Spring naar inhoud


Vriend blijft internetdaten

Beste Beatrijs,

Sinds anderhalve maand heb ik een vriend, die ik via een datingsite heb ontmoet. De relatie werkt prima en ik heb me inmiddels uitgeschreven bij de datingsite in kwestie. Mijn vriend heeft dit echter niet gedaan. Af en toe krijgt hij berichten van personen, waar hij verder trouwens niets mee doet. Hij reageert zelf niet, maar kijkt alleen. Ik zie hier het nut niet van in. Kan ik binnen een prille relatie van hem vragen dat hij zijn account van de site haalt? Of stel ik me als vrouw dan te bazig op? En bazige, controlerende vrouwen, daar houden mannen niet zo van, hè?

Vriend blijft rondkijken

Beste Vriend blijft,

Uw vriend heeft zich nog niet uitgeschreven als lid van de datingsite. Tja, daar moet u maar niet teveel achterheen zitten. Tenminste niet in dit stadium van de relatie. Anderhalve maand is echt heel kort voor dit soort claims van exclusiviteit. Na zes weken hoeft uw vriend nog niet zijn hele leven op u af te stemmen. Gun hem een beetje de tijd. Het is beter wanneer hij uit zichzelf de account opzegt dan wanneer hij dit op aandrang van u doet. Bazig en controlerend, daar houden mannen inderdaad niet van. Vrouwen trouwens ook niet, hoor. Niet in het beginstadium van een relatie, maar ook niet tien of twintig jaar verderop. Probeer uzelf in te houden op dit gebied en beschouw het voorlopig als de elektronische variant van naar meisjes kijken op straat. Vraag over een half jaar eens hoe het ermee staat. Als hij tegen die tijd nog steeds mailtjes van geïnteresseerde vrouwen ontvangt, dan wordt het tijd om er een punt van te maken. Maar ga in de tussentijd niet voortdurend checken waar hij mee bezig is.

Artikelen in Internet en e-mail, Liefde en relaties.

Gelabeld met .


Jasje, dasje?

Beste Beatrijs,

Mijn man en ik zijn dit jaar veertig jaar getrouwd. Wij geven een borrel en aansluitend een diner in buffetvorm. Op de uitnodiging komt te staan ‘Dresscode: tenue de ville’. Nu mijn vraag: kunnen we ook volstaan met de aanbeveling ‘jasje, dasje’?

We willen nette kleren

Beste We willen,

Als u per se een kledingcode wilt vermelden, gebruik dan de officiële terminologie. Dus ‘tenue de ville’. Het studentikoos-jolige van de formulering ‘jasje, dasje’ zou genodigden op het verkeerde been kunnen zetten en hen ertoe verleiden om iets joligs aan te trekken, iets wat u nu juist wil vermijden. Maar ik wil u iets anders in overweging geven. U bent veertig jaar getrouwd, dus u en uw man zijn ten minste zestigers. Waarom denkt u dat uw familie, vrienden en kennissen zich anders dan beschaafd (dat wil zeggen: een pak of combinatie, een mooie jurk of een net pakje) zouden uitdossen voor uw feest? Het is toch nogal logisch dat mensen niet in slonzige vrijetijdsoutfit en gympies verschijnen op een veertigjarig huwelijksfeest? Ook zullen ze geen galabal verwachten, anders had u die betreffende kledingcode wel vermeld.

Al te voor de hand liggende adviezen (‘Neem je goede humeur mee!’) kunnen door genodigden als bevoogdend worden ervaren. U zou ook vertrouwen in uw gasten kunnen stellen en denken: het zit wel goed, ik hoef hen niet voor te kauwen dat ze iets fatsoenlijks moeten aantrekken.

Artikelen in Huwelijksjubileum.

Gelabeld met , .


Condoléancekaart van collega’s

Beste Beatrijs,

Op de afdeling waar ik werk zijn wij gewend collega’s een kaartje te sturen in geval van ziekte. Ook als iemand een geliefde verliest, partner, kind of een (schoon)ouder, wordt er schriftelijk deelneming betuigd. Meestal ben ik degene die namens de afdeling een handgeschreven condoléancekaart stuurt.

Onlangs overleed na een lang ziekbed de vrouw van een van onze medewerkers. Een van de collega’s nam toen het initiatief tot iets anders. Zij schreef een korte boodschap op een condoléancekaart en vroeg aan de andere aanwezigen om er ook iets onder te schrijven. Ik vond dit volledig ongepast. Het overlijden van iemands vrouw vraagt om een terughoudende reactie. Ik heb dit met mijn collega besproken. Zij dacht dat de nabestaande het waarschijnlijk op prijs zou stellen om een door meerdere mensen ondertekende kaart te ontvangen. Wij willen ons verschil van mening graag aan u voorleggen. Wat is etiquettegewijs de correcte handelwijze?

Een- of meerstemmig?

Beste Een- of meer,

De condoléancebrief of -kaart is een moeilijk genre. Het lastige is dat er maar één boodschap op kan staan, namelijk aan de nabestaanden medeleven betuigen met de dood van een geliefde, en het liefst niet door middel van een voorgedrukte tekst (dat maakt een mechanische indruk). Behalve herinneringen aan de overledene mogen er geen andere onderwerpen worden behandeld, in de trant van ‘by the way hoe gaat het met jezelf? In goede gezondheid mag ik hopen?’ Wat dat betreft onderscheidt de condoléancekaart zich van de felicitatiekaart, waarin de schrijver zich wel zijsprongen mag permitteren, zolang die zich in hetzelfde monter-feestelijke register bevinden.

Op uw afdeling is er een condoléancekaart met verschillende bijdragen gestuurd naar een collega die zijn vrouw verloor. Het lijkt me geen geslaagd experiment. Zoals ik al zei: slechts één boodschap is mogelijk. Op hoeveel verschillende manieren kan men medeleven verwoorden? Een stuk of twee, drie, en als men de overledene niet kent, heeft men behalve de clichés al helemaal geen woorden tot z’n beschikking. Denk aan de gemeenschappelijke felicitatiekaart met aparte tekstjes die wel eens aan jarige collega’s wordt verstrekt. De eerste persoon schrijft nog ‘Hartelijk gefeliciteerd’. De tweede volgt met: ‘Nog vele jaren!’ Daarna krijgen we: ‘Fijne dag!’ en het duurt niet lang of het gevreesde ‘Gefeliciflapstaart!’ duikt op. De mensen moeten wat. De conclusie is duidelijk: aparte felicitatietekstjes zijn al moeizaam, aparte condoléancetekstjes zijn helemaal niet te doen. Ga dus geen mensen opzadelen met de onmogelijke opdracht om in één regeltje hun origineel verwoorde condoléances te betuigen. Een collega heeft zijn vrouw verloren. Hoe pak je zoiets aan? De afdeling leeft mee en stuurt zijn schriftelijke deelneming. Eén persoon gaat deze boodschap formuleren. Op gepaste wijze en dat zal neerkomen op: conventioneel. Een goede scribent kan het altijd zo verwoorden dat de boodschap net boven standaard uitstijgt. De collega’s vervolgens laten ondertekenen is ook een slecht idee. Dit maakt een te uitbundige indruk en bovendien weet de nabestaande heus wel wie er allemaal op zijn afdeling werken.

Artikelen in Collega's, Dood en begrafenis, Post.

Gelabeld met .


Opdringerige tante

Beste Beatrijs,

Mijn dochter gaat binnenkort het huis uit. Nu wil het geval dat mijn schoonzuster (zus van mijn overleden man) tegen mijn dochter heeft gezegd: ‘Als je maar geen rotzooi aan je muren hangt! Dat neem ik wel voor mijn rekening.’ Zij vindt dat mijn dochter haar om advies moet vragen over wat er moet komen te hangen, omdat zij weet wat mooi is en wat niet. Mijn dochter is 29 jaar en houdt niet zo erg van kunst, althans niet van de smaak van haar tante, ook al heeft die er verstand van. Eigenlijk wordt het haar min of meer opgedrongen. Hoe kan mijn dochter zonder haar te kwetsen duidelijk maken dat ze dat niet wil? Mijn schoonzus is nogal dominant, het is allemaal wel goed bedoeld, maar soms is het iets teveel van het goede.

Geen behoefte aan advies

Beste Geen behoefte,

Iemand van 29 jaar mag aan haar eigen muur hangen wat zij zelf wil (iemand van 9 jaar trouwens ook). Een van de leuke dingen van het huis uitgaan is dat je je nieuwe woonruimte helemaal naar eigen inzicht mag inrichten en opfleuren. Uw dochter moet haar tante kordaat op afstand houden. Een goede oefening voor de komende zelfstandigheid. Ze kan zeggen: ‘Heel aardig van u, maar ik heb me erop verheugd om alles zelf in te richten en dat ga ik ook doen.’ Daar zal ze toch geen ruzie om krijgen? Als tante aanhoudt en haar zin wil doordrukken, moet uw dochter op een vriendelijke manier blijven herhalen dat het haar spijt, maar dat ze toch graag zelf haar eigen dingetjes voor aan de muur uitzoekt.

Artikelen in Familie, Schoonfamilie.

Gelabeld met .


Onbeschofte echtgenoot

Beste Beatrijs,

Mijn man en ik kennen elkaar nu tien jaar. Hij hecht er belang aan om in het sociale verkeer altijd zeer attent te zijn: houdt deuren open, schiet anderen te hulp, enzovoort. Het vreemde is dat hij het niet nodig vindt om zich thuis, tegenover mij, te verontschuldigen als hij iets doet wat vervelend voor mij uitpakt. Als hij bijvoorbeeld op mijn tenen gaat staan, me ’s nachts midden in het gezicht niest of per ongeluk iets kapot maakt wat van mij is, weigert hij pertinent om daarover zijn spijt te betuigen. Hij vindt dat hij dat tegenover mij niet hoeft te doen, omdat ik wel kan begrijpen dat het niet met opzet gebeurde. Zelf ben ik opgevoed met het idee dat je je verontschuldigingen hoort aan te bieden als je iemand iets vervelends aandoet, je levenspartner niet uitgezonderd. Het uitblijven van een welgemeend ‘sorry’ roept bij mij vaak hevige verontwaardiging op, maar als ik mijn boosheid hierover laat blijken neemt mijn man me dat kwalijk alsof ik iets absurds van hem verlang. Volgens hem ben ik de enige die zich daar ooit tegenover hem over heeft beklaagd. Ben ik te ouderwets opgevoed?

‘Sorry’ kan er niet af

Beste Sorry,

Uw man past een uitgesproken huwelijksondermijnende strategie toe, als hij zijn eigen vrouw niet in aanmerking vindt komen om met de normale regels van wellevendheid tegemoet te treden. Tegen elke willekeurige voorbijganger op straat, elke collega, elke vriend of kennis zou hij zich welgemeend verontschuldigen, als hij hen per ongeluk op de tenen trapt. Voor iedereen houdt hij deuren open, Jan en alleman helpt hij in jassen, blinden helpt hij oversteken, maar voor u is dat allemaal niet nodig. U bent immers zijn vrouw, de huissloof, de vanzelfsprekende aanwezigheid in de huiselijke kring voor wie dergelijke egards overdreven zijn. Hij ziet u een beetje als de schemerlamp, die er geen van last heeft als er iemand boerend en in z’n kruis krabbend in de kamer zit, en waar je ook geen ‘alsjeblieft’ en ‘dankjewel’ tegen hoeft te zeggen. Tegenover u hoeft uw man niet op te zitten en pootjes te geven, en kan hij ongeremd zichzelf zijn.

Dit is een groot misverstand en gevaarlijk bovendien. Het huwelijk is geen vrijbrief voor decorumverlies en lompheid. Wie prettige en vriendelijke omgangsvormen beschouwt als een harnas dat je aantrekt als je naar buiten gaat en dat je binnenshuis weer aflegt, kan beter in z’n eentje wonen. Zo iemand is niet geschikt voor het huwelijk. Geliefden, bedgenoten en andere intimi hebben evenveel recht op beschaafde omgangsvormen van hun partner als mensen die op grotere afstand staan. Veel huwelijken zouden opknappen als partners elkaar zouden behandelen zoals ze hun vrienden en vriendinnen behandelen. Vriendelijk dus.

Artikelen in Huwelijk en scheiding.

Gelabeld met .


Staande ovatie

Beste Beatrijs,

Toen ik vijftien jaar geleden naar ‘Les Misérables’ in Carré ging, was er na afloop een minutenlange staande ovatie waar ik als elfjarige diep van onder de indruk was. Gelukkig ben ik in de jaren daarna in de gelegenheid geweest vaker mooie voorstellingen te zien waar ik graag een staande ovatie voor heb gegeven.

Wat mij echter opvalt, is dat er tegenwoordig voor iedere voorstelling, ja zelfs voor vrijwel iedere try-out, staand wordt geklapt. Ik gun iedere artiest zijn of haar applaus, maar de teloorgang van de waarde van de staande ovatie gaat mij aan het hart. Ik heb het gevoel dat een optreden niet goed is geweest als er géén staande ovatie voor komt! Ik ben benieuwd wat u hiervan denkt en of het tij nog te keren is.

Blijf toch zitten!

Beste Blijf toch,

Klopt. Mensen applaudisseren tegenwoordig standaard staand. Dit gebruik is de laatste tien jaar snel opgekomen in Nederland. Het past in de trend van het overstatement (drie keer zoenen, terwijl een handdruk zou volstaan; ‘absoluut’ of ‘zeker weten’ zeggen, terwijl je ‘ja’ bedoelt) en in het hijgerige jargon van de reclamewereld. Het woord ‘ovatie’ is trouwens niet helemaal van toepassing. Vaak is het publiek helemaal niet wild van enthousiasme. Dat valt af te meten aan de lengte en de intensiteit van het applaus, eventueel aan geschreeuw en gestamp met voeten. Doorgaans klapt men met normaal volume en niet overmatig lang. Dat het publiek er bij gaat staan is geen uiting van vervoering, maar van beleefdheid. Gaan staan is tegenwoordig de conventionele reactie van een zaal op een voorstelling. Maar een ovatie is het niet.

U kunt het irritant vinden en dat is het misschien ook wel. Veel mensen vinden het onnodig om op te staan, maar doen dit toch, omdat ze geen zin hebben tijdens het applaus tegen de ruggen van de rechtopstaande mensen vóór hen aan te kijken.

U vraagt of dit tij te keren is. Ik denk het niet. Dit soort (op zichzelf onschuldig) gedrag van een massa is moeilijk te sturen. De enige manier om er iets aan te doen zou zijn om de komende tien jaar in alle schouwburgen en concertzalen voorafgaande aan elke voorstelling naast de aanmaning over het uitzetten van mobiele telefoons een mededeling te laten weerklinken: ‘We vragen u om na afloop zittend te applaudisseren, tenzij u door het dolle heen bent.’ Maar daar is het fenomeen weer niet belangrijk genoeg voor, dus zit er niets anders op dan te accepteren dat het publiek tegenwoordig in Nederland staand applaudisseert.

Artikelen in Het publieke domein, Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Functie van kledingcode

Beste Beatrijs,

Met een vriendin verschil ik van mening over het fenomeen ‘kledingwensen’ bij officiële gelegenheden als een bruiloft of een promotieplechtigheid. Zij vindt dat iedere genodigde hoe dan ook zichzelf mag blijven en dus volledig vrij is in de keuze van de kleding. Specifieke wensen van de gastheer/gastvrouw zijn in feite een belediging voor de genodigden. Dit zou kunnen betekenen dat iemand in een trainingsbroek met trui naar een galadiner van de koningin gaat, omdat die persoon nou eenmaal altijd in zo’n tenue loopt.

Mijn standpunt gaat uit van het omgekeerde. Als genodigde probeer je zoveel mogelijk te voldoen aan de wensen van de gastheer/vrouw. Je wilt hen niet beledigen door in een spijkerbroek te komen, waar uitdrukkelijk avondkleding werd gevraagd. Bovendien zul je je als gast niet op je gemak voelen, als je in kleding uit de toon valt. Kortom, wie toont nu gebrek aan respect: de gastheer/vrouw die kledingeisen stelt, of de genodigde die vasthoudt aan zijn eigen kledingstijl? En mag je als genodigde een sterk afwijkende kledingwens (iedereen in een knalgroene jurk en een neuspiercing) ook naast je neerleggen?

Wie moet wie respecteren?

Beste Wie moet wie,

De functie van een kledingcode is om het gemeenschappelijke van een bepaald samenzijn te onderstrepen. Door een zekere overeenkomst in uiterlijk laten mensen zien dat ze bij elkaar horen en hetzelfde doel nastreven. Denk bijvoorbeeld aan een optocht van de fanfare. Het uniform van de muzikanten vormt een visuele ondersteuning van hun samenspel, waardoor het geheel een ontroerend effect krijgt.

Formele kledingcodes dienen voor het onderscheid tussen bijzondere en niet-bijzondere gelegenheden. Een huwelijk, een begrafenis, een galadiner is niet hetzelfde als een koffieuurtje met buurvrouwen of kletsen op een jongerenhangplek, ook al zijn het allemaal sociale bijeenkomsten. De bijzondere (plechtige, serieuze, chique) bijeenkomsten gaan gepaard met rituelen en een bepaald soort kleren maakt deel uit van het ritueel. Mensen worden dan niet geacht in hun dagelijkse kloffie te verschijnen, omdat een huwelijk, een begrafenis, een galadiner nu eenmaal geen dagelijkse routine ís. Genodigden kleden zich in overeenstemming met de specifieke conventies om te laten zien dat men zich bewust is van het speciale van de bijeenkomst. Daartoe is het nodig dat men de expressie van de eigen individualiteit (bajesspijkerbroek met neusring, legging met doorschijnend topje) tijdelijk aflegt. Genodigden zijn niet op zo’n bijeenkomst om hun uniekheid als mens te demonstreren (daar hebben ze in het gewone leven al genoeg kans voor), maar om uiting te geven aan hun betrokkenheid met iets dat groter en belangrijker is dan het eigen ego.

De meeste kledingcodes zijn zo breed en impliciet dat ze niet apart vermeld hoeven te worden. Het is nogal logisch dat men zich bij plechtige gelegenheden netter, beschaafder, neutraler kleedt dan voor een barbecue op het strand. Te gedetailleerde of zelfverzonnen onzin-kledingcodes wekken ergernis bij genodigden, omdat men zich op kosten gejaagd ziet om extreme outfits aan te schaffen. Binnen de marges van een kledingcode moet een gast de vrijheid hebben om iets geschikts aan te trekken, hetzij gedekt en netjes, hetzij feestelijk en zwierig, hetzij chic. Zowel degenen die uitnodigen als de gasten moeten zich houden aan de gebruikelijke standaarden voor speciale gelegenheden. Geen smoking op de sintelbaan, dus geen trainingsbroek bij een diner dansant. Ook hiphoppers en andere bohémiens horen een beschaafde, onopvallende outfit onderin de kast te hebben liggen, die ze kunnen aantrekken voor gelegenheden die daar om vragen.

Artikelen in Festiviteiten, Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Aubade in restaurant

Beste Beatrijs,

Onlangs speelde een violist in een restaurant speciaal voor mij een mooi nummer. Hoe moet ik me gedragen tijdens het spelen? Moet ik de violist de hele tijd aankijken, kan ik tussendoor een hapje of slokje nemen? Ik vraag het, omdat ik me wat ongemakkelijk voelde op dat moment.

Gevleid, maar dan?

Beste Gevleid,

Het ‘speciaal voor iemand spelen’ wat sommige restaurantmuzikanten wel eens doen, is een manier om een speciale fooi binnen te slepen. Het is opdringerig gedrag dat ze niet zouden moeten vertonen. De muzikanten worden immers al betaald door de restauranteigenaar. En als ze op eigen initiatief binnen komen vallen, moet de restauranteigenaar ze onverwijld naar buiten dirigeren. U kunt de violist even vriendelijk toeknikken en vervolgens gewoon doorgaan waar u mee bezig bent, namelijk eten en converseren met uw tafelgenoten.

Artikelen in Horeca.

Gelabeld met .


Wie betaalt verrassing bruiloft?

Beste Beatrijs,

Mijn zus gaat trouwen. Liefst twee keer. Een keer klein in Nederland en een keer groot in Frankrijk. In Nederland gaat het om een korte plechtigheid op het stadhuis om 12.00 uur ’s ochtends. Hiervoor wordt een select groepje van getuigen en familie uitgenodigd. ’s Avonds om 18.00 uur is er een diner met hetzelfde gezelschap. Mijn zus wil geen vrijgezellenfeest. Omdat er in de planning van de dag een groot gat zit, van 12.30 tot 18.00 uur, heeft mijn zus gevraagd of wij dan iets leuks willen verzinnen (een verrassing) als dagvulling in plaats van een vrijgezellenfeest. Mijn vraag is: wie moet dit betalen, wij als gasten (ongeveer twaalf personen) of het bruidspaar?

Wie betaalt de verrassing?

Beste Wie betaalt,

Heel verstandig van uw zus om geen vrijgezellenfeest te willen, als er al twee vieringen zijn. Maar waarom wil ze dat via een omweg dan toch weer binnenboord halen? Aansluitend op de stadhuisplechtigheid kan het bruidspaar beter uitgebreid gaan lunchen met het selecte groepje genodigden in plaats van ’s avonds te dineren. Dan hoeft er niets te worden opgevuld en loopt alles gestroomlijnd door. Dat is veel makkelijker dan een pretparkachtig uitje te moeten verzinnen (dat altijd de helft van de gasten helemaal niet leuk vindt), waarvan de vraag is wie er voor de rekening opdraait. Uw zus heeft natuurlijk geen zin om te betalen (terwijl ze dat eigenlijk wel zou moeten doen – het is haar huwelijk, zij nodigt de mensen uit). Het diner en de trouwerij in Frankrijk zullen al duur genoeg zijn. Maar gasten hebben ook geen zin om voor hun eigen vertier te betalen. Die hele zogenaamde verrassing is een slecht idee. Ga van het stadhuis meteen door naar het restaurant – die kosten zijn in ieder geval niet voor de gasten. Neem rustig de tijd voor alles. Met een toespraakje hier en een komische sketch daar komt de middag wel om en daarna gaat iedereen naar huis.

Artikelen in Broers en zussen, Bruiloft.

Gelabeld met , .