Spring naar inhoud


Cadeau doorgeven

© Sjoerd van der Zee

Beste Beatrijs,

Van een dierbare vriendin kreeg ik een schattig glazen vaasje met (kunst)sneeuwklokjes – niet van echt te onderscheiden. Ik was er oprecht blij mee. Daags daarna gingen mijn vriend en ik onverwacht op bezoek bij de ouders van mijn vriend. Te laat om een bloemetje te kopen. In een impuls nam ik het vaasje met sneeuwklokjes mee. Schoonmoeder blij verrast en het vaasje kreeg prompt een plaats op de kast.

Mijn vriendin miste bij een volgend bezoekje het vaasje. Gezien onze hechte relatie heb ik eerlijk verteld wat ik gedaan had. Ik kreeg behoorlijk op mijn kop: ‘Het is niet aardig dat je iets weggeeft wat ik met zorg voor je heb uitgekozen.’ Ik moest het van haar terugvragen. Bij een volgend bezoek aan het bejaarde echtpaar heb ik dat gedaan met het schaamrood op mijn kaken. Natuurlijk teruggekregen. Toch heb ik hier een naar gevoel aan overgehouden. Wat had ik moeten doen? Het vaasje niet terugvragen vanuit het idee ‘eens gegeven blijft gegeven’? Had ik eerder tegen mijn vriendin moeten liegen dat het vaasje kapot gevallen was? (zoals schoonmoeder suggereerde). Had ik werkelijk niet zo dom (lees: onaardig) moeten zijn om het weg te geven?

Gesol met een cadeau

Beste Gesol met een cadeau,

Uw relaas vormt een opeenstapeling van stommiteiten en sociale uitglijers. Om te beginnen uw beslissing om het vaasje door te geven aan uw schoonmoeder. Als u spontaan op bezoek gaat bij (schoon)familie of goede vrienden bestaat er geen verplichting om iets mee te nemen. U kunt volstaan met een zonnig humeur. Als u desondanks de onweerstaanbare aandrang voelt om alsnog een aardigheidje mee te nemen omdat u geheel ten onrechte meent dat dat van u wordt verwacht, dan is er vast wel een benzinepomp open, waar u een veldboeket of een doosje flikken kunt krijgen. Of misschien had u nog een fles wijn in de kast staan die u had kunnen meenemen. Door te kiezen voor het doorgeven van een pas gekregen en kennelijk nogal bijzonder cadeautje benadeelde u zichzelf, sprong u onzorgvuldig om met de gevoelens van een goede vriendin en overdreef u uw rol als attente gast.

De volgende fout die werd gemaakt is dat uw vriendin ging informeren waar dat vaasje eigenlijk was gebleven. Gevers horen zich niet bezig te houden met wat ontvangers met hun cadeaus doen en uw vriendin had u al helemaal niet onder druk mogen zetten om het ding terug te vragen. En vervolgens had u niet braaf moeten doen wat zij u opdroeg. Uiteindelijk mogen mensen met een cadeau doen wat ze willen en als ze zo dom zijn om het kapot te laten vallen of weg te geven, dan komt dat voor hun eigen verantwoordelijkheid. Het is pijnlijk en ongepast om een cadeau terug te vragen. Gelukkig vatte uw schoonmoeder het sportief op en nam net zo makkelijk weer afscheid van het kleinood. Niet te veel waarde hechten aan de materie is de snelste manier om een eind te maken aan dit soort onverkwikkelijkheden.

Artikelen in Cadeaus.

Gelabeld met .


Benzinekosten

Beste Beatrijs,

Toen ik (vrouw van 60) onlangs een medisch onderzoek moest laten doen in verband met mogelijke borstkanker, vroeg ik mijn ex-latpartner die nog steeds een goede vriend is, of hij mij wilde vergezellen bij mijn afspraak in het ziekenhuis. Hij zegde toe en dat waardeerde ik zeer, want het betekende voor hem een autorit van twee uur heen ’s morgens vroeg. Na afloop gingen we koffie drinken en lunchen – vanzelfsprekend op mijn kosten. Ik was verbaasd toen hij mij vroeg om brandstofvergoeding voor de rit. Wij zijn geen van beiden armlastig. Ik vond zijn vraag niet chic, maar heb er wel aan voldaan. Is dit nu een normale gang van zaken?

Hulp met prijskaartje

Beste Hulp met prijskaartje,

De vraag van uw vriend ‘Mag ik even afrekenen?’ nadat hij u had bijgestaan met uw ziekenhuismisère is niet alleen ‘niet chic’, maar ronduit bot en harteloos te noemen. Vrienden brengen elkaar geen voorrijkosten in rekening. Behulpzaamheid hoort niet gepaard te gaan met een vraag om financiële compensatie. Mogelijk is de rol van ‘ex’ ten opzichte van u pregnanter aanwezig in zijn belevingswereld dan de rol van ‘vriend’. Hoe dan ook, dit incident lijkt mij voldoende aanleiding om deze vriend nooit meer om wat voor gunst of dienst dan ook te vragen en hem voortaan op alle fronten als ex te beschouwen.

Artikelen in Vrienden en kennissen, Ziekte.

Gelabeld met .


Feedback geven?

Beste Beatrijs,

Onlangs had ik een afspraak met een man, die ik via een datingsite heb leren kennen. We maakten een wandeling door de stad. Het viel me op dat hij steeds zijn handen in zijn zakken hield en zijn neus luidruchtig ophaalde zonder een zakdoek te gebruiken. En zijn gebit was onverzorgd. Ik heb een opmerking over de handen in de zakken gemaakt, waarop hij antwoordde dat hij nooit handschoenen droeg. Hij begreep mijn hint niet dat ik het uitermate onbeleefd vind voor een volwassene. Ik heb geen behoefte aan verdere ontmoetingen. Moet ik hem een toelichting geven? Misschien heeft hij daar nog iets aan voor de toekomst.
Wegwezen en wel hierom

Beste Wegwezen en wel hierom,

Bij internetdaten gaat het vooral om efficiëntheid. Daters zoeken iemand op wie ze vallen, en als de heftig begeerde ‘klik’ of ‘vonk’ uitblijft bij de eerste ontmoeting, verdwijnt onmiddellijk de noodzaak om nog langer tijd en energie te investeren. U hoeft deze man geen tekst en uitleg te verschaffen over uw gebrek aan enthousiasme. U had een eenmalige ontmoeting die teleurstellend uitpakte. Dit is geen situatie die om beschavingsarbeid vraagt. Het is uw verantwoordelijkheid niet om hem aan de vrouw te helpen. Bovendien staat niet vast dat uw afkeer door alle vrouwen wordt gedeeld. Wellicht lopen er vrouwen rond die minder zwaar tillen aan zijn voorkomen en stijl. U kunt volstaan met een beleefde afwijzing: ‘Het spijt me, ik zie geen toekomst voor ons samen.’

Artikelen in Liefde en relaties.

Gelabeld met , .


Leenangst

Studenten in Utrecht en Amsterdam protesteerden vorige week tegen de dreigende bezuinigingen in het onderwijs, vooral tegen mogelijke afschaffing van de studiefinanciering. Op dit moment krijgen uitwonende studenten gedurende maximaal zes jaar 3000 euro per jaar (thuiswonenden 1000 euro) bij wijze van tegemoetkoming van de staat. Met de zogenaamde stufi kan een student in de verste verte niet rondkomen, maar oké, het legt in ieder geval een basis, en de rest kan aangevuld worden door ouders, door bijbaantjes of door een lening te sluiten. Studenten combineren altijd verschillende inkomstenbronnen, waarbij ze een sterke voorkeur aan de dag leggen voor gratis geld van ouders en anders een bijbaantje. De afkeer van lenen is zo groot dat je zou kunnen spreken van een collectieve leenangst.

Afschaffing van de studiefinanciering zou de staat ongeveer een miljard opleveren. Het enige wat studenten dan nog over zouden houden aan tegemoetkomingen is de OV-kaart, die toch al uitgekleed was omdat er gekozen moet worden tussen ofwel vrij reizen in het weekend, ofwel doordeweeks. Voor de rest zouden studenten opgescheept komen te zitten met een enorme studieschuld, waar de studentenbond natuurlijk tegen protesteert.

De PvdA bij monde van Wouter Bos geeft als argument voor afschaffing dat het geen pas geeft dat de slager en de bakker meebetalen aan de opleiding van de notaris en de arts die later veel meer gaan verdienen. Dat klinkt redelijk, al hangt het er maar vanaf wat je precies tegen wat wegstreept. Je kunt ook aanvoeren dat de stufi het voor de kinderen van de slager en de bakker makkelijker maakt om notaris of arts te worden. Maar het beste argument tegen de basisbeurs komt van de twintiger zonder hoger-onderwijs-opleiding die besluit om een schoenenzaak (een kinderboerderij of een art-filmhuis) te beginnen en ter investering een paar ton bij de bank moet lenen. Waarom moet deze ondernemer in spe alle lasten en verantwoordelijkheden zelf dragen, terwijl de bestuurskunde-student in een gedeeltelijk door de overheid gespreid bedje zonder noemenswaardige financiële kopzorg kan bouwen aan een toekomstige carrière in het management?

Tofik Dibi van GroenLinks wil de stufi handhaven en meent de hoge overheidsuitgaven die hiervoor nodig zijn te kunnen ondervangen door het instellen van een academicibelasting na de studie. Dus: laat mensen gedeeltelijk op overheidskosten studeren en presenteer ze achteraf de rekening voor hun genoten opleiding. Een krankzinnig bureaucratische oplossing, die geen soelaas zal bieden. Tussen academici bestaan grote inkomensverschillen en het is een beetje raar om iemand belastingsgewijs aan te pakken omdat hij de een of andere opleiding heeft gevolgd. Dat klinkt naar: straffen om reden van de cello bespelen of goed met een tennisracket overweg kunnen.

Vergeleken hierbij is de particuliere lening een wonder van eenvoud en eerlijkheid. Zeker als je in aanmerking neemt dat studieleningen zacht zijn met een laag rentepercentage en niet terugbetaald hoeven te worden, zolang de debiteur niet in staat is voldoende inkomen te genereren. Het voordeel van een particuliere studielening is dat studenten zelf de verantwoordelijkheid dragen voor hun voortgang. Als de teller loopt voor je eigen portemonnee ben je allicht geneigd wat meer tempo te maken dan wanneer de kosten voor andermans rekening komen. Ook zullen studenten die lenen sterker letten op de beroepsmogelijkheden na de studie en ze zullen hogere eisen aan de kwaliteit van het onderwijs zelf stellen. Te lichte studierichtingen met te weinig contacturen die te weinig expertise opleveren zullen gemeden worden onder het motto ‘daar gaan we niet voor betalen’.

Het is de taak van de overheid om goed onderwijs aan te bieden en daar voortdurend stevig in te investeren. Ook in de randvoorwaarden van dat onderwijs moet de overheid voorzien. Het is bijvoorbeeld schandalig hoe slecht de woonvoorzieningen geregeld zijn voor studenten in Amsterdam, Utrecht en Leiden. Studenten in deze steden doen er vaak jaren over om een (veel te dure) kamer te vinden. De overheid moet zorgen voor voldoende studentenkamers – de huur kunnen bewoners zelf wel betalen. Zo ligt het met de universiteit zelf ook. Het huis van de wetenschap dat al duur genoeg is voor de gemeenschap om overeind te houden moet er zijn als iets aantrekkelijks om gebruik van te maken. Maar niet op een koopje. Wie terugdeinst uit leenangst neemt noch het hoger onderwijs, noch zijn eigen toekomst serieus.

Artikelen in Column.


De man-man-kus

Beste Beatrijs,

Mannen en vrouwen die goede bekenden of familie zijn zoenen elkaar bij begroetingen, felicitaties of afscheid. Vrouwen onderling ook. Mannen kussen elkaar niet.

Waarom eigenlijk niet?

Beste Waarom eigenlijk niet,

In lichtelijk vrijgevochten, avantgardistische kringen komt de man-man-kus wel degelijk voor, al is dit geen trend die vooralsnog veel school maakt. In de westerse cultuur hebben mannen geen sterke geschiedenis van onderlinge lichamelijke intimiteit, behalve op de manier van stoeien, vechten, worstelen. In een sportcontext kom je trouwens ook zoenende en elkaar omhelzende mannen tegen, bijvoorbeeld na een doelpunt. Op mannen die mannen kussen rustte traditioneeel een taboe, omdat dat vanuit christelijk perspectief werd geassocieerd met homoseksualiteit en die schijn moest worden vermeden.

Voor vrouwen gold dat niet of nauwelijks. Vriendinnen konden zich onderling allerlei liefkozingen permitteren waar niemand iets achter zocht, omdat het begrip ‘lesbische liefde’ niet als zodanig bestond. Vrouwen hadden hoe dan ook veel meer te maken met lichamelijke intimiteit, omdat zij kinderen verzorgden. Als kinderen opgroeiden, bleven moeders hun dochters en zonen nog steeds kussen. Vaders deden veel minder aan knuffelen met hun kinderen. Wel weer aan stoeien met hun zonen. Als dochters ouder werden, bleef de aanraking van de vader beperkt tot een kus op wang of voorhoofd; zonen kregen een hand of een vriendschappelijke stomp. Sinds mannen meer bij de opvoeding van hun kinderen zijn betrokken, is het gewoner dat zij ook hun zonen kussen, maar van hun vrienden blijven ze kussenderwijs nog steeds af.

In meer lichamelijk gerichte culturen, zoals de Russische, of in Mediterraanse landen is het gebruikelijk dat mannen elkaar omhelzen. Dat gebeurt hier alleen bij uitzondering in emotioneel geladen situaties. Hoe steviger homoseksualiteit zich als een aparte identiteit vestigt in een cultuur, hoe meer sommige mannelijke hetero’s geneigd zijn zich hiervan te distantiëren. De snelle carrière in de afgelopen twintig jaar van ‘homo!’ tot het belangrijkste scheldwoord onder jongens illustreert dit verschijnsel. In landen waar homoseksualiteit officieel wordt ontkend en waar mannen die zich openlijk als homo afficheren worden vervolgd, gaan mannen merkwaardig genoeg lichamelijk veel intiemer met elkaar om, tot kussen en seks aan toe. Dat kan omdat dit gedrag op individueel niveau niet als voorbeeld van homoseksualiteit wordt beschouwd, maar als uiting van vriendschap dan wel van ongevaarlijke lust.

Artikelen in Traditionele etiquette, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , .


Tweede huwelijk

Beste Beatrijs,

Een goede vriendin van mij, die ik al vijftien jaar ken, gaat voor de tweede keer trouwen. Mijn man en ik waren destijds bij haar huwelijk aanwezig. Onze kinderen zijn goede maatjes met hun kinderen. Wij beschouwen haar ex ook nog steeds als een goede vriend. De nieuwe man van mijn vriendin heb ik een paar keer keer ontmoet. Ik zie dat het stel erg gelukkig is en ik ben heel blij voor hen, maar heb verder een beetje afstand gehouden. Nu heeft deze vriendin mij gevraagd als lid van haar bruidspersoneel. Eigenlijk doe ik het liever niet, maar ik ben bang dat ik haar kwets als ik weiger.

Mag ik passen?

Beste Mag ik passen,

Een tweede huwelijk hoort gepaard te gaan met enige ingetogenheid. Uitbundige festiviteiten met ceremoniemeesters, speeches, liedjes en de hele mikmak zijn minder opportuun, omdat veel vrienden en kennissen het allemaal al eens eerder hebben meegemaakt en weinig enthousiasme zullen kunnen opbrengen voor de herhaling. Nog afgezien van het probleem van de dubbele loyaliteit, zoals in uw geval.

Vertel uw vriendin gewoon eerlijk dat u vijftien jaar lang haar gezinsleven hebt meegemaakt in de oude constellatie en dat u meer tijd nodig hebt om te wennen aan de nieuwe koers die zij is ingeslagen. Zeg haar dat u het trouwfeest natuurlijk zult bijwonen, maar dat uw herinneringen aan uw beider gemeenschappelijke verleden en uw gevoelens van sympathie voor haar ex het onmogelijk maken om haar verzoek te honoreren. Verpak uw afwijzing in spijt en excuses.

Artikelen in Bruiloft, Huwelijk en scheiding.

Gelabeld met .


Schoenen uit

Beste Beatrijs,

Mijn man en ik verschillen van mening over het volgende: de afgelopen weken heb ik in verband met het weer aan bezoekers gevraagd om hun natte, besneeuwde schoenen uit te doen. Ik voorzie hen dan van slippers die ik klaar heb staan. Op zo’n manier kan ik voorkomen dat het parket wordt aangetast door pekel- en vochtkringen. Volgens mij is dit voor bezoekers een kleine moeite, maar mijn man vindt dit ongastvrij. Is mijn verzoek onredelijk?

Schoenen uit graag!

Beste Schoenen uit,

Behalve aan jonge kinderen is het niet heel gebruikelijk in Nederland om gasten te vragen hun schoenen uit te trekken. In Scandinavische landen trekken mensen standaard hun sneeuwlaarzen uit bij de voordeur, maar dan hebben ze binnenschoenen of muiltjes bij zich ter vervanging. Mensen zijn vaak huiverig om andermans schoeisel aan te trekken. Op kousenvoeten voelen ze zich onvoldoende gekleed en sommige mensen krijgen dan last van koude voeten. Ik begrijp wel dat u uw parketvloer mooi wil houden, maar dat moet lukken zonder aanslag op het comfort of decorum van uw gasten. Geef bezoekers de keus tussen slippers van het huis of het salonfähig maken van hun schoenen. Verontschuldig u voor het gedoe. Bied aan hun schoenen schoon te maken in de keuken. Verwijder sneeuw en andere ongerechtigheden met een borstel en maak de schoenen droog met een dweil of een oude lap, zodat gasten ze meteen weer kunnen aantrekken. Sommige mensen zullen de slippers kiezen, maar anderen zijn gehecht aan hun schoenen ter completering van hun outfit.

Artikelen in Visite.

Gelabeld met .


Incidentenpolitiek

Jaap Smit, directeur van Slachtofferhulp Nederland, was vorige week in het nieuws met de uitspraak dat grote incidenten te snel als ‘ramp’ werden betiteld. Hij gaf als voorbeeld de vliegtuigcrash van Turkish Airlines van een jaar geleden, waarvoor binnenkort een herdenking wordt georganiseerd. Smit vond het ongeluk daar niet zwaar genoeg voor. Het was verrassend om deze woorden te horen uit de mond van iemand wiens werk bestaat uit verdediging van slachtofferbelangen, maar gelijk heeft hij natuurlijk wel. Bij het vliegongeluk kwamen negen mensen om. Dat is afschuwelijk, zoals elke verkeersdode er een te veel is, maar in het verkeer vallen jaarlijks 750 doden en die groep krijgt niet 75 keer zo veel herdenkingsaandacht.

Met erge incidenten is het wel vaker de vraag wat een gepaste reactie is. Moet je berusten en overgaan tot de orde van de dag omdat shit happens, of moeten er maatregelen komen? In hetzelfde NOS-journaal waar Smit aan het woord kwam zat een ander opmerkelijk nieuwsfeit: de politie had uitgezocht dat een op de drie gevallen van moord & doodslag een gevolg was van huiselijk geweld, twee derde vrouwen en een kwart kinderen. Ik wist niet meteen wat ik hiervan moest denken. Is het aandeel huiselijk geweld in moord & doodslag nu een grof schandaal of is het eerder iets om (voor jezelf persoonlijk) opgelucht over te zijn? Tegen gewapende roofovervallen en rondvliegende kogels van drugscriminelen staan toevallige burgers weerloos, terwijl je met enige oplettendheid er wel voor kunt zorgen zelf niet in een levensverziekende relatie terecht te komen. De strekking van dit nieuwsbericht was in ieder geval dat hulpverleners, politie en scholen in verhoogde staat van paraatheid moesten komen om het huiselijk geweld te keren. Inzetten op preventie door de overheid dus.

Tal van kamervragen vallen onder het hoofdje ‘kapitaliseren op incidenten’. De Partij voor de Dieren is meester in het genre. Er hoeft maar ergens een verwaarloosd paard gesignaleerd te worden of het is weer raak. D66-leider Pechtold kan er ook wat van. Naar aanleiding van het pas verschenen boek Sterven zonder naam (over het treurige levenseinde van de Zangeres zonder Naam) heeft hij vragen gesteld aan minister Hirsch Ballin. Mary Servaes-Beij, eertijds bekend van levensliederen als ‘Mexico’ en ‘Mandolinen in Nicosia’, stierf in 1998 op de gesloten afdeling van een psycho-geriatrisch verpleeghuis. In het boek beschrijft journalist Ben Holthuis met coauteur Frank Wouters haar tragische werdegang na haar afscheid van het publiek en het overlijden van haar man. Ondanks haar miljoenen en ondanks haar wil om niet in een inrichting terecht te komen was de Zangeres, dementerend en al, toch de regie over haar leven kwijt geraakt en deze spijtige gang van zaken neemt Pechtold als zelfverklaard fan hoog op.

Het boek beschrijft hoe de huishoudster en de boekhouder van Servaes haar onder curatele plaatsten, waarbij de een met toestemming van de familie (!) zichzelf als bewindvoerder opwierp. De auteurs suggereren dat een en ander met financiële malversaties gepaard is gegaan. Schandalig hoe een dementerende BN’er aan de aasgieren is overgeleverd! Dat zou verboden moeten worden, meent Pechtold. Hij vergeet hierbij dat andere bewoners van psychogeriatrische instellingen daar ook nooit terecht hadden willen komen en óók de regie over hun leven zijn kwijt geraakt. Dementerenden zijn per definitie niet meer in staat om hun eigen belangen te behartigen. Als ze over een liefdevolle naaste beschikken (partner of kind), kan die zich soms opofferen om het thuiswonen te continueren, maar velen zijn daartoe niet in staat of kunnen het niet volhouden.

Bij ontstentenis van kinderen en andere dichtbije familie, zoals in geval van de Zangeres, is er eenvoudig niet voldoende loyaliteit voorhanden om een dementerende, hoe rijk ook, alleen thuis te laten wonen. Zelfs de beste vriend of vriendin gaat niet al het personeel wat daar voor nodig is screenen, superviseren en controleren. Als de bewindvoerder al niet geneigd is om zichzelf uit te betalen voor zijn diensten, dan zal het particuliere zorgpersoneel wel hier en daar een graantje meepikken. Er is geen manier waarop de overheid kan reguleren dat de wens van dementen wordt gerespecteerd, terwijl ze tegelijk niet worden geplukt. Want ook de overheidstoezichthouder kan corrupt blijken. Het bureaucratische eindstation van de inrichting brengt dan nog het minste kwaad met zich mee.

Artikelen in Column.


Claimend vriendje

Beste Beatrijs,

Mijn dertienjarige dochter is een lief kind en heel aardig voor anderen. Sinds kort heeft ze contact met een leeftijdgenoot, een jongen, die haar vertelde dat hij een enorm geheim met zich meedroeg. Mijn dochter wilde hem helpen, waarop hij haar vertelde dat hij in de knoop zit met zichzelf omdat hij altijd gepest werd. Daardoor krast hij in zichzelf en heeft hij zelfmoordgedachten. U begrijpt dat ik niet zit te wachten op dit soort vriendjes. Ze durft hem alleen niet goed af te houden. Hij dringt zich erg op, wil voortdurend met haar afspreken en smst en msnt de hele dag met haar. Toen zij een afspraak met hem afzegde, reageerde hij boos en zwaar teleurgesteld. Hij speelt in op haar medelijden. Dit bevalt mij niet. Hoe kan ik haar duidelijk maken dat ze afstand van hem moet nemen?

Claimend vriendje

Beste Claimend vriendje,

Gelukkig praat uw dochter nog met u over wat ze meemaakt! Dat betekent dat ze vertrouwen in u stelt en open zal staan voor uw mening. Neem de tijd om een serieus gesprek met uw dochter te voeren. Vraag haar wat ze zelf vindt van dit vriendje en hoe die opereert. Het kan niet anders of zij zal zichzelf onder druk gezet voelen. Vertel haar dat een situatie waarin de ene persoon de ander achtervolgt nooit de naam vriendschap kan dragen. Vriendschap is altijd vrijwillig. Mensen raken bevriend met elkaar omdat ze plezier aan elkaar beleven en niet om voor psychiater te spelen. Hulp kan nooit het doel van vriendschap zijn, hoogstens een gevolg op termijn. Afgezien daarvan zijn de problemen van deze jongen veel te zwaar om een leeftijdgenoot mee te belasten. Hier moet een volwassene aan te pas komen. De beste hulp die uw dochter deze jongen kan geven bestaat eruit hem aan te moedigen om met een vertrouwde volwassene te praten. Scholen hebben tegenwoordig allerhande mentoren, leerlingbegeleiders of vertrouwenspersonen paraat, met wie leerlingen over problemen kunnen praten. Die jongen moet van haar nek af en ergens anders hulp gaan zoeken. Vraag uw dochter of ze zich in staat voelt om hem zowel te weerstaan als naar een ander adres te verwijzen. Als ze daar tegenop ziet of als het haar niet lukt, moet u zelf iemand inseinen over dit geval. Eigenlijk zou u dat hoe dan ook moeten doen, ongeacht de pogingen van uw dochter, want deze jongen verkeert duidelijk in psychische nood en heeft professionele hulp nodig.

Artikelen in Tieners, Ziekte.

Gelabeld met , .