekje en dat raakt al snel doorweekt. Servet als droogdoek gebruiken is ook niet handig, omdat er dan een natte dweil op uw schoot komt te liggen. Als het water in het kommetje al te troebel wordt, vraag dan of het ververst kan worden, en vraag meteen een stapel papieren servetjes erbij.

8. Moet je bij rood vlees altijd rode wijn schenken, of mag het ook witte zijn?

Bij rood vlees hoort rode wijn, dus dat schenkt de gastheer/vrouw. Aan de andere kant drinken sommige mensen liever witte. Als een gast in een restaurant om een lekkere chardonnay vraagt bij z’n biefstuk, zal de ober geen krimp geven, en die onverwijld serveren. Om dezelfde reden mogen gasten bij een etentje thuis de witte wijn die ze vooraf hebben gekregen, blijven doordrinken bij de tournedos, als ze daar toevallig aardigheid in hebben.

9. Als ik uit eten ga, bestel ik – als het er niet bij is – altijd nog een extra salade. Die wordt dan links van mijn bord met hoofdgerecht gezet. Meestal prik ik alleen met mijn vork er wat van af. Maar nu zei een vriendin van mij dat dit niet zo hoort. Volgens haar moet ik ook de sla met vork en mes eten. Ik vind het geen gezicht, bovendien zit je er dan ook zo raar scheef voor. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

De salade is een bijgerecht. U mag ermee doen wat u wilt. U mag er iets vanaf prikken met uw vork. U mag het met uw mes en vork snijden, terwijl u er een beetje scheef voorzit. U mag de helft op uw grote bord schuiven naast de rest. U mag eerst uw hoofgerecht opeten, daarna de salade op uw bord schuiven. U mag het bordje met salade op uw (leegegeten) bord zetten. U mag wat kleins van de salade eten, en de rest laten staan. Het enige dat niet mag is grote lappen sla met vork of vingers in uw mond proppen, terwijl de saus langs uw kin druipt. Dan eerst snijden tot hapklare stukken. Verder mag u ook niet het bordje salade op het hoofdgerechtbord plaatsen, als daar nog een halve biefstuk op ligt. Dat is een onappetijtelijk gezicht. Maar met die restricties zult u wel kunnen leven.

10. Ik eet graag pasta, vooral spaghetti en rijst. Mag je deze alleen met vork en lepel eten? Of ook met een mes? En áls je vork en lepel gebruikt, en de spaghetti met je lepel om je vork draait, moet je de spaghetti dan van de vork eten of mag dat ook van de lepel?

Rijst is geen pasta. Rijst eet je met mes en vork. Spaghetti mag met mes en vork of met lepel en vork. Pasta wordt van de vork gegeten, niet van de lepel.

11. Mijn man en ik vinden het heerlijk om onze maaltijden met elkaar te delen. Laatst toen we met vrienden uit eten gingen, deden we dit ook weer. Hun gezichten! Ze schaamden zich, geloof ik, diep voor ons. Is wat wij deden nu echt zo tegen de etiquette? Je ziet toch ook vaak dat mensen samen één hoofdgerecht of voorgerecht bestellen en dan om twee bordjes vragen. Wat wij doen is toch een beetje hetzelfde…

Van elkaars bord eten kan alleen à deux onder romantische omstandigheden. Inderdaad, als mensen elkaars speeksel tot zich nemen bij het zoenen, staat niets hen in de weg om hapjes van elkaars bord of van elkaars vork te nemen. Maar het is privégedrag. Net als zoenen doe je het niet in gezelschap.

12. Regelmatig vraag ik vrienden te eten. Mij valt op dat er zelden iemand opstaat om mij te helpen met afruimen en de afwas. Eet ik bij hen, dan doe ik dat wel altijd. Eigenlijk vind ik dat gasten bij een informeel etentje de gastvrouw een handje zouden moeten helpen. Wat vindt u daarvan?

Het verschil tussen formele en informele etentjes is minder groot dan u denkt. Bij formele etentjes loopt bedienend personeel rond en de gasten worden niet geacht bij te springen. Bij informele etentjes (zonder personeel) gaat het niet zo heel veel anders. Gastvrouw en –heer moeten alles goed voorbereid hebben, zodat niet de helft van de tijd heengaat met in de keuken staan. Het aanbod van gasten om te helpen is louter conventioneel. Een goede gastvrouw/heer zegt dan: ‘Nee, dank je, blijf lekker zitten,’ behalve wanneer het aanbod duidelijk is gedaan om even een privégesprek in de keuken te voeren. Een etentje is bedoeld voor het plezier van de gasten. Het is niet aardig om een gast te onttrekken aan de gemeenschappelijke conversatie voor kook- en afwastaken. Bovendien zijn te vaak vrouwen de pineut. Afwassen moet pas gebeuren als de gasten weer weg zijn. Het enige waar gasten wél mee horen te helpen is de tafel afruimen, gebruikte borden doorgeven bijvoorbeeld, om ruimte te maken voor een volgend gerecht of voor het dessert. Verder is al het werk voor de gastvrouw/heer. Als ze de volgende keer bij hun vrienden gaan eten, hoeven ze daar niets te doen. Zo is alles toch eerlijk verdeeld.

13. Laatst, toen ik bij vrienden was, aten we kip. Het werd een echt kluiffestijn. Hoewel we onder elkaar waren, vond ik het toch een onsmakelijk gezicht. Hoe kun je kip netjes eten? Mag je echt alleen met je linkerhand kluiven? En zou je dan, als je links bent, het eigenlijk andersom moeten doen?

Persoonlijk heb ik nooit gehoord van de regel dat kip alleen met de linkerhand gekloven mag worden. Bij mijn weten luidt de regel: ‘kluiven doe je met één hand’ en of dat met links of met rechts gebeurt, maakt niet uit. De etiquette is trouwens niet heel toeschietelijk op het gebied van kluiven. Bij sjieke diners met hoge pieten is het domweg niet aan de orde. Bij informelere etentjes met vrienden wordt het oogluikend toegestaan, als tenminste eerst het makkelijk toegankelijke vlees met mes en vork verwijderd is. Zo moeilijk is dat niet, als de kip gaar is. Men hoort zich niet kluivenderwijs op vlezige kippenbouten te storten. Dat mag alleen bij picknicks of in fast food restaurants. Wanneer verder gemanipuleer met mes en vork niets meer oplevert, mag men, vooruit dan maar, het stuk kippenkarkas met de hand aanvatten en de tanden discreet de rest van het werk laten doen Geen botten uitzuigen graag en houd een servetje paraat om kipresten en vetglans van mond en kin te verwijderen.

14. Bij etentjes met vrienden maak ik wel eens mee dat de hele avond de televisie aan blijft staan. Soms wordt er even naar gekeken, maar meestal zitten we echt wel gezellig te praten. Toch vind ik het onaangenaam. Zo hoort het toch niet?

Het idee van vrienden ontvangen is dat men genoegen schept in elkaars gezelschap. Samen eten en praten moet op zichzelf voldoende zijn voor een plezierige avond. Er kan nog drank en muziek (niet te hard) bij om de gezelligheid te verhogen, maar het is zinloos om nog meer ingrediënten toe te voegen. Wie dan naar de tv gaat kijken, geeft de voorkeur aan voorgekookt massa-amusement boven wat vrienden aan interessante conversatie in de werkelijkheid te bieden hebben. Dat is dus tamelijk beledigend. Gasten zouden bij zichzelf kunnen denken: als er toch naar de tv wordt gekeken, zat ik liever thuis, daar kan ik tenminste mijn eigen programma’s uitkiezen. Het nadeel van televisie is verder dat onwillekeurig ieders aandacht naar het bewegende beeld wordt getrokken, zelfs als het geluid uit staat. Dat is een reflex, waar niets tegen te beginnen valt behalve door met je rug naar het toestel te gaan zitten. Vraag aan uw vrienden of de tv uit mag. Als ze vragen waarom, dan zegt u dat u last van hebt van die flikkerende beelden in uw ooghoek en dat u erdoor wordt afgeleid.

15. Laatst knoopte een tafelgenote van mij haar servet in haar chique blouse, waardoor ze er belachelijk ging uitzien. Hoor je een servet inderdaad in de hals van je blouse te knopen, of mag je het gewoon op schoot leggen, of in de rok of broek stoppen? En geldt voor heren misschien iets anders dan voor vrouwen of maakt het niet uit? En gelden dezelfde regels ook voor een papieren servet?

Servetten horen in geen geval over de borst worden gespreid of in halzen gestopt of anderszins aan kleren bevestigd. Men gaat niet het abattoir in, men gaat een hapje eten. Alleen baby’s en kleuters dragen slabbetjes. Iedereen die ouder is dan acht jaar wordt geacht zodanig rechtop aan tafel te zitten dat niet door vallend eten de kleren worden besmeurd. Servetten liggen op schoten. Zowel op heren- als op damesschoten. Niet dat ze daar zo functioneel zijn, want je hoort zo dicht tegen de tafel aan te zitten dat, mocht er onverhoopt iets van lepel of vork afvallen, de ongerechtigdheid op het bord terechtkomt en niet op de eter. Maar de schoot is nu eenmaal de plaats voor het servet, linnen, katoen of papier. Men dept er af en toe de mond mee. Etiquette-hardliners doen dit vóór elk slokje wijn of water. Maar dat hoeft niet meer.

Artikelen in Eten en drinken.

Gelabeld met , .