Spring naar inhoud


Bezoekersattenties

Beste Beatrijs,

Mijn stiefzoon (zoon van mijn vrouw uit haar eerste huwelijk) komt al een jaar of tien zo  eenmaal per maand met zijn nu 10-jarig zoontje bij ons eten. Hij heeft nog nooit iets meegenomen. Ik opperde de gedachte dat hij wel eens een fles wijn mee zou mogen brengen.   Deze opmerking werd door mijn vrouw en door hem als uiterst ongemanierd beschouwd. Is dit echt een ongepast idee?

Met lege handen

Beste Met lege handen,

Het idee om een fles wijn mee te nemen is niet ongemanierd, maar het is wel ongemanierd om erom te vragen. Het is in het algemeen beter als een stiefvader zich niet in corrigerende zin uitlaat over het gedrag van (volwassen) kinderen. Daar krijgt u ruzie mee. Geheel voorspelbaar hebben zowel uw stiefzoon als uw vrouw op uw kritiek gereageerd als door een wesp gestoken: ‘Bemoei je er niet mee!’ En ze hebben gelijk. Het ligt niet op uw weg om uw stiefzoon aan te sporen bezoekersaardigheidjes mee te nemen, ook al zou hij dat best eens kunnen doen.

Beste Beatrijs,

Mijn schoonouders komen zeer geregeld bij ons over de vloer en altijd nemen ze iets te eten mee, zoals cake of pasteitjes, dat ook meteen moet worden opgegeten. Ik heb hier moeite mee, omdat dit mij het gevoel geeft dat ik niet genoeg versnaperingen in huis heb of dat wat ik heb niet goed genoeg is. Ik heb het met mijn schoonmoeder besproken en zij zei toen dat ze me wil helpen omdat ik het al zo druk heb. Maar zodra we dan van ‘haar’ cake eten, moet iedereen roepen dat hij erg lekker is en anders roept mijn schoonvader het wel uitgebreid. Wat moet ik hier mee? Ik erger me er elke keer weer opnieuw aan.

Met volle handen

Beste Met volle handen,

De gastvrouw/heer bepalen wat er op tafel komt in hun eigen huis. Laat u niet van de wijs brengen door mensen die de regie willen overnemen. Bedank uw schoonmoeder recht hartelijk voor de meegebrachte etenswaren en zet ze meteen weg uit het zicht. Serveer de hapjes die u zelf hebt voorbereid. Als ze protesteert, bedankt u haar nogmaals, u verzekert haar dat u en uw gezin haar goede gaven later met smaak zullen opeten en u gaat rustig door met het uitdelen van uw eigen soep of taart of wat u dan ook in de aanbieding hebt.

Artikelen in Traditionele etiquette.


Ruiken aan het eten

Beste Beatrijs,

Mijn man heeft de gewoonte om aan het eten te ruiken. Vooral als ik een nieuw recept heb uitgeprobeerd, maar ook in restaurants buigt hij zich vaak over het bord dat voor hem wordt neergezet. Ik vind dat onbeleefd, maar volgens hem is er niets mis mee. Wat zegt de etiquette hierover?

Wat ruik ik daar?

Beste Wat ruik ik daar,

Geur vormt een belangrijk onderdeel van een opgediende maaltijd. Niemand kan zich daaraan onttrekken, dus het zou raar zijn als de etiquette een verbod op ruiken zou uitvaardigen. Er is echter een verschil tussen iemand die ‘Mmm, dat ruikt heerlijk!’ zegt wanneer er een dampende ovenschotel op tafel wordt gezet, en iemand die argwanend met zijn neus boven de ragout gaat hangen om daar wie weet wat voor ongerechtigheden in te kunnen detecteren. De algemeen waarderende vorm van ruiken is toegestaan, het inspecterende snuffelen niet.

Artikelen in Eten en drinken.

Gelabeld met .


De kunst van het sterven

Wat levenskunst is heb ik nooit helemaal begrepen. Het heeft te maken met geluk, althans opgewektheid en een levensomarmende instelling, maar ook met wijsheid en aanvaarding van je lot. Levenskunst is in ieder geval iets nastrevenswaardigs en het is een hot topic binnen de populaire afdeling self-help-boeken. In Nederland wordt de levenskunst aan de man gebracht door filosoof Joep Dohmen die er verschillende boeken over schreef. Het is lastig om tegen levenskunst te zijn, omdat het begrip allerlei fijne, sympathieke manieren van menszijn omvat zoals vitaliteit, enthousiasme, goede relaties, veerkracht, mededogen, aandacht, weerbaarheid enzovoort. Maar tegelijk vormt die containerfunctie voor al het goede precies de reden voor wantrouwen. Als je alles goed doet, ben je een levenskunstenaar, daar komt het eigenlijk op neer. Van zo’n boodschap word ik een beetje kribbig. Geef mij maar etiquette in plaats van levenskunst. De etiquette houdt zich ook bezig met goed & fout in het dagelijkse leven, maar ziet het goede niet als iets wat tot kunst moet worden verheven, maar als een simpele minimum-standaard.

In de Volkskrant van 8 mei legt Joep Dohmen de tegenwoordige praktijk van ouder worden en sterven tegen de meetlat van de levenskunst en het zal geen verwondering wekken dat hierin allerwegen jammerlijk wordt gefaald. ‘Wij missen een cultuur van goed ouder worden’ luidt de kop van het artikel. Mensen kijken weg van hun nakende ouderdom en klampen zich vast aan de medische technologie die hen zo lang mogelijk gezond en sterk probeert te houden. Volgens Dohmen verhult deze geneigdheid de angst voor de dood. Levenskunst houdt in dat mensen onder ogen zien dat ze eindige en kwetsbare wezens zijn en dat ze afscheid nemen van het dwaze verlangen naar forever young. Wij moeten de ars moriendi, de kunst van het sterven waar de vroege christenen en de middeleeuwers zo goed in waren, opnieuw onder de knie krijgen en ons verstaan met de eindigheid van al het waardevolle, inclusief het leven zelf. Voortdurende rouwarbeid (en opnieuw beginnen) is geboden!

Want anders? Ja, wat gebeurt er eigenlijk voor vreselijks als je je níet oefent in de kunst van het sterven en maar doorgaat met weer een facelift, nog eens een viagrakuurtje op je oude dag, je onafhankelijkheid wil demonstreren door koppig thuis te blijven wonen en te doen alsof je nog heus wel alles zelf kunt beschikken? En dat terwijl voor iedereen duidelijk is dat het bergafwaarts gaat en de man met de zeis naderbij sluipt.

Alle mensen zijn bang voor de dood, maar ik begrijp werkelijk niet waarom de accepterende, berustende manier om zich met die angst te verstaan moreel superieur zou zijn aan het ontkennende wegkijken. Volgens Dohmen wisten mensen vroeger beter hoe ze met de dood moesten omgaan en deden ze er niet zo angsthazig over als wij tegenwoordig. Maar de vroege christenen en de middeleeuwers verwachtten dat ze na hun dood in de schoot van hun Schepper zouden belanden. Een treurige misvatting, dus eigenlijk berustten zij ten onrechte. Tenminste voor zo ver er destijds inderdaad sprake was van een cultuur van doodsacceptatie – waarschijnlijker is dat mensen even bang waren als nu. Ze werden murw gebeukt onder het voortdurende sterven om zich heen in het kraambed, door ziektes en in oorlogen. Zij betrachtten hun ziel in lijdzaamheid uit pure nood, niet vanwege een of andere hoger ideaal van levenskunst!

Wat mij nog het meeste ergert aan de moraalfilosofie van de ars moriendi is de onbarmhartige pretentie ervan. Je hebt mensen die zich liever niet willen bezighouden met hun dood en gewoon voor zich uitleven met alle pieken en dalen die vanzelf op hun pad komen, misschien wel woedend worden, wanneer hun een terminale ziekte wordt aangezegd. En je hebt mensen die over elk dingetje wat ze met het klimmen der jaren moeten opgeven serieus gaan zitten reflecteren, voortdurend balansen opmaken en zich oefenen in de kunst van de blijmoedige resignatie. Deze laatsten doen het goed, de eerste groep is kennelijk verkeerd bezig. Maar wat doet dat onderscheid ertoe in het licht van de dood zelf? Of mensen zich nu verzoenen met het einde of hun kop in het zand steken maakt geen verschil. Dood gaan ze toch. Dat is al erg genoeg. Ze hoeven er niet ook nog eens stervenskunst van te maken.

Artikelen in Column.


Privétaal spreken in gezelschap

Beste Beatrijs,

Mijn vrouw en ik voeden onze twee kinderen van drie en vijf jaar tweetalig op. Ik spreek Nederlands met hen en mijn vrouw Engels. Dat proberen we zo consequent mogelijk vol te houden, al is Nederlands de dominante taal voor hen omdat ze hier opgroeien. Maar de kinderen begrijpen het Engels goed en het is ook fijn dat ze met hun grootouders in Engeland kunnen praten, als we daar op bezoek zijn.

Nu heeft mijn zus me laatst apart genomen en gezegd dat ze het hoogst onbeleefd vindt dat mijn vrouw op familiebijeenkomsten Engels met onze kinderen praat. Mijn zus heeft aangekondigd niet meer met haar kinderen bij ons op bezoek te komen als mijn vrouw hiermee doorgaat. Ik vind haar reactie overdreven: hoe wij onze kinderen opvoeden is toch onze zaak? Mijn vrouw spreekt Nederlands in gezelschap van anderen, alleen tegen de kinderen richt ze in het Engels. Heeft mijn zus gelijk en is dat onbeleefd?

Privétaal in gezelschap

Beste Privétaal in gezelschap,

De situatie van twee ouders met verschillende moedertalen is ideaal om kinderen tweetalig op te voeden. De kinderen krijgen een extra taal cadeau en daar hebben ze altijd plezier van. Het consequent volhouden van de buitenlandse taal is daarbij een voorwaarde voor succes, ook al zal die meest in privéomstandigheden worden gesproken. In gezelschap van andere mensen is het beleefd om de plaatselijke voertaal te spreken – daar heeft uw zuster gelijk in –, maar als uw vrouw zich even in een terzijde tot de kinderen richt, kan dat prima in het Engels. Temidden van het familiegewoel zal uw vrouw geen uitgebreide conversaties met de kinderen gaan voeren. Wat zij zegt zal neerkomen op korte, zakelijke mededelingen in de trant van ‘Ga even je handen wassen’, ‘Drink je melk op’ of ‘Ga met de andere kinderen een mooie tent bouwen’. Iedereen die nog meer in de kamer zit zal Engels op dergelijk simpel niveau kunnen verstaan. Maar ook als het Grieks of Russisch was geweest had het gemogen. Turkse en Marokkaanse ouders hier in Nederland spreken ook hun eigen taal met hun kleine kinderen en het zou onbarmhartig zijn dat te verbieden. Er is niets op tegen als ouders en (jonge) kinderen bij een korte, volstrekt onbelangrijke privé-uitwisseling de taal spreken die zij gewend zijn met elkaar te spreken. Uw zuster neemt dit veel te zwaar op.

Artikelen in Kinderen, Taalgebruik.

Gelabeld met .


Vriendschap in ere houden

Beste Beatrijs,

Sinds mijn moeder vier jaar geleden overleed, heeft mijn vader veel genoten van de gastvrijheid van vrienden die hem uitnodigden voor het eten en voor vakanties. Voor zijn 70ste verjaardag binnenkort wil mijn vader voor het eerst sinds mijn moeders overlijden een feestje geven. Maar op de gastenlijst staan alleen zijn (klein)kinderen en wat familieleden van mijn moeder, plus een dame die hij via een datingsite heeft ontmoet met wie hij één keer heeft afgesproken. Ik heb tegen mijn vader gezegd dat dit een mooie gelegenheid is om iets terug te doen voor zijn vrienden, maar hij vindt dat niet nodig. Mijn broers vinden dat hij dit zelf moet weten. Is mijn zorg dat mijn vader een vriendschapsregel overtreedt ongegrond?

Veronachtzaamde vrienden

Beste Veronachtzaamde vrienden,

Dit is inderdaad het moment voor uw vader om iets terug te doen voor zijn vrienden die hem gesteund en onthaald hebben in de moeilijke jaren na uw moeders dood. Als hij toch een feestje geeft voor zijn 70ste verjaardag moet hij hen absoluut uitnodigen. Dring hier bij uw vader op aan, omdat hij anders serieus in gebreke blijft. Het is een kleine moeite. Er moet toch al van alles worden georganiseerd (drank, hapjes), dus dan kunnen die vrienden er ook nog wel bij. Bied uw vader aan om te helpen met zijn feest. Misschien ziet hij op tegen een te groot aantal gasten en is dat de reden dat hij ze niet wil uitnodigen. Zeg tegen uw vader dat u hem terzijde zult staan bij de voorbereidingen en hem van alles uit handen wilt nemen, maar dat hij zijn vrienden niet mag overslaan.

Artikelen in Verjaardag, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , .


Opgestaan, plaats vergaan

Beste Beatrijs,

Onlangs bezochten we een uitvoering van het studentenorkest waar onze dochter haar partij in meeblaast. Om van goed uitzicht verzekerd te zijn waren we een half uur voor aanvang in de zaal gaan zitten. Halverwege het programma was er pauze en daar maakten we gebruik van om onze dochter te begroeten. Bij terugkomst in de zaal bleken onze mooie zitplaatsen echter door anderen ingenomen te zijn. Een opmerking mijnerzijds werd gepareerd met de formeel juiste constatering dat er voor dit concert geen kaarten met besproken plaatsen waren. Het meest ongelukkige van deze situatie vond ik nog wel dat wij zo gedwongen werden plaatsen te gaan zoeken, die eerder door anderen ingenomen en wellicht met zorg uitgekozen waren. Uiteindelijk werd ons gezelschap van vier personen van elkaar gescheiden en moesten we met plaatsen aan de rand genoegen nemen. Is zo’n stoelendans gebruikelijk?

Opgestaan, plaats vergaan

Beste Opgestaan, plaats vergaan,

Nee, een pauze in een voorstelling is niet bedoeld om toeschouwers een tweede kans te geven om zich van de beste plaatsen meester te maken. U had al een half uur geïnvesteerd in goed uitzicht – dat moet genoeg zijn voor een hele uitvoering. Ook in een situatie waar iedereen mag zitten waar hij wil keren mensen na de pauze terug naar hun eerder in beslag genomen zitplaats. Dit om ongenoegen en een eventueel handgemeen te voorkomen. U had zeker kunnen aandringen bij de veroveraars van uw stoelen om ze weer op te geven, want wat zij deden was bijzonder grof en ongemanierd. Voor de toekomst kan het helpen in dit soort gevallen om tijdens de pauze een vestje, sjaaltje of programma op uw stoel te laten liggen. Dat signaleert dat de plaats niet vrij is, al zullen kwaadwillenden zich ook hierdoor niet laten weerhouden. Tegen onversneden egoïsme valt niets te beginnen.

Artikelen in Het publieke domein.

Gelabeld met , .


Trouw aan jezelf

Een van de raadselachtigste complimenten die mensen zichzelf kunnen geven is dat ze altijd trouw aan zichzelf zijn gebleven. Vooral in interviews van het diepergravende soort, waarin de geïnterviewde wordt doorgezaagd over zijn levensloop en aangemoedigd het achterste van zijn tong te laten zien, figureert deze zinsnede regelmatig. Wat er precies mee wordt bedoeld is onduidelijk, behalve dat er ontegenzeggelijk sprake is van een gunstige eigenschap, waar de geïnterviewde zelf heel tevreden mee is en de interviewer door geïmponeerd.

Je kunt twee mislukte huwelijken achter de rug hebben, tot grote hoogte gestegen carrièregewijs, over de kop gegaan, opgekrabbeld, nieuwe ambities ontwikkeld, weer een nieuw kind met weer een nieuwe vrouw gekregen, op je 60ste afgekickt van de alcohol en een schilderhobby opgevat, en toch vinden dat je al die tijd trouw aan jezelf bent gebleven. Niemand die daar vreemd van opkijkt. Je kunt ook heel goed een verleden als marxist hebben gehad, vervolgens een tijdje in liberale kringen verkeerd en je ten slotte ontpoppen als radicaal conservatief, zonder het minste gevoel van ontrouw aan jezelf. De uitdrukking betekent dan ook helemaal niets. Trouw zijn impliceert een relatie. Een individu kan alleen trouw zijn aan iets externs: andere mensen, een cultuur, een religie, het een of andere gedachtengoed of een natie.

Trouw zijn aan jezelf daarentegen is een bespottelijk concept, alsof er een instantie in je hoofd zit die je zou kunnen behoeden voor wezensvreemd gedrag of wezensvreemde opvattingen. Voor zo ver die beoordelende instantie er zit, komt die van buiten en alle twijfel die door iemands hoofd kan spoken over keuzes is terug te voeren op een belangenconflict tussen de persoon zelf en iets of iemand anders. De man die overspel overweegt twijfelt tussen trouw aan zijn nietsvermoedende echtgenote en een spannend avontuur. Dat interne conflict kan behoorlijk hoog oplopen. Maar zodra de balans naar een kant is doorgeslagen, wordt het resultaat moeiteloos geïncorporeerd in de lange-termijnopvattingen die de persoon over zichzelf erop nahoudt. In het ene geval beziet hij zichzelf als iemand die niet zo dom is om zijn huwelijk in de waagschaal te stellen voor een slippertje. In het andere geval beziet hij zichzelf als iemand die zo’n mooie kans niet door zijn vingers laat glippen. Trouw aan jezelf is dus altijd van toepassing. En soms ook weer niet, want welke van de tientallen ikken die tesamen je levensloop vormen moet je als standaard nemen? De persoon die op het stadhuis trouw in voor- en tegenspoed beloofde of de persoon die tien jaar later de echtscheiding in gang zette? Toen ik acht jaar was, vond ik niets leuker dan mezelf van een duintop door het zand naar beneden te laten rollen. Ik moet er nu niet meer aan denken. Toch is er geen reden om de achtjarige ‘ik’ minder serieus te nemen dan de 50-plusser die met een leesbril op de weekendbijlages zit door te nemen.

Mensen vinden het prettig als anderen zich consistent en betrouwbaar gedragen, want dat verhoogt hun gevoel van controle over de omgeving. Iedereen kent zichzelf natuurlijk het beste, althans verbaast zich over zichzelf minder dan over anderen. Van jezelf zie je altijd de innerlijke samenhang van uiteenlopende gedragingen en overtuigingen. Inconsistenties worden eenvoudig in een groter geheel ingepast. Elk verhaal dat mensen over zichzelf vertellen bestaat uit een schijnbaar logische keten van oorzaak en gevolg, waarbij ze geneigd zijn om successen aan zichzelf toe te schrijven en de minder fraaie gebeurtenissen aan invloeden van buiten te wijten. Wie slaagt voor z’n rijexamen ziet dat als eigen verdienste, wie zakt heeft al gauw een chagrijnige examinator.

Toch kan het begrip ‘trouw aan jezelf’ nuttig worden aangewend. Bijvoorbeeld in de opvoeding. Stel dat een kind ineens om onduidelijke redenen moeite heeft met inslapen. Je kunt je als ouder natuurlijk uitgebreid verdiepen in dat probleem en proberen de oorzaken te achterhalen, maar soms volstaat het om vriendelijk en enigszins verbaasd te zeggen: ‘Goh, wat raar, jij bent typisch zo iemand die altijd snel inslaapt.’ Als het kind dit sociaal-wenselijke perspectief als objectieve waarheid overneemt van de ouder, is de kans groot dat het inderdaad sneller in slaap valt. Iedereen is graag trouw aan zijn eigen ideaaltype – dat het ideaaltype niet uit hemzelf maar van externe autoriteiten afkomstig is doet er niet toe.

Artikelen in Column.


Te veel ziekenbezoek

Beste Beatrijs,

Mijn zus heeft kanker, zal niet meer beter worden en over niet al te lange tijd sterven. Sinds dit bekend is, laten al hun vrienden en kennissen van zich horen. Veel mensen komen langs. En niet zomaar een keer, maar regelmatig. Dat is geweldig en hartverwarmend. Mijn zus en haar man genieten er vaak enorm van. Maar de hele tijd bezoek ontvangen is ook heel vermoeiend. Zeker als het mensen zijn die elke keer toch weer een bepaalde vorm van conversatie lijken te verwachten. Mijn zus brengt het vaak nauwelijks op, maar wil mensen ook niet schofferen. Zeker niet op dit moment, nu ze weet dat ze niet meer in staat zal zijn het later goed te maken. Ik – en nog wat anderen – zijn regelmatig bij hen op huishoudelijke basis. We klussen wat, ruimen wat op of koken een lekkere maaltijd. Dat werkt wel goed. Maar ja, dat kan je niet van iedereen verwachten. Mijn zus kan geen nee zeggen, maar raakt er wel uitgeput van. Wat is hier aan te doen?

Te veel bezoek aan het sterfbed

Beste Te veel bezoek,

Iemand moet zich als poortwachter opstellen ter bescherming van uw zus. Haar echtgenoot is de eerst aangewezene in dezen. De poortwachter moet de externe contacten organiseren en voor de zieke als spreekbuis optreden. Dat betekent bijvoorbeeld dat de telefoon vaak op antwoordapparaat staat en dat mensen dus een boodschap moeten inspreken. Vervolgens belt de poortwachter terug op een tijdstip dat het hem uitkomt en zegt ja of nee tegen het bezoek. Als de zieke iemand die zich aandient liever niet wil ontvangen, dan houdt de poortwachter het bezoek af met als reden dat de zieke te moe is en het niet aan kan. Als de zieke iemand wel wil ontvangen, moet hem/haar van tevoren worden duidelijk gemaakt dat het bezoek maximaal een half uur mag duren, wegens vermoeidheid en zwakte.

De poortwachter kan ook overwegen om met enige regelmaat een rondzend-e-mail te sturen naar vrienden/ kennissen met een korte update. Veel mensen voelen zich betrokken, willen graag weten hoe het gaat, maar het is vermoeiend om tien keer hetzelfde telefoongesprek te voeren. Af en toe een update per e-mail houdt het contact in stand zonder dat er voortdurend bezoek over de vloer is, voor wie thee en koffie moet worden ingeschonken.

Tenslotte kan ook aan vrienden worden gevraagd om in plaats van aan het bed te zitten en conversaties te voeren concrete klusjes op zich te nemen, als daar tenminste behoefte aan is. Maar het belangrijkste is dat de poortwachter zijn taak serieus opvat, in nauw overleg met de zieke, en duidelijk voor haar gaat staan om haar te beschermen zonder angst voor vrienden/ kennissen die zich op afstand gehouden zouden kunnen voelen. Hun betrokkenheid is reuze goed bedoeld, maar het welbevinden van de zieke is belangrijker dan de gevoelens van de bezoekers.

Artikelen in Ziekte.

Gelabeld met .


Internetdaten

Beste Beatrijs,

Sinds enkele weken chat ik met een jongen via een datingsite. We hebben een leuk contact en veel onderwerpen waar we goed met elkaar over kunnen spreken. Zelf hoop ik dat hier misschien een serieuze relatie uit voortkomt. Hij heeft mij nu uitgenodigd voor een etentje bij hem thuis. Hier ben ik een beetje huiverig voor, omdat ik hem niet ken. Ik zou liever voor de eerste ontmoeting in een restaurantje afspreken. Ik ben een jonge meid van 25 jaar en heb nog niet veel ervaring met jongens. Ben ik te voorzichtig of afhoudend?

Thuis of buiten?

Beste Thuis of buiten,

Spreek nooit met een internet-contact voor de eerste keer thuis af. Nooit doen! U kent die persoon niet, en het kan best heel iemand anders zijn dan hij zich voordoet. Spreek voor uw eigen veiligheid af in een café voor een drankje. Als de ontmoeting tegenvalt, bent u snel weer weg. En als het wel bevalt, dan blijft u wat langer praten, maar ook dan neemt u hem niet mee naar uw huis en u gaat ook niet met hem mee naar zijn huis. Bij een eerste afspraakje neemt men geen heren/dames mee naar huis. Daar is later nog tijd genoeg voor.

Artikelen in Internet en e-mail, Liefde en relaties.

Gelabeld met .